Archief van
Maand: februari 2014

Vijfde wiel aan de kar ?

Vijfde wiel aan de kar ?

Na lang aarzelen heeft de Raad van Bestuur van het Karrenmuseum beslist om mij als lid van de Algemene Vergadering te aanvaarden. De eerste vergadering was erg leerzaam voor mij.

Zo heb ik begrepen dat het museum vorig jaar een verlies heeft geboekt van 1.668 EUR. Het bedrag deed me ergens aan denken : in plaats van de voorziene kost van 60 EUR heeft het museum vorig jaar beslist om 1.750 EUR te besteden aan de website. Die werd tot begin april gratis door een vrijwilliger bijgehouden. Hij zag er precies zo uit als het museum wilde. Het was tijd voor een grondige opfrissing, vond het museum, en de vrijwilliger wilde daar -gratis- werk van maken. Tot hij een mail kreeg, om te bedanken voor bewezen diensten. Voor 1.750 EUR kocht het museum een nieuwe website. De vrijwilliger zag dat die er niet slecht uitziet, en dacht : „dat had ik ook wel gekund”.

Het verlies is niet groot, maar het moet natuurlijk ergens vandaan komen. Om te besparen op de verzekeringskosten kregen op het eind van vorig jaar alle vrijwilligers die in 2013 niets hadden gedaan een mail om te zeggen dat ze van de vrijwilligerslijst en dus uit de verzekering werden geschrapt. Zo ook de vrijwilliger in kwestie. Die het wat vreemd vond, eigenlijk : het is niet dat hij niets wilde doen, zijn taak werd geschrapt. Maar iedereen moet besparen. Blijkbaar heeft nog één (1) andere vrijwilliger dezelfde mail gehad. Een snelle berekening leert dat de hele operatie mogelijk tot 15 EUR besparing kan opleveren. Als we dus de vrijwilligerslijst nog 150 jaar lang jaarlijks uitzuiveren, is de kost van de website eruit (de 40.000 EUR minder subsidie waartoe de meerderheidspartijen beslist hebben eruit halen, vraagt nog enkele millennia langer doorbijten).

Al moeten er ook andere manieren denkbaar zijn om de financiën op orde te krijgen. De ex-vrijwilliger heeft nu wat tijd gekregen om daar over na te denken. Hij wil graag bestuurder worden. Maar blijkbaar kan die vraag niet onder het agendapunt „kandidatuur voor raad van bestuur” worden behandeld. Er is dan wel geen procedure, maar ze is toch niet correct gevolgd. En hoewel natuurlijk de Raad van Bestuur zichzelf niet kan aanstellen, moet die toch eerst beslissen. Bovendien past de ex-vrijwilliger niet in het profiel, wegens afgevaardigde van een oppositiepartij. Zo werd hem door de gevolmachtigde van de burgemeester meegedeeld. De reden daarvoor is dat er niet aan politiek wordt gedaan.

Erg interessant, zo’n Algemene Vergadering. Ik kijk al uit naar de volgende.

The answer is blowing in the wind

The answer is blowing in the wind

Op 24 juli schreef ik twee brieven naar het schepencollege. Over twee verschillende verkeerssituaties. Geen wereldschokkende zaken, geen hete politieke hangijzers. Gewoon enkele vragen en suggesties over twee straten in onze gemeente. Typisch wat een kiezer van een gemeenteraadslid mag verwachten, lijkt me.

Het Gemeentedecreet heeft dat ook zo voorzien. Daar staat in dat raadsleden het recht hebben om schriftelijke vragen te stellen. In het eigen Essense huishoudelijk reglement van de raad staat dat daarop binnen de maand na ontvangst ook wordt geantwoord. Ik vind dat te lang, en zou die termijn graag tot veertien dagen ingekort zien. Het gemeentehuis lijkt me ruim voldoende bemand om op twee weken een gepast antwoord te kunnen vinden, of desnoods een brief te sturen om uit te leggen waarom het wat langer gaat duren. Maar het reglement schrijft dus één maand voor.

Op 21 september leek het me allemaal toch wat lang te duren. Zelfs als er tijdens de vakantie niets van was gekomen, leek het me toch stilaan tijd geworden. Maar mijn brievenbus bleef leeg, en dus stuurde ik een mail naar de burgemeester. En wat later heb ik de boodschap aan de secretaris nog eens herhaald. In mijn mail stond dit “Ik zou het zelf vervelend vinden als ik hiervoor naar de gouverneur zou moeten schrijven : dat zou voor mij, voor de gemeentediensten en voor haar diensten méér werk meebrengen dan het schrijven en beantwoorden van mijn brieven zelf. Maar ik moet wel op een normale manier mijn werk als raadslid kunnen doen, natuurlijk.”

