Archief van
Jaar: 2015

Mevrouw de voorzitter

Mevrouw de voorzitter

In 2016 krijgt de gemeenteraad een nieuwe voorzitter. Nathalie Claessens verhuist naar Kalmthout en geeft de voorzittershamer door. Nathalie had een andere stijl dan haar voorganger, en ik mocht Guy Luyten die de hamer van 2007 tot 2012 hanteerde wel. Nathalie hield zich meer op de achtergrond en probeerde minder het debat te “leiden”. Maar ze deed dat wel efficiënt en met de glimlach. Ze liet zich duidelijk sterker dan Guy leiden door de instructies en belangen van haar eigen partij, maar zat de raad wel voor met respect voor ieders mening en persoon. Ik had haar graag wat meer in het debat zien gaan, maar dat kon als voorzitter natuurlijk niet – ik denk dat we soms van haar steviger weerwerk hadden kunnen krijgen dan we nu van de CD&V-fractie moeten incasseren. Haar vertrekt is een verlies voor CD&V, en voor de Essense politiek in het algemeen. Het ga haar goed bij de zuiderburen.

Volgens de krant heeft CD&V al een opvolger gekozen. Ik hoop dat de meerderheidspartijen goed hebben nagedacht over het profiel en de rol van de gemeenteraadsvoorzitter. In zichzelf respecterende parlementen (in Nederland of Groot-Brittanië, bijvoorbeeld) is het de gewoonte dat de voorzitter uit alle leden, bij geheime stemming en zonder partij-instructies, wordt gekozen. Na een discussie over de verwachtingen ten aanzien van hem of haar. Ik vind het jammer dat dat bij ons niet kan. Ik denk dat ik in de huidige gemeenteraad wel enkele mensen zie die ik geschikt acht voor de voorzittersrol. Vooral op de CD&V-banken trouwens. Maar ik vermoed dat ik andere inzichten heb dan de CD&V-partijleiding.

Een voorzitter uit de oppositie zou trouwens ook perfect moeten kunnen. Ikzelf wellicht niet, want ik neem aan dat de meerderheidspartijen mij niet meteen in die rol zouden vertrouwen. Al zou ik het bijzonder boeiend vinden om te proberen de gemeenteraad voor te zitten zoals ik mijn EU-comité voorzit : in een voortdurende poging om een zo groot mogelijke consensus te vinden, zonder dat die zoektocht de besluitvorming te veel mag afremmen. Met een stemming als een theoretische mogelijkheid (dat is belangrijk) maar zonder daar al te snel actief gebruik van te maken. Het zou natuurlijk niet altijd lukken in de politieke setting die de gemeenteraad nu eenmaal is, maar ik ben ervan overtuigd dat een voorzitter die actief probeert om compromissen te vinden, om zinvolle invalshoeken te combineren, om de confrontatie af en toe te ontmijnen ook nuttig zou kunnen zijn.

Een gemeenteraadsvoorzitter moet een goede ceremoniemeester en een neutrale scheidsrechter zijn. Maar een beetje méér zou ook interessant zijn…

Gorillas in the Mist

Gorillas in the Mist

Een vroege gemeenteraad, zodat er tijdens de eindejaarsfeesten aan het Heuvelplein niet meer over plannen en budgetten moet worden gedebatteerd. Sinds de invoering van de “Beheers- en Beleidscyclus” zijn de begrotingsdebatten in de raad een stuk korter geworden. Vroeger deden we daar elk jaar twee dagen over, nu duurt de budgetbespreking niet veel langer dan een andere raadszitting. Dat komt omdat er volgens de BBC-filosofie op hoofdlijnen moet worden bestuurd. Vroeger was de begroting inderdaad een ideale aanleiding om het hele beleid te screenen. Het college kreeg tientallen vragen, en zorgde vaak -op de tweede dag- ook voor degelijke antwoorden. Als raadslid een ideale manier om helemaal bij te zijn en om het controlerecht effectief uit te oefenen.

