Archief van
Maand: oktober 2009

Jammer

Jammer

Patrik Vankrunkelsven heeft aangekondigd dat hij stopt met nationale politiek, en dat kan ik hier niet zonder commentaar laten voorbijgaan.

Patrik was -neen, is- één van de mensen die mij in de politiek heeft geïnspireerd. Het programma dat hij bij de stichting van Spirit uitschreef, is nog steeds het politieke programma waar ik mezelf het best in terugvind. En ook als mens waardeer ik hem enorm. Ik heb hem nooit gesproken. Eén keer heb ik hem gemaild, waarop hij me toen heeft geantwoord. Het was bij zijn overstap naar de VLD. Hoewel zijn antwoord doordacht en overtuigd overkwam, vond ik toen dat hij zich vergiste. Patrik hoorde niet thuis bij de VLD (in tegenstelling tot sommige andere ex-VU’ers die er wel op hun plaats zitten, overigens) – al lijkt het erop dat een bepaalde links-liberale stroming er wel een beetje een thuis heeft gevoeld. Het geeft een vreemd gevoel te lezen dat hij vandaag stelt dat hij zich toen misschien wel heeft vergist. En waren wij, de overblijvers, mét hem wel op hetzelfde dood spoor als vandaag beland ? Het blijft voor altijd een open vraag.

Opmerkelijk bij zijn vertrek is de verwijzing van Vankrunkelsven naar de “nestwarmte” van de VU die hij later niet heeft teruggevonden. Het belang van die “nestwarmte” voor het politieke landschap (op verschillende niveaus) wordt soms onderschat. Zelf werd ik daar vorige zaterdag op een cursus “copywriting” aan herinnerd. De (zeer nuttige en erg goed gebrachte) lessen waarvan ik hier regelmatig feestelijk zal blijven negeren. Selectief, uiteraard. En elders wellicht veel minder…

Overigens zijn de commentaren van Rik Van Cauwelaert en sommige anderen, ook op basis van persoonlijke aantijgingen, beneden alle peil. Vankrunkelsven heeft fouten gemaakt (wie niet ?) maar ik vond hem een degelijk en inspirerend VU-partijvoorzitter en een bekwaam sociaal-liberaal parlementslid. Zijn afscheid is een verlies voor de Vlaamse politiek.

Essen – Europa

Essen – Europa

Ik probeer mijn agenda zo te organiseren dat ik voor de gemeenteraad in Essen kan zijn. Dat lijkt me maar normaal als raadslid. Maar ik heb natuurlijk ook een baan, en die stuurt mij soms naar het buitenland. Ik heb daar wel een zekere invloed op, en dus kan ik het vaak vermijden. Deze keer lukte het niet, en dus miste ik de raad. De agenda stelde gelukkig (andermaal) niet zo veel voor, maar ik zou uiteraard graag de aanstelling van een nieuw raadslid en een nieuwe schepen hebben bijgewoond. En er stonden ook “financiën” op het menu, mijn favoriete politieke gerecht.

Maar ik zat dus in Zweden. Alweer, want dat land heeft de voorzittershamer van de EU in handen. Nu, Stockholm is een heel aantrekkelijke stad. Ik hou van Noord-Europese steden, en de Zweedse hoofdstad heeft een zeer charmant oud stadscentrum. We hadden bovendien wel wat tijd om wat rond te wandelen. Het “Employment Committee” is bovendien een belangrijk deel van mijn werk, en de plenaire vergadering van dat comité is vaak ook erg interessant. Deze keer vooral omwille van een goed merkbaar conflict tussen enkele hoofdrolspelers – of hoe helemaal niets zeggen in een vergadering soms dodelijk efficiënt kan zijn. Gelukkig vaak ook dankzij de inhoud van de discussies, en omwille van de altijd leerzame en veelal ook aangename internationale contacten. Bovendien was er één specifieke reden waarom ik er deze keer best bij was, maar daar kom ik wellicht later nog wel eens op terug.

