Archief van
Maand: februari 2015

Quizien

Quizien

Gisterenavond stond de N-VA/PLE-quiz op het programma. Alweer de vijfde in het rijtje. Voor mijzelf, als mede-opsteller en presentator, alvast een succesvolle uitgave. Ik heb het gevoel dat Robin en ik een geslaagd en gesmaakt geheel in elkaar hadden gebokst – het blijft in elk geval bijzonder leuk om één keer per jaar met hem samen te werken. Als ben je bij een Powerpointquiz afhankelijk van de techniek, en liet met name het geluid ons af en toe in de steek. Echt storen deed dat volgens mij niet, toch blijft het een verbeterpunt voor de volgende uitgave.

Vooral de “sushironde”, waarbij we de antwoorden letterlijk in rijst en zeewier hadden verpakt, vond ik zelf leuk om te maken, al kostte het maken van de sushi zelf wellicht iets meer tijd dan de achterliggende vragen. Het antwoord “Noriant” blijf ik een mooi staaltje van toegepaste Japanologie vinden. Overigens hadden we nog deze Roemeense meidengroep kunnen vragen – of zou dat de ronde net iets te pittig hebben gemaakt ?

Opmerkzame geesten stelden vast dat er nogal wat Oostenrijkers op ons antwoordenlijstje stonden. De heren Haider, Schlager, Goldberger en Wurst pasten inderdaad erg mooi in de links die we in onze vragenrondes hadden gelegd. Jammer voor wie het Alpenland geen warm hart toedraagt…

Dat we het zonder Nederlandstalige muziek deden, zal voor sommige Essense quizwatchers wel een verrassing zijn geweest. Vooraf hadden we de schrik er goed ingestoken, door in de titels van de rondes net te suggereren dat we de quiz vol Vlaams zangtalent zouden steken. Ik kan niet beloven dat we het volgend jaar opnieuw zonder zullen doen, want we hebben net iets te veel bedenkelijk Frans moeten laten horen. En dan we weten nog steeds wie die “grand corbeau noir” is…

Met dank aan iedereen die erbij was, ook voor de steun aan de tombola van ’t Schakeltje – mooi dat we Leo en C° op deze manier een steuntje in de rug konden geven.

Elasticiteit

Elasticiteit

Ik denk dat iedereen in de politiek er wel eens mee wordt geconfronteerd… Er is een probleem waar je van vindt dat er echt iets aan gedaan moet worden. Maar de maatregel om het doortastend aan te pakken ligt buiten bereik : er is een ander beleidsniveau bevoegd, het is onmogelijk om een draagvlak te creëren (bij de coalitiepartner, bij de publieke opinie, bij de sociale partners…), de neveneffecten zouden veel te groot zijn, er komen fundamentele principes in gevaar of de maatregel past echt niet in je eigen ideologie of die van je partij. Kortom, wat er moet gebeuren, kan niet.

Je kan wel iets doen. Je kan maatregelen nemen die een beetje in de juiste richting gaan, of die je toch op die manier uitgelegd krijgt. Daar zitten twee mogelijke risico’s aan vast : het eerste is dat je zelf gaat geloven dat je het probleem echt wel aanpakt. Dat je gaat denken dat er wat kán gebeuren ook is wat er moet gebeuren. Ik zie het wel eens bij beleidsmakers op het domein waar ik als ambtenaar actief ben, de werkgelegenheid. De beleidsruimte is om allerlei redenen vaak heel beperkt, en na een tijdje gaan ze geloven dat de maatregelen die ze nemen ook echt degene zijn die nodig zijn om de arbeidsmarkt te heroriënteren. Maar ze maken zichzelf en de kiezers iets wijs, en dat is niet goed in een democratie.

Het tweede risico is nog erger : de maatregel kan wel, maar de baten (die sowieso heel beperkt zijn) wegen niet op tegen de kosten. Het systeem wordt te ingewikkeld of zelfs tegenstrijdig, de maatregel kost veel geld aan de overheid of de burger. Of nog problematischer : de stoplapmaatregel dreigt een echte aanpak van het probleem later te bemoeilijken. De wijze les : als niet kan wat moet gebeuren, dan moet wat kan gebeuren meestal ook niet !

