Archief van
Maand: januari 2015

Pinanti is pinanti

Pinanti is pinanti

Terug naar de proza. Voetbalproza, zowaar. We wedstrijd nadert haar einde. Spannend ! De scheidsrechter fluit : penalty ! De spits kent de doelman. Die duikt sowieso altijd naar dezelfde kant. De spits loopt aan, en trapt de bal keihard in de andere hoek binnen. Goal ! Maar de spits gaat naar de scheidsrechter : de penalty moet worden overgedaan. Hij wil zéker zijn dat de camera’s beelden hebben. Hij vertrouwt erop dat de doelman opnieuw naar dezelfde kant duikt. Nog sneller dan de eerst keer zelfs. De enige onzekerheid zijn de ploegmaats van de keeper : gaan die toch niet proberen hem de andere richting uit te sturen ? En gaat de trainer geen “Tim Krul”-vervanging proberen ? Een berekend risico. Maar er gebeurt niets. De spits loopt aan, de doelman duikt, de bal gaat er opnieuw in. Goed voor het Sportjournaal, geen twijfel over.

Toen Frans Schrauwen op de gemeenteraad het woord nam over het verzoekschrift om een nieuw onderzoek te voeren naar de bouw van een nieuw zwembad, en vooral de bijhorende petitie, waarbij hij stelde dat de 1.700 handtekeningen klakkeloos waren geplaatst door mensen die alles tekenen wat hen wordt voorgelegd, was ik niet verbaasd. Wel verbolgen. Ik ging ervan uit dat sommigen in de meerderheid dat ook zouden zijn. En dat ze dat ook wel zouden willen zeggen. Een mooie kans om de meerderheid toch een beetje uit elkaar te spelen, want over de grond van de zaak -het gevraagde onderzoek- hadden ze de rangen duidelijk gesloten.

Dus vroeg ik hoe de opmerking van Frans in het verslag ging komen : als mening van de hele meerderheid of alleen van hem persoonlijk. En toen gebeurde er niets. Of toch, Frans, die ik alleszins om zijn consequentie waardeer, bevestigde zijn standpunt. Niet verrassend, want hij nam destijds als burgemeester net dezelfde houding aan bij petities zoals “Essen in de Zak ?”. En wel zo duidelijk.

Dat er niemand in CD&V en sp.a afstand nam, verbaast me wel. Nu nog steeds. Een veel mooiere kans om dat te doen konden ze zich niet dromen : dat ze bij de eerste tussenkomst van Frans niet meteen reageerden, tot daaraan toe. Maar ik bood hen een ruime mogelijkheid om de puntjes op de i te zetten. Dat deden ze dus niet. Ik ben niet de enige, ook buiten de oppositiebanken, die dat als een expliciete steun aan Frans’ uitspraak heeft beschouwd. En nu is het te laat om daarop terug te komen. Vijgen na Pasen.

Ik ben nog altijd verbolgen, over de manier waarop het zwembaddossier in het algemeen en het verzoekschrift in het bijzonder is aangepakt door de meerderheid. En een nieuw zwembad is er geen stap mee dichterbij. Maar die penalty pakken ze me niet meer af.

Tussen de gemeenteraad en gedichtendag

Tussen de gemeenteraad en gedichtendag

Bad stop

Badstop ? No, bad stop. In English.
Want stout, dat is het.
De stop eruit.
De vennen drooggelegd. Fijn gemalen.
Weg water. Uit de kom !

Chlorofyl ? Baantjer ? Of net niet.
Het was ons aller bad.
’t Essens diep. Twee meter en een klets.
Naast het Parochiecentrum.
En de kerk, in het midden.

Wel versleten.
Poel van betonrot, oord van verderf.
Maar nog niet vergeten. Nog niet.

Tijd voor nieuwe Vennen ?
Neen, we zwemmen niet. In het geld.
Neen, we willen niet. Nadenken.
Neen, we luisteren niet. Klakkeloos.
Zeggen ze zomaar wat, de mensen.
Als boeren. Met kiespijn.

Kopje onder, en weer boven.
Luctor et emergo.
Maar niet hier.

Hier heersen de koppigheid en de traagheid.
Fortiter et patienter.

Voor de haaien is het allemaal Latijn.
Ze horen niet, maar duiken onder.
Naar zichzelf, alleen. Ingekeerd.
Zij vieren de badstop.

