Archief van
Categorie: Sport

La quincuagésima Vuelta a Esseñ

La quincuagésima Vuelta a Esseñ

Vandaag komt de Ronde van Spanje door Essen, al is het maar enkele meters.  De Ronde van Essen daarentegen, die is nog nooit door Spanje gekomen.  Zelfs in Nispen of Nieuwmoer is de Ronde nooit geraakt ! Daar is ook geen nood aan, er zijn in Essen zes schitterende parkoersen waar geen El Angliru of Paseo del Prado tegenop kan.  In tegendeel : stuur de Vueltarenners door de zigzag van Horendonk en het regent opgaves – om over de zakken, de rekken of de hindernissen nog maar te zwijgen.  Neen, voor echte heroïek moet je niet verder dan Essen zijn.  Al sinds 1973.

Het vraagt voor sommigen een beetje telwerk, heb ik gemerkt, maar met die start in 1973 is de Ronde dit jaar wel degelijk aan de 50e editie toe.  Die hebben we gisteren zeer feestelijk ingezet met een receptie in het gemeentehuis.  Het was ongelooflijk leuk om daar heel veel oud-gedienden van verschillende generaties te ontmoeten om samen de Ronde van Essen te vieren en anecdotes op te halen.  Frans Schrauwen vertelde de geschiedenis, Arno Aerden sprak de felicitaties van het gemeentebestuur uit, en Jasper Van Landeghem gaf een voorproefje van zijn prachtige documentaire over de Ronde, die ondertussen hier op YouTube te vinden is.  Tussenin had ik de eer om namens de (oud-)medewerkers van Ronde te spreken.  die “eer” is niet zomaar een cliché : het deed me echt wel iets om het woord te mogen nemen bij een gelegenheid die me zo na aan het hart ligt.  Ik hoop dat het gelukt is om in mijn speech (hier) iets van de essentie van de Ronde van Essen te vatten.  En anders zullen de Rondefrietjes daar wel aan hebben bijgedragen !

Overigens : de zoektocht naar de “roots” van de Ronde leidde ons in de voorbije weken niet alleen naar Itegem -waarvan we wisten dat daar de oorsprong lag, en waar de Ronde tegenwoordig “Kermisloop” heet- maar ook naar de Rondes van Wiekevorst, Hallaar en Beerzel. En vandaag ontdekte ik ook nog die van Putte.

Maar dé topronde is natuurlijk de Ronde van Essen, en die begint morgen pas écht – in Wildert, maar voor al wie Ronde en beetje kent is dat een overbodige aanvulling.  Hopelijk zit het weer een beetje mee en vinden heel veel lopers de weg naar de startlijn !

Foto : Rudi Smout
Kermis in de hel

Kermis in de hel

Ik heb zondag op tv naar Parijs-Roubaix gekeken.  Toch naar het laatste stuk.  Daarmee ben ik nu ongetwijfeld een groot wielerkenner.  Desalniettemin ga ik het niet alleen over koers hebben.  Achter het bemodderde gezicht van de sterkste man in de wedstrijd, die uiteindelijk weliswaar genoegen moest nemen met de tweede plaats, ging immers niet enkel een renner schuil.  De onvolprezen Michel Wutys -wat bezielt de VRT in godsnaam om zich middels de verplichte pensioenleeftijd van zijn beste krachten te ontdoen- meldde in de slotfase van de koers door de Hel van het Noorden dat de man er de maandag voordien ook al een gemeenteraadszitting op had zitten.  Vermeersch zetelt inderdaad in de fractie van Open Vld in de raad van Lochristi.  Wel, beste Michel, een ruime meerderheid van gemeenteraadsleden in dit land heeft naast dat mandaat ook een voltijds en vaak veeleisende baan.  Toegegeven, 260 km door weer en wind trappen met de schier onmogelijke opdracht om Van Der Poel en Van Aert voor te blijven staat niet in ieders jobomschrijving, en voor de meesten van ons zijn slechtliggende kasseiwegen toch vooral iets waarover ze eerder in een raadscommissie zullen tussenkomen dan er in volle vaart en met enige doodsverachting over te dokkeren.  Maar we doen het allemaal wel bij onze job bij, de gemeenteraad.  We zijn, in wielertermen, amateurs – of “elite zonder contract” in wat mooiere bewoordingen.  Kermiscoureurs, zeg maar.