Eigenlijk zijn Essen en Europa de twee beleidsniveaus die mij het meest boeien, en ik ben blij dat ik in allebei een rol kan spelen (uiteraard op het ene niveau nog wat kleiner dan op het andere). Dat ze soms even in conflict komen, neem ik er dan maar bij. Ik geloof dat het lokale en het Europese niveau nu, maar vooral in de toekomst, een doorslaggevende invloed (zullen) hebben op de manier waarop onze maatschappij werkt, de manier dus waarop wij leven. Ze verdienen allebei sterke bestuurders, met een visie en een democratisch draagvlak. En gedreven ambtenaren. Ik hoop dat ik daar een klein steentje aan mag bijdragen…

Neen, maar…

Neen, maar…

Referenda. Ik heb er een wat dubbelzinnige verhouding mee. Ik ben een principieel voorstander, maar ze vragen om een stuk “opvoeding” en “discipline” bij de kiezer, om ervoor te zorgen dat het referendum over het eigenlijke onderwerp gaat. En ook met de vraagstelling kan er heel wat mislopen. Zo kan een weldenkend mens zich natuurlijk afvragen waarom de Ieren eerst tégen het Verdrag van Lissabon waren, en enkele weken geleden plots vóór. Gelukkig maar, voor de werking van de EU. Maar er zit uiteraard een vreemde nasmaak aan.

Al bij al vind ik het referendum over de Oosterweelverbinding “Lange Wapper” nog redelijk zuiver, ondanks het gesteggel over de vraagstelling. Het is niet verworden tot een “voor” of “tegen” de Antwerpse meerderheid, want die is zelf zeer verdeeld. En ondanks de stemmingmakerij worden er al bij al vrij redelijke argumenten aangehaald. De “bochten” die diverse politici en partijen maakten waren niet allemaal even fraai (sommige wel in het kunstschaatsen, wellicht) maar zijn nu ook weer niet zo onredelijk. Er is in dit verhaal nu eenmaal op gezette tijdstippen nieuwe informatie opgedoken. Vooral, maar niet alleen, onder impuls van de twee actiegroepen (Ademloos en StRaten-Generaal) die voortreffelijk werk hebben verricht – ze hebben bewezen dat weinig mensen een groot verschil kunnen maken als ze een draagvlak kunnen activeren, en dat is verheugend voor de gezondheid van de democratie in Vlaanderen (en bemoedigend voor ondermeer het Actiecomité Lijn 12). Aan de andere kant is de BAM er –wegens arrogantie van de macht die níet bij een democratie past- er niet in geslaagd om een nochtans niet zo slecht dossier behoorlijk te communiceren.

In een referendum is het natuurlijk essentieel om te weten wat de gevolgen van een stem zullen zijn, dus hoe een bepaald resultaat zal worden geïnterpreteerd. Dat is voor een deel altijd koffiedik kijken, en dus ook hier. Maar het lijkt erop dat er wat asymmetrie geslopen is in de interpretatie : een “ja” zal volgens mij worden gezien als een quasi blanco cheque voor de BAM-plannen. Die zijn gedurfd (en Antwerpen verdient echt wel wat meer “opvallende architectuur”) maar zeer onvolmaakt, en onduidelijk op het vlak van de consequenties voor de omwonenden van de geplande infrastructuur. Een “neen” opent de deur voor veel meer nuances (tenzij een al te sterk “neen” dat wellicht ook weer te veel het Arup-Sum-traject zou promoten). Bij afweging, en overeenkomstig het standpunt dat ik als kandidaat bij de Vlaamse verkiezingen innam, zou ik “neen” stemmen. Het ideale resultaat zou ik een hoge opkomst vinden, en een niet te ruime meerderheid (laat ons zeggen rond 55%) voor “neen”. Al heb ik natuurlijk niet de pretentie om een stemadvies te geven aan de mensen van “’t Stad” ! Die zijn verstandig genoeg om zelf te beslissen.

Mijnheer de president

Mijnheer de president

Ik ben in de kleinste EU-Lidstaat beland, het eilandenstaatje Malta. Ik zou liever in Essen zijn geweest de voorbije dagen, voor het afscheid van Gino. Maar een kalender doet niet altijd wat je zou willen. Ik ben hier voor een seminarie georganiseerd door de Raad van Europa (niet te verwarren met de instellingen van de EU : de Raad van Europa verenigt 47 landen uit een erg breed gedefinieerd “Europa”, van IJsland tot Rusland). Het seminarie is er niet in geslaagd om me van de eigen relevantie te overtuigen, en de RvE in het algemeen (ook niet te verwarren met de Ronde van Essen…) is er al evenmin in gelukt om zijn meerwaarde op het domein van werkgelegenheid en sociale zaken aan te tonen, binnen een door de EU, de OESO en de ILO sterk bezet internationaal speelveld. Maar één van de twee basisteksten en enkele elementen uit de discussie erover hebben me toegelaten een aantal verbanden te leggen tussen verschillende recente (en nog in opmaak zijnde) publicaties. Er zou een stevige tekst van moeten komen, al moet ik daarvoor nog heel wat puzzelstukjes in elkaar passen…

