Archief van
Maand: februari 2017

En verder…

En verder…

Kort vervolg : ik ben het met deze commentaar in De Morgen vandaag volledig eens, alleen gaat die volgens mij niet ver genoeg. Ik zie als lokaal bestuurder géén intercommunale die echt nodig is.

En verder weiger ik de politici te veroordelen die vandaag hun gemeente vertegenwoordigen in al die constructies. Eenzijdig uitstappen als gemeente is zelden een verstandige optie, en wie lid is moet zich laten vertegenwoordigen. De Wetstraat moet hier knopen in doorhakken, dat kan niet in elk gemeentehuis afzonderlijk. Dat het vergoedingenbeleid in sommige intercommunales zwaar uit de hand is gelopen, klopt natuurlijk wel. Dat is meer de fout van degenen die de vergoedingen hebben goedgekeurd dan van degenen die ze ontvangen hebben (de techniek van de Algemene Vergadering van de organisaties maakt dat dit vaak minstens in theorie de unanieme gemeenteraden van alle aangesloten gemeenten zullen zijn…).

Full disclosure, tenslotte : ik vertegenwoordig het gemeentebestuur in het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) en krijg daarvoor 75 EUR per vergadering (er vinden er een stuk of vijf per jaar plaats). Er moeten een minimaal aantal gemeenteraadsleden in de Raad van Bestuur zetelen, dus is een “cumul” hier onvermijdelijk – en een band tussen een gemeenteraadsfractie en het AGB is ook noodzakelijk om coherent te kunnen werken. Als OCMW-raadslid ben ik ooit een keer of drie naar het adviescomité van CIPAL geweest. Ik denk dat ik daarvoor hetzelfde bedrag kreeg. Op zich waren de vergaderingen niet oninteressant, maar de overheid moet geen software ontwikkelen, natuurlijk.

Voor het hele jaar 2015 heb ik voor de zittingen van de gemeenteraad en de raadscommissies 1.895 EUR netto ontvangen, voor de vergaderingen van het AGB 345 EUR. Dat is vóór aftrek van beroepskosten en afdrachten aan de partij. Opgeteld schat ik dat daar ongeveer 40 vergaderingen van gemiddeld 2 uur tegenover staan. Die natuurlijk ook moeten voorbereid en opgevolgd worden. Ik zou dat ook wel gratis willen doen, maar dat kan je niet zomaar verwachten van andere raadsleden, van wie de werkgever soms geld terugvordert om hen af en toe een dag “politiek verlof” toe te staan. Of van schepenen, die aan hun mandaat in een gemeente als Essen minstens een halve dagtaak hebben. En ik vind het ook wel belangrijk dat de politiek, en zeker ook de lokale politiek, bekwame mensen aantrekt.

Amen en uit

Amen en uit

De intercommunales komen weer volop in het nieuws. De historisch gegroeide (misgroeide, vaak) verenigingen van gemeenten waarin bepaalde bevoegdheden samen werden uitgeoefend groeiden in de loop der jaren uit tot een ondoorzichtig kluwen van juridische entiteiten met allerlei raden, commissies en vergaderingen, die zich met zaken bezighouden die soms wel maar vaak ook niet verband houden met het gemeentelijk beleid. Zo beheerden we met alle gemeenten samen de Dexiabank, tot die overkop ging wegens beleggingsavonturen in de Verenigde Staten. Onlangs moesten we in de gemeenteraden beslissen over de instap van een Chinees staatsbedrijf in ons energienet. In Gent bleek het stadsbestuur onrechtstreeks mee te beleggen in chemische wapens. Zucht.

Er zijn ook andere voorbeelden. IGEAN haalt het afval op in Essen en baat het containerpark uit. Dat sluit iets beter aan bij onze kerntaken, natuurlijk. Toch vind ik ook dat problematisch, maar daar kom ik nog toe.

In al die organisaties, wat ze ook doen, zijn de gemeentebesturen vertegenwoordigd. Door burgemeesters, schepenen, raadsleden, ambtenaren. Die krijgen daar vergoedingen voor, variërend van een compensatie voor de verplaatsingskosten tot een riant bedrag. Die vergoedingen krijgen ze niet voor niets : ze werken mee aan de besluitvorming. Sommigen werken hard en hebben een nuttige inbreng. Vanuit hun gemeentelijke achtergrond, of omdat ze het domein waarop de intercommunale actief is goed kennen. Anderen doen er niets. De vergoedingen staan echter niet altijd in verhouding tot het verrichte werk, en dat geldt wellicht in de twee richtingen.

Er is een verklaring voor die vergoedingen, maar die praat het systeem helemaal niet goed. Gemeentebestuurders zijn namelijk onderbetaald. Schepen in een gemeente als Essen is een stevige opdracht, voor wie het goed wil doen. De tijden dat een schepenmandaat een wat uit de hand gelopen hobby was, zijn al lang voorbij. Daar hoort een behoorlijk loon tegenover te staan. Maar dan moet er wel eens over het aantal schepenen worden nagedacht. Essen kan volgens mij met een burgemeester en drie (voltijdse) schepenen ook worden bestuurd (*). En al is die onderbetaling reëel, een ondoorzichtige en grotendeels willekeurige compensatie via de intercommunales is natuurlijk geen goede oplossing. Typisch Belgisch is ze wel : niet de kern van het probleem aanpakken, maar via een aanhangsel, een koterij…

