Archief van
Maand: maart 2016

Schuilplaats

Schuilplaats

Nederland heeft het EU-Voorzitterschap overgenomen van Luxemburg. Dat verandert vooral de richting van de trein die ik moet nemen om naar de bijhorende vergaderingen en conferenties te trekken. Nederland heeft voor die vergaderingen een schitterend tijdelijk complex opgetrokken aan het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. En dat is sowieso een stad waar het steeds aangenaam vertoeven is. En vlak bij de deur, natuurlijk.

Het toeval -geholpen door de IS-terroristen- maakte dat ik voor een lang geplande citytrip naar Wenen ook via Amsterdam moest reizen. Zodat ik de stad op een week tijd alvast drie keer mocht bezoeken. Ik stelde bij de buitenlandse collega’s vast dat ze niet alleen mij tijdelijk soelaas bood na de dramatische gebeurtenissen in Brussel. In een korte gelegenheidsspeech (op een boot op de grachten !) verwees ik daarom naar de woorden van Kris De Bruyne “Je bent er vogelvrij, omdat er alles kan, zo dichtbij en toch zo ver is Amsterdam”. Uit een prachtig lied dat zelden zo waar aanvoelde.

“Je kan er naar Van Gogh gaan kijken, dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen.” Die tekstregel heb ik dan weer niet geciteerd. Ik heb het gewoon gedaan. Ik was nog nooit in het Van Goghmuseum geweest, maar De Bruyne heeft gelijk.

Net zoals, een beetje tot mijn verbazing, ook het Kunsthistorisches Museum in Wenen een must bleek voor wie de schilderkunst van de Lage Landen weet te appreciĆ«ren – daar is ongetwijfeld een erg goede historische verklaring voor, gelet op het voormalige Oostenrijkse bestuur van onze contreien. Ik was al enkele keren in Wenen geweest en had een bezoek zelfs nooit overwogen. Blijkt nu dat zowat het halve oeuvre van Breugel daar hangt. En een grote collectie van Rubens. En “De Koning drinkt” van Jacob Jordaens. En nog wat grote Italiaanse meesters.

Ook niet zover, Wenen. En al of niet met een koffie, een stukje Sachertorte of een Wienerschitzel bovendien bijzonder genietbaar. Maar toch : voor Amsterdam-Centraal kan je gewoon de trein nemen in Roosendaal. Dat zou je eigenlijk toch een keer meer moeten doen.

Een dag later

Een dag later

Brussel, 23 maart 2016

Ik zat in de trein, gisteren, en was bijna in Brussel toen een “breaking news” bericht van de BBC op mijn telefoon me een ontploffing in de luchthaven van Zaventem meldde. Zoals wellicht iedereen hoopte ik eerst dat het een vergissing was. Of een ongeluk. Maar zoals wellicht ook iedereen wist ik het toch wel. Ik ben met de trein doorgereden, ook al was het vrij evident dat het volgende doelwit een station zou kunnen zijn. Maar uitstappen in Noord, Centraal of Zuid leek me geen relevant verschil.

De luchthaven. Toen ik dit weekend bij de tombola van de Kom Op Tegen Kankerquiz een reiskoffer won, zeiden verschillende mensen dat ik die niet nodig had, omdat ik toch nooit op reis ga. Met de nodige ironie, want ik ben inderdaad vaak weg. Meestal voor het werk. Soms ook niet. Ik heb een vlucht naar Wenen geboekt. Voor mezelf. Ik zou er argeloos doorwandelen, door de vertrekhal. Gehaast en gefocust, want ik ken er mijn weg vrij goed. En voor een koffie is er voorbij de paspoortcontrole nog een Starbucks. Alleen was mijn boeking niet voor 22, maar voor 24 maart. Te laat voor IS. Ze hebben me gemist. Deze keer.