Toch zijn ook die kermiskoersen niet te onderschatten.  Toegegeven, soms zijn ze wellicht “verkocht” en staat de uitslag van de sprint of de stemming al bij voorbaat vast.  Maar ook in de rondes rond de kerktoren wordt er soms best op hoog niveau gekoerst en gedebatteerd.  Het is een eigen specialiteit; het zou niet de eerste keer zijn dan een Tourwinnaar het tot zijn verbazing moet afleggen tegen veel mindere goden, of dat een parlementslid zich plots de mond gesnoerd weet door een raadslid dat toevallig wel uit persoonlijke ondervinding weet waarover het agendapunt gaat.  Terreinkennis en koersinzicht : een viaduct is dan wel geen Mont Ventoux en de bakker op de hoek geen Montesquieu, maar er zijn ook in de Dorpsstraat kansen voor een snedige demarrage of een welgemikt citaat.  En net zoals de meeste kermiscoureurs het in de Ronde van Vlaanderen kansloos zouden moeten afleggen, zouden veel gemeenteraadsleden in het Vlaams Parlement niet tot hun recht komen.  Het zou anderzijds ook niet de eerste keer zijn dat net het omgekeerde gebeurt en dat iemand na jaren bij de amateurs te hebben rondgebold plots als prof hoge ogen gooit.  Maar dat is nu eenmaal niet ieders doel : op zondag een koers en/of op dinsdag een gemeenteraad, en de rest van de week enkele uren trainen of vergaderen, maar daarnaast gewoon aan de slag.

Ze worden ondergewaardeerd, die kermiscoureurs.  Behalve het obligate artikel in de plaatselijke pers wordt er eigenlijk alleen over bericht als er een schandaal gebeurt.  Maar ze doen het graag, en het is nodig om het spel draaiende te houden.  Geen Gent-Wevelgem zonder de koers van Lotenhulle, geen Kamer van Volksvertegenwoordigers zonder de gemeenteraad van, pakweg, Essen.

Succes, Florian.

Perfecte landing

Perfecte landing

De gymsport doet het erg goed in Essen.  Dat is al jaren zo.  De vaststelling dat de infrastructuur niet meer mee kon met het niveau waarop geturnd wordt, zowel kwantitatief als kwalitatief, is ook niet nieuw.  Een nieuwe turnhal was echt niet overbodig.  Nu staat ze er : gisteren werd Gymhal De Grens officieel geopend, en ik was zowaar ook uitgenodigd.  Brigitte Quick sprak van een puzzel waarvan alle stukjes in elkaar waren gevallen.  Zo heb ik het hier zelf ook al eens omschreven.  Eerlijk : ik vond dat de puzzel moest gelegd worden, maar op een bepaald moment geloofde ik niet meer dat het met de stukken die op tafel lagen zou lukken.

Ongeveer een jaar geleden raakte ik ervan overtuigd dat het toch goed zat en ging lukken.  Maar dan nog : wat ik gisteren heb gezien oversteeg ruim mijn verwachtingen.  Uiteindelijk is zowat alles dan ook meegevallen : het juridische raderwerk bleek zowaar te draaien en zowat alle subsidies op te leveren die ingebeeld konden worden.  Onder meer daardoor bleek ook de samenwerking tussen de scholen en Gympuls stabiel genoeg – ook in gedachten houdend dat Gympuls zélf een recente en toch ook niet zo evidente fusie is.  De bouwfirma die het beste voorstel indiende stak niet alleen beton en stenen in het project, maar bracht vanuit een historische band met de turnsport in Essen ook een hart voor de hal mee – bij hoeveel publieke bouwprojecten kan dat gezegd worden ?

Alles zat zowat mee, hopelijk blijft dat zo.  Maar geluk moet je ook afdwingen.  Gisteren werden door Joris Brosens (namens Gympuls), Kris Peeters (namens de scholen) en Brigitte Quick (namens de gemeente) heel wat mensen bedankt.  Terecht.  Met name raad van bestuur van de vzw Turnhal bleek erg sterk en leverde uitstekend werk – dan is het eenvoudig om in een algemene vergadering te zitten…  Zoals de drie sprekers aangaven is het altijd gevaarlijk om namen te noemen.  En ik heb zelf het bouwproject niet eens van nabij gevolgd.  Maar ik weet wel wie mij ervan overtuigd heeft en het vertrouwen heeft gegeven dat het goed zat, en dus wil ik toch Danny Uytdewilligen van Mariaberg en schepen Brigitte Quick -in heel verschillende rollen- een figuurlijk bloemetje toewerpen.  Zonder hen naar mijn aanvoelen geen hal.  Ik had nog anderen kunnen noemen; laat Joris vooral niet denken dat ik de Gympulsinbreng onderschat – maar eerder dan figuurlijke bloemetjes zal de beloning voor hun werk toch vooral het turnplezier zijn dat nog jaren lang gaan beleven in hun Gymhal.

