Archief van
Maand: november 2007

Vragen staat vrij

Vragen staat vrij

Veertien punten zonder veel politieke inzet vulden de agenda van de gemeenteraad. Met al die “lopende zaken” leek het wel een federale ministerraad… Alleen zit er in de gemeenteraad gelukkig ook een oppositie, zodat we via onze eigen agendapunten en vooral via de vragenronde toch nog konden maken dat de raadszaal niet voor niets was warmgestookt in deze koude winterdagen. Misschien kan de meerderheid de les in de oren knopen : de gemeenteraad vult zichzelf in, en het is een illusie dat een lege agenda ook tot een lege zitting leidt.

De oppositievragen gingen in veel gevallen over de “stand van zaken” in allerlei dossiers. Vaak is dan het antwoord dat men daarmee bezig is. Het is daarbij soms moeilijk uit te maken of het langer duurt omwille van redenen waar ook het schepencollege niets aan kan doen, of omwille van een gebrek aan enthousiasme, of zelfs omwille van manifeste onwil.

Het behoort bij het spel dat de meerderheid meestal het eerste vermeldt terwijl de oppositie vaak van het laatste uitgaat. Maar stilaan stellen we toch één constante vast : zaken die superschepen Schrauwen moet uitvoeren maar waar hij zelf niet 100% achterstaat, raken gewoonweg niet gerealiseerd. Dat is munitie voor de oppositie, maar het kan niet anders dan op termijn ook de meerderheid veel last berokkenen, want Schrauwen heeft erg veel bevoegdheden gekregen.

Weekdier in het weekend

Weekdier in het weekend

Naar jaarlijkse gewoonte heb ik een dagje opgediend op het Mosselfeest van de Kernraad van Jeugdheem Deken Verbist. Ook om mijn waardering uit te drukken voor het werk van die Kernraad. Die wel van langsom minder representatief wordt voor KSJ, en dat is stilaan onhoudbaar. Ik kan me niet voorstellen dat daar één of andere Machiavellistische redenering achter steekt, dus hoop ik dat ze er snel een oplossing voor vinden. Er komen uitdagingen voor het Jeugdheem aan die een breed draagvlak vereisen.

Er was heel wat volk, en alles liep behoorlijk vlot. Hopelijk hebben de mosselen iedereen (mij alvast wel) goed gesmaakt. Ik blijf het een goed initiatief vinden, en hoop dat het nog lang wordt volgehouden. Een Mosselfeest hoort immers bij het Jeugdheem zoals Suske bij Wiske !

Dorpslied

Dorpslied

“Thuis heb ik nog een ansichkaart, waarop een kerk, een kar met paard, een slagerij ‘J. Van der Ven’…” Zo begint “het dorp” van Wim Sonneveld. Als vanzelfsprekend speelde het liedje gisteren door mijn hoofd op de voorstelling die de Heemkundige Kring organiseerde van de prentkaartencollectie van Georges Reynsbergen. Een leuk initiatief voor wie interesse heeft voor Essen zoals het er een volle eeuw geleden uitzag.

De avond zou gebaat geweest zijn bij een voorafgaande selectie en een optimaal gebruik van het scherm, maar was desondanks zeer de moeite waard. Vooral de enorme rust die Essen uitstraalde toen viel me op, ondanks de drukke spoorwegbedrijvigheid. Bovendien zien straten en pleinen er autoloos zoveel mooier uit. Wie doet de uitvinding die de auto eindelijk volledig overbodig maakt en het openbaar domein terug bevrijdt ?

Daarnaast viel me op hoe groen onze gemeente er toen nog uitzag. Tussen het kruispunt Molenstraat/Stationsstraat en Mariaberg lagen weiden. Net als in de Dreef. Om er maar enkele te noemen. Wie het Essen van vandaag met dat van toen vergelijkt, moet beseffen dat we het ons niet kunnen permitteren de open ruimte die we nu nog hebben op te offeren. Anders is Essen binnen nog eens een eeuw volstrekt onleefbaar geworden. Een oase van onrust.