De meerderheid in de gemeenteraad besliste dinsdag om een activeringsheffing in te voeren, een belasting op onbebouwde gronden. Om daarmee de prijs van bouwgrond in onze gemeente te drukken. Een groot probleem, die stijgende grondprijzen. Helemaal mee eens.

Ik heb me voor één keer als economist verdienstelijk gemaakt proberen te maken door te trachten de effecten van die heffing uit te rekenen. De uitkomst van mijn rekenwerk is dat we kunnen verwachten dat er één extra bouwgrond zal worden aangeboden. Niet per jaar, maar per eeuw ! Daarvoor zou dan op basis van de budgetcijfers 10 miljoen EUR aan belasting moeten worden geïnd.

Ik vind dit geen verstandige maatregel. Al ben ik natuurlijk ook voor betaalbare bouwgrond. Want dat is het politieke risico voor wie tegen de nepmaatregel is : dat die ervan beschuldigd wordt het probleem niet te willen aanpakken. Dat wil ik net wel. Ten gronde. Maar ik weet dat het gemeentebestuur lang niet alle hefbomen in handen heeft. Bovendien moet eigenlijk eerst het hele beleidskader veranderen : Essen moet af van het volbouwbeleid dat het nu al meer dan tien jaar onverdroten voert. De Essenaar wil namelijk betaalbare bouwgrond in een landelijke gemeente, geen betaalbare voorstad. Zonder die context gaat het hele verhaal de mist in.

De activeringsheffing is er, en er zal mee worden uitgepakt om te laten zien dat de gemeente de snode grondspeculanten aanpakt om zo de prijzen te drukken. Maar eigenlijk wordt er gewoon een belastingverhoging mee doorgevoerd, en wordt de urgentie om echt iets te doen aan een misgelopen woonbeleid en het draagvlak daarvoor alweer net iets minder groot (“we hebben toch de activeringsheffing ingevoerd”). Een spijtige zaak.

Hoe de bal kan rollen…

Hoe de bal kan rollen…

Hoe is het ook alweer gegaan ? Na jaren van besluiteloosheid werd tijdens de vorige legislatuur besloten om de voorgenomen bouw van de sporthal door te zetten. Daarbij werd gekozen voor een onmogelijke combinatie : een relatief beperkte sporthal, gericht op de Essense sportverenigingen. Die dan wel een commercieel rendabele exploitatie moest opleveren, waarbij het onderhoud en het open houden van de hal aan de uitbating van de cafetaria werden gekoppeld. Want een hal uitbaten, dat doet een gemeente beter niet zelf. Om het toenmalige schepencollege te citeren : „Het is daarbij geen kerntaak van de gemeente om te voorzien in de exploitatie van dergelijke (sport)infrastructuur, noch is er voldoende mankracht en know-how aanwezig binnen het gemeente bestuur. … Vandaar werd er geopteerd voor het afsluiten van een concessieovereenkomst (voor) de uitbating van de sporthal met aanhorigheden.” Bij die “aanhorigheden” hoort de cafetaria. Een bijkomstigheid in de concessie, die gaat vooral over de sporthal zelf : van sporthallen uitbaten heeft de gemeente naar eigen zeggen geen verstand (van zwembaden ook niet, hebben we ondertussen geleerd).

Zo werd het hele project van bij het begin een eerste gemiste kans. Men had kunnen kiezen voor een veel groter geheel (met zwembad, squashzalen, fitnessruimte, …) dat wel rendabel had kunnen zijn. Of voor een zuiver publieke sporthal, met een cafetaria die in concessie wordt geven, zoals de Heuvelhal. Maar CD&V en sp.a kozen voor een onmogelijke mix tussen beide.