Bad stop ! Very bad.

Donc je suis.

Donc je suis.

Een zeer vroege lezer van mijn vorige bijdrage zou gemerkt kunnen hebben dat de laatste zin, “Je suis Charlie”, er pas later werd bijgeplaatst. Ik twijfelde. Nu het stof een klein beetje gaat liggen en na de indrukwekkende mars door Parijs vandaag, wil ik even uitleggen waarom. En daarmee wat nuance aanbrengen.

Zoals ik al aangaf ben ik het niet eens met alles wat Charlie Hebdo de voorbije jaren vertelde. Het ging vaak om onnodige provocaties, om beledigingen, waar ik ik geen geval achter kan staan. Maar dat is de vraag niet, natuurlijk. Mocht Charlie Hebdo die meningen uiten ? Uiteraard wel. Om dat te stellen moet ik de mening helemaal niet delen.

Waarom ben ik dan toch “Charlie” ? Omdat ik mij ook beroep op de vrijheid van meningsuiting om, hier bijvoorbeeld, te zeggen wat ik wil zeggen. Omdat ik dat een erg belangrijke waarde vindt. En het is niet omdat ik vind dat sommige zaken beter niet gezegd zouden worden, dat ze niet mógen gezegd worden. Dat betekent dat ze best worden tegengesproken – soms best keihard, dat ze best worden geduid, dat ze niet zomaar vrijblijvend, zonder context worden opgevoerd. Maar uiteraard mogen Peter Mertens en Filip Dewinter zeggen wat ze willen zeggen, om even de uitersten van ons politieke spectrum aan te halen. Ze hebben de morele plicht om na te denken over wat ze zeggen, om hun woorden voldoende te wikken en te wegen. We mogen niet nalaten hen daarop te wijzen, hen te bevragen. Maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij hen, en bij hen alleen.

Zijn daaraan geen beperkingen ? Ja, die zijn er wel. Wie schade aanricht, zal die moeten herstellen of vergoeden. Als ik een onwaarheid beweer en daar iemand mee schaad, dan krijg ik achteraf de rekening. Bepaalde meningen hebben we ook uitgesloten. Ik weet niet of het lijstje zuiver genoeg gemaakt is, maar aanzetten tot geweld of tot discriminatie (bewust ongelijke behandeling) mag niet, en dat vind ik ook juist. De holocaust ontkennen mag ook niet – dat vind ik een beetje een moeilijk geval, overigens, die negationismewet. Ze is wat mij betreft te verantwoorden omdat het negeren van de holocaust de facto een discriminatie van een welbepaalde bevolkingsgroep én het ondermijnen van de democratie beoogt, maar het vraagt wat denkwerk om ze in een rigoureuze verdediging van de vrije meningsuiting in te passen (tussen haakjes : er was bij de stemming van de wet één parlementslid dat zich onthouden heeft – een zekere moed kan de betrokkene niet ontzegd worden).

Overigens zijn ook voor wie deze wetten overtreedt de straffen proportioneel : de doodstraf hoort daar nooit bij (en is uiteraard sowieso onmenselijk). Het recht in eigen handen nemen is ook al nooit aanvaardbaar. En zelfs voor wie ontoelaatbare meningen heeft geuit geldt vervolgens opnieuw het recht op vrije meningsuiting. Iemand monddood maken kan in geen geval geaccepteerd worden. Zelfs wie vindt dat sommige meningen buiten de grenzen van het maatschappelijk aanvaardbare vallen, moet dat met de spelregels van de rechtstaat aanpakken.

Dat alles betekent dus uitdrukkelijk niet dat alle geuite meningen zomaar “goed” zijn. Het is niet omdat je iets mag zeggen dat het daarom waar(devol) wordt. De vrijheid van meningsuiting is in geen geval de vrijheid om niet tegengesproken, of binnen het democratisch bestel bestreden, te worden. Dat sommigen Charlie Hebdo nooit “gesteund” hebben en nu zeer ontdaan zijn door de aanslag is daarom ook op geen enkele manier inconsequent : de Charlieredactie heeft het leven gelaten omwille van hun vrije meningsuiting. Net dát is in onze samenleving onaanvaardbaar – los van de geuite mening zelf.

