Ik ben pas bij de laatste opvoering naar Lijn 3 gaan kijken. Ik besefte in de loop van de week dat ik wel een risico had genomen : stel dat ik er uiteindelijk niet bij kan zijn, dan zou ik het gemist hebben. Maar gelukkig zat ik dus gisterenavond wel in de tribune. En dus moet ik er nu iets over zeggen. Het blijkt evenwel niet zo gemakkelijk om woorden te vinden. Ik dacht eerst te vertrekken van “indrukwekkend”. Dat is het ook. Dat zou een gepaste woordkeuze zijn als ik niet zou weten hoe dit stond is gekomen, als het in een dorp ver weg zou plaatsvinden, als ik het als een gewone opvoering zou hebben bekeken. Maar ik ben dus gaan kijken naar een stuk dat zomaar gewoon eventjes door 400 Essense vrijwilligers is gerealiseerd. Daar past eigenlijk alleen “overdonderend” bij.
Disclaimer : zelf heb ik hier 0,0 verdienste aan. Of neen, 0,00001 – ik heb op een (belangrijke) vergadering van de vzw Kobie hierover enkele jaren geleden voluit gepleit om het avontuur aan te gaan. Zonder de historische stoet van 2009 en zonder Niemandsland zou ik de initiatiefnemers – Maria Gommeren op kop – wellicht half gek hebben verklaard, hoor. Nu ik het gezien heb, blijkt overigens inderdaad dat ze half gek waren, want eigenlijk kan dit niet. Tenzij.
Tenzij je erin slaagt om werkelijk alle puzzelstukken samen te leggen. Als dit een professionele productie zou zijn geweest, dan zou ik enkele minpuntjes hebben aangestipt, en vervolgens het verhaal hebben aangeprezen dat goed in elkaar stak, de muziek die fantastisch klonk, de dynamiek in het hele stuk met “massa”-scènes die een feest voor het oog waren, de solide zangprestaties, de uitstekende belichting, … Ik zou het erg goed hebben gevonden. Maar het was dus geen professioneel stuk, en ook dat maakte de sterkte ervan. Het maakte het authentieker, de zichtbare speelvreugde werd er zoveel groter door, het evenwicht tussen de (sterke) solozangers en de anderen die door hen niet in de schaduw werden gesteld zat beter dan in een “top-musical” wellicht het geval zou zijn geweest. Het werd ook nooit “over the top”.
Zei ik al dat het visueel zeer mooi was ? De prachtige omgeving van het College zit daar voor iets tussen, maar ik wil daarnaast drie dingen bijzonder aanstippen. Het gebruik van karren en koetsen, met levende dieren, droeg erg bij tot de belevingswaarde van het stuk – het gaf bovendien alweer een kans om een sterk punt van Essen in de verf te zetten. En het decor was wel echt héél knap. Niet alleen de trein, elk gebouw klopte en het geheel zag er ook gewoon heel goed uit. En de kleding natuurlijk. Ook op dat vlak heeft Essen ondertussen een reputatie opgebouwd, die met Lijn 3 alleen maar sterker is geworden.
Ook over het verhaal wil ik nog iets zeggen. Uit een stuk interessante maar toch ook weer niet wereldschokkende Essense geschiedenis werd een vrij vloeiende, historisch verantwoorde en soms zelfs spannende verhaallijn gepuurd. Waar Niemandsland nog over de Dodendraad ging die we gemeen hebben met de hele grensstreek, ging het deze keer over Essen, Essen en nog eens Essen. Over de Kiekenhoeve, het Heuvelplein en natuurlijk het station. Niet evident. Met overigens een zéér mooie toepassing van het toneelprincipe van dat stelt dat iets (en zeker een wapen) dat in het begin van het verhaal geïntroduceerd wordt, voor het einde ervan moet worden gebruikt. Twee duelleerpistolen, die moeten afgeschoten worden. Tsjechov, de vader van dat principe, zou trots zijn geweest.
Zijn er kansen gemist ? Niet zo veel, er werden duidelijk ook lessen getrokken uit Niemandsland. Eentje misschien toch : de muziek had Essenser gekund. Er is talent genoeg hier om ook dat onderdeel zelf te realiseren. Het maakt de puzzel nog moeilijker natuurlijk, maar het verschillen tussen half gek en tweederde gek is verwaarloosbaar, niet ?
Ik moet afsluiten met felicitaties, natuurlijk. Helmut heeft gisteren in zijn dankwoord zo veel mogelijk mensen vernoemd, en ik kan me alleen maar bij hem aansluiten. Zeer knap werk, beste Lijn 3’ers. Ik heb Maria al genoemd, en ga daarnaast enkel Christophe en Britt noemen die de productie hebben geleid. En de enige die door Helmut niet werd bedankt, onze schepen van cultuur zelf. Petje af voor jullie allemaal.