Archief van
Maand: april 2018

Essense jeugd weet nog altijd raad…

Essense jeugd weet nog altijd raad…

Ik moet een jaar of zestien-zeventien zijn geweest toen ik voor het eerst naar een vergadering van de Essense Jeugdraad ging. Ik belandde er vanuit de Ronde van Essen, wellicht. Of vanuit de VU-jongeren, ik weet het niet juist meer. Ik weet wel dat het op die eerste vergadering onder meer over de noodzaak van een jeugdcentrum in Essen ging.

Ik belandde na enkele jaren in het bestuur van de Jeugdraad. Voorzitter werd ik nooit; ik was ook nooit kandidaat, want ik was toen al (partij)politiek actief en het leek me beter de twee niet te vermengen. Ik heb wel enkele keren de raad voorgezeten, als vervanger van de voorzit(st)er. Het waren bijzonder boeiende jaren, waarin we heel wat bereikten. Onder meer… dat jeugdcentrum – het toenmalige Sjoc in de Stationsstraat. Dat het jammer genoeg maar enkele jaren volhield.

Deze week ging ik na een jaar of twintig afwezigheid opnieuw naar de Jeugdraad. Alle politieke partijen waren uitgenodigd, maar alleen CD&V, sp.a en N-VA/PLE daagden op. Samen met Anne vertegenwoordigde ik onze stem. Het was een boeiende avond, goed opgezet door de Jeugdraad en met discussies over punten die de jeugdverenigingen direct aanbelangen, en ook af en toe iets bredere thema’s, zoals de verkeersveiligheid. Het ging onder meer ook over… dat jeugdcentrum. Vanuit mijn ervaring zou ik de Jeugdraad willen aanraden om zo concreet mogelijk uit te schrijven wat ze eigenlijk willen. Dat vergroot de kans dat het ook zal lukken.

Ik brak ook een lans voor een betere financiële ondersteuning van het jeugdwerk. Het heeft me altijd gestoord dat jeugdwerkers, vrijwilligers, zoveel tijd moeten steken in het bijeensprokkelen van geld. Gelukkig maar dat niet de hele prijs van de werking aan de ouders wordt aangerekend, en zoals ik ook aanhaalde zou voor sommige groepen de gemeenschap ook best het lidgeld dat er wel nog is óók terugbetalen. En dat elke vereniging pakweg één of twee keer per jaar iets organiseert om geld bijeen te brengen, stoort met niet. Het is natuurlijk ook gewoon plezierig én erg leerzaam. Maar de druk weegt soms toch echt te zwaar. En alle tijd die erin kruipt, die gaat dus niet naar “jeugdwerk maken” : spelletjes spelen, kinderen en jongeren iets bijbrengen… De aanleiding van de discussie was dat onvermijdelijk ooit de oud papierophaling door de verenigingen stopt. Wel, als het aan mij ligt moet het gat dan met subsidies worden gevuld. Op een transparante, eerlijke manier. Maar daarvoor heeft de Jeugdraad de voorbije jaren altijd zelf gezorgd, zoals ik ook heb aangehaald.

Op het einde mochten we drie prioriteiten identificeren. Eigenlijk kwamen we met de drie partijen ongeveer bij dezelfde zaken uit, alleen de volgorde verschilde wat – en getrouw aan zichzelf formuleerde CD&V alles natuurlijk net iets vager en voorwaardelijker. Dat is ook wel verstandig, voor een partij die bij de vorige verkiezingen uitdrukkelijk beloofde dat het zwembad zou worden gerenoveerd !

Wij kwamen uit bij 1. meer en betere fietspaden, 2. infrastructuur waar de verenigingen zelf iets kunnen organiseren (dat jeugdcentrum, dus) en 3. meer tijd om jeugdwerk te maken en minder geldzorgen, zowel voor de organisaties zelf als voor hun (ook kansarmere) leden.

De Jeugdraad gaat nu zelf ook conclusies trekken, zodat we daarmee aan de slag kunnen. Ik kijk er al naar uit !

Es geht loods

Es geht loods

Kiezen is verliezen. De keuze voor een bestemming voor de douaneloods in Hemelrijk dringt zich stilaan op. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen speelde (vooral) CD&V er nog een spelletje mee : er was nog niets beslist, dus alles kon. Wilde u een toneelzaal ? Dat zou kunnen in de loods. Een binnenspeeltuin ? Zou kunnen. Een kunstgalerij. Kan ook. En zo werd iedereen met hetzelfde kluitje in het riet gestuurd.

