Archief van
Maand: september 2008

’t Zal wel zijn

’t Zal wel zijn

Gemeenteraadscommissie “welzijn” (officieel eigenlijk “sociale zaken en kinderopvang”, maar dat is na een kleine twee jaar alweer vergeten). De commissie vergaderde samen met de Welzijnsraad.

Gestart om 20u, mits wat tijdrekken afgesloten om 20u50. Niet mijn schuld, want ik ben wellicht toch nog ongeveer het meest aan het woord gekomen. Was dat de moeite om een vergadering voor samen te roepen ? Er zijn enkele nuttige zaken gezegd, vooral op aangeven van de voorzitster van de Welzijnsraad. Als die dan ook worden uitgevoerd, kan je het misschien nog een beetje verantwoorden dat hiervoor een kleine 20 mensen naar het Heuvelplein worden geroepen. Maar toch.

Bij het zoeken naar een nieuwe datum wees ik erop dat het voorstel dat werd gedaan de commissie pas ná de begrotingsbesprekingen van 25/11 zou doen samen komen. Schepen Imelda Schrauwen vroeg mij daarop of dat inderdaad de datum was waarop de begroting zou besproken worden. Ik heb dan maar geantwoord dat ik ze tegen dan zeker zou klaarmaken…

Grootmoeders wijze

Grootmoeders wijze

Een federatie met confederale trekken is op zoek naar een nieuw evenwicht. De huidige toestand werkt, maar wordt als op termijn onhoudbaar aangevoeld. De voorbije jaren zijn de evenwichten verschoven en zijn er nieuwe inzichten ontstaan, maar de structuren zijn daaraan niet aangepast. Er wordt een “raad van wijzen” opgericht.

U had het ongetwijfeld al begrepen : dit stukje gaat over KSJ-KSA-VKSJ. Anders dan de ingewikkelde naam laat vermoeden is dat géén federatie van KSJ, KSA en VKSJ. Of toch niet echt. De drie namen zijn min of meer synoniemen voor één en dezelfde beweging. Of toch niet, dus. Maar ik ga het hele verhaal hier niet op de virtuele straatstenen gooien. Daarmee maken we misschien het verschil met andere “raden van wijzen”…

“We”, inderdaad, want ik ben plots “wijs” geworden. Drie jaar geleden eindigde mijn tweede mandaat van twee jaar als voorzitter van de raad van bestuur van de vzw die Vlaanderens op twee na grootste jeugdbeweging bestuurt – met meer dan 30.000 leden. Hoewel ik daarmee juridisch aan het hoofd stond van die beweging, houdt de raad van bestuur zich vooral met materiële kwesties bezig : inkomsten en uitgaven, begrotingen en rekeningen, beleggingen, gebouwen, personeelszaken, uniformen en andere verkoopsproducten, … Het pedagogisch beleid wordt door een andere raad behartigd, en de voorzitters daarvan hebben dus een streepje voor, want een jeugdbeweging is er uiteindelijk alleen voor de kinderen en jongeren die lid zijn. Niet voor geld of gebouwen.

Ik heb heel veel plezier beleefd aan die vier jaar. Als vrijwilligers die het beleid “maakten” werden we uitstekend omkaderd door de professionelen die voor de beweging werkten. Het was voor mij heel aangenaam om met jeugdbeweging bezig te zijn, en tegelijk ook met “management”. Bovendien zat de sfeer er altijd goed. Ook in crisismomenten -en die zijn er geweest- was er uiteindelijk iedereens onvoorwaardelijke engagement voor KSJ-KSA-VKSJ. Gelukkig is het aantal termijnen statutair beperkt tot twee, want in een jeugdbeweging is er maar één ding erger dan te lang blijven (te vroeg weggaan !).