De hal zelf ziet er erg duurzaam uit, maar ik sluit niet uit dat de juridische, praktische en financiële fundamenten ooit nog op de proef worden gesteld.  Ook daarom vind ik dat het gemeentebestuur zich niet te afzijdig mag houden uit dit project, nu het gebouw er staat : er kroop Essens, provinciaal en Vlaams belastinggeld in, en daaruit moet een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde worden gehaald.  En tenslotte hoop ik dat de creativiteit, de energie en  het vernuft dat in deze hal kroop in de komende jaren ook wordt gevonden om de socio-culturele infrastructuur in onze gemeente op peil te brengen.

Naschrift

Naschrift

De Rode Duivels waren de beste ploeg op het WK, en hadden dat dus moeten winnen. Het was dus niet goed genoeg. Slecht was het uiteraard ook niet, en ik heb gewaardeerd dat ze ook echt wel wilden winnen, ook in de wedstrijd voor de derde plaats – die van de sterren uit de Premier League tegen de waterdragers in die competitie, zoals een commentator het omschreef. Desalniettemin.

Ik blijf het wel vreemd vinden dat die derde plaats nu uitgebreid gevierd moet worden. Dat in Kroatië morgen de feestvreugde groot zal zijn, ongeacht de uitslag, daar kan ik me iets bij voorstellen. In Frankrijk telt alleen de overwinning, neem ik aan. Zo hoort het voor wie terechte ambities heeft.

En ik hoop dat binnen 32 jaar (groot)ouders niet tegen hun nageslacht moeten vertellen over dat ene jaar dat de nationale ploeg eigenlijk het WK had moeten winnen – maar over de ploeg die toen óók al had moeten winnen.

Bijna goed

Bijna goed

Elke sportploeg kent ze. Er zijn de hondstrouwe supporters, die na een slechte wedstrijd tegen Lotenhulle of San Marino nog luid zingend achterblijven. De echte supporters, die bij een mooie actie applaudisseren, al is rest van de wedstrijd niet om aan te zien. De gewone supporters, die wel wat enthousiasme inleveren als het minder goed gaat, misschien wat minder actief worden, maar toch maar blijven volgen, in vast geloof op betere tijden. Maar ook de „goed weer” supporters, die pas wanneer het goed gaat, en er een belangrijk toernooi aankomt bijvoorbeeld, „hun” ploeg terug ontdekken. En dan heb je mij nog – en de Rode Duivels.

Voetbal dus. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een wedstrijd had uitgekeken. De laatste wedstrijd (op tv of live) die ik zag dateert op zich ook alweer van enkele jaren geleden, laat staan één van de Duivels. Het begon in 1986 – Mexico. Ik herinner mij dat ik toen heb genoten van de 1/8 en 1/4 finales. En dat ik me, als 14-jarige, daarna vooral heb geërgerd.

Natuurlijk was het mooi om de halve finales te halen. Maar dat dat toen plots genoeg was ! Dat al vóór die wedstrijd de mentaliteit van „het is wel mooi geweest, we hoeven nu ook weer geen wereldkampioen te worden” de kop opstak. Niet omdat het team daar niet goed genoeg voor was. Niet omdat Maradona nu eenmaal geen doetje was. Neen, gewoon omdat het niet zonodig hoefde.

Sindsdien kijk ik nog steeds trouw naar wedstrijden van succesvolle teams uit deze regionen, ook om hen te steunen. Ik mis geen enkele halve finale van de Champions League waarin Anderlecht, Brugge of zelfs Standard, Genk of Gent aantreden. Antwerp of Beerschot mag ook, maakt me niets uit. Finales van de Europa League ? Idem. Voor de nationale ploeg ben ik zelfs opvallend mild. Halve finale van het EK ? Ik kijk. En op het WK volstaat zelfs de kwartfinale, ook ná Mexico. Op voorwaarde dat ze die wel willen winnen, natuurlijk.

