Archief van
Maand: september 2016

Waarom moeten wij daar onze energie insteken ?

Waarom moeten wij daar onze energie insteken ?

Op de volgende gemeenteraad moeten we godbetert beslissen over de instap van China State Grid Company in Eandis*. In de pers is de voorbije dagen heel wat discussie daarover ontstaan : is de kapitaalsverhoging waarbij het Chinese staatsbedrijf 14% van de distributienetbeheerder Eandis verwerft wel een goede zaak ? Daarover zijn de meningen verdeeld. Maar één vraag wordt veel te weinig gesteld : hoe is het in vredesnaam mogelijk dat de beslissing daarover niet in het parlement valt, maar in de gemeenteraden ! Denkt er iemand echt dat de 25 raadsleden in Essen -en met ons onze collega’s in de andere gemeenten- in staat zijn om hierover op een onderbouwde manier te oordelen ?

Eerlijk ? De beslissing gaat mijn petje te boven. En ik weet het, er zijn informatieavonden geweest, georganiseerd door Eandis (en dus pro-instap). Ik kon daar jammer genoeg niet op aanwezig zijn. Ik kan wel de kranten lezen. Doe ik ook, natuurlijk. Ik zal er mijn best voor doen. Maar ik vrees dat ik uiteindelijk niet veel verder kan geraken dan een “educated guess”.

Ik hoop dat mijn collega’s het er beter vanaf brengen. Maar eigenlijk hoop ik dat de nationale politiek eindelijk eens de verantwoordelijheid neemt, en vaststelt dat beslissingen over dit soort zaken niet in een gemeenteraad thuishoren. Beslissingen over de brandweer, die hebben ze ons wél uit handen genomen. Daar zijn goede redenen voor. Maar een brandweer beheren, dat konden we eigenlijk nog wel, als gemeenteraadsleden, schepenen, burgemeesters. Een speler op de internationale energiemarkt beheren ? Wel, dat kunnen we dus niet. Punt. Laat dat aan de regering en het parlement over – en kijk eens na of we het niet beter meteen op Europees niveau zouden regelen.

Heer, verlos de gemeenten van hun energiebelangen. Ik heb het hier al meer neergeschreven. Ik blijf het menen. Om het in de religieuze sfeer te houden : laat deze kelk aan ons voorbijgaan.

*Op het moment van de raad zal de ironie van de zin die ik hier neerschrijf overigens duidelijk worden.

Normen en waarden

Normen en waarden

Ik stap uit de politiek. Dat is toch wat iemand mijn moeder vertelde. Die uit de lucht kwam gevallen. Net als ikzelf, overigens. Maar blijkbaar zijn er dus mensen die dit denken. En anderen die het gerucht dus gelanceerd hebben. De wens als vader van de gedachte ? Verwarring tussen de gemeenteraad en… de Ronde van Essen ? Wat er ook van zij, het doet denken aan het bekende citaat van Mark Twain : “The report of my death was an exaggeration”. En dat net nu de burgemeester in de vorige gemeenteraad na een jaar of tien aandringen plots mijn kritiek op de planning van investeringen en de impact daarvan op het budget bleek te onderschrijven…

Overigens is het in onze samenleving zowat onmogelijk om “uit de politiek” te stappen. Er is niemand die niets doet dat een impact heeft op de manier waarop onze samenleving wordt bestuurd. Belastingen betalen. Of niet betalen. Gaan stemmen. Of niet gaan stemmen. Een mening geven. Of dat net níet doen… Het zijn allemaal “politieke daden”. Maar de onverlaat bedoelde wellicht dat ik mijn politiek mandaat zou opgeven of zou stoppen mij te engageren in een politieke partij. Neen hoor.

Dat betekent niet dat ik me geen zorgen maak over “de politiek” zoals die door “politici” wordt beoefend. Het samenspel tussen politici en (ook “sociale” media) heeft ertoe geleid dat de omgangsvormen zeer sterk verhard zijn, en dat electoraal gewin wordt nagestreefd met middelen die ethisch niet te verantwoorden zijn. Een politiek tegenstander een “verrader” noemen, of een “misdadiger” die moet opgesloten worden (zoals Donald Trump over Hillary Clinton beweert)… het is niet nieuw, maar het lijkt mij veel meer dan vroeger aanvaardbaar te zijn. Politici en anderen omwille van hun mening uitschelden en bedreigen (bij voorkeur anoniem)… het mag niet, hoor, maar wie komt er op voor de tegenstander die persoonlijk wordt getackeld ? Het net iets chargeren van een genuanceerde mening behoorde altijd tot de retorische technieken, maar insinueren dat iedereen die het migratiebeleid wat wil verstrengen een “nazi” is, en iedereen die wat meer wil herverdelen Pol Pot achterna gaat, het lijkt me vandaag veel frequenter dan voordien. Zogezegd omdat we op zoek gaan naar de “ware beweegredenen” achter de politicus of zijn/haar partij. Misschien zijn die beweegredenen wel enigszins genuanceerd. Waarom geloven we iemand niet die zich een sociaal-democraat, een centrum-rechts democratisch nationalist, een sociaal-liberaal of christendemocraat noemt ? Of een moslim voor wie de islam een religie is die wél in een seculiere staat moet passen ? En waarom geloven we niet dat iemand ook na verloop van jaren een mening kan bijstellen, of een ongelukkige uitspraak wel degelijk in perspectief kan plaatsen.