Van de vier oorspronkelijk geïnteresseerde combinaties van bouwheer en exploitant haakten er twee af op basis van deze vaststelling. Een derde probeerde er een mouw aan te passen : door over de maximumprijs te gaan kon een hal worden gebouwd waarvan de exploitatie misschien toch nog rond te krijgen was. Een vierde besloot tot een kamikazetechniek : een hal voor het maximumbedrag en een concessie waarvan ze wisten of hadden moeten weten dat die financieel onmogelijk was.

Wellicht wisten ze het : zodra het contract aan die laatste gegadigde werd toegewezen wreef het bouwbedrijf zich in de handen en probeerde de toekomstige concessionaris samen met de gemeente de concessievoorwaarden substantieel te veranderen. Dat lukte een beetje, maar het was duidelijk dat het voor de uitbater nooit zou volstaan. En voor het gemeentebestuur gingen de aanpassingen te ver : de andere kandidaten werden benadeeld en de financiële stabiliteit van het AGB werd in gevaar gebracht.

De onmogelijke combinatie van de beperkte hal en de ruime concessie werd duidelijk toen de bevoegde minister op mijn vraag de concessieovereenkomst vernietigde. Door die beslissing werden bouw en concessie de facto uit elkaar gehaald. Een kans om de gemaakte fout recht te zetten en een realistische constructie op te zetten, zoals wij toen in een persbericht stelden. Waaraan geen gevolg werd gegeven.

Meer nog, de beslissing van de minister werd uitdrukkelijk genegeerd ! Ze leidde alleen tot zeer zware aantijgingen tegenover mij in persartikelen van CD&V en sp.a : mijn acties hadden voor enorme vertraging en kosten gezorgd –wat eenvoudig weerlegbaar was– en bovendien had ik volledig ongelijk : zij hadden de best mogelijke oplossing gevonden. Of zoals de sp.a het in De Voorbode schreef : “Laten we niet te technisch worden: volgens sp.a is er geen enkele reden om de sporters bang te maken met de doemscenarios van de collega’s van N-VA/PLE. Het gaat hier slechts om een juridisch-technisch aspect in het contract. In de praktijk zal dit geen enkel gevolg hebben voor de sporters. (…) De sp.a vindt dat het directiecomité van het AGB en de advocaten goed werk hebben geleverd.”

Zou het ? Ondanks de aanpassingen waren de concessievoorwaarden immers nog steeds niet haalbaar. Na een jaar bleek dat de concessionaris er niet aan kon voldoen en moest worden buitengezet. Dat bracht uiteraard heel wat kosten mee : gemeentepersoneel dat taken moest overnemen, advocaten en procedures, verlies aan concessievergoedingen… Er werd opnieuw een concessie uitgeschreven. En ondanks onze verwittiging werd er volhard in de boosheid : ongeveer dezelfde concessievoorwaarden zouden van toepassing zijn. Op basis van ingewonnen juridisch advies moest dat. Zogenaamd.

Dus moest opnieuw iemand gezocht worden die een onmogelijk contract wilde tekenen. Een aantal potentieel geïnteresseerden -vooral Essenaren- haakten daar uiteraard door af. Maar er werd alsnog iemand gevonden. Wat blijkt na alweer nauwelijks een jaar ? Dat die niet aan de voorwaarden kan voldoen. En dat de overeenkomst dus alweer moet worden opgezegd. Verrassing !

En nu ? Blijkbaar zou het nu toch de bedoeling zijn om naar ons te luisteren. Het standpunt dat de gemeente niet geschikt is om een sporthal uit te baten zou worden herzien. En het juridisch advies van een jaar geleden is niet meer van tel. Er is nu een ander advies, van hetzelfde bureau, dat het tegendeel beweert. Goed voor de sporters, die nu uitzicht krijgen op een behoorlijk beheerde hal en een goed draaiende cafetaria. Minder goed voor de belastingbetaler, die alweer opdraait voor de overgangsperiode en het geslagen gat in de gemeentebegroting zal mogen dichten – want de financiering die werd vooropgesteld, zonder de inzet van gemeentepersoneel, gaat natuurlijk finaal onderuit… Toch wel een bizarre koerswijziging.

