Archief van
Maand: november 2014

Luc De Vos 1962-2014

Luc De Vos 1962-2014

Voorlopig gaan we nog even door
Op het lichtend pad, het verkeerde spoor
Mensen als ik vind je overal
Op de arbeidsmarkt, in dit tranendal

En sterren komen, sterren gaan
Alleen Elvis blijft bestaan
Mia heeft nooit afgezien
Ze vraagt: kun jij nog dromen?

In 1993 stond Gorki op het Ambiorexfestival. De dag na het KSJ-kamp, de dag na het overlijden van Koning Boudewijn ook. Rudi zette de foto van dat optreden vandaag op Essen in Beeld. De zon scheen hard, de toekomst lag voor ons.

De Vos schreef mee de soundtrack van mijn jeugd. Een tekstregel uit zijn zeer tijdloze “Mia” haalde mijn eindverhandeling aan de Universiteit Antwerpen en bleek ook een goede “voorspeller” voor mijn latere carrière. Het lied blijft één van de mooiste in het Nederlands – het blijkt ook erg moeilijk om het geloofwaardig te coveren, want verbonden met de unieke stem van De Vos. In zijn versie bezorgt het me altijd een beetje kippenvel, en dat is maar voor drie of vier liedjes in mijn eigen taal weggelegd.

Sterren komen, sterren gaan. Maar sommige gaan te vroeg.

Ei zo na

Ei zo na

De Nacht van de Essense Jeugd in een wat te koude zaal Rex bracht gisteren opnieuw de Essense jeugdbewegingen bijeen. Het goede idee om aan de gemeenteraadsleden te vragen om een handje toe te steken en zo de jeugdwerkers zelf niet opnieuw ook daarmee te belasten, leidde ertoe dat ik met Robin de bonnenverkoop in goede banen mocht leiden. Met veel plezier.

Jasper Van Landeghem leidde de finale van de “Battle der Essense Jeugdverenigingen”. KLJ Hoek ging verdiend met de overwinning lopen. Een mooi bewijs van de veerkracht van die beweging, die het niet altijd even gemakkelijk heeft – en ook van de wijk waarin ze actief is.

Jasper zelf won ook het “Gouden Ei“, de prijs voor verdienstelijk jeugdwerk, zoals we die met de Jeugdraad in 1996 in het leven hebben geroepen. Een meer dan terecht “Ei” voor hem – waarop ik ook zelf een beetje trots ben, meer als oud-KSJ’er dan als N-VA/PLE’er overigens.

Zelf was ik ook genomineerd – hopelijk meer op basis van mijn “cv” in het jeugdwerk dan op grond van wat ik het laatste jaar heb “gepresteerd”, want dat is redelijk beperkt. En de Ronde van Essen won het Ei al in 2009. Ik denk overigens dat de Jeugdraad zich eens moet buigen over het proces van nominatie en verkiezing. Ik zou minstens één van beide meer gestructureerd laten verlopen : ik denk dat de Jeugdraad zelf ofwel uit de nominaties degenen moet selecteren die echt in aanmerking komen voor een Ei, ofwel na de open nominatie een jury aan het werk moet zetten om de winnaar te kiezen. Zonder aanpassing dreigt er vroeg of laat een Koekoeksei uit het gouden nest te vallen…

En dan denk ik aan Brabant…

En dan denk ik aan Brabant…

Ik heb een tijdje geleden een e-mail verstuurd om ervoor te zorgen dat het paadje tussen Stationsstraat en Hemelrijkweg niet ten onrechte het „Rode Beukenpad” zou worden, terwijl het „Rodebeukenpad” moet zijn. Was dat een prioriteit ? Neen, natuurlijk. Ik vind pakweg de heraanleg van Over d’Aa of de bouw van een nieuw zwembad honderden keren belangrijker. Maar moest ik daarom stilzitten ? Het aanpassen van de naam van het paadje heeft het gemeentebestuur natuurlijk ook niet veel moeite gekost. Het is een te gemakkelijke verdediging tegen een wat kleiner, goed voorstel : „Is dat nu een prioriteit ?”. Het antwoord is vaak „Neen, en dat heb ik ook nooit gezegd. Maar gaat het ten koste van iets dat wel een prioriteit is ? Indien niet, wat is dan het tegenargument ?”