Ook Robin wachtte ondertussen op het antwoord op een brief die hij op 10 augustus had gestuurd. Op de gemeenteraad van 22 oktober heb ik nog eens naar de brieven gevraagd. Mijn vraag werd braaf genoteerd. En daar bleef het bij. Zodat Robin en ik op 2 november dan toch maar naar de gouverneur schreven. Die antwoordde op 20 december : het gemeentebestuur had haar uitgelegd dat er iets mis is met het systeem om brieven op te volgen, en dat ze liever problemen aanpakt dan erover te schrijven. Maar er werd beterschap beloofd, en daar rekent de gouverneur sindsdien met mij ook op.

Het leek me logisch dat er nu ook wel een antwoord op de brieven zou volgen. Maar dat bleek fout geredeneerd. Dus dienden we een voorstel in voor de gemeenteraad van januari, met daarin de opdracht aan het college om tegen 15 februari te antwoorden. De hele raad, schepencollege inbegrepen, keurde het voorstel goed. En op 14 februari zat er dus effectief een antwoord in mijn brievenbus. Eén antwoord, op één van beide brieven. Eigenlijk geloofde ik het zelf niet, maar het college slaagde er dus opnieuw niet in om gewoon uit te voeren wat de gemeenteraad beslist had. Ik heb nóg een mail moeten sturen, waarna ik uiteindelijk, net geen zeven maanden na het schrijven van de brieven, een antwoord kreeg.

Ik blijf me afvragen of dit nu een bewuste poging is mij het moeilijk te maken, of een verregaande vorm van nalatigheid. Het gaat me in elk geval niet ontmoedigen : ik heb deze week nog een nieuwe brief gestuurd. Zou er nu niemand in het schepencollege zitten, bijvoorbeeld iemand die zelf nog op de oppositiebanken heeft vertoefd, die vindt dat deze manier van werken echt niet meer kan ?

Slotsom : om het antwoord op twee brieven te krijgen waren er drie mails, één mondelinge vraag, één klacht en één gemeenteraadsvoorstel nodig. Zucht…

Op de loop

Op de loop

Met Geert zojuist een bezoekje gebracht aan de jaarlijkse ESAK-veldloop. Die deze keer onder eens stralend zonnetje plaatsvond, met bijna-lentetemperaturen. Dat mocht wel eens, want de weergoden bleken ESAK de voorbije jaren niet altijd even goed gezind. Het zorgde er ook voor dat heel wat volk de weg naar Rouwmoer vond. En dankzij de bordjes “E19” die de organisatoren in het midden van de Essense bossen ophingen raken ze mogelijk ook allemaal terug thuis !

Gelukkig dat dit evenement wel nog kan plaatsvinden aan het College, waar de meeste andere organisaties noodgedwongen vertrokken zijn. Hopelijk kan ESAK er nog lang terecht. Maar hoewel ik de school goed begrijp, blijft het me geweldig storen dat we er zomaar mee leren leven dat een deel van de infrastructuur die met overheidsmiddelen wordt neergezet enkel overdag wordt gebruikt, en een ander deel enkel ’s avonds en tijdens het weekend. Soms is het toch echt niet zo verwonderlijk dat we in het land met bijna de hoogste belastingdruk ter wereld leven, die alleen moet onderdoen voor enkele andere landen waar de burger gewoon méér voor datzelfde geld krijgt.

Maar laat die bedenking vooral geen schaduw werpen op de inzet van Joris en de hele ESAK-ploeg, en op het loopplezier dat we van de gezichtjes van de deelnemers konden afleveren. Geert, iets meer vertrouwd met sport dan ik, merkte op dat atletiek een heel pure vorm van sport is : van start tot finish gewoon zo hard mogelijk lopen. Hij kan het weten, ik vond het mooi om te zien.

Zo gek nog niet

Zo gek nog niet

Als één gek meer vragen kan stellen dan honderd wijzen kunnen beantwoorden, wat kunnen twéé gekken dan ? Robin en ik hebben het gisteren uitgetest op alweer de 4e N-VA/PLE-quiz. Het werd een succeseditie : 26 ploegen, en organisatorisch liep alles op wieltjes. Ook op de vragen zelf kregen we leuke reacties van de “wijzen” in de zaal, met enkel een beetje discussie over de Spartacusopstand. Mijn favoriete ploeg, ESAK, won bovendien afgetekend het pleit, met maar liefst 20 punten voorsprong. Lang geleden dat “we” het zo goed deden. Zonder mij dan nog, het geeft wel te denken !