Ondertussen heb ik ook een blik kunnen werpen op Malta. De nogal beperkte rechtstreekse vliegverbindingen met Brussel maakten dat ik mij een ochtendje flaneren kon permitteren. Langs de zee, die op dit eiland uiteraard nooit ver weg is. Ik hou van de zee, dus dat is een meevaller. Ideaal om onder een zomers (!) zonnetje even uit te waaien. Aan de andere kant van het water maakt het Britaliaanse Malta een wat bizarre indruk op mij. Er wordt links gereden en de eerste taal (de facto) is het Engels. De opeengepakte huizen geven een indruk van overbevolking, en het geheel doet me denken aan Torremolinos en Beiroet. Wat op zich ook vreemd is, want ik ben in geen van beide plaatsen ooit geweest…

De vervreemding werd wat mij betreft overigens nog in de hand gewerkt door het bezoek, in het kader van het seminarie, aan Zijne Excellentie Dr. George Abela, president van de republiek Malta. Meteen het eerste staatshoofd dat ik de hand heb geschud, ook al regeren pakweg Patrick Janssens en a fortiori Cathy Berx over een groter gebied met meer mensen. Maar “president” klinkt uiteraard net iets indrukwekkender dan hun titel. De man slaagde er wonderwel in om zijn attractiegehalte achter enige oprechte belangstelling en een vleugje zelfrelativerende harmonie te verbergen. Al had het geheel voor hem ongetwijfeld een zeer hoog “bloempotgehalte”, om het met Dehaene te zeggen. Groot pluspunt was dat we een bezoekje aan het presidentieel paleis konden brengen buiten de normale openingsuren, met ondermeer een prachtige zaal met (Franse, geen Vlaamse) wandtapijten.

Op het terras van mijn hotelkamer -zeg maar suite-, met zicht op de Middellandse Zee (en op kosten van de RvE, overigens) heb ik ook de laatste hoofdstukken gelezen van “The Black Swan – The Impact of the Highly Improbable”, een boek van de Libanees Nassim Nicholas Taleb. Het laatste van een reeksje Engelstalige boeken die ik onlangs kocht bij Waterstone’s in Brussel – zowat een dag nadat ik het bestaan van die winkel vernam; ik kende wel die in Amsterdam, maar daar kom ik natuurlijk niet elke dag. Het (in essentie filosofische) boek is een bijzonder goed geschreven maar keiharde aanval op de economische wetenschap (vooral op de modelbouw en de econometrie) en op (het gebruik van) de statistiek. Ook de historici worden niet gespaard. De kernthese is dat die beroepsgroepen –en overigens mensen in het algemeen- onvoldoende (d.i. omzeggens geen) rekening houden met de mogelijkheid van onverwachte maar zeer ingrijpende gebeurtenissen, de “zwarte zwanen” (vooraleer Australië werd ontdekt hield niemand er rekening mee dat er zwarte zwanen zouden kunnen bestaan, en iets dat niet bestond werd spreekwoordelijk een zwarte zwaan genoemd). Het boek is geschreven vóór de economische crisis, en toch wordt die er min of meer in aangekondigd. Een “must-read” voor een economist/statisticus, vooral om al wat enigszins naar een (middel)lange termijnvoorspelling neigt zeer sterk te leren relativeren. Al haalt het niet alles onderuit dat het pretendeert onderuit te halen : het blijft zinvol om verklaringen en correlaties in het heden en verleden te zoeken. Als je ze maar weet te interpreteren.

Rechtgezet

Rechtgezet

Het Gemeentgedecreet geldt ook in Essen ! Ik had daar wat twijfels over gekregen, omdat er niet was ingegrepen tegen de constructie die werd opgezet voor de viering van “Essen-850”. In plaats van de regels te volgen werd daarvoor immers een volstrekt private vzw gecreëerd door enkele leden van het schepencollege en enkele personeelsleden. Volgens mij kon dat niet, maar voormalig minister van binnenlandse aangelegenheden Keulen had het toch goedgekeurd, weliswaar met een “wait and see”-houding, en enkele nuances.