De voorstelling begon overigens met het Heuvelplein. Toen het nog een mooi plein was. Ik vraag me af of iemand die mee verantwoordelijk was voor de herinrichting vorig jaar trots is op die werken. Eigenlijk zou bij elke uitnodiging voor de gemeenteraad een oude postkaart moeten zitten met de tekst : “Opgelet, uw stemgedrag kan ernstige gevolgen hebben.”

“Dat dorp van toen, het is voorbij. Dit is al wat er bleef voor mij. Een ansicht en herinneringen.”

Het vuur blijft branden

Het vuur blijft branden

De Essense brandweer vierde gisteren de tiende verjaardag van bosbrandweerwagen “Koen” en de levering van een nieuwe interventiewagen. Toen ik de uitnodiging kreeg, nam ik me voor om daar naartoe te gaan. Maar het raakte uit mijn intern geheugen gewist; gelukkig was er Kevin om mij terug op het juiste spoort te zetten. Zo mocht ik dus mee het glas heffen op twee brandweerwagens. Die hebben iets van stoomtreinen of straaljagers : hoe dikwijls je ze ook ziet en hoe weinig je er ook van kent, ze blijven altijd een beetje fascineren.

Die brandweer is overigens nauwelijks of nooit inzet van een politieke discussie in onze gemeente. Dat is geen kwestie van desinteresse, maar vooral van een groot en breed gedragen vertrouwen in het korps. Dat staat erop van met degelijk materiaal te kunnen werken, en presenteert daarvoor uiteraard de factuur. Maar ik, en dat geldt blijkbaar niet alleen voor mij, heb nog nooit de indruk gehad dat ze iets vroegen dat niet nodig was. En de zelf gebouwde “Koen” is het beste bewijs dat ze ook niet aarzelen om de handen uit de mouwen te steken.

Ik heb ook bewondering voor het vrijwillige engagement van de brandweermannen. Dat is gemakkelijk gezegd en zal wel goedkoop klinken uit een politieke mond. Dat besef ik ook wel, maar toch meen ik het. Op elk moment van de dag en de nacht klaarstaan om waar nodig te hulp te snellen, vaak in moeilijke en erg emotionele situaties de enige hoop zijn,… Ik denk dat ik het gewoon niet zou aankunnen en ben blij dat het voor anderen wel een belangrijk deel van hun leven is. Het verbaast me overigens niet dat er heel wat oud-KSJ’ers de weg gevonden hebben naar de brandweer. Ik herken er het engagement en de groepssfeer van KSJ, en ook wel de no-nonsense mentaliteit.

Bovendien is de Essense brandweer méér dan je zou denken. Het is een belangrijk deel van het sociale weefsel van onze gemeente, en één van onze ambassadeurs in binnen- en buitenland. De brandweer is een belangrijke schakel tussen het gemeentebestuur een het “middenveld” van het verenigingsleven, meer dan men er zelf beseft. Zelfs als morgen de vlammen definitief doven, de autowegen ongevalvrij worden, alle kelders waterdicht blijven en de laatste wesp het licht uit doet, dan nog kan Essen het brandweerkorps goed gebruiken.

Politiek kan ik er uiteindelijk niet zoveel mee, met die brandweer. Er is meestal geen debat over, omdat er geen inzet is voor een debat. Dus is de kans dat ik er tussenkomsten, artikels of schrijfsels hier aan besteed niet zo groot (als het nodig zou zijn, ga ik dat nochtans ook niet laten). Maar dat betekent dus niet dat ik ons brandweerkorps niet belangrijk zou vinden. Integendeel.

Trein der Traagheid – Weg met de NMBS !

Trein der Traagheid – Weg met de NMBS !

Ik ben boos. Op de NMBS. Neen, niet over een vertraging. Dat gaat trouwens wel weer over. Maar dit is veel erger. Jaren is er gewerkt aan de tunnel onder Antwerpen-Centraal, waardoor de trein in rechte lijn van het noorden (Essen) naar het zuiden (Brussel) kan. Voor die werken hebben we de prijs betaald : langere ritten, veel vertragingen… Maar sinds de tunnel in gebruik is, staat de trein bijna 10 minuten stil in Antwerpen-Centraal. Logisch, het traject is veel korter geworden.