Vandaag leer je in de BBC-documenten zo goed als niets over het beleid. Dat komt omdat onder BBC alleen over het “prioritaire” beleid echt moet worden gerapporteerd. Dat lijkt zinvol, want dan moet de raad zich niet buigen over de aankoop van balpennen. Maar dat deden we vroeger ook niet, al stond die post wel in de documenten. Ik herinner me weinig of geen futiele vragen in de raad – aan de discussie ging immers altijd een emailuitwisseling vooraf die detailvragen netjes “opruimde”.

Elke gemeente, elk schepencollege dus in de praktijk, kiest zelf wat het prioritair beleid is, en welke projecten daarin thuishoren. Als dat er heel weinig zijn, moet er ook over heel weinig worden gerapporteerd. En dus besloot ons college dat er in Essen zo goed als niets prioritair is. Er staan wel ronkende titels boven de “prioritaire” beleidsdomeinen, maar de inhoud ervan staat totaal niet in verhouding tot de ambities. Zodat alle cijfers uiteindelijk bijna uitsluitend gaan over het “overig beleid”. Alsof iemand er iets aan heeft te weten hoeveel miljoenen euro’s er in het beleidsdomein “leven” worden uitgegeven.

Legt BBC dan geen andere verplichtingen op ? Jawel, voor dat prioritair beleid moeten ook indicatoren worden uitgewerkt. Cijfers waarmee kan gemeten worden of de doelstellingen worden gehaald. Maar daar maakte het college bij de opmaak van het Meerjarenplan nauwelijks of geen werk van. Want BBC legt wel verplichtingen op, maar voorziet geen sancties. Na twee jaar aandringen heb ik dan maar zelf een voorstel van indicatoren -die naam waardig- uitgewerkt. Vanuit mijn professionele achtergrond was ik dat ook aan mezelf verplicht, vond ik. Met mijn voorstel wil ik vooral aantonen dat het college in 2013 dat gewoon zélf ook had gekund. Ik heb er wel wat werk in gestoken, maar dat meet zich in uren, niet in dagen. Met een ambtenarenapparaat van meer dan 100 mensen en met zeven vol- of halftijdse collegeleden had men dat aan het Heuvelplein toch echt wel zelf gekund ?

De bewuste ondoorzichtigheid in het budgetproces wordt nog versterkt door allerlei activiteiten onder te brengen in nevenconstructies, met het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) als beste voorbeeld. Ik heb me daarom ook verzet tegen de oprichting van een nieuwe vzw om de turnhal te realiseren. Ik hoop dat die hal er snel komt, overigens, het gaat me enkel om het juridische kader en de financiële constructie die wordt opgezet. Gaston sprak me tegen : het is niet de bedoeling van het college om rechtsfiguren uit te werken die de transparantie verhinderen. Hij klonk overtuigd, en misschien deelt hij zelfs een beetje mijn bekommernis : het is voor hem ongetwijfeld eenvoudiger om het overzicht te houden, maar soms maakt het ook het leven van het college en de administratie moeilijker. Voor het AGB moet een afzonderlijk budget worden opgemaakt, moeten afzonderlijke vergaderingen worden bijeengeroepen (binnen de wettelijke termijnen), moet een aparte boekhouding worden gevoerd… Hetzelfde geldt voor de vzw Kobie. Nog eens een vzw erbij is misschien ook wel voor het college “des guten zuviel”, zodat de discussie mogelijk over de beste rechtsvorm voor de turnhal op zich kan gaan. Hoop doet alvast leven…

Tien jaar N-VA/PLE

Tien jaar N-VA/PLE

Het is vandaag precies tien jaar geleden dat het kartelakkoord werd getekend waarmee N-VA/PLE werd opgericht. In de geschiedenisboeken zal er later ongetwijfeld over het historische “Sinterklaasakkoord” worden geschreven.

Het feestje volgt later nog, maar vandaag is een mooi moment om terug te blikken op tien geslaagde jaren. En om vooruit te kijken. Naar 2018 bijvoorbeeld. Deze legislatuur is alweer halfweg. En dus is de huidige meerderheid ook al “half weg”. Of het glas daarmee half vol of half leeg is, zal pas binnen drie jaar in het stemhokje blijken. Wat er ook van zij, vandaag klinken wij alvast met volle glazen !