Nu ben ik dus even teruggeroepen. Men wilde blijkbaar de auteur van de interne “financieringswet” die de middelen tussen het centrale niveau en de “provinciale werkkringen” verdeelt mee aan tafel bij de discussie. Ik voelde me gisteren meteen weer thuis in ons secretariaat in de Brusselse Vooruitgangstraat. De deuren, de muren, het prikbord… ademen nog altijd dezelfde geest uit. Ik had er last mee om níet in de postbakjes te kijken of er iets voor mij inlag – wat uiteraard niet kan, ik heb er al lang geen bakje meer…

Veel medewerkers zijn er ondertussen weg (ook dat is jeugdbeweging) en de beweging is helemaal niet stil blijven staan – getuige de hele structuurdiscussie. En toch, in de nieuwelingen herken ik meteen dezelfde KSJ-spirit. We werden overigens ontvangen door de proost, die wel is gebleven. Gelukkig maar, want Dirk is in de vijf jaar dat hij er rondloopt een rots in de branding van de beweging geworden. Zijn aanstelling was een zeer mooi geschenk van de Vlaamse Kerk – of een “zeer goede investering”, zo u wil.

Hoogstwaarschijnlijk is dit mijn laatste opdracht voor KSJ-KSA-VKSJ. Al weet je maar nooit, want in “mijn tijd” zijn we ooit gedwongen geweest oud-medewerkers samen te roepen die dertig jaar geleden een papier hadden mee ondertekend. Maar in tegenstelling tot sommige andere “wijzen” die de voorbije maanden hier en daar zijn opgevoerd heb ik heb er veel zin in. En verwacht van mij alvast geen “schootnota’s” met “Quid N.. ?”.

The land of the free…

The land of the free…

Nu ook de Republikeinse conventie achter de rug is, zit de strijd voor het Amerikaanse presidentschap in de laatste fase. Het worden nog twee spannende maanden, want de peilingen geven Barack Obama nog lang geen gewonnen spel. Dat is op zich verwonderlijk, want zo goed als niemand in de V.S. blijkt tevreden over de regering-Bush, en dat zou dus toch echt wel op de Republikeinse kandidaat McCain moeten afstralen. Maar die slaagt er blijkbaar in om net genoeg afstand te nemen van Bush, toch de Republikeinse basis achter zich te scharen én ook een aantal onafhankelijke kiezers aan te spreken voor wie Obama een brug te ver is.

De keuze van een vice-presidentskandidaat bevestigde dat zowel Obama als McCain hun eigen minder sterke punt kennen. Obama koos voor Joe Biden, een ervaren blanke man met ervaring in het buitenlandse beleid, waarmee hij toegaf dat hij een beetje “zekerheid” wel kan gebruiken. De keuze van McCain voor Sarah Palin geeft dan weer de omgekeerde boodschap : jong, vrouw en een beetje onbesuisd. Natuurlijk is de keuze van McCain wat riskanter dan die van Obama : zo is ze immers ook bedoeld. En dat bleek dan ook meteen de voorbije dagen.

Ik verwacht niet dat de vice-presidentskandidaten een groot verschil gaan maken – uiteindelijk gaat de keuze toch tussen Obama en McCain. Hoe meer ik die laatste aan het werk zie en hoor, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat hij eigenlijk gewoon het beleid van Bush zou verderzetten, al is het dan in een wat aantrekkelijker verpakking : ik verwacht van McCain geen blunderende uitspraken, maar wel een beleid dat ten gronde blundert. En dat lijkt me veel erger. Zelfs zijn relatief sterke ideeën over het milieubeleid worden wat ondergraven door de keuze voor Palin.

Dus hoop ik meer dan ooit dat Obama het haalt (en ondertussen inziet dat de wereld méér vrijhandel nodig heeft en niet minder, want op dat terrein durft hij de bal wel eens misslaan). Maar gemakkelijk wordt het niet, en alleen dat al bewijst hoe anders de V.S. is : bij ons scharen zowel politici van de sp.a, van Open Vld als van CD&v zich achter Obama. Maar het “politieke midden” ligt over de Atlantische Oceaan dermate ver naar rechts dat ook John McCain niet ver van de 50% verwijderd zal zijn als begin november de stemmen zullen worden geteld (en -wie weet- herteld en wéér herteld).