Waar wil ik naartoe ? Naar nergens, ik wil hier blijven. Hier, dat is in Midden-Brabant. Want daar situeert onze gemeente zich, zij het redelijk noordelijk binnen Midden-Brabant. Eigenlijk net ten zuiden van Noord-Brabant, zo u wil. Ik vind het dan ook een uiterst welkom voorstel van de Vlaamse Parlementsleden Somers, Van Dijck en Van Den Heuvel om onze provincie ook gewoon de naam „Midden-Brabant” te geven. Het „uittreden” van de stad Antwerpen uit de provincie is daarvoor een mooie aanleiding, maar zelfs zonder die stap hoort het centrale stuk van het historische en hedendaagse Brabant natuurlijk gewoon die naam te dragen. Het is nogal vreemd dat Waver en Oss wel „Brabants” grondgebied zijn, en Essen en Mechelen niet. En het Brabantgevoel, over lands- en taalgrenzen heen kan wel wat versterking gebruiken. Over taalgrens gesproken : wie wel eens in Nispen gaat winkelen beseft ongetwijfeld dat de dialectgrens alvast niet in de Grensstraat ligt…

Volgens mij gaat dit voorstel slagen. Neen, niet onmiddellijk. Eerst moet het stof gaan liggen en moet blijken dat niet het voorstel zelf, maar de karikatuur die ervan wordt gemaakt, te belachelijk is voor woorden. En dan gaat het langzaam insijpelen. Volgens mij is er al minstens één gedeputeerde van de provincie „Antwerpen” die er wél voorstander van is. Het komt er nog van.

Brabanders aller landen, verenigt u !

Rome sweet Rome

Rome sweet Rome

Nadat ik van het Italiaans Voorzitterschap gebruik had gemaakt om Milaan te bezoeken, en van de zomervakantie om naar Napels te trekken, kon ik natuurlijk de kans niet voorbij laten gaan om een weekend in Rome door te brengen. Het was al meer dan tien jaar geleden dat ik nog eens wat „quality time” in die stad had doorgebracht. Een warm herfstzonnetje bleek mijn beloning om dat nu wel te doen.

Rome houdt in een aantal opzichten mooi het midden tussen Milaan en Napels, wat niet mag verrassen natuurlijk. Al is het ook en vooral een drievoudige hoofdstad : van dat Italië van Milaan en Napels, maar ook van het katholicisme. En van een wereldrijk dat ondanks de „val” van vijftien eeuwen geleden nog steeds imponeert en een diepe stempel drukt op het Middellandse Zeegebied.

Ik heb mijn natuurlijke neiging onderdrukt om me op die laatste hoofdstad te concentreren. Dat had ik bij mijn vorige bezoeken namelijk al gedaan. Ik heb wel een belangrijke lacune goedgemaakt, door de catacomben te bezoeken. En daarmee natuurlijk ook de brug gemaakt naar de „hoofdstad” die ik vooral bezocht heb, het Rome van de kerken en de pausen. Zo ben ik voor het eerst sinds de Retoricareis terug naar de Sixtijnse kapel geweest. En heb ik een twintigtal kerken bezocht, waaronder vijf van de zeven die klassiek volstaan voor een volle aflaat – mijn wiskundige ingesteldheid doet me dan vermoeden dat ik voor vijf van de zeven hoofdzonden nu weer helemaal „clean” ben. Ik moet nog kiezen – alle suggesties zijn welkom.

Toevallig was ik ook net op tijd bij het presidentieel paleis voor de wissel van de wacht, die meteen een concert van de militaire harmonie bleek te zijn. Een meevaller dus.

Minpuntje ? Tja, je voelt je in Italië als toerist toch niet altijd welkom. Boze blikken als je geen Italiaans begrijpt horen er blijkbaar ook bij. In de metro een oplossing zoeken voor een automaat die wel zégt biljetten van 20 EUR te aanvaarden maar dat niet doet blijkt niet mogelijk – de suggestie kwam er eigenlijk op neer om dan maar te voet te gaan. En de taxi-chauffeur die dan uiteindelijk het biljet wisselde deed dat met zichtbare en verbale tegenzin. In de bus vragen of die aan je hotel stopt -wat in het Italiaans werd bevestigd- bleek ook niet genoeg om te zorgen dat de bus daar dan ook gewoon stopt. Voor sommigen is dat misschien de charme – het „tegen wil en dank” populaire land, maar ik verkies toch de Griekse aanpak.