Bericht uit de loopgraven

Bericht uit de loopgraven

Ik werk in Brussel, maar in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden gaat dit stukje daar niet over. Al was het een surreële ervaring om daar rond te lopen deze week. Het gaat wel degelijk over de échte loopgraven. Die van Wereldoorlog I. En die liggen in Kapellenbos.

Klinkt dat nog surreëler ? Voor mij alvast wel. Tot Bart enkele maanden geleden voorstelde om onze N-VA/PLE-herfstwandeling dáár te houden, had ik er geen flauw benul van dat er op enkele kilometers van hier loopgraven lagen. Met bunkers. En áls ik er al een vermoeden van had, dan ging ik er in elk geval vanuit dat het om relicten uit de Tweede Wereldoorlog ging. Niet dus. Op grondgebied Kapellen liggen kilometers loopgraven. Niet allemaal toegankelijk, maar een deel ervan werd enkele jaren geleden helemaal “bezoekersklaar” gemaakt.

Waarom loopgraven in Kapellen ? Wel, het begin werd gemaakt door het Belgisch leger, dat de neutraliteit van het land in alle richtingen wilde verdedigen. Nadien versterkte de Duitse bezetter de linies, om een geallieerde aanval over Nederland te vermijden. De Duitse bunkers werden met de nodige “Gründlichkeit” gebouwd, zodat ze vandaag nog in vrij goede staat zijn. Gevochten werd er nooit – gelukkig maar.

Ondanks het wat mindere weer bleek de gegidste wandeling doorheen dit honderd jaar geleden aangelegde landschap erg boeiend. Maar ook zonder gids is het loopgravenpad zeker de moeite waard : er is voldoende uitleg voorzien. Het moet niet altijd de Westhoek zijn !

Top secret

Top secret

Binnenkort stellen we een nieuwe gemeentesecretaris aan. Dat is waarschijnlijk de belangrijkste beslissing die we in deze legislatuur gaan nemen, ook al gezien het erg lage ambitieniveau van het zittende schepencollege. De kandidaturen zijn binnen, binnen enkele weken volgen de schriftelijke en mondelinge examens.

Ik heb ernstig overwogen om me kandidaat te stellen. Ernstiger dan “men” wellicht denkt. Ik weet niet of ik de beste kandidaat zou zijn geweest, maar ik geloof wel dat ik het zou kunnen. Ik heb ook een visie op de functie en hoe ik ze zou invullen. Ik zou het bovendien erg boeiend vinden om echt voltijds aan “Essen” te werken. Ik weet waar ik met deze gemeente naartoe wil, en een belangrijk deel van die agenda zou wellicht eenvoudiger te realiseren zijn als ambtenaar dan als politicus. Ik ben genoeg ambtenaar én politicus om dat te weten… En er werken in het gemeentehuis heel wat bekwame en gedreven mensen, waarmee het bijzonder prettig samenwerken zou zijn geweest.

Maar ik kom natuurlijk uit een wat bijzondere positie, als oppositieraadslid. Het is zelfs niet helemaal duidelijk of ik als raadslid zomaar kandidaat zou kunnen of mogen zijn. Bovendien zou het professioneel hoogstens een zijsprong en geen stap vooruit zijn – en ik houd ook van mijn huidige baan. Ik pleit wel overal voor meer mobiliteit op onze arbeidsmarkt, maar dat dan zelf ook realiseren is nog iets anders. Niet op dit moment.

Ik had nochtans wel enkele ideeën in mijn hoofd over hoe ik in de rol zou zijn gestart. Eén daarvan wil ik toch meegeven : ik zou in de eerste maanden hebben geprobeerd om één dag mee te draaien in elke operationele dienst. Ik ben ervan overtuigd dat ik bijzonder veel zou hebben geleerd van een dagje het groen mee onderhouden, het secretariaat van Wigo mee bemannen, identiteitskaarten mee uitreiken en de toiletten van de Hemelrijkhal kuisen. Al zou ik het daarnaast ook erg leerzaam hebben gevonden om een tijdje “dubbel te draaien” met de huidige secretaris.

Tenslotte wist ik zo goed als zeker dat er bekwame mensen zich kandidaat zouden stellen. Dat is ook gebleken. Ik wens hen veel succes.