Op 10 december gaat de nieuwe dienstregeling in. De stop in Antwerpen-Centraal is inderdaad een stuk korter geworden. Maar de totale rit van Essen naar Brussel is nog langer dan voordien. De trein naar Essen gaat zo traag rijden dat je in Brussel de volgende trein kan nemen en dan overstappen. Met een zeer groot risico op het missen van de aansluiting, weliswaar (je moet eens proberen in Antwerpen-Centraal van spoor 22 naar spoor 6 over te stappen in minder dan 10 minuten…).

Bovendien zijn de nieuwe treinuren zo dat heel veel Essenaren ’s morgens nét te laat in Antwerpen of Brussel zullen zijn, en ’s avond ook weer nét te vroeg terug zullen moeten vertrekken. Zodat sommigen dus elke dag een uur vroeger moeten opstaan én ’s avonds een uur later thuis zullen zijn. Voor mij vallen de uren al bij al wel mee : ik raak ook niet meer aan de “verplichte” 7u36 per dag, maar de stock aan overuren die ik onvermijdelijk opbouw compenseert dat wel. Maar dat maakt het niet minder wraakroepend, natuurlijk. Bovendien zal de laatste verbinding vanuit Brussel naar Essen om 21u57 zijn in plaats van om 22u40, en dat maakt dat ik af en toe op een Brussels hotel een beroep zal moeten doen. Hoera, hoera.

Van bijkomende treinen is geen sprake, van een bijkomende stop voor de Beneluxtrein ook niet. Ook voor Wildert verbetert er niets. Misschien krijgen we wat betere treinstellen, maar het zou me niet verbazen als ook dat er niet in zit. Na jaren is de noord-zuidverbinding af. Alleen blijkt die niet te leiden tot een betere verbinding tussen het noorden en het zuiden. Wegens verregaande incompetentie stel ik voor om de NMBS te veroordelen tot defederalisering en/of privatisering.

Ik heb de burgemeester nog eens herinnerd aan de opdracht van de gemeenteraad om met de NMBS te overleggen (dat had natuurlijk al gebeurd moeten zijn). Ludwig Caluwé, die samen met mij de motie hierover indiende en die ik dus op de hoogte houd, mailde terug met de woorden “Het is een ongelooflijke schande”. Zelden ben ik het zo met hem eens geweest…

Met een kleine c

Met een kleine c

Ik hoorde onlangs dit verhaal… Een grote organisatie met een K in de naam zocht een medewerker voor een functie in Essen. De organisatie heeft gelukkig al lang een open geest en ziet de wereld niet meer door een beperkte CVP/CD&V-bril. Iemand die solliciteerde had een politiek engagement buiten de christen-democratie, maar was volgens de organisatie wel de meest geschikte kandidaat. Zodat ze die ook wilden aanwerven. Dat was buiten het Essense ACW gerekend, dat een vetorecht bleek te hebben. En de aanwerving van de beste kandidaat verhinderde, alleen omdat die een foute kleur had (niet eens erg “fout”, overigens). We schrijven 2007, West-Europa.

Ik neem me plechtig voor niet op te geven voordat al degenen die op deze manier het imago van de politiek bezoedelen hun macht voorgoed kwijt zijn. Met Willem De Zwijger wetend dat het niet nodig is te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden.

Als ik niet luister

Als ik niet luister

11.11.11. Je kan geven aan die actie, of je kan dat niet doen. Je kan voor beide goede redenen bedenken. Je kan je er voor inzetten of niet, ook alweer met goede redenen. Ik heb gisteren in een aantal straten de enveloppes opgehaald, en het verbaast me niet dat een aantal mensen welbewust niets geven. Zoals het me uiteraard ook niet verbaast dat heel wat mensen een kleine tot grote bijdrage doen, gelukkig maar. Gisteren heb ik in een aantal Heikantse straten die bijdrages naar jaarlijkse gewoonte opgehaald. Het blijft me daarentegen wél zeer sterk verwonderen dat veel Essenaren, ook al wonen ze hier al een hele tijd, gewoon niet weten waar je het over hebt als je de woorden “11.11.11” uitspreekt. Zowat altijd spreken ze hun verbazing uit met een accent dat hun Nederlandse herkomst verraadt.

