Het bos en de bomen

Het bos en de bomen

“Lokaal” is het blad dat de VVSG uitgeeft voor mandatarissen en personeelsleden van de Vlaamse gemeentes en OCMWs. Goed gemaakt en meestal zeer lezenswaardig. In het blad staat een column, ondertekend door “Pieter Bos”. Duidelijk iemand die de lokale politiek erg goed kent, en gezegend is met een scherpe pen. Onlangs schreef hij onder de titel “Commissaris Bos” een pittig stukje over raadsleden (en schepenen) die hun gemeente vertegenwoordigen in de structuren van een intercommunale.

Ik ben de tekst kwijtgeraakt – het exemplaar van Lokaal is ongewild eigendom geworden van Brussels Airlines, nadat ik het bij mijn terugkeer uit Madrid in het handige opbrengzakje van de zetel vóór mij heb laten zitten. Samen met Natuur.Blad en nog een tijdschrift dat ik me niet eens meer herinner (ongetwijfeld zeer boeiend). Maar Bos beschrijft erin hoe hij ooit als gemotiveerd raadslid aan een opdracht in een bovengemeentelijke structuur begon, en al zeer snel ontmoedigd werd om vragen te stellen of opmerkingen te maken. Veelal afgekocht met een verzorgde maaltijd.

De column bevat ongetwijfeld een stukje karikatuur : de cultuur van de ene organisatie hoeft ook niet die van de andere te zijn. Bovendien is ook de materie van de ene opdrachthouder voor een raadslid of schepen veel inzichtelijker dan de andere. Ik kan me voorstellen dat discussiëren over riolen, afvalophaling of sociaal beleid ook in het kader van Infrax, IGEAN of KINA voor een Essens politicus wel een haalbare kaart is. Waar ik veel meer twijfels heb, is de hele energiesector. In de eerste plaats omdat die sector een heel ingewikkeld kluwen is, met structuren die in elkaar gevlochten zijn via allerlei financiële participaties. Waarbij uiteindelijk alle wegen op één of andere manier leiden naar Suez/Electrabel – en de enige concurrent (SPE) heeft uiteindelijk dezelfde aandeelhouders.

Die constructie heeft via de energieprijzen uiteindelijk een grote invloed op de consument. En op de gemeenten, want (zeer schematisch samengevat), hoe duurder de energie, hoe meer inkomsten voor de gemeenten. Dus : hoe lager de belastingen. De burger foetert op de energiemaatschappij, de gemeente blijft buiten schot. In ruil keuren de gemeentes het beleid van de energiesector goed, zonder er in de praktijk veel invloed op uit te oefenen. Want welke raadsleden en schepenen kennen iets van de zéér ingewikkelde energiesector in dit land ? Laat staan dat ze de hefbomen zouden kennen om het beleid om te buigen (in het belang van de burger, maar niet van zichzelf) ! En welke gemeente zou die kritische raadsleden dan nog afvaardigen én een al even kritisch mandaat meegeven ? Met het risico om financieel in eigen vel te snijden en boze blikken te krijgen van politiek bevriende buren ?

De federale en Vlaamse overheid moeten de gemeenten volledig uit de energiesector halen, en die vervolgens rationaliseren (één netbeheerder in heel Vlaanderen) en echt vrijmaken (alle banden tussen Electrabel en de leveranciers doorknippen en wellicht Electrabel ook opsplitsen). Zodat er geen commissarissen Bos (of voor mijn part Bevers) meer nodig zijn in de energiesector. De financiële compensatie daarvoor (die is noodzakelijk) kan via het Gemeentefonds komen.

Reageren is niet mogelijk.