Maar zelfs die werden niet gerespecteerd, zo bleek enkele maanden geleden uit het niet-ontvankelijk verklaren van een door onze fractie ingediend agendapunt : volgens het college was de vzw “Essen-850” zo privaat dat er zelfs geen vragen over konden worden gesteld in de gemeenteraad. Dat riep bij ons nieuwe vragen op : als ze helemaal privaat is, mogen de leden ervan (in casu de schepenen) dan zomaar zelf beslissen om er geld aan uit te keren ? En als dat niet het geval is (zoals Keulen eigenlijk aangaf), dan mogen we toch vragen stellen ?

We vroegen duidelijkheid : Dirk diende een klacht in. En minister Bourgeois besloot nu dat uit de praktijk wel degelijk is gebleken dat de regels overtreden zijn en dat de volledige procedure voor een “extern verzelfstandigd agentschap” gevolgd had moeten worden – net wat wij van bij het begin hebben beweerd. Dus kan de vzw niet verder functioneren zoals nu. Dat maakt het lastig, maar dat kan ons natuurlijk niet verweten worden : wij hadden van bij het begin gepleit voor de correcte procedure, die ook voor meer transparantie in het financieel beleid en het personeelsbeleid van de vzw zou hebben gezorgd. We moeten eens even bekijken hoe het nu verder moet. Binnen de grenzen van de wet, maar liefst op een pragmatische manier zodat het feestjaar vlotjes kan worden afgerond.

“Essen-850” was immers mooi, met de stoet, de Expo en Plopsaland als hoogtepunten. Maar het blijft jammer dat het via een onwettelijke vzw en zonder inspraak of controle van de oppositiepartijen (dus de vertegenwoordigers van de helft van de bevolking) is moeten gaan. Daarmee zal er voor altijd de zweem over hangen dat het geheel óók tot meerdere eer en glorie van de meerderheidspartijen moest dienen.

Overigens vind ik het ergens jammer dat het (correcte) besluit werd getroffen door een N-VA-minister. Sommigen zullen dat partijpolitiek interpreteren. Ten onrechte : de klacht van Dirk werd ingediend toen Keulen nog minister was en vooraleer duidelijk werd naar wie zijn bevoegdheid zou gaan. De enige vraag die we zijn kabinet hebben gesteld, dat mag wat mij betreft geweten zijn, is het verzoek om de termijnen in het oog te houden. En ik ben er tenslotte van overtuigd dat eender welke minister vanuit het oogpunt van “goed bestuur” dezelfde beslissing had moeten treffen.

Ceci n’est pas un train

Ceci n’est pas un train

Het station van Essen, iets na zeven op een maandagmorgen. Er staat géén treinstel, en dan weten we al hoe laat het is : de drukste trein van de ochtendspits rijdt niet. Bovendien blijkt ook de P-trein die er net aan voorafging niet te zijn uitgereden. De omroeper kondigt een alternatief aan : de Beneluxtrein (Amsterdam-Brussel) zal in Essen stoppen. Zeer jammer voor de reizigers in Kalmthout en verder, maar voor ons toch al een oplossing. De omroeper herhaalt de mededeling een keer of vijf, na een tijd stelt hij bovendien ook nog een stop in Kapellen in het vooruitzicht. De IC-trein rijdt het station binnen, houdt halt, opent de deuren niet en rijdt dan door. Dat leidt in eerste instantie vooral tot grote hilariteit bij de reizigers (ook bij mij, zie de foto die toevallig reiziger Stefaan Denewet maakte). Dat de eerste reactie geen verbazing en woede is, zegt op zich al heel veel over de NMBS…

Net de dag voordien startten we een bevraging met het Actiecomité, om te weten hoe onze petitie-ondertekenaars denken. Toen we die planden, vermoedde ik dat we eruit zouden leren dat de gemiddelde Lijn 12-reiziger redelijk tevreden is, weliswaar met enkele belangrijke overblijvende bekommernissen. Maar de chaos op de lijn in de voorbije weken beslist er (terecht) natuurlijk anders over : met deze “dienstverlening” kan eigenlijk niemand tevreden zijn.