Nu is al wie hier woont wat mij betreft van harte welkom (dat is niet hetzelfde als zeggen dat we onbeperkt nieuwe inwoners moeten aantrekken, al was het maar omwille van de vastgoedprijzen). Maar wie een minimale belangstelling voor het leven in Vlaanderen aan de dag legt, moet na een tijdje toch wéten wat 11.11.11 is. Desnoods om er radicaal tegen te zijn.

11.11.11 steunt structurele projecten in de Derde Wereld, en dat is een verstandige keuze. Essen koos zo dit jaar voor een project in Togo. Daarnaast is er, ondanks alles, vaak nog noodhulp nodig, zeker in Afrika. Met name in Darfoer. Daarnaar gaat de opbrengst van dit nummer van Mattafix. Eerder nooit van gehoord, maar de song viel me meteen op toen ik hem hoorde, zelfs voor ik de Darfoer-connectie kende. De optimistische boodschap en de vormgeving daarvan spreekt me in elk geval enorm aan.

Twee jaar later

Twee jaar later

Het eerste bericht op deze site staat gedateerd op 11 november 2005, om 11u11. Hoewel ik het niet zeker meer weet, kan ik me niet voorstellen dat die datering ook exact juist is. Daarmee was meteen de toon gezet, want dat antidateren (en soms ook prodateren) gebeurt bij de meeste van mijn posts hier. Als ik even terugblik, stel ik vast dat ik soms redelijk lang niets schrijf, maar dat vaak weer goed maak door net met die datum te spelen. Ik merk bij mezelf ook dat er regelmatig in mijn hoofd zit waarover ik ga schrijven en soms zelfs wat, maar dat het er niet altijd onmiddellijk van komt om dat dan ook te doen. Soms gaan er zo wellicht zaken verloren, soms ook wordt de argeloze lezer ongetwijfeld onzin bespaard. Elk nadeel heb zijn voordeel, naar het woord van de beroemde Nederlandse filosoof.

Ik schrijf vooral over de Essense politiek, maar dat lag natuurlijk ook in de lijn van de verwachting. Ik probeer dat wel te doen met een andere invalshoek dan in de N-VA/PLE-Nieuwsflits of in persberichten. Niet zo eenvoudig, want mijn pen is sowieso één van de meer bezige in het Essense politieke wereldje. Toch tracht ik hier de andere kant van de medaille te laten zien, met wat meer (of soms net minder) nuance. Wat af en toe tot meer persoonlijke kritiek of complimenten bij mijn medespelers in het Heuvelpleinspelletje leidt. Vaak vind ik het wel jammer dat die geen soortgelijk forum hebben om te reageren. Ik zou af en toe ook wel eens een verbale draai om de oren kunnen gebruiken, neem ik aan. Zonder dat dat dan meteen in de krant of de gemeenteraad moet zijn…

“Wereldje”, “spelletje”… Mijn woordgebruik geeft het al aan : de Essense politiek is natuurlijk iets waar niet zoveel mensen mee bezig zijn. Hoewel ik het ook wel over andere dingen heb, is het wellicht toch vooral die microkosmos en de observatoren daarvan, die hier af en toe een kijkje nemen. Een massa bezoekers levert dat dus niet op, al merk ik af en toe toch een behoorlijk aantal “hits” op de teller. Al belandt men hier af en toe met zoekwoorden die eerder op een dwaling duiden. Maar misschien blijft er zo toch af en toe iemand hangen. Of dat dan iets met enige literaire kwaliteit te maken heeft, laat ik maar in het midden.

Elke verkozene in de politiek vertegenwoordigt mensen, en die hebben het recht op één of andere manier te weten waar hun vertegenwoordigers mee bezig zijn. Ik kan proberen dat iedereen persoonlijk te vertellen, maar dat lukt me toch niet – en vermoedelijk zou ik er velen alleen maar stierlijk mee vervelen. Dus is dit het alternatief, dat iedereen toelaat min of meer na te gaan wat me bezig houdt – voor wie dat nodig of nuttig zou vinden. Bovendien is het voor mezelf een instrument om mijn gedachten te ordenen en ook al eens bewust stil te staan bij wat er in Essen of de wereld gebeurt. Dus probeer ik het vol te houden.