Daar bij die molen…

Daar bij die molen…

No, it’s “Molenstraat”, not “Molenbeek”. No relation, really.

Ik ga de VS maar even vermijden, denk ik. Of Israël. Met mijn thuisadres kom ik wellicht niet meer door de grenscontrole. Maar ze kwamen niet uit de Molenstraat, de terroristen. Niet uit de Molenakkerstraat, niet uit Molenheide. Uit Molenbeek. Je zal er maar wonen, denk ik dan. En nog meer : je zal er maar gemeentebestuurder zijn.

Terecht werd in de voorbije dagen in de pers, ook de internationale pers, gewezen op de verantwoordelijkheid van de lokale beleidsmakers in Molenbeek, de oud-burgemeester op kop. Toch begrijp ik ook hun verwarring. Niemand in de Molenbeekse gemeenteraad heeft ooit een krediet goedgekeurd op de begrotingspost “Zelfmoordaanslagen”. Niemand heeft er wellicht zelfs ooit bij stilgestaan dat het gevoerde beleid ooit verantwoordelijk zou worden gesteld voor internationaal terrorisme. Toch blijken de aanslagen in Parijs ook voor een deel het -uiteraard onbedoelde- gevolg van het woonbeleid, het sociaal beleid, het veiligheidsbeleid in één gemeente van dit land.

Molenbeek is groter dan Essen, maar ik vermoed toch dat het er vaak hetzelfde aan toegegaan is. Dat een RUP of een politiebegroting grotendeels beoordeeld worden op hun onmiddellijke gevolgen : de grond van deze of gene die bouwgrond wordt, het fietspad dat er wel of niet komt. Dat er incrementeel wordt geredeneerd : hoeveel verschilt dit jaar van het vorige ? Kunnen de alweer licht gestegen pensioenkosten opgevangen worden door van drie naar twee patrouilles te gaan. Ik zeg maar iets.

Wellicht ligt zelfs heel wat van wat na nader onderzoek “problematisch” beleid kan worden genoemd vast in unaniem goedgekeurde beslissingen, waarvan de voorzitter van de gemeenteraad alleen de titel heeft voorgelezen en de schepen wat verveeld de essentie kort heeft uiteengezet. “Iedereen akkoord ? Volgend punt.”

Zagen sommigen wel de bredere lijn, of werd er “en stoemelings”, van dag tot dag, van dossier naar dossier, gelaveerd ? Zien sommigen wel de link tussen de vergunning voor de bouw van een wijk en het inwijkingsbeleid dat er het gevolg van is ? Tussen het type activiteiten dat georganiseerd en ondersteund wordt en het soort sociaal weefsel dat ermee wordt opgebouwd ? Was burgemeester Moureaux een “evil genius” en zo ja, geldt dat dan voor zijn schepenen, ambtenaren, raadsleden ? Ik weet het niet. Het is ook niet altijd eenvoudig om tussen de bomen het bos te zien, om gevolgen op langere termijn van beslissingen in te schatten. De waarheid is wellicht genuanceerd, grijs. En ook : wie heef het meest boter op het hoofd, degene die stuurt, degene die ziet en niet ingrijpt, of degene die niet wil zien en dus ook niet hoeft in te grijpen ?

Soms kan het overigens wel : het niet (of met tegenzin) afdwingen van een rood verkeerslicht draagt bij aan wetteloosheid. Een beleid dat de gemeente snel volbouwt draagt bij aan verkeersdrukte en dus aan verkeersonveiligheid. Een overaanbod aan woningen draagt bij aan inwijking, en een bepaalde type woningen trekt een bepaald type inwijkelingen aan. Zo eenvoudig zal het niet altijd zijn, maar het loont wel de moeite om het -meer dan vandaag- te proberen. Om de gevolgen op langere termijn in te schatten van keuzes die nu worden gemaakt. Om ten minste te proberen zich bewust te blijven van de grote en af en toe zelfs verpletterende verantwoordelijkheid die óók lokale politiek met zich mee kan brengen.