Ik ging naar mijn bureau, om van daaruit later op de dag de metro te nemen naar Kunst-Wet om daar over te stappen en via Maalbeek naar Schuman te rijden. Voor een presentatie over de arbeidsmarktpositie van mensen van vreemde origine in ons land. Niet om 10u, anders was ik misschien juist op tijd in Maalbeek geweest. Maar om 12u. Te laat voor IS. Ze hebben me gemist. Deze keer.

Maalbeek. Een onvermijdelijke passage voor al wie wel eens in de Europese wijk in Brussel moet zijn. Vlak naast de Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de EU ook. Daar heb ik tot in 2013 anderhalf jaar lang halftijds gewerkt. En dus stapte ik er vaak uit, in Maalbeek. Van de collega’s bij de PV lijkt iedereen ok. Maar er zitten daar in de buurt zoveel organisaties en administraties waar ik mensen ken. Ik bereid me nog altijd voor op slecht nieuws. Of probeer dat toch.

Ik heb de verdere dag “gewerkt”. Af en toe wellicht zelfs iets nuttigs gedaan, ’s Middags aten we soep met chips en wafels, want naar buiten gaan mocht niet. ’s Avonds bleek op tijd in Essen geraken niet zo evident. Ik ben in Brussel gebleven. Ik heb er de gemeenteraad door gemist. Dat vond ik heel jammer, eigenlijk. Ik had me goed voorbereid. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik er met mijn gedachten toch niet helemaal bij zou zijn geweest. Maar ik vond het erg dat “ze” mij dat hadden afgepakt. Zoals “ze” van zoveel mensen zoveel kleine en grote stukjes vreugde hebben afgenomen. De vreugde om uit te zien naar een vakantietrip, naar een onbezorgde dag, naar een vergadering – waarom niet. Of gewoon, naar het weerzien met een collega of een familielid. Voor velen komt dat weerzien nooit meer, voor nog meer mensen zal het niet meer hetzelfde zijn. Ik voelde gisteren vooral daarom pijn, daarom woede. Om de kleine en grote menselijke dingen die er plots niet meer waren.

Vandaag kan ik terug de analyse over het hoe en waarom bevatten. Zien dat het om een aanslag tegen de hele Europese Unie gaat, of zelfs tegen het hele Westen. Maar de bommen gingen wel hier af. Tot ontploffing gebracht door mensen die hier opgroeiden. Wat in het buitenland over ons land wordt gezegd, en ook wat in het binnenland over Brussel wordt gesteld, is vernietigend. Maar er zit veel waarheid in. Hopelijk worden er op alle terreinen lessen uit getrokken, en wordt er niet te veel met de mantel der liefde bedekt. Samen moeten we tonen dat een samenleving vrijheid, democratie en tolerantie kan combineren met veiligheid, efficiƫntie en gedeeld burgerschap. Toch past nu vooral bewondering en dankbaarheid voor de hulpverleners, de ordediensten, de bewindspersonen ook, die in ongelooflijk moeilijke omstandigheden gisteren, vandaag, maar ook vorige week en de komende weken, zo goed mogelijk hun werk probeerden en proberen te doen. En natuurlijk, nog veel meer, past medeleven met de slachtoffers en hun naasten.

Niets wordt ooit nog helemaal als tevoren. Zeker Brussel niet. Maar samen kunnen we proberen de juiste conclusies te trekken. En zo een stukje onbezorgdheid, een stukje vreugde om kleine dingen, een stukje “gewoonheid” te heroveren.

Het is hier even stil geweest, vooral wegens een dubbel verbouwingsproject. Dit had natuurlijk nooit het eerste stukje mogen zijn om die stilte te doorbreken. Dat had over Donald Trump moeten gaan. Of over de Kom Op Tegen Kankerquizzen. Over de serviceflats of de activeringsheffing. Over Sven Nys ook eigenlijk. Misschien komen die stukjes nog. Maar nu verzinken ze toch even in het niets, vrees ik…