Pas op, ik waardeer ze hoor, de generaties van Rode Duivels die het moesten hebben van noeste werkkracht, van op tijd het been uit te steken of desnoods het stramme lijf en leden voor de goal te gooien. Van de stugge verdediging en de gelukkige counter. Van de zeldzame klasseflits. Ik loof hen prijs hen daarvoor, zeker als ze deden wat ze konden. Zolang niemand me maar vraagt om dan ook tevreden te zijn met dat „goed genoeg”. En om, godbetert, naar de match te kijken in plaats van een kort wedstrijdverslag en eventueel een analyse in de krant te lezen. Het blijft maar voetbal, natuurlijk.

U begreep het al, ik heb dus naar de kwartfinale van het WK gekeken. Op een iPad in de keuken, ergens ver van hier. De Rode Duivels hebben niet slecht gespeeld, al was het vooral in de tweede helft wat pompen of verzuipen. Dat gele team (zeker die met zijn rare kapsel) kreeg toen plots nogal veel ruimte, en had pech bij de afwerking – ze stootten ook op een goede doelman, maar ook die keeperstraditie past natuurlijk een beetje in het “goed genoeg”-verhaal.

Hierbij dus de deal : als de uitgesproken favoriet -want dat mag hopelijk nu toch gezegd worden- de twee volgende wedstrijden wint met nog wat meer overtuiging, dán is het goed genoeg voor mij. Ik ga dan zelfs “ja !” roepen en applaudisseren. En hier nog een stukje over voetbal schrijven. Onder het motto “Het kan niet op !”…

De XXXIe Olympiade

De XXXIe Olympiade

De Olympische Spelen. Het is alweer vier jaar geleden dat ik zelf in de stadions zat, bewonderend en ontroerd kijkend naar sporten waarvan ik soms zelfs de basisregels ter plaatse moest ontdekken. Een schitterende ervaring.

Deze keer heb ik de Spelen van veel meer afstand beleefd. Letterlijk, want Rio is niet bij de deur. En ook figuurlijk, wegens voor het grootste deel van de Spelen met vakantie. Maar natuurlijk zijn de prestaties van Michael Phelps, Simone Biles, Katie Ledecky en Usain Bolt me niet ontgaan.

Hoewel dat de helden van de “grote” Olympische sporten zijn, blijft het overigens verfrissend hoe het goud de grote gelijkmaker is : al wie de beste is in haar of zijn sporttak, krijgt dezelfde medaille. Ik gun het van harte aan de winnaars in de dressuur, het Grieks-Romeins worstelen, het pistoolschieten of het schermen. Als het landgenoten waren, we zouden ze terecht vieren. En wie denkt dat het in sommige sporten “gemakkelijker” is om goud te halen dan sneller te willen lopen dan Bolt of harder te zwemmen dan Phelps : ongetwijfeld is dat zo. Niets houdt u tegen om te beginnen trainen.

Over landgenoten gesproken : het bleken zowaar onverwacht goede Spelen. België haalde 6 medailles tot nu toe (Nederland 16, Denemarken 13 – niet vergeten). In het taekwondo ging het mis, en het eremetaal in de triatlon lijkt op weg naar het Loenhout van Marten Van Riel, maar nu nog niet. Voor Evi Van Acker zat het allemaal wat tegen. Maar Van Avermaet won knap de wegrit, Timmers bewees dat hij niet alleen een grote mond heeft, Van Tichelt rekte het gouden judoverleden nog een beetje langer. De hockeyploeg won zilver (maar verloor nog veel meer het goud) en D’Hoore toonde aan wat dit wielerland zou kunnen als het in plaats van Putte-Kapellen of de Azencross op te hemelen gewoon zoals de rest van de wereld ook op een baan zou rondfietsen.

En Nafi Thiam versloeg Jessica Ennis. Die noemde ik vier jaar geleden bij de grootste figuren van de Londense Spelen. Een grote atlete. Geklopt. Door een Luikse van 22. In de atletiek, niets geen zogenaamd “kleine” sport. Een zeer grote prestatie.