Tom – Bierkaai 2-0

Tom – Bierkaai 2-0

Politiek is, zeker voor wie in een gemeente oppositie voert, vaak een gevecht tegen de bierkaai. Voor je aan de strijd begint lijkt ze dikwijls vrijwel kansloos. Maar zelfs de sterkste tegenstander heeft een zwakke plek, en met de juiste actie kan je toch een verschil maken.

Natuurlijk wint de bierkaai vaak toch, maar dat weet je vooraf. Als het dan wel lukt, is dat des te mooier. In de Essense Heuvelhal ligt een nieuwe sportvloer. Die ligt er dankzij de actie Sportvloer NU! waaraan ik een steentje heb bijgedragen. Samen met al die andere steentjes voldoende om een hele vloer van te maken.

En vandaag blijkt zelfs de tegenstander die mij de “ultieme bierkaai” leek te buigen : in de krant staat dat de NMBS de dienstregeling op Lijn 12 terug gaat aanpassen. Ze zullen het nooit toegeven, maar de druk van Actiecomité Lijn 12 ligt onmiskenbaar aan de basis van die beslissing, en dus ben ik als webbeheerder van die site vandaag een beetje tevreden (ook wel als treinreiziger, natuurlijk). Al blijf ik voorlopig heel voorzichtig, want met de Spoorwegmaatschappij weet je maar nooit. En er zijn nog andere eisen die we willen realiseren.

“Er is geen macht ter wereld die niet vroeg of laat opzijstapt” zingt The Scene in “Blauw”. Het is een tekstregel die ik al lang in mijn oren heb geknoopt. Al is het altijd goed nadenken en zoeken naar de meest geschikte aanpak, want wie met de foute strategie de bierkaai aanvalt, kan zich erg pijn doen…

Hoog in top, zonwaarts op

Hoog in top, zonwaarts op

De Ronde van Essen zit er weer op. Een goede Ronde, met veel lopers en behoorlijk goed weer. Een Ronde met veel medewerkers ook. Waarbij nogal wat blauwhemden, en dat doet natuurlijk goed aan het KSJ-hart. In de vrachtwagen van de gemeente zat dan weer één van de twee Leeuwkesleiders die mij begeleid hebben tijdens het allereerste jaar dat ik bij KSA Essen was, het werkjaar 1978-1979 (in 1981 werd het KSJ Essen). Marc zorgde een hele week lang voor een uitstekende dienstverlening – met als het nodig was méér dan wat er officieel was aangevraagd.

In 1978 was ik zes jaar. In 1992 beslisten we om kinderen van vijf in KSJ Essen toe te laten, en de groep die we daarvoor oprichten noemden we de Piepers. Die eerste generaties Piepers staan nu in blauw hemd en rood sjaaltje als KSJ-leiding op het Rondeparkoers. Ik zag en hoorde een leidingsploeg waarvan ik nogal wat mensen eigenlijk niet ken, maar ik merkte een groot potentieel en een groep van het kaliber waar ik wel mee aan de slag had willen gaan. Ik wens hen een historisch goede ledenwerving toe en in 2011 een kamp met 120 KSJ-ers. Met de juiste aanpak en een beetje geluk kan het. Ik geloof erin, en hoop van hen hetzelfde !

Naschrift (11/9/2008) : Vorige week overleed Cecile De Visscher, vandaag werd ze begraven. Ze was de moeder van onze fractieleider Dirk en van mijn Stichting-collega Rudi, maar voor mij in de eerste plaats dé kookmoeder van KSA/KSJ. Ze stond achter het fornuis op de eerste kampen waarbij ik meeging. Zeker in de jongensbeweging die KSA toen was, verving zij daar af en toe ieders “moeder”.

Voor de honderste Jodela, het KSJ-tijdschrift, heb ik haar in 1990 nog mee geïnterviewd. Ze verklapte er het recept van “soldatenpap”, dat gekaramelisseerde vanillepudding bleek te zijn. Ik weet niet of je dat met gouden lepeltjes kunt eten, maar ik weet wel nog hoe heerlijk ze smaakt na een lange tocht – ook al eindigt dis altijd te vroeg.