De tombola was dit jaar in handen van Ziekenzorg Zonnegroet Wildert. Wat inhield dat we op onze quiz de microfoon even aan de presentator van de Oogstfeestenquiz mochten overhandigen. Onder collega’s… De mensen van Ziekenzorg hadden voor een zeer mooie prijzentafel gezorgd, en dat vertaalde zich ook in een bijzonder geslaagde lotenverkoop. En dus in een mooie opbrengst. Het is hen van harte gegund, ook als waardering voor hun vrijwillige inzet, waarvoor ze in maart vorig jaar in Band nog terecht in de bloemetjes werden gezet.

Als quizopsteller heb ik nu weer even pauze, totdat we aan de volgende editie van de ESAK-quiz beginnen. Toch heb ik al één vraag opzij gezet.

Bij de politie

Bij de politie

Geen gemeenteraad, wegens te weinig agendapunten. Dat gebeurt wel meer in februari, al blijft het een beetje een symptoom van een gebrek aan beleid, vind ik. Maar als fundamenteel positieveling ga ik ervan uit dat het college het te druk heeft met het opmaken van de beleidsplannen die het in december heeft aangekondigd !

Zo moesten we het met een commissievergadering stellen. Over de politie en de nieuwe website. Om die laatste te becommentariëren ga ik even wachten totdat hij online staat, anders leest het als een bespreking van een nieuwe CD waarnaar niemand kan luisteren.

De politie is een ander verhaal. Zoals bekend dook een tijdje geleden het voorstel op om de politiezone Grens (Essen, Kalmthout en Wuustwezel) te fusioneren met de zone Voorkempen (Brecht, Schilde, Malle en Zoersel). We zullen hier wel niet in de enige zone in Vlaanderen zitten die aan een fusie denkt. De politiehervorming heeft de gemeenten een financieel blok aan het been bezorgd, en tegelijk sturingskracht en autonomie afgenomen. In ruil voor een duidelijk betere politiezorg, dat wel. Een ander financieringsmodel, waarbij de gemeentelijke inbreng in verhouding staat met de vrijheidsgraden van het beleid, zou wellicht beter zijn geweest. En centraal snoeien in een wildgroei van verworven rechten lijkt me nog altijd net iets eenvoudiger.

Voorlopig ziet het ernaar uit dat de fusie nog even wordt uitgesteld. Dat lijkt me een goede zaak, want er werd iets te veel haast en spoed aan de dag gelegd. Maar ik denk dat iedereen er zich van bewust is dat de beweging naar een grotere politiezone vroeg of laat toch moet worden gemaakt. Daarbij zijn er maar twee kandidaten : Voorkempen en Noord (Kapellen, Stabroek), al dan niet aangevuld met Brasschaat. Allebei de pistes nu grondig onderzoeken lijkt me aangewezen. Al was het maar omdat onze zone door onze geografische ligging niet de meest aantrekkelijke partner is, en weinig keuze heeft. Wat mij al van bij het begin op onze onderhandelingspositie met Voorkempen leek te drukken. Door de twee een beetje tegen elkaar uit te spelen kunnen we mogelijk een betere deal halen.

Het lijkt me daarnaast vooral belangrijk om de regie vanuit de gemeentehuizen te voeren, eerder dan vanuit de commissariaten. Ik ga ervan uit dat we nu de kans hebben om de politie die we willen een beetje vorm te geven, vooraleer we er wellicht voor een jaar of twintig grotendeels aan vast zitten. Zeker als we het personeelskader willen rationaliseren, zal het nu moeten gebeuren. Daarna zullen de nieuwe korpschefs grotendeels zelf de lijnen uitzetten, waarbij hoogstens het “economaat” nog door de gemeenten mee wordt vormgegeven. Het was daarom een goed initiatief om er op een gemeenteraadscommissie over na te denken, en het niet zomaar aan de politieraad over te laten. Alleen al als signaal dat het belang van élke gemeente mee moet tellen.

Hoe meer gemeenten in een zone, hoe minder impact de kiezer en zijn vertegenwoordigers namelijk uiteindelijk zullen hebben. Of hoe het algemeen belang de democratie niet altijd dient. Tenzij we naar Brits voorbeeld naar een rechtstreekse verkiezing van de voorzitter van het politiecollege zouden gaan. Ik zou daar nog niet meteen neen tegen zeggen.