Misschien moet er op elke nota aan het college of de gemeenteraad maar een waarschuwing komen : “Lokaal beleid kan grote gevolgen hebben.” Met een foto van Parijs. En één van Molenbeek.

Kobie

Kobie

Enkele maanden geleden duidde de gemeenteraad me aan als afgevaardigde in de algemene vergadering van de vzw Kobie. Ik nam de taak meer uit plichtsbesef dan uit overtuiging op, eerlijk gezegd.

Volgende week komt de algemene vergadering samen. Maar ik ga niet. Gisteren hebben we met alle afgevaardigden van N-VA:PLE in de vzw-organen aan de voorzitter en de andere leden meegedeeld dat we ontslag nemen.

We zijn daarbij niet over één nacht ijs gegaan. We hebben veel respect voor de activiteiten die vrijwilligers en personeelsleden van het gemeentebestuur onder de vlag van de vzw opzetten. Maar de vzw-structuur zelf wordt al te sterk misbruikt. Om financiële stromen buiten de gemeentelijke boekhouding te houden. Om beslissingen goed te keuren zonder de procedures die transparantie en inspraak moeten garanderen te volgen. Om de mandatarissen van de meerderheidspartijen in het zonnetje te zetten, eerder dan de mensen die echt aan de kar trekken.

Daaraan willen we niet langer meewerken. Een moeilijke, maar noodzakelijke beslissing.

Tien

Tien

In het begin van dit jaar stond ik voor een dilemma. Deze site was onmiskenbaar op weg naar twee mijlpalen : in het voorjaar stond het duizendste stukje op het programma. En in het najaar de tiende verjaardag. Wat vieren ? Beide zou wat te veel van het goede zijn. Duizend leek me nog net iets mooier dan tien, dus heb ik in februari de feestvreugde al botgevierd.

Maar helemaal eraan voorbijgaan kan ik natuurlijk ook niet. Het eerste stukje op deze site kreeg als datum 11 november 2005 mee. En dat is vandaag precies tien jaar geleden.

Geen receptie, geen taart, geen groots meesterwerk om dit blogje in de loop der eeuwen en de vaart der volkeren te situeren. Alleen dit : op naar het volgende decennium.

Belastend materiaal

Belastend materiaal

Ik voel zelden de behoefte om mijn mening te geven over het Vlaamse regeringsbeleid. Ik ben verkozen in de gemeenteraad, en die moet zich vooral bij het Essense beleid houden. Maar om een Essens punt te maken, heb ik de Turteltaks nodig. Ik vind die namelijk niet goed. Neen, niet omdat ik elke belasting verkeerd vind. Verre van, ik leef van belastinggeld. Ook niet omdat ik vind dat de Freyafactuur, de rekening van de onverantwoorde gratisaanpak die moest doorgaan voor een groene stroombeleid, niet zou moeten worden betaald. Wel omdat, zoals oud-minister Van Den Bossche zelf overigens terecht opmerkt, de keuze voor de modaliteiten van die terugbetaling niet neutraal is. Turtelboom (en laten we wel wezen, haar collega-ministers) hadden perfect een andere manier van belasten kunnen kiezen. Via de algemene middelen, bijvoorbeeld, de normale belastingen. Die dan misschien wat verhoogd hadden moeten worden. Of niet, want er kan ook elders bespaard worden.

Want wat is het probleem met de Turteltaks ? Wel, het is een forfaitaire belasting. Iedereen betaalt even veel. Of toch niet : wie een hoog inkomen heeft (zoals ik, laat ik daar ook maar eerlijk in zijn) betaalt in verhouding tot dat inkomen veel minder. De forfaitaire belasting herverdeelt van arm naar rijk. Nu is het niet zo eenvoudig om een belastingstelsel juist te krijgen. Herverdeling is belangrijk, maar heeft ook grenzen : mensen moeten worden aangezet om te werken, te ondernemen, te investeren. Om geld te verdienen. Want als ze dat niet doen, dan zijn we immers allemaal samen minder goed af. De taart moet zo groot mogelijk worden gemaakt vooraleer we ze in stukken snijden, zoals dat dan heet.