Na een mislukt traject met een brouwer liggen nu opnieuw verschillende voorstellen op tafel. Wij, bestuurders van het Autonoom Gemeentebedrijf, werden door voorzitter Brigitte Quick gevraagd om met die voorstellen discreet om te gaan. Maar nu de burgemeester* zelf in de krant tekst en uitleg geeft, lijkt die vraag toch vooral geïnspireerd door de wens om er vanuit de meerderheid zelf mee uit te pakken. Daar gaan we dus al niet meer intrappen. Het AGB-directiecomité en Kempens Landschap weerhouden nog twee kandidaten. Opnieuw een (bio)brouwer, en een park rond technologie en transport. Beide interessante voorstellen, die wel nog verder verfijnd moeten worden. Toch was het doornemen ervan ook een ontnuchtering voor mij : tegenover pakweg 6 miljoen investering door de overheid zal in het beste geval minder dan 100.000 EUR financiële return voor het gemeentebestuur staan. Terwijl we nu de nood aan socio-culturele infrastructuur lenigen met een achterzaaltje hier en wat behelpen daar.

We hadden die loods nooit mogen kopen zonder vooraf een bestemming vast te leggen. Maar de (licht wanhopige) zoektocht naar een bestemming, acht jaar later, mag ons niet doen vergeten dat we de plicht hebben om de meerwaarde voor de gemeenschap te maximaliseren. Ik twijfel daarom, niet alleen tussen de beide projecten (met een lichte voorkeur overigens voor de biobrouwer), maar ook óver beide projecten. En inderdaad, de tijd van twijfelen zou al acht jaar voorbij moeten zijn. Maar dat ligt echt niet aan mij.

*Een eerdere versie van dit stukje stelde dat Brigitte Quick er zelf in de krant mee uitpakte. Dat klopte niet, en daar heeft ze me terecht op gewezen. Mijn verontschuldigingen daarvoor. Brigitte vangt misschien wel meer wind in het schepencollege dan haar toekomt, en daar zullen wij ook al wel eens aan hebben bijgedragen. Hopelijk houdt ze in gedachten wat er over “hoge bomen” wordt gezegd. En voor de burgemeester aanzien worden heeft mogelijk ook goede kanten… Desalniettemin, nogmaals excuses.

Sein voor Pasen

Sein voor Pasen

De voorbije jaren was ik met Pasen niet thuis. Voor een Essenaar is dat uiteraard een gemis, want Pasen staat steeds met stip op de lokale kalender aangeduid. Dit jaar was ik er wel. Zo kon ik enkele uren het verkeer mee regelen om op die manier de Tien Mijl die Esak door Essen liet lopen in goede banen te leiden. Ik stond niet echt op een moeilijk punt, en kon de aanrijdende automobilisten vooral blij maken : ze mochten er eigenlijk toch door, wat ze niet hadden verwacht toen ze me eerst zagen staan. Enkele collega’s kregen meer commentaren. De openbare weg is van iedereen – en soms dus niet van jou. Dat die twee samenhangen, dat besef dringt niet altijd door. Bij de meesten gelukkig wel. En er was dan ook geprobeerd om de verkeershinder zo minimaal mogelijk te maken, zoals dat hoort.

Paasmaandag is dan weer uiteraard de dag van de jaarmarkt. Die viel mij eerlijk gezegd wat tegen. Niet dat ik niet heb gevonden wat ik zocht, want zoals wellicht velen zocht ik eigenlijk niets. Maar er was minder te vinden dan anders : er waren niet zoveel marktkramers. Ik vermoed zelf dat het feit dat we de markt voor de eerste keer uitbesteedden, en niet als gemeentebestuur zelf organiseerden, daar mee te maken heeft. In dat geval dringt een aanpassing zich op.

Ik ben zowaar ook het Gerard Meeusenmuseum binnengestapt. Met mijn ouders, die daar -o schande- nog nooit waren geweest. Zij vonden het wel de moeite. Dat is het museum ook, in al zijn beperkingen. Ik heb er wat een haat-liefde-verhouding mee, maar wist het deze keer toch vooral te waarderen. Ook de archeologische vondsten van de Heemkundige Kring kregen er hun plaats. De hernieuwde aandacht daarvoor, onder impuls van Thomas Dekkers, kan ik alleen maar toejuichen. Al weet Thomas het niet te waarderen dat ik hem al eens vraag wanneer ze nu die farao gaan vinden. Om hem gerust te stellen : walvisbotten en Romeinse munten vind ik óók al spectaculair !