Bovendien : komen er nu excuses voor de zeer harde woorden die destijds in de pers werden geuit ? Voor de bedrogen kiezers die te horen kregen dat wij alleen stokken in de wielen hadden gestoken en dat CD&V en sp.a in no time voor een goedkope en vlot draaiende sporthal gingen zorgen ? Voor de beschuldiging van “niet bepaald collegiaal handelen” in hetzelfde artikel in De Voorbode ? Zien ze ondertussen in dat het én voor de sporters én voor de gemeente om heel wat meer dan een juridisch-technische kwestie ging ? Of weegt het eigen grote gelijk nog altijd zwaarder dan het algemeen belang ?

Ready to serve

Ready to serve

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 organiseerden we met N-VA/PLE voor de eerste keer een brunch, en die traditie zijn we sindsdien blijven volhouden. Al hebben we na de sluiting van Eethuis Rommens wel even moeten zoeken naar een geschikte locatie. Maar in het tenniscentrum T&T hebben we die uiteindelijk wel gevonden. Een verzorgde, lekkere en betaalbare brunch wachtte ons op en maakte het mogelijk om bij te praten met de politieke vrienden. N-VA-kamerlid Peter De Roover was de gastspreker. Hij haalde zijn inspiratie zowaar vooral op het beleidsdomein dat ik (veruit) het beste ken, de werkgelegenheid. Waar de voorbije weken ook wel één en ander rond te doen was, natuurlijk. De Roover is een bijzonder vlot en boeiend spreker, dus dat zat ook wel goed.

Aan T&T komen nu ook buitenvelden, ter aanvulling van de schitterende binnenaccomodatie. Goed voor de uitbater en de tennisliefhebber, maar ik vraag me af of er in Essen niet net iets te veel tennisvelden liggen om ze allemaal even succesvol te houden. Ik hoop maar dat de gemeentelijke velden aan het Sportpark, die uitgebaat worden door de Essense Tennisclub ETC, niet het slachtoffer van het overaanbod worden. Want dan zou de rekening bij het gemeentebestuur terechtkomen. Waar ik bij de aanleg van de velden overigens voor had gewaarschuwd. Dat viel toen in dovemansoren. Eens te meer hoop ik dat ik de bal heb misgeslagen, en dat er ook daar nog lang en gelukkig getennist kan worden. Zoals in T&T.

Let’s go for it !

Let’s go for it !

Terug naar Riga, waar ik in 2011 in de zomer enkele dagen doorbracht. Deze keer met een professioneel doel : een conferentie waaraan de EMCO-vergadering werd gekoppeld. Met bovendien iets lagere temperaturen dan in de zomermaanden, al viel het al bij al nog mee. Het was er eigenlijk niet kouder dan hier, terwijl -15 tot -20° even goed had gekund.

Waarom Letland ? Wel, het land heeft het EU-Voorzitterschap overgenomen van Italië. Na twee Zuid-Europese voorzitters nu dus opnieuw één van de Baltische staten. Een stukje Europa waar niet zo gek lang geleden de Sovjets over regeerden, en alleen al daarom een deel van de Unie dat een speciaal plaatsje inneemt in mijn hart. Met Riga als onmiskenbare hoofdstad, méér dan het overigens ook prachtige Vilnius of Tallinn. Heel veel tijd om de stad te doorkruisen was er niet tussen de vergaderingen door, maar de brede Daugava, een mooi historisch centrum, prachtige art nouveaugebouwen en geslaagde voorbeelden van moderne architectuur (en afzichtelijke maar interessante voorbeelden van Sovjetarchitectuur) liggen nu ook weer niet zo ver van elkaar.

Overigens werd ze niet alleen overschaduwd door een winters wolkendek, maar is de spanning tussen Europa en Rusland hier ook echt voelbaar. Het is goed dat de Unie er zijn vlag net nu stevig plant. Vrijheid, democratie en echte eenheid in verscheidenheid mag de Balten nooit meer ontnomen worden.