Afschuwwekkend Conglomeraat voor Winstbejag

Afschuwwekkend Conglomeraat voor Winstbejag

Op uitnodiging van de N-VA-afdelingen van Kalmthout, Wuustwezel, Brecht en Essen kwam kamerlid Peter Dedecker gisteren naar Nieuwmoer om voor een overvolle De Schuur het verhaal van Dexia en Arco te brengen. Met als centrale vraag „Wie zette de Arcospaarder in de kou ?”. Een deel van het antwoord zit al in de vraag zelf : die spaarder was namelijk geen spaarder, maar een belegger. Maar dat werd hem of haar niet verteld.

Het verhaal was me grotendeels bekend, maar Dedecker bracht het schitterend, legde verbanden, wees op data en details en toonde overtuigend aan dat het ACW in enkele decennia uitgroeide tot een amalgaam van financieel-economische en politieke belangen dat al lang niets meer te maken heeft met de idealen van „sociaal engagement” die het stelt te verdedigen. En dat uiteindelijk niet aarzelde om zonder blikken of blozen de staatsmacht aan te wenden om de eigen particuliere belangen veilig te stellen.

Ik ben het volledig met Dedecker eens dat de enige redelijke uitweg is dat het ACW alle Arco-coöperanten volledig schadeloos stelt. De volgende stap moet wat mij betreft zijn dan het ACW vereffend en ontbonden wordt, waarbij de deelorganisaties het patrimonium behouden dat ze uit hun normale werking hebben verworven (ledenbijdragen e.d.). Al de rest komt de belastingbetaler toe. Als inspiratie wordt gezocht, dan kan dat worden gevonden in andere situaties waar een met de staat vergroeide politieke partij daarvan werd losgekoppeld, zoals de SED in de DDR.

Alleen op die manier kan een einde worden gemaakt aan het meervoudige misbruik van de vrijwilligers van Okra, Femma, KWB, waar Dedecker op wees : die zijn niet alleen financieel gestraft (nadat hen Arco-aandelen waren aangestreefd) maar worden ook moreel in hun hemd gezet : ze lopen met borden tegen belastingfraude rond en worden er via hun organisaties tegelijk medeplichtig aan gemaakt.

Tenslotte wordt elke kritiek op de malversaties waar ze mee voor verantwoordelijk zijn geduid als een aanslag op het „sociaal engagement”. Sorry, maar het verhaal van Dedecker zou perfect ook door iemand van de PVDA kunnen worden gebracht – het is Dedeckers verdienste dat hij zich van zijn taak als parlementslid kwijt zoals dat hoort. Ik begrijp overigens niet dat de ACW-verenigingen zelf er de stekker nog niet hebben uitgetrokken (en dat de KBG zich godbetert het palindroom van Arco als naam heeft laten aanmeten !) om zo hun eigen geloofwaardigheid en die van hun leden te herwinnen. Uit respect voor al die mensen die zich uit écht „sociaal engagement” dag na dag inzetten horen de leiding van Femma, KWB en anderen de navelstreng met het ACW door te knippen. Leve de verenigingen, weg met het ACW !

Dedecker had het nauwelijks of niet over de Gemeentelijke Holding, die andere bizarre constructie die naast Arco achter het Dexia-debacle zit. Die holding, gedragen door de gemeentelijke belastingbetaler, heeft uiteraard geen staatsgarantie gekregen en is dus wel in staat van ontbinding. Daaruit is ondertussen de les getrokken dat het niet opgaat om met belastinggeld te bankieren. Dat dit niet tot conclusies op andere terreinen leidt blijft mij notch tans verbazen. Ook De Tijd komt vandaag tot hetzelfde besluit dat ik als gemeentebestuurder al lang heb getrokken : „Van onze energiebelangen, verlos ons Heer.”

Ik voel me net zo deskundig bij het aansturen van Infrax, IVEG, IKA, Iveka en andere vehikels als destijds bij het onrechtstreeks mee besturen van Dexia, wat we in de gemeenteraad óók geacht werden te doen. Ik neem aan dat mijn collega-raadsleden in zowat alle gemeenten niet noodzakelijk beter gewapend zijn. Als het morgen misloopt, gaan we dan met zijn allen „Wir haben es nicht gewusst” zeggen ? Al past wellicht het Frans beter in dit geval – nog een gelijkenis met Dexia.