Archief van
Maand: oktober 2019

Ere wie ere toekomt

Ere wie ere toekomt

De gemeenteraad van vorige week dinsdag was er geen om in te kaderen.  Een oppositievoorstel tegelijk claimen omdat het ook in je eigen verkiezingsprogramma stond en dan toch afwijzen omdat het wel goed is maar dus van de oppositie komt, het levert theater op waar toekomstig CD&V-voorzitter Walter De Donder niet aan kan tippen.  En zo zaten er nog enkele momenten in de vergadering van deze raad.

Je zou bijna beschaamd zijn om net door die raad in die zitting te worden voorgedragen tot ereburgemeester, en benoemd tot ereschepen.  Dat doet echter niets af aan de verdienste van de geëerden.  De tomeloze inzet van Frans Schrauwen voor Essen, het enthousiasme van Jokke Hennekam en de jarenlange trouwe dienst van Imelda Schrauwen hoeven niet te worden betwijfeld, en ik heb dus ook overtuigd voor hun eretitels gestemd.  Natuurlijk zijn er mensen die dat soort eerbetoon niet nodig vinden.  Dat is het ook niet echt, maar het is goed om een formele blijk van waardering uit te spreken.  Dat Jokke ook openlijk bij degenen hoort die het niet echt een noodzaak vinden, die eretitel, plaatst hem op zich al genoeg in perspectief.  Tezamen met het feit dat de diensten er niet in slaagden mij een lijstje te bezorgen van wie er zich nu eigenlijk allemaal ereschepen mag noemen in Essen.  Zo héél veel eer hangt er nu ook weer niet aan vast.  En dus is het wel goed zo.

Zoals in de raad gebeurde kan de vraag ook gesteld worden naar criteria voor dit soort eretitels.  Dat heeft voordelen, want je haalt ze wat uit de politieke sfeer.  Nu lijkt het er toch een beetje op dat een zittende meerderheid vooral de eigen oud-gedienden wil belonen.  Het heeft ook nadelen, want het automatisme haalt een stuk van de beoordelingsruimte weg.  Ik ben er zelf ook niet helemaal uit.  Bovendien wordt door alleen ex-leden van het schepencollege te eren het belang van de gemeenteraad, en met name van een sterke democratische oppositie, niet echt gewaardeerd.  Maar of dat dan ook tot ereraadsleden moet leiden, daar ben ik ook niet echt uit.  Gelukkig maar dat het niet allemaal zo heel belangrijk is.  Laat ik het maar gewoon houden op een dank u en op felicitaties voor Frans, Jokke en Imelda.

Vrijheid

Vrijheid

Dit weekend wordt het uitgebreid gevierd : 75 jaar geleden werd Essen bevrijd.  Daarmee kwam er nog geen einde aan de Tweede Wereldoorlog, maar wel aan de bezetting van onze gemeente door het naziregime.  Een regime dat heel Europa in de oorlog had gestort.  Een regime ook dat uniek was in zijn moorddadige logica, vooral omwille van de holocaust.  Net die unieke slechtheid doet ons soms vergeten dat de NSDAP in Duitsland ook een kind van zijn tijd was.  De jaren 1930 waren een tijd van politieke polarisatie, die kansen gaf aan totalitaire regimes.  Die misschien zonder de persoonlijkheid van Hitler (en Stalin) niet tot een grootschalige oorlog zouden hebben geleid – en dan misschien ook niet tot een grote “bevrijding”.  De dictators hadden ook van het Francotype kunnen zijn : tevreden met de almacht in eigen land.  Zelfs Mussolini zou zijn ambities ongetwijfeld sterk hebben ingeperkt zonder het bondgenootschap met Hitler.  Als je de geschiedenis van na 1918 zichzelf laat herhalen, leidt die volgens mij hoogstwaarschijnlijk opnieuw tot een totalitair regime in Duitsland.  Maar mogelijk beperkt dat zich militair tot grensconflicten met Polen en Tsjechoslovakije.  En tot een latent antisemitisme in plaats van tot de ongebreidelde jodenvervolging die we nu hebben gezien.

Uiteraard omvat de herdenking van de bevrijding ook de waarschuwing dat het niet opnieuw mag gebeuren.  Natuurlijk geldt dat voor een Hitleriaans regime.  Maar ook voor de meer bescheiden -ik schreef bijna “beschaafde”- totalitaire regimes die in de jaren 1930 opgang maakten.  Ik zie geen modern Westers staatsapparaat zomaar in handen vallen van een gek als Hitler – wat niet betekent dat we er niet voor moeten opletten.  Maar een meer terechte schrik is die voor semi-autoritaire tot grotendeels-autoritaire regimes.  Voor de schaal die wellicht bij Orban begint en dan Erdogan, Putin en pakweg de Chinese leiders omvat.  Geen volstrekt illegitieme regimes – ze zijn wellicht allemaal op een echte meerderheid bij de bevolking gebaseerd.  Niet helemaal zonder “checks en balances” : de burgemeester van Boedapest en Istanboel komen uit de oppositie, en zelfs de opstand in Hong Kong wordt niet zomaar volledig neergeslagen.  Maar ook niet echt democratisch, niet echt vrij.  Met nog wat afstand tegenover Franco en Tito, en dus zeker tegenover Hitler en Stalin.