Ook na “Charlie Hebdo” vind ik het dus in veel gevallen verstandiger om mensen, bevolkingsgroepen en overtuigingen met een minimum aan respect te behandelen. Alleen moeten we helder durven stellen dat dit in principe niet kan, mag en zal afgedwongen worden.

Overigens vond ik de volgende uitspraak van Ricky Gervais wel goed gevonden : “If I believed in an all-powerful God I’d also assume he could do his own murders.” En tenslotte vind ik het vreemd dat de openbare marteling van de Saoedische blogger Raif Badawi net nú zo weinig verontwaardiging oproept. Als de Europese regeringen echt willen, dan stoppen ze dit.

Je suis Raif Badawi.

Liberté – Egalité – Fraternité

Liberté – Egalité – Fraternité

Hoe vreselijk moet je de democratie, de beschaving, de samenleving, de democratie -en de God in wiens naam je meent te handelen- haten om een aanslag te plegen zoals die op Charlie Hebdo vandaag in Parijs ?

Neen, ik ga geen cartoon uit het blad hier plaatsen. Ik vind de meeste niet grappig, hooguit wrang, en ze geven zelden mijn mening weer. Maar uiteraard had het blad meer dan het volste recht om te doen wat het deed – en iedereen had het volste recht om daar bedenkingen bij te hebben. Zoals ik hier het recht heb om mijn mening te geven. Met woorden of tekeningen, of hoe dan ook. Dat is een grondwaarde van onze Europese samenleving, en daar kan, mag en zal niet aan geraakt worden. Nooit, never. Jamais.

Je suis Charlie.

A ring of fire

A ring of fire

Ik vind vuurwerk mooi. Vooral een goed geregisseerd, mooi opgebouwd en uitgebreid vuurwerk. Maar ik krijg hoe langer hoe meer twijfels over het amateurvuurwerk dat de oudejaarsnacht (en de uren tot dagen voor- en nadien) ontsiert. Het blijft soms mooi, hoor : doorheen de chaos van overbodige knallen en in het wilde weg knetterend spul breken gelukkig regelmatig prachtige pijlen door, die de nacht even met een wonderlijk kleurenpalet doorbreken.

Toch vraag ik me ernstig af of de voordelen wel opwegen tegen de nadelen. Dat heeft te maken met mijn heilige schrik dat er in Essen ooit een vuurwerkdepot de lucht in zou gaan – als ik burgemeester zou zijn, dan zou ik daar de hele maand december van wakker liggen, vrees ik. Maar ook met de gevaren van de vuurwerknacht zelf : voor de mensen die de zaak ontsteken (al dan niet na de consumptie van enige alcohol), voor de omstaanders, voor de omwonenden en hun huizen, en voor de dieren. Het paard dat zich kort na middernacht in Nijlen doodschrok is toch echt wel een onschuldig en ook zeer onnodig slachtoffer. We moeten het probleem niet overdrijven (het autoverkeer eist veel meer slachtoffers bij mens en dier), maar een totaal verbod op privévuurwerk zou ik eigenlijk niet slecht vinden.

Zelfs als economist. Het gaat hier namelijk duidelijk om een marktfalen : als we allemaal wat pijlen afsteken, dan komt daar nooit een mooi vuurwerkgeheel van. Bovendien, laten we eerlijk zijn, is zo goed als niemand bereid om echt in de grote, mooie, pijlen te investeren. En de externaliteiten (de nadelen voor de anderen) worden niet in rekening gebracht. Als we alle beschikbare middelen zouden samen leggen, dan zouden we een veel mooier geheel tot stand kunnen brengen. Nu, er speelt een free rider probleem, natuurlijk : als we het vuurwerk enkel met private bijdragen gaan betalen, dan gaan veel mensen er vanuit gaan dat de anderen wel zullen betalen. Dit is bijna een klassiek geval waar de overheid best ingrijpt.

Ik pleit voor een centraal vuurwerk, twee keer per jaar – wat mij betreft bij de jaarwisseling en op 11 juli, maar ik sta open voor alle discussie. Het zou ook het weekend na de jaarwisseling kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld, zodat niemand de feestdis ervoor moet verlaten. Gefinancierd met belastinggeld, aangevuld met crowdfunding en sponsoring. Op een centrale locatie (aan de Heuvelhal, dat bleek in het verleden te werken) en goed georganiseerd. Wie dieren, kinderen of zichzelf uit de buurt wil houden, weet dan perfect waaraan en waaraf.