We verstuurden meteen een persbericht, dat ondertussen op redelijk wat media-aandacht mocht rekenen. Hopelijk lukt het ons (opnieuw !) om de spoorwegmaatschappij wakker te schudden. De IC N –die zijn komst voor een belangrijk deel aan ons Actiecomité dankt, daar ben ik van overtuigd- is op zich een goede verbinding, met comfortabele treinen; Maar die moeten natuurlijk wel rijden, en liefst nog op tijd ook ! En de andere Lijn 12-bekommernissen mogen evenmin vergeten worden. We blijven eraan werken en rekenen op gezond verstand bij de spoorwegtop. Al lijkt het wel of daar vooral René Magritte als het na te volgen model geldt !

Schepen

Schepen

Ik zit in Zweden voor mijn werk, maar mijn gedachten zijn niet hier. Ik vernam deze morgen het overlijden van Gino Veraart. Tijdens mijn vorige buitenlandse werktrip, naar het Italiaanse Tivoli, heb ik voor hem een kaars aangestoken in een lokaal kerkje. Dat zou hij een redelijk belachelijk idee hebben gevonden. Zoals wel meer ben ik het daarover volstrekt met hem eens…

Vorige week, tijdens de gemeenteraad, vond iemand het nodig om bij de rondvraag terug te komen op een punt dat tijdens de zitting al was behandeld. Gino en ik wisten van elkaar dat we dat ergerlijk vinden. We wisselden automatisch een schouderophalende blik van verstandhouding uit. Vreemd dat ik nu al zeker weet dat dit op zich banale voorvalletje me heel lang gaat bijblijven. De volgende keer zal ik in de leegte moeten kijken.

Natuurlijk voel ik in de eerste plaats mee met Leen, met zijn moeder en ook met zijn vader en oud-OCMW-collega Cois, die (terecht) heel trots was op het politieke parkoers van zijn zoon. Dat is dan ook indrukwekkend : Gino werd heel jong verkozen in de gemeenteraad, maar vond er heel snel zijn weg en stapt na enkele jaren succesvol in de nochtans niet zo kleine voetstappen van sp.a-fractievoorzitter Helmut Jaspers. Na de vorige verkiezingen –dag op dag 3 jaar geleden- werd hij eerste schepen. Van zolang ik de Essense politiek volg is hij de sterkste schepen die ik heb gekend. Hij had het in zich om op een dag een degelijke burgemeester van Essen te worden. Niet meer maar ook niet minder.

In die negen jaar trokken we vaak samen op, en dan was hij een sterke medestander. Soms stonden we tegenover elkaar, maar daarbij had ik meer dan eens het gevoel zoals dat ook in het voetbal of andere sporten voorkomt : tegen een sterke tegenstander konden we allebei wat meer. Af en toe werd het daarbij wel eens hard, en ik hoop dat dat bij degenen die hem dierbaar waren niet verkeerd is overgekomen. Ook de laatste maanden niet. Ondanks zijn ziekte hebben we hem niet altijd gespaard. Omdat ik (met mijn N-VA/PLE-collega’s) ervan overtuigd ben dat hij dat ook absoluut niet zou gewild hebben.

Ik heb altijd veel respect voor hem gehad, en ik geloof dat hij er hetzelfde over dacht. Gino verstond de kunst om een dossier niet alleen te begrijpen en te beheersen, maar ook om het politiek en strategisch te vertalen én om zinvolle inbreng van anderen (van waar het ook kwam) te herkennen en te verwerken. Velen met meer ervaring, ronkender titels of een groter pakket diploma’s zouden er een puntje aan kunnen zuigen. En de moed waarmee hij de laatste maanden aan politiek is blijven doen, de manier waarop hij zelfs vorige week nog naar de toekomst van Essen durfde kijken, was heel indrukwekkend.

Neen, ik ga hem niet heilig verklaren, want dat zou hij wellicht een nog belachelijker idee hebben gevonden. Maar je hebt het verdorie goed gedaan, Gino. Heel goed.

Gisterenavond bezochten we hier in Stockholm het Vasamuseet. Dat is een uniek museum waar een volledig schip bewaard wordt dat in 1628 te water werd gelaten. Toen het grootste schip van de machtige Zweedse vloot. Veelbelovend, maar het was amper de haven uit toen het zonk – onbegrijpelijk natuurlijk. Pas in de twintigste eeuw werd het terug boven water gebracht. Nu is het bepalend voor de identiteit van Stockholm. De impact van de Vasa vandaag is veel groter dan die van alle andere 17e eeuwse Zweedse schepen samen.