De bevrijding van 1944-1945 was in West-Europa ook de bevrijding van die politieke tendens – al heeft het soms tot in de jaren 1970 geduurd om die te voltrekken, en in Oost-Europa tot in 1990.  Een tendens met verschillende oorzaken, maar die ook te maken had met polarisatie.  Met wat vandaag in de VS “identity politics” wordt genoemd.  Waarbij mensen geen ideeën meer “hebben”, maar “zijn”.  Waar je alleen nog helemaal “links” of “rechts” kunt zijn.  Waar er vanuit wordt gegaan dat wie voor een beperking op vuurwapens is meteen ook voor ingrijpende maatregelen voor het klimaat moet zijn.  Voor het recht op abortus, voor de sociale zekerheid.  Voor alles wat Bernie Sanders doet en denkt, en tegen Donald Trump.  En andersom, dat wie rechts is daar allemaal volledig tegen moet zijn, en alle onzin die Trump uitkraamt, of alle stommiteiten die hij doet dan ook maar goed moet vinden, in naam van het hogere doel maar vooral van de eigen groep.

Zo ver is het bij ons nog niet helemaal, maar hoe langer hoe meer wordt er hier verondersteld dat je het of over alles eens bent met pakweg Jean-Marie Dedecker, of met Peter Mertens.  Dat een Vlaams-nationalist tegen klimaatmaatregelen moet zijn, vóór een harde aanpak van migratie en vóór op de beste leerlingen gericht onderwijs, pakweg.  Terwijl wie mee stapt voor het klimaat eigenlijk meteen ook mee opkomt voor hogere belastingen, een unitair België, een gelijkschakelend onderwijs en open grenzen.  Zo’n politiek klimaat kan mee voeding geven aan totalitaire regimes, waarin iedereen ofwel het regime volgt, ofwel helemaal niet – en er voor de andersdenkende geen of weinig plaats is.  Zonder te willen idealiseren (de Koude Oorlog was natuurlijk ook polariserend) heeft de bevrijding van 1944-1945 Europa ook mee van een dergelijk polariserend politiek klimaat verlost.  In de hoop dat het nooit meer terugkomt.

Quand tu chantes, je chante avec toi liberté
Quand tu pleures, je pleure aussi ta peine
Quand tu trembles je prie pour toi liberté
Dans la joie ou les larmes je t’aime

(Foto : Eerste Engelse tank in Essen – Bron : Essen in Beeld, foto uit de doos van Angelina Van Ginneken, foto genomen door Mr Van Groningen)
Eén jaar later

Eén jaar later

14 oktober.  Eén jaar na de gemeenteraadsverkiezingen.  Een mooie dag voor de democratie, en mooie dag ook voor N-VA/PLE.  En daarmee ook voor mijzelf.  Ik herinner me het ongeloof en de vreugde om de twee stemmen en de ene zetel verschil.  Maar ook het besef dat we daarmee nog niet de kaarten in handen hadden.  Wat de zoete smaak van de overwinning toch een beetje bitterzoet maakte.

De dagen nadien werd die bittere smaak sterker.  Dat was uiteraard het gevolg van de coalitievorming, en dan vooral de rol die de sp.a daarin speelde.  De toezegging vóór de verkiezingen om na twaalf jaar coalitie met CD&V niet automatisch terug met die partij in zee te gaan en de eerste gesprekken lieten ons vermoeden dat er op zijn minst ernstig kon worden gesproken.  Maar daaraan werd dan plots abrupt en zonder goede verklaring een einde aan gemaakt.  Ik vond en vind dat we een fatsoenlijke uitleg verdiend hadden.  Eén die steekhield.  Ik blijf ervan overtuigd dat er inhoudelijk een sterk verhaal kon worden geschreven.  En dat de “argumenten” die we kregen of opvingen ofwel absoluut geen steek hielden, ofwel ook al vóór de verkiezingen bekend waren (de nationale N-VA was op 13/10 dezelfde partij als op 15/10; daarmee niet willen samenwerken is onverstandig maar legitiem – maar als je dat vindt moet je dat ook vooraf durven zeggen).   Misschien kan er nu, een jaar later, nog eens een toelichting vanaf.  Tussen mensen die ernstig met lokale politiek bezig zijn en (zouden moeten) beseffen dat ze elkaar op één of andere manier altijd “nodig” zullen hebben, moet dat toch kunnen ?

Ik blijf er ondertussen van overtuigd dat belangrijke beleidsbeslissingen die het voorbije jaar genomen zijn er met een andere meerderheid ook anders zouden hebben uitgezien.  En dat geldt wellicht ook voor het meerjarenplan dat ondertussen nog altijd in opmaak is (een dynamisch bestuur zou dat vóór de zomer hebben afgeleverd, overigens).  Verkiezingen maken wel een verschil – en coalitie-onderhandelingen ook, dus.