Een trouwe lezer vertelde me deze week dat “twee jaar” daarbij vaak de cruciale grens is, waar veel “bloggers” het opgeven – zonder te vermoeden dat die tweede verjaardag er inderdaad aankwam. Laat ik het ongelijk van die statistiek maar eens proberen te bewijzen. Ook al kan ik dat als lid van de “Hoge Raad voor de Statistiek” natuurlijk alleen maar een vermetele gedachte vinden…

Straf !

Straf !

Ik heb gisterenmorgen voorspeld dat er binnen de twee à drie weken een regering zou zijn. Met de kaarten die toen op tafel lagen, leek me dat een realistische inschatting. De kaarten zijn grondig herschud, en de trouw van CD&V aan N-VA blijkt behoorlijk groot, wat andermaal het politieke inzicht van Bart De Wever in de kijker plaatst. Parlementslid Jan Loones (de enige N-VA’er die ik zichzelf ooit “links-liberaal” heb weten noemen en daarmee bij mij een streepje vóór heeft) stuurde hem een sms met als tekst “Straf !” en dat lijkt me wel verdiend. Maar De Wever blijft een danser op een erg slappe koord en een visser die weet dat de netten nooit zo vol zal zijn als “men” aan de wal van hem verwacht, hoe handig hij de boot ook manoeuvreert.

Toch heb ik vandaag herhaald dat ik nog steeds denk dat er begin december een regering zal zijn. Wat dus betekent dat ik de kans erop op meer dan 50% inschat, verder durf ik ook niet gaan. Ik zeg ook niet dat ik dat een wenselijk resultaat vind, overigens. Maar het tegendeel zou een zeer koude douche voor Didier Reynders én voor Yves Leterme inhouden. Die twee samen zouden toch in staat moeten zijn om iets te forceren, lijkt me. De beelden van een razende Di Rupo moeten toch afschrikwekkend genoeg zijn voor hen beide. En voor De Wever.

Alle Grieken weten wat juist is, alleen de Spartanen doen het ook (oud Grieks gezegde)

Alle Grieken weten wat juist is, alleen de Spartanen doen het ook (oud Grieks gezegde)

OMCW Essen opende vandaag feestelijk “Huize Calmeyn”, het tot doorgangswoningen omgebouwde voormalige verblijf van de Zusters van de Verrezen Zaligmaker. Dat gebeurde ondermeer met een toespraak van Vlaams minister Steven Vanackere, die zich op een indrukwekkende manier van die taak kweet. Hij bracht het gepaste verhaal, geen standaardtoespraakje, en deed dat vlot en op de juiste toon. Ik zou hem niet herkend hebben, maar de politieke crisis waarin dit land sinds 10 juni zit heeft blijkbaar in de Vlaamse regering minstens één man op de juiste stoel gebracht. Daarnaast maakten de twee optredende Muzartoleerlingen indruk. Ik ken bijzonder weinig van muziek, maar de broer en zus die de piano bespeelden kregen terecht meer dan een beleefdheidsapplaus.

Het project “Huize Calmeyn” is op een vrij korte termijn gerealiseerd. OCMW-voorzitter Jos Van Loon, de in dit soort projecten onmisbare Jan Goosen, en alle anderen van binnen en buiten OCMW en gemeente die eraan meewerkten, hebben dat op een degelijke, professionele en doortastende manier aangepakt en verdienen daarbij zeker de waardering die ze vandaag ervoor kregen. Het geheel ziet er dan ook proper en netjes afgewerkt uit.