Nu, ik mag natuurlijk niet veralgemenen – mijn pogingen om gelato te kopen bleken wel altijd succesvol. En Rome blijft een prachtige, levende en gezellige stad. Dus grijp ik ongetwijfeld de volgende gelegenheid om er enkele dagen door te brengen ook weer aan. Ik moet een aantal musea nog eens uitgebreid van binnenuit bekijken. En die Romeinse ruïnes, die blijven natuurlijk aantrekken…

Weer prijs

Weer prijs

We hebben in de gemeenteraad unaniem beslist om de culturele prijs uit te reiken aan Ivan Janssens. Voor al het werk dat hij in het verzamelen en verspreiden van kennis over de twee wereldoorlogen in onze gemeente heeft gestoken. Een zeer terechte erkenning voor het voormalige sp.a-gemeenteraadslid. Het is dan ook bijzonder jammer dat zelfs dit soort eenvoudige, feestelijke en onomstreden beslissing door het schepencollege in het honderd wordt gedraaid. Hoe kende Essen tot nog toe culturele prijzen toe ? De procedure is eenvoudig : er komt een voorstel, de Cultuurraad wordt geraadpleegd, de gemeenteraad beslist en de prijs wordt uitgereikt. Volgens de schepen van cultuur werd er al enkele jaren gewacht op het geschikte moment om de prijs aan Ivan uit te reiken. Geen probleem dus om het draaiboek netjes te volgen, meer dan tijd genoeg. Hoe komt het dan dat er toch nog een onmogelijke improvisatie nodig was, waarbij het college zelf de beslissing al maar nam, de uitnodigingen liet drukken, de toekenning „ter kennisname” op de gemeenteraad agendeerde, die dan vaststelde dat hij zelf bevoegd is en dus de prijs -die ondertussen al bekend was gemaakt, uiteraard- alsnog zelf toekende ?

Is dat zo erg ? Hetzelfde college is verantwoordelijk voor miljoenenprojecten, stuurt tientallen personeelsleden aan, kent belangrijke vergunningen toe en beslist hoe onze gemeente er binnen één, vijf, tien jaar uitziet. En het acht -dixit de burgemeester in het infoblad- de waarden van de democratie zeer hoog. Een democratie, die nu eenmaal procedures vereist om willekeurige machtsuitoefening tegen te gaan – een aspect dat wel eens vergeten wordt ná dat andere belangrijke aspect van democratie : verkiezingen winnen en meerderheden vormen. Een democratie, overigens, die op dit continent alleen kon overleven dankzij de heel zware offers die net werden gebracht in de oorlogen die Ivan in de herinnering levend houdt. Dus ja, ik vind dat erg. Heel erg eigenlijk. Maar dat zal wel aan mij liggen. Alweer.

Essen tegen de democratie

Essen tegen de democratie

Gisteren besprak de gemeenteraad het voorstel om de procedure stop te zetten die het schepencollege voor de Raad van State heeft ingespannen om het inzagerecht van de raadsleden in te perken. Alle raadsleden van CD&V en sp.a stemden het voorstel zonder verpinken weg. Ik ga hier voor één keer mijn volledige toelichting weergeven…

Voorzitter, collega’s. We zitten hier met 17 (Robin en Anne weren ziek), want in dit debat hoort het college niet tussen te komen en ik hoop dat de collegeleden dat ook beseffen. Alle 17 zijn we verkozen om Essen te besturen. Niet voor onszelf, maar namens de Essenaren. We zijn op gelijke voet verkozen met de 6 of 7 aan die kant, maar de meerderheid van ons heeft hen gevraagd om het dagelijks bestuur op te nemen. Op één voorwaarde : dat we alles mogen weten wat ze doen. Dat we vragen mogen stellen, informatie krijgen en hun beslissingen kunnen controleren. Dat is de deal.

Maar nu hebben zij besloten dat ze die deal in vraag willen stellen. Het college wil proberen om de regels te veranderen.

Misschien vooral voor de mensen in de zaal even de zaak samenvatten. Dit college heeft onlangs een bevorderingsprocedure opgestart. Ik wilde nagaan hoe die verlopen was om te zien of de juiste beslissing werd genomen. In de beslissing bleek de psychotechnische proef cruciaal. Maar die mocht ik niet inzien. De enige informatie die ik kreeg was dat de betrokkene geslaagd was in de proef. Omdat het gemeentedecreet zegt dat ik alle stukken mag inkijken, en omdat het advies van de Vlaamse overheid dat het schepencollege hierover zelf had gevraagd in 2011 zegt dat dit een absoluut recht is, vroeg ik de minister om me wel inzage te geven. Die heeft bevestigd dat het inderdaad om een absoluut recht gaat, en dat ons beroepsgeheim als raadslid de privacy voldoende beschermt.

Het college heeft nu beslist om daartegen in beroep te gaan. Dit college wil dus op kosten van de Essense belastingbetaler via de Raad van State bekomen dat privacy voorgaat op ons inzagerecht, op ons controlerecht. Dit college wil aantonen dat het beroepsgeheim van ons 17 niet volstaat om ervoor te zorgen dat wij persoonlijke en vertrouwelijke informatie voor onszelf kunnen houden. Dit college wil bewijzen dat Brigitte (Quick) wel te vertrouwen is, maar Brigitte (Van Aert) niet. Dirk (Konings) dáár wel, maar Dirk (Smout) hier niet.