Nu, het blijft bijzonder aangenaam om samen te werken in een tienkoppige, sterke fractie.  Dát resultaat nemen ze ons in elk geval niet af.  Zodat één jaar na 14 oktober toch vooral een feestelijke herinnering blijft.

Plantage

Plantage

Het is een traditie geworden, de jaarlijkse wandeling met N-VA/PLE in Essen of omstreken.  We -in casu Josée Van Doren, die steevast de bestemming uitkiest- gingen we het ook dit jaar niet ver zoeken.  We bezochten het landgoed “Wouwse Plantage”, op een steenworp van Hoek.  Eigenlijk was het brandweermuseum aldaar ons eerste doel, maar ook de andere gebouwen zijn het bekijken waard.  En de wandeling door de omliggende natuur, nabij het vliegveld, was dat zeker ook.

Het gebied heeft trouwens zeker zoveel banden met onze kant van “de meet” als met de overkant : zo werd het in 1848 gekocht door de Antwerpse bankier De Caters, die nog burgemeester van Berchem is geweest.  En eigenlijk is het ook daarna in handen van landgenoten gebleven.  Het meest intrigerende gebouw vond ik de voormalige herberg die nu als woning wordt gebruikt. De stijl deed me aan pakweg de Baltische landen denken, maar ik kan er helemaal naastzitten.  Volgens onze dorpsgids Maria Gommeren, die ons zoals steeds voortreffelijk rondleidde, had het nog als paviljoen gefungeerd op de wereldtentoonstelling in Antwerpen.  Maar een korte opzoeking op het internet leerde me niet welk paviljoen het dan was, en ook niet om welke tentoonstelling het ging.  Er moet toch nog meer te vinden zijn over dit bijzondere bouwwerk, denk ik dan.

Laat dat overigens vooral geen afbreuk doen aan mijn waardering voor het brandweermuseum zelf.  De collectie is indrukwekkend voor een klein museum, en wordt door een beperkte groep vrijwilligers piekfijn onderhouden.  Een aanrader dus, al dan niet in combinatie met een wandeling door de Plantagebossen.  Individueel bezoeken kan af en toe, een groepsbezoek kan je vastleggen bij de Roosendaalse VVV.

En zo moest ik nog maar eens vaststellen dat ik de Essense omgeving eigenlijk niet echt goed ken.  Wat natuurlijk meteen ook het plezier inhoudt dat ik nog veel kan bijleren !

Ode aan Hoek

Ode aan Hoek

Jij bent toch afkomstig van Essen-Hoek ?” – „Neen, toch niet. Maar mijn ouders wonen daar.” Ik heb de voorbije 19 jaar regelmatig die conversatie gevoerd. Zelden met mensen die écht van Hoek afkomstig waren, want die wisten natuurlijk hoe de vork in de steel zat. Maar 19 jaar geleden zijn mijn ouders inderdaad naar Hoek verhuisd. Ik ben hun buren en bij uitbreiding de hele wijk heel dankbaar dat ze zo welkom mochten zijn in het mooiste stukje Essen.

Ze hebben genoten van de wijk. Maar nu zijn ze wel terug naar Essen verhuisd. Naar de Kapelstraat. Het grote huis in de Bergsebaan met de mooie tuin was wat té groot geworden. En het appartement dat te koop stond was een buitenkans. Desalniettemin bleef het een moeilijke beslissing. Ze laten ook een stukje hart achter in Hoek, en blijven Hoekenaren. En ook ik blijf dus toch een beetje van Hoek „afkomstig”.

Omwille van de verhuis ben ik de voorbije weken ook nog wat frequenter van en naar Hoek gereden. Dat heeft me ook nog eens met het schandaal geconfronteerd dat er zomaar door het rode licht wordt gereden. Vier jaar na de plaatsing van het licht lukt het nog altijd niet om de naleving ervan te controleren. Ik kan de uitleg daarvoor (bijvoorbeeld naar aanleiding van de niet-aflatende vragen van Anne Somers in de gemeenteraad) eigenlijk niet meer aanhoren. Het is gewoon knoeiwerk, en de burgemeester is daarvoor verantwoordelijk. Punt. Ik wil me dan ook excuseren bij de mensen van Hoek dat ik de plaatsing van dat licht mee heb goedgekeurd. Als ik had geweten dat het niet effectief gecontroleerd ging worden, had ik dat niet gedaan. Want nu is de remedie erger dan de kwaal – voor die kwaal had ik trouwens destijds wel gewaarschuwd : de Moerkantsebaan is een bijzonder mooi aangelegde racebaan geworden…

Toch niet alles peis en vree, dus. Ben ik nu zo veel Hoekenaar geworden dat ik nu ook het latente gevoel van achterstelling al heb overgenomen ? Dat laat ik aan andermans oordeel over. Maar aan de mensen van Hoek zeg ik toch graag nog eens uitdrukkelijk „dankjewel” !