Een belastingstelsel ontwikkelen is daarom niet zo eenvoudig. Dat het onze perfect is, hoor je me niet zeggen. Er is zeker ruimte voor verbetering (veel ruimte zelfs, als je het mij vraagt), maar dan wel binnen het systeem. Niet via allerlei omwegen. Via loodgieterij. Ik hou niet van sociale kortingen op allerlei inkomprijzen. Wie te weinig heeft, moet via belastingen en uitkeringen meer krijgen. Ik hou niet van onzinnige „sociale” prijssubsidies, bijvoorbeeld via verhuur onder de kostprijs van pakweg serviceflats. Wie te weinig heeft om dat te kunnen betalen, moet via belastingen en uitkeringen meer krijgen. En ik hou ook niet van forfaitaire belastingen. Bedragen die iedereen zomaar moet betalen. Want wie te véél heeft, moet via belastingen en uitkeringen dan maar minder krijgen. Al dat geloodgieter maakt het allemaal ondoorzichtig, maakt dat de ene knop de andere automatisch in een andere richting laat draaien, maakt ook dat de hele machine uiteindelijk niet meer te sturen of te controleren is. Het maakt ook dat de ene overheid de andere, bedoeld of onbedoeld, kan tegenwerken.

Als een gemeente meer geld nodig heeft, en besparen niet kan of wenselijk is, dan moet ze daarom wat mij betreft daarom ook de „gewone” belastingen verhogen. De uitzondering is natuurlijk wanneer de kostprijs van een bepaalde dienst wordt doorgerekend of een bepaald bedrag wordt gestuurd. Retributies voor de gebruikers van infrastructuur, GAS-boetes voor wie wangedrag vertoond, afvalbijdragen volgens het principe „de vervuiler betaalt”… : niet meer dan normaal.

Maar soms worden belastingen verpakt als retributie. In 2004 kwamen we via „Essen in de Zak ?” uit tegen de forfaitaire huisvuilbelasting. Toen 56 EUR, enkele jaren later 25 EUR om uiteindelijk bij de intrede van de sp.a in de meerderheid te worden afgeschaft. Terecht, want ze heette dan wel „huisvuilbelasting”, maar iedereen moest ze betalen. Niets sturend, niets „vervuiler betaalt”. Niets met huisvuil te maken, dus. En omgekeerd herverdelend, van arm naar rijk.

Sindsdien ben ik er oplettend voor geworden. Er zijn er ook geen bijgekomen, van dat soort gekke belastingen (toegegeven, even onzinnige „sociale kortingen” vermijden is moeilijker). Geen vaste en verplichte bijdrage die iedereen moet betalen om het gemeentelijk infoblad te krijgen. Of om de wegen te gebruiken of door de politie te worden beschermd. Wat je niet kan en mag weigeren moet uit de algemene middelen worden betaald.

Tot deze gemeenteraad. Iedereen krijgt binnenkort een grijze container voor het huishoudelijk afval. Die dient om per gewicht te kunnen betalen (en dat is natuurlijk goed), maar iedereen moet een container nemen én moet daarvoor een vast bedrag per jaar betalen. Veel afval of weinig afval, goed sorteren of niet sorteren. Een forfaitaire belasting, dus. Geen hoge, een kleine container kost 3 EUR per jaar, een heel grote (240 liter) kost 15 EUR. Maar het is en blijft een forfaitaire belasting, omgekeerd herverdelend en perfect betaalbaar vanuit de algemene middelen – er wordt niets mee gestuurd of ontmoedigd.

In de gemeenteraad heb ik vooral op het juridische probleem gewezen : volgens het reglement voeren we immers een „retributie” in, maar een retributie betekent dat je een dienst betaalt die je ook kan weigeren. Anders is het een belasting. En daarvoor gelden andere regels. IGEAN, dat ons afval gaat ophalen, kan bijvoorbeeld wel retributies voor ons innen, maar geen belastingen.

Maar het principe stoort me uiteindelijk veel méér dan de juridische uitwerking. Hoe je het ook draait of keert, Essen voert een Turteltaksje in. En wie tegen de grote Turteltaks is, zou dan toch ook minstens een beetje tegen het kleine broertje moeten zijn, zou ik zo dan denken…