Oh, maar het gaat alleen over de privacy van het personeel, hoor ik al. Het college wil alleen maar sommige gevoelige informatie over personeelszaken onttrekken aan de blik van sommige raadsleden. Nu, dat is op zich al erg genoeg. Hoe kunnen wij nu over het personeelsbeleid dat dit college voert oordelen als we de verslagen waarop dat beleid zich baseert niet mogen inzien ? Hoe kunnen we nu weten of de miljoenen euro’s die naar het personeel gaan goed besteed zijn, als informatie daarover opvragen de privacy schendt ? De controle over het personeelsbeleid eindigt dan hier.

Maar het gaat veel verder. De verwijzing naar het arbeidsrecht die zo dadelijk wel naar boven zal komen, die heeft het college onlangs verzonnen en ze houdt geen enkele steek. Natuurlijk mag een werkgever niet zomaar de privacy van zijn personeel schenden. Maar daar gaat het hier niet over : het college zelf kan namelijk de verslagen en evaluaties wel inzien. Wel, zij zijn even veel of even weinig werkgever als wij, de andere raadsleden. Het arbeidsrecht maakt geen verschil binnen de organisatie van de werkgever, daarvoor moeten we terugvallen op het bestuursrecht. En dat is in dit geval heel duidelijk : het inzagerecht is absoluut.

Het gaat dit college duidelijk over veel meer dan het arbeidsrecht. Het gaat over het principe : zij mogen inzage weigeren als zij vinden dat de privacy wordt geschonden. Dat is wat dit college altijd heeft geargumenteerd en dat willen ze nu afdwingen. Niet zolang geleden hadden we het hier over klachten die via email binnenkomen, en ook toen werd hier door het college naar de privacy verwezen, niet van het personeel, maar van de burger. Dit college wil het principe invoeren dat wij 17 geen informatie mogen krijgen die over personen gaat als het college dat wil. Dit college wil aantonen, voor de rechtbank, met gemeenschapsgeld, dat privacy voorgaat op democratie, in het algemeen of toch minstens in de gevallen waar het college dat wil. Zodat wij alle 17 geen informatie over personeel, maar ook niet over bouwvergunningen, milieudossiers, klachten van burgers en vervolgens subsidies van verenigingen en wat nog meer mogen inkijken, als zij dat willen.

Dát wil dit college bekomen : dat het zélf mag bepalen wat wel en niet onder het controlerecht valt. Het college heeft nooit een criterium vooropgesteld om te bepalen wat wel en niet mag. Dat kunnen ze ook niet. Ze willen zelf de lijn kunnen trekken. Niet eens de burger of het betrokken personeelslid, neen : zij zélf. In de brief aan mij gebeurde dat al : er stond letterlijk in wat ik wel en niet mocht controleren. Zij mogen alles weten, en dan bepalen of de info wel geschikt is om aan ons te geven. Een beetje zoals de filmkeuring : geschikt voor alle leeftijden, of niet. Collega’s, hoe je het ook draait of keert, dat is het einde van elke zinvolle controle.

Beng ik dan bang voor de procedure ? Neen, want ik geloof absoluut niet dat het beroep zal lukken. Natuurlijk niet. Maar het alleen al wíllen is voor mij onaanvaardbaar. Want, en dat is belangrijk op te weten, dit gaat niet alleen over onze gemeente. Het college wil een algemene beslissing over de juiste interpretatie van het gemeentedecreet. Dus is dit voor mij de vraag : wil mijn Essen, ons Essen écht de gemeente zijn die op de barricaden gaat staan om álle gemeenteraadsleden in Vlaanderen het controlerecht te ontzeggen ? Is mijn Essen de gemeente die de functie van OCMW-raadslid in de praktijk wil afschaffen – want wat heeft die voor zin zonder persoonlijke dossiers te kunnen inkijken ? Is Essen de gemeente die het in Kapellen onmogelijk wil maken voor CD&V en sp.a om nog vragen te stellen bij het beleid van Open VLD en N-VA ? Die in Antwerpen elke kritische controle op het beleid van Bart De Wever wil ondergraven ? Eerlijk, ik denk niet dat jullie willen dat Essen die rol gaat spelen.

Collega’s, ik wil dat we de procedure bij de Raad van State hier, nu, vandaag stopzetten. Omdat ik het proces „Essen tegen de democratie” niet wil voeren. Dat wil ik mijn gemeente niet aandoen.