Ik ben niet de enige die deze vaststelling maakt. Wat ik wel mis in veel analyses is de zeer eenvoudige vraag waarom al die intercommunales niet gewoon afgeschaft kunnen worden ? Ofwel gaat het om zaken die de privésector hoort te doen (bankieren), ofwel om overheidstaken die de gemeente overstijgen. Dat is een evidentie voor het beheer van het elektriciteitsnet, maar uiteindelijk ook voor zowat alle andere activiteiten in de intercommunales. Het is namelijk per definitie zo dat deze dingen doen die beter niet op het niveau van één gemeente gebeuren. Het is natuurlijk wel begrijpelijk en aanvaardbaar, en efficiënt, dat twee, drie, vier gemeenten voor een concreet project de handen in elkaar slagen. Muzarto in ons geval. Of een organisatie als Kamp Noord. Maar een bredere samenwerking betekent toch per definitie dat het om beleid gaat dat op een hoger niveau moet gebeuren ? Essen is te klein om de eigen afvalophaling nog efficiënt te regelen. Dat doen we met tientallen gemeenten samen. Dus is dat een bovenlokale bevoegdheid. En zo geldt het toch voor alle intercommunales ?

Wieden in overbodige mandaten (en dan nog zonder het verloningsprobleem ook op te lossen, want dat lijdt tot een talentvlucht uit de lokale politiek) is daarom vooral een vorm van window-dressing. Uiteindelijk dringt het gewoon schrappen van alle intercommunales zich op. Dat de hogere overheden vervolgens frequenter en op een meer gestructureerde manier de gemeentebesturen consulteren zou wel logisch zijn. Maar kunstmatige constructies waarin de gemeenten “samen” beslissen moeten eruit, want uiteindelijk beslissen we daarin helemaal niets. Men maakt mij niet wijs dat er gemeenten zijn waar echt ernstig, met kennis van zaken en met de nodige regelmaat over het beleid van Pidpa wordt gediscussieerd. Laat staan dat er in de verkiezingsfolders iets over watervoorziening te vinden is. Dat is dus een blok aan ons been, ook al willen veel van mijn collega’s dat ongetwijfeld niet hardop zeggen.

Dan moet ik dat maar doen. In het belang van een goed bestuur, en in ons eigen belang als gemeentebestuurders : Van de intercommunales, verlos ons Heer (…in de gedaante van minister Homans) !

(*) En gemeenteraadsleden ? Daar lijkt de betaling me niet de kern van het probleem. Raadsleden moeten vooral een betere ondersteuning en meer bevoegdheden om het beleid uit te tekenen en te controleren krijgen, maar daar gaat het hier niet over.

Frans 40

Frans 40

Tijdens de rondvraag in de gemeenteraad vroeg Frans Schrauwen het woord, maar met de uitdrukkelijke vraag om als laatste te spreken. Dat had het voordeel dat ik als eerste het woord kreeg (van degenen die hun vraag niet vooraf hadden aangekondigd). Maar het leverde nog een ander veel leuker effect op : bij de meerderheidspartijen wist men niet wat hij ging zeggen. Ik wist het voor één keer wel. Lichte paniek maakte zich meester van de meerderheidsrangen…

Amusant, maar wellicht ook met reden. Frans zegt zelden iets zonder een reactie op te wekken. Eerder tijdens de raad weigerde hij om op een vraag van mij te antwoorden, en haalde hij zijn opvolger als schepen van openbare werken onderuit door de verwachting uit te spreken dat het nieuwe fietspad langs Over d’Aa geen vlak biljartlaken zou worden. Soms reageert hij binnensmonds, of alleen met lichaamstaal. En ook dat is vaak leerzaam. Ik zit toevallig net tegenover hem en ben dus goed geplaatst om de signalen op te vangen. En waar ik me de ene keer te pletter erger, leer ik de andere keer iets bij – of stel ik vast dat hij als enige van de meerderheid (of soms zelfs als enige van de raad) echt gelijk heeft.

Hij vroeg het woord om te melden dat hij veertig jaar geleden voor het eerst als raadslid werd verkozen, en bood ons een glaasje wijn aan. Opluchting bij de meerderheid, die overeind bleef toen hij in zijn korte tussenkomst iedereen schoffeerde die de voorbije veertig jaar in de oppositie zat, en vervolgens al wie in de meerderheid zat. Ik maakte me de bedenking dat hij in die veertig jaar wellicht elk ander raadslid minstens één keer tegen de schenen heeft gestampt. Maar al wie in die veertig jaar haar of zijn mandaat ernstig nam heeft wellicht ook minstens één keer met hem samengewerkt om iets te realiseren, of zich tegen de eigen verwachting in door hem van zijn gelijk laten overtuigen.

Hij vertelde me na de raad over zijn ontmoeting met Boris Johnson in Londen. Met de oud-burgemeester van die stad heeft hij wel wat gemeen. Klinkt het niet, dan botst het wel. Een onbehouwen stijl – Johnson ligt als minister van buitenlandse zaken van zijn land voorlopig nog vóór op Trump in het beledigen van bevriende naties, al doet hij het toch nog net subtieler (desnoods in het Latijn). Bekend onder hun voornaam. Omstreden en wispelturig, maar met een onmiskenbaar groot hart voor het stukje wereld dat ze bestuurden. En al zal ik Boris nooit de Brexitleugens vergeven die zoveel schade hebben aangericht, ik blijf een zekere sympathie voor de man koesteren.

Frans dus. Volgende maand treitert hij me mogelijk weer het bloed onder de nagels vandaan. Ondertussen houd ik het bij mijn dank en waardering voor veertig jaar raad -en daad- in Essen.