Hebben “we” dat zelf mee gezocht ? Ja, natuurlijk. Want chargeren helpt om de boodschap in beeld te brengen. Op korte termijn brengt het soms op om de splinter in andermans oog dusdanig uit te vergroten dat de kiezer naar jou overloopt (om pas later de spreekwoordelijke balk te ontwaren). Het ergste vind ik de omgang met de waarheid waarvan we bijvoorbeeld in het Britse referendum getuige zijn geweest : manifest foutieve beweringen worden soms zo veel eenvoudiger geloofd dan complexe realiteiten. Maar hebben we dan niet de plicht om dat net uit te leggen, eerder dan een karikatuur van de waarheid te maken ? Die “post-waarheid” aanpak leidt vervolgens tot beloften waarvan op voorhand geweten is dat die niet haalbaar zijn. Ook van alle tijden ? Wellicht wel, maar opnieuw bekruipt mij het gevoel dat de ballonnetjes veel minder dan vroeger worden doorprikt. Dat het doel veel meer dan voordien de middelen heiligt. Ook het in vragen stellen van de legitimiteit van verkozen politici door andere politici is problematisch. Je kan tegen een beslissing van de regering, het parlement of de gemeenteraad zijn (en dat laatste overkomt me wel eens) maar als die beslissing op de correcte manier genomen is en de normen respecteert (en dat laat ik bij gelegenheid al eens aftoetsen, dat mag namelijk), dan moeten ze wel uitgevoerd worden. Anders komen we in de anarchie terecht. De burgemeester doet het misschien niet goed, maar zij of hij is wél de burgemeester. Tot we er een andere kiezen.

Dat alles ondermijnt het vertrouwen en het geloof in de democratie, en daarmee uiteindelijk de democratie zelf. Misschien moeten we opnieuw met alle democratische politici een “cordon sanitaire” aanleggen. Niet rond een bepaalde partij, maar rond bepaalde praktijken. Iemands beweegredenen ongegrond in vraag stellen. Iemand zomaar op haar/zijn privéleven, uiterlijk, afkomst, rijkdom, verleden, … taxeren in plaats van op zijn menig of beslissingen. De waarheid niet zomaar duiden, maar geweld aandoen. Zaken beloven waarvan we manifest weten dat ze niet te realiseren zijn. Ideeën afschieten omwille van de persoon die ze aanbrengt, in plaats van de inhoud van het voorstel. Oppositievoeren (of de personen die het doen) minachten en aan de macht blijven als enig doel nastreven, de eenvoudige vaststelling dat een democratie niet zonder oppositie kan (een dictatuur wel) veronachtzamend. Tegenstanders iets ergers toewensen dan een (stevige) verkiezingsnederlaag. Om maar een aantal gedragsregels te noemen.

Neen, gemakkelijk wordt het niet. Zowel mijn analyse als mijn lijstje aanbevelingen zijn bovendien ongetwijfeld voor discussie vatbaar (ze klinken als “vroeger was alles beter”). Toch denk ik dat we moeten durven nadenken over wat “aan politiek doen” in een democratie wel en niet betekent. En dat ook aan het publiek uitleggen. Voor het te laat is. En voor “les dégoûtés s’en vont”. Want we weten allemaal wie er dan overblijft.

Ik ook.

Eenvoudige verdwijning

Eenvoudige verdwijning

Dat begin juni mijn laptop werd gestolen, kon u hier al lezen. Ik heb die nog altijd niet terug. Ik heb er wel een nieuwe gekocht, wegens onmisbaar. Opnieuw dezelfde, maar nog lang niet alles werkt ook echt opnieuw zoals voorheen. En ik ben meer kwijtgeraakt (emails vooral) dan ik had voorzien. Het backupsysteem bleek niet goed te hebben gewerkt. Dat is nu alvast beter ingesteld.

Wat ik er toen niet bijschreef, is dat ik mijn laptop had verzekerd tegen diefstal. Althans, dat dacht ik. Ik sloot een “@rtronic”-polis af bij DVV. Op hun website staat “Stel u voor dat uw laptop gestolen wordt…”. En dat bleek ik mij te kunnen voorstellen. Jammer genoeg gebeurde het vervolgens ook echt.

Maar voor DVV is mijn laptop niet gestolen. Het gaat hier niet om diefstal. De verzekering hanteert daarvoor namelijk een eigen definitie. Er moet sprake zijn van geweld of bedreiging. Ik vind het erg vreemd dat je een algemeen gebruikt begrip zomaar zelf kan definiëren. Wie een “paard” definieert als een beest op twee poten dat eieren legt, moet zich toch niet helemaal kiplekker voelen. Ik vind het nog vreemder dat dit kan met een begrip dat in de wet vastligt. Artikel 461 van het Strafwetboek zegt namelijk dit : “Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal.” En dat lijkt nu net te zijn wat mij overkwam.

Maar mijn laptop is niet het voorwerp geworden van een diefstal. Volgens DVV gaat het om een “eenvoudige verdwijning”. Ik heb al gevraagd hoe dat dan in zijn werk gaat. Wellicht is mijn laptop (met de tas die er omheen zat en alles wat daar nog in terug te vinden was) plots in rook opgegaan. Of is er enige magie aan te pas gekomen. In afwachting van een betere hypothese ga ik er nochtans vanuit dat het toestel door iemand werd meegenomen. Hoe noemen we dat dan ? Ah ja, diefstal.

Ik blijf vinden dat een verzekering tegen diefstal moet uitbetalen bij diefstal. Ik vind ook de reclame die DVV voert op zijn minst misleidend. Ik ben dus vooralsnog niet van plan om het zomaar hierbij te laten. En ik hoop maar dat niemand die zich verzekert tegen “waterschade” ooit moet ontdekken dat het alleen schade door gedistilleerd water betreft. Of dat een autoverzekering alleen groene auto’s dekt. Of zoiets.

En mocht iemand ooit nog eens mijn laptop willen stelen, dan moet ik de betrokkene verzoeken om mij eerst op mijn gezicht te slaan of daar minstens mee te dreigen. Waarvoor alvast mijn dank !