’t Zijn Touren

’t Zijn Touren

Terwijl de Tourrenners van Bourg-De-Péage naar Gap trokken, besloot ik om net deze dag te gebruiken om zelf het stalen ros te beklimmen en naar de grot in Meerseldreef te fietsen. Een korte blik op buienradar leerde me dat het wel even zou regenen. Maar ofwel heb ik de informatie verkeerd geanalyseerd, ofwel zat de radar ernaast. Mijn korte pauze aan de Mariagrot leverde me net geen uur aflaat van de regen op. De rest van het traject doorweekte me grondig. Zodat mijn eerste bezoek in meer dan dertig jaar aan de heiligste plaats der Noorderkempen (ja, toch ?) veel weg had van een echte bedevaart.

Nu, niets in vergelijking met wat de renners in de Tour voorgeschoteld krijgen, natuurlijk. En het water dat over mij goot is ook klein bier in vergelijking met de modder die met name gele truidrager Froome over zich heen krijgt. Omdat hij hard rijdt (tiens, dat is zijn vak) en omdat zijn ploegmaats hard rijden (jaja, die zijn ook net daarom aangeworven) worden ze verdacht van doping. Ik geloof al enkele jaren geen enkele wielrenner die zegt dat hij (zij) niets pakt. Maar ik geloof ook niet dat dit feit de competitie echt verstoort. Volgens mij is door de band genomen het hele peloton telkens ongeveer even goed voorbereid en geprepareerd (!).

Zoals Lance Armstrong (voor mij zevenvoudig Tourwinnaar, net omwille hiervan) het deze week zei : niemand uit de top-10 van de Rondes die hij reed en won heeft ondertussen de overwinning opgeëist met de bewering zelf wél helemaal zuiver te zijn geweest.

Ik herhaal dus ook dit jaar mijn voorstel : wees restrictief met verboden producten en verbied alleen wat een echt gevaar voor de gezondheid oplevert, controleer daarop en laat wie betrapt wordt niet aan races deelnemen – voor een tijd of voor altijd. Maar wijzig de uitslag nadien niet meer. Het zou voor mij de geloofwaardigheid en de aantrekkelijkheid van het wielrennen zeer ten goede komen. Of bedenk anders eens hoeveel volk er naar de kampioenenviering 2015 van Club Brugge zou komen als binnen een jaar of vier de titel van AA Gent zou worden afgepakt wegens dopinggebruik bij één van de spelers. Zelfs de meest gestaalde Bruggesupporter zou uit die viering maar erg weinig vreugde puren…

Ondertussen kan ik er dus nauwelijks naar kijken, naar de Tour. Al vind ik het eigenlijk wel een mooi spektakel. Maar ik wil niet binnen een jaar of vier in de krant lezen wie de winnaar is. Wie in Parijs in het geel over de streep komt, die zou ik het liefst als de winnaar beschouwen. Zo vreemd lijkt me dat niet. Ik zal eens een kaarsje moeten branden voor de UCI.

Bij de paters

Bij de paters

Een weekendje op en rond het College. Eerst gisteren, om op vraag van Geert een handje te helpen bij de oud-leerlingendag van de lagere school. Leuk om te doen, samen met Jochen, Majanka en Katrien. Het is nooit eenvoudig, dat soort reünie, zeker niet voor een lagere school. Hoeveel mensen zou ik er zelf eigenlijk nog van terug kennen, van die jaren in de Sint-Jozefschool ? En het College heeft als bijkomend nadeel dat ze lang alleen het vijfde en zesde leerjaar hebben aangeboden. Maar het was er gezellig druk, meer moet dat niet zijn.

Vandaag terug, voor de ESAK-veldloop. Met Geert, al moest die nog een beetje bekomen van gisteren… Veel volk. Je moet het maar doen, van over heel Vlaanderen naar het verre Essen komen om in de kou en de sneeuw te komen lopen. Hartverwarmend om te zien, dat wel. En het zag er weer allemaal netjes georganiseerd uit door de ESAK-vrienden.

Natuurlijk is de veldloop een maatje kleiner dan de jaarlijkse veldcross. Maar net daardoor is ze ook een heel stuk sympathieker. En bij de dames stond er met Britt Vanthillo bovendien een Essense op het hoogste trapje van het podium. Onze veldrijders weten wat hen te doen staat. En ESAK, die ook : volgend jaar de 15e editie op poten zetten.