“Maar…” Jammer dat ik een paragraaf met dat woord moet beginnen. Neen, niet omdat dat nu eenmaal een veelgebruikt oppossitiewoord is, ik kan echt niet anders. Het doet ook geen afbreuk aan wat ik hierboven schreef. Maar… ik ben bang van de contradicties van Huize Calmeyn. Het gaat om doorgangswoningen. Dat komt door de keuze om ruim gebruik te maken van de subsidiemogelijkheden van de Nationale Loterij. Oorspronkelijk hadden we een breder “woonproject” in gedachten. Met een aantal doorgangswoningen. Maar niet zoveel. Mijn laatste stemming in de OCMW-raad was een onthouding op het aanvragen van de subsidie. Geen tegenstem, omdat toen de mogelijkheid werd opengelaten om toch niet alle tien de woningen het doorgangsstatuut te geven. Had ik geweten dat het daar toch op zou uitdraaien, dan had ik wel tegen gestemd. Want de beperking dat er hoogstens voor drie of vier, en bij uitbreiding zes of acht, maanden mag worden gewoond, houdt meteen een hoge rotatie in. Er moeten nogal wat Essenaren in aanmerking komen om de bezetting het hele jaar rond te krijgen. Met telkens de uitdrukkelijk verantwoordelijkheid voor het OCMW om een andere woning te helpen zoeken. Zoveel “probleemgevallen” zijn er in Essen gelukkig niet. En het is cruciaal te vermijden om er ook te gaan creëren. Als iemand uit een minder goed bewoonbare woning naar de Moerkantsebaan verhuist, haalt dat even de druk van de ketel. Maar het maakt wel dat de zoektocht naar een structurele oplossing dringender wordt. En zeer duidelijk in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is voor het OCMW. Wat ik hier vorig jaar op 15/11 schreef, blijft actueel. Ik vrees nog steeds voor leegstandswoningen. Of voor kunstgrepen om dat te vermijden.

De logica van doorgangswoningen, gecombineerd met de restanten van een voorbijgestreeft “Caritas”-mensbeeld, hebben ook geleid tot een erg sobere inrichting van de woningen. In de logica dat mensen “er niet te lang moeten verblijven” kregen de kamers een onpersoonlijk karakter met bovendien het strikte minimum aan meubels. Het nodigt nu inderdaad niet uit om er wat langer te willen wonen. Die manier van inrichten zal de rotatiesnelheid nog verhogen, met alle neveneffecten vandien. Ik zou hebben geprobeerd de kamers zo gezellig mogelijk in te richten, met wat leuke meubeltjes en in elk geval een eigen tv-toestel. En ik zou er een aantal hebben bestemd voor een verblijf zonder maximumduur. Dat zou dus allemaal wat duurder zijn uitgevallen (laat ons zeggen 18.000 EUR extra, de prijs van een nieuw gemeentelogo). Maar het zou wel het sociale “rendement” van het project verhogen, volgens mij. En het zou bovendien eenvoudigweg meer aan de “menselijke waardigheid” beantwoorden. De minister refereerde terecht naar het zeer mooie artikel 1 van de OCMW-wet. Voor mij houdt dat, zoals voor de minister, ook in dat iedereen recht heeft op een “thuis”, ook al is die maar tijdelijk. Een thuis is meer dan een dak, het is een plaats om gezellig te wonen. Wie zin heeft, kan terug opzoeken wat ik bij het prille begin van het project, op 10/6/2006, heb geschreven hier. Ik sta er nog altijd achter.

Als ik morgen om één of andere reden in Huize Calmeyn beland, zal ik zeer dankbaar zijn voor de opvang die me wordt geboden. Ik zal blij zijn om er te mogen wonen. Ik had ooit gehoopt deze paragraaf na die woorden te kunnen stoppen. Maar dat kan ik niet. Er hoort nog een zinnetje bij. Als ik morgen om één of andere reden in Huize Calmeyn beland, zal ik zeer dankbaar zijn voor de opvang die me wordt geboden. Ik zal blij zijn om er te mogen wonen. Een week of twee, drie.

Nu, het gebouw is er en de inrichting is in orde gemaakt, de basis om er echt iets van te maken is gelegd, en dat verantwoordt dus wel degelijk de feestvreugde van vandaag. Het was overigens leuk om bij gelegenheid van de opening nog eens bij te praten met oud-OCMW-collega-raadslid Lieve Wuyts. Het OCMW had haar, zeker in dit project, nog goed kunnen gebruiken.