Luctor et emergo

Luctor et emergo

Worstelen wordt geschrapt als Olympische Sport. Of daar ziet het toch naar uit, al is er ondertussen heel wat protest ontstaan. Volgens mij terecht. Bovendien mag ik met een beetje kennis van zaken spreken : ik was deze zomer toeschouwer op het Olympisch worsteltoernooi. Wie over het niveau van de sport zou twijfelen, of over het spektakelgehalte ervan, zou dat beter ook eens doen. En ja, het klopt dat de sport geen sterke wereldwijde uitstraling heeft, maar in een land dat wereldkampioenen veldrijden hoog aanslaat moet je daar wellicht ook niet te veel over zeggen. Tussen haakjes : Sven Nijs verdient die titel ongelooflijk hard, en is wat mij betreft zonder twijfel de beste veldrijder aller tijden.

Maar het ging over worstelen. Op de afbeeldingen van de Spelen in het oude Griekenland stond de sport al. Dat is op zich geen voldoende argument, maar waar het kan mag dit soort traditie toch meespelen. En de alternatieven die het iOC vooropstelt, zoals squash en rollerskating, lijken me nu ook niet meteen zo veel betere papieren te kunnen voorleggen. Bovendien vind ik het ook wel goed dat een sport die vooral in landen als Turkije, Iran, de Kaukasus en Mongolië populair is op het Olympische programma staat. Een wereldwijd toernooi hoort zich niet te beperken tot sporten die in de VS en/of Europa, eventueel aangevuld met China, populair zijn.

Kortom : het worstelen moet op de Spelen blijven. En anders moeten de IOC-bobo’s het wat mij betreft maar eens persoonlijk tegen de beoefenaars gaan uitleggen…

Tour de Lance

Tour de Lance

Ik ben een Armstrong-fan. Ik besef dat het ongehoord is om die zin in de tegenwoordige tijd te zetten. Zelfs in de verleden tijd zou er een beetje schaamte moeten in doorklinken. En toch…

Lance Armstrong is de grootste wielrenner van zijn generatie, en zonder meer één van de grootste aller tijden. Lange tijd was ik ook een “believer”, die ervan uitging dat hij dat allemaal zonder doping had gerealiseerd. Dat bleek dus tegen beter weten in te zijn. Toch heb ik niet het gevoel dat ik te sterk in hem geloofde. Mijn beloof in het wielrennen zélf bleek naïef. Het blijkt een rotsvaste wielerwet te zijn dat wie kan pakken, ook zál pakken. Uiteraard kan het niet altijd, bijvoorbeeld wanneer de controles even goed zijn als de dopingtechnieken. Maar als de mogelijkheid er wel is, dan zal het ook gebeuren.

Uitzondering op die regel die ook grote renners waren ? Ik ga er vanuit dat Edwig Van Hooydonck in die categorie valt. Veel ruimer wil ik het lijstje niet zomaar maken. En ik geloof uit principe geen wielrenners meer die dopingbeschuldigingen ontkennen. Zonder ze daarom minder hoog in te schatten als renner, overigens.

Is doping dan niet erg ? Ja, natuurlijk wel. Doping is vaak spelen met de eigen gezondheid. Maar of het nu echt de koers vervalst ? Soms wellicht wel. Op langere termijn denkt ik dat de verschillen uitgevlakt worden en dat de grootsten in elk geval bovendrijven. Moet het dan bestreden worden ? Ja, vind ik. Wie gepakt wordt, moet een startverbod krijgen. Bij herhaling desnoods levenslang. Maar ik wil er wel voor pleiten om achteraf geen uitslagen meer te veranderen. Dat is nefast voor de sport en de toeschouwers, maar ook voor de sporters (gedopeerde en niet-gedopeerde). Wie eerst over de streep komt, wint. Fout spurten, of pakweg mechanische hulpmiddelen, is iets anders natuurlijk. Maar anders zou ik de regel invoeren dat aan de uitslag niet meer wordt geraakt.

Conform die regel zal voor mij Lance Armstrong een zevenvoudig Tourwinnaar blijven. Een sterk renner. Ik ga er namelijk vanuit dat als die zeven Rondes helemaal zonder doping zouden zijn gereden, ze óók door hem zouden zijn gewonnen. De grote meerderheid van al wie in die jaren in zijn buurt kwam, is ondertussen sowieso ook betrapt. Armstrong blijft ook iemand die op een bewonderswaardige manier tegen zijn kanker heeft gevochten, en veel heeft gedaan voor de kankerbestrijding. Als mens schat ik hem ondertussen wat kleiner in – uiteraard al vóór het interview met Oprah Winfrey. En toch blijf ik dus een fan.