Landslide for Obama
Woensdag wordt dit de titel op CNN : “US chooses Obama”. Volgens mij stevenen de V.S. inderdaad af op een overduidelijke overwinning van de Democratische presidentskandidaat. De tekenen aan de wand zijn duidelijk : ook gematigde Republikeinen hebben een “endorsement” voor Obama uitgesproken, met op kop uiteraard Colin Powell. En ook een aantal meer conservatieve media (of “liberale”, maar dan in de Europese zin van het woord) die vorige keer nog voor Bush kozen wordt nu de kaart van Obama getrokken. Het verschil in enthousiasme (en daardoor ook in financiën) tussen de beide campagnes is opmerkelijk. Bovendien is de senator van Illinois ongelooflijk gegroeid in deze verkiezingsstrijd : voor zijn spreekstijl past enkel nog het woord “begenadigd” en hij toonde ook aan dat hij de inhoud van zijn verhaal perfect beheerst. Bovendien ging hij niet of nauwelijks in op de provocaties van de Republikeinen. Deze Barack Obama doet me denken aan de Tony Blair die in 1997 de Britse verkiezingen won; ook daarom verwacht ik dat de overwinning even duidelijk zal zijn : hij belichaamt hoop na jaren van politiek aanmodderen, hij staat voor vernieuwing in een vermolmd systeem.
Obama heeft zich weten te positioneren als een verbindend centrumfiguur, wat eigenlijk helemaal niet zo evident was : de aanpak van zijn tegenkandidate bij de voorverkiezingen, Hillary Clinton, en zelfs John McCain zijn in principe meer afgestemd op de centrumkiezer dan die van Obama. Maar de perfect geregisseerde en geleide campagne van Amerika’s eerste zwarte president heeft een verschil gemaakt : ook de middenklasse is er nu van overtuigd dat “Yes, we can.” Je moet héél sterk in de schoenen staan om in dit soort moeilijke tijden met een positieve boodschap te scoren. Alleen dat al maakt dat hij het presidentschap verdient.
Dus wordt John McCain de verliezer. Dat stond niet in de sterren geschreven : potentieel was hij de Republikein die het meest geloofwaardig afstand kon nemen van George W. Bush, om zo andermaal dankzij een coalitie van voorzichtige kiezers en het diep-conservatieve “real America” de overwinning te behalen. Maar het gebrek aan enthousiasme en mobilisatiekracht bij net zijn harde achterban, teleurgesteld na acht jaar Bush, heeft hem de das omgedaan : om die mensen achter zich te krijgen, heeft hij Sarah Palin als vice-presidentskandidaat moeten kiezen (ook al in de grotendeels ijdele hoop daarmee Clintonkiezers voor zich te winnen). Palin heeft inderdaad veel enthousiasme opgewekt bij het Republikeinse voetvolk, maar uiteindelijk blijkt het vooruitzicht van een onervaren en soms zelfs ronduit onverstandige vice-president (in combinatie met een 72-jarige in het Oval Office) al te veel kiezers af te schrikken.
Terugplooien op de eigen achterban is altijd een riskante techniek, zelfs als het erop lijkt dat die achterban afhaakt (wie in Vlaanderen het schoentje past, trekke het aan) : uiteindelijk heeft de harde kern van eigen kiezers toch geen andere keuze, maar de zwevende centrumkiezer wordt er wel mee afgeschrikt. Al speelt dat in een stelsel zonder stemplicht natuurlijk nog net iets anders dan bij ons. McCain had veel beter kunnen kiezen voor een vice-presidentskandidaat die zijn basis had kunnen verbreden. Voor Joe Liebermann dus, in 2000 nog de running mate van Al Gore. Dan hadden de kaarten nu wellicht anders gelegen, want in de laatste campagneweken zou (uiterst) rechts zich toch wel achter de Republikeinen hebben geschaard. Maar het is dus anders gelopen : de 44e president van de V.S. wordt Barack Obama. Ik ben nu al benieuwd naar zijn eerste toespraak als “president-elect”. En naar het effect dat zijn verkiezing zal hebben op de wereld, en de politiek in Europa in het bijzonder. Krijgen we hier ook politici die met hoop in plaats van angst naar de stembus trekken ? Of hebben ze eenvoudigweg niet het formaat van de man van ¬ Chicago met roots in Kenia en Indonesië ?
Het schepencollege van een Vlaamse gemeente agendeert op de raad de instap in een samenwerkingsverband waarbij de volledige verantwoordelijkheid voor een nutsvoorziening wordt ingebracht. Het agendapunt wordt verdaagd, en drie weken later keurt dezelfde raad een voorstel van de oppositie goed om in te stappen in een ánder samenwerkingsverband. De overdracht heeft een geschatte waarde van 5 miljoen EUR, terwijl ook een jaarlijkse inkomst van ongeveer 500.000 EUR aan het samenwerkingsverband wordt overgedragen.
Ik heb gisteren mijn debuut gemaakt als quizpresentator. Samen met Carl Kerstens had ik de ESAK-quiz uitgewerkt, die we een hoog multimediagehalte hadden gegeven. Zo ongeveer op het laatste moment leek het ons het meest efficiënt dat ik niet alleen achter de computer zou zitten om de Powerpoint te bedienen, maar ook de microfoon zou hanteren. Ik heb al aan meer dan genoeg quizzen meegedaan om te weten wat er van mij werd verwacht, en dankzij de schermondersteuning heb ik ook maar één vraag moeten herhalen. Desondanks, en hoewel ook het roken in quizzalen gelukkig tot het verleden behoort, was op het einde van de avond mijn stem stilaan op. Maar het was leuk om te doen.
Paul Krugman heeft de Nobelprijs economie gekregen. Als economist volg ik die toekenning met iets meer aandacht dan de prijzen voor pakweg geneeskunde of natuurkunde. Ik ben erg blij met deze keuze : Krugman is wellicht de (levende) economist die ik het meest waardeer. Omwille van zijn bevindingen over internationale handel, die altijd goed zijn om in het achterhoofd te houden als weer eens iemand onze grenzen wil sluiten voor producten uit het zuiden omdat die niet op basis van “eerlijke concurrentie” zouden zijn gepubliceerd. Maar ook omdat Krugman in een heel bevattelijke taal zijn ideeën aan de man kan brengen (zie bijvoorbeeld
In “The Economist” van vorige week stond een foto van de voetbalwedstrijd Anderlecht-Club Brugge. Wie dat enkele weken geleden zou hebben voorspeld, zou voor gek zijn verklaard. Er moet dus wel iets zéér ernstigs aan de hand zijn…
Laat ik toch maar niet spelen met de datering en gebruik maken van de afstand die de tijd biedt… Op 23 september barstte het kartel CD&V/N-VA. N-VA hield de dag voordien een congres waarop beslist werd om de federale regering niet langer te steunen. De partij stapte zo uit een meerderheid waar ze nooit echt was ingestapt. Wél een congres over de uitstap, niet over de instap : het moet een unicum in de politieke geschiedenis zijn. Uiteraard kon N-VA niet veel anders meer doen : de communautaire onderhandelingen waren leken niet echt meer op een geloofwaardige route in de richting van een stevige staatshervorming. N-VA zocht dus een aanleiding om eruit te stappen. Dat ging op 15 juli niet : er was simpelweg niet meer genoeg volk in de Wetstraat om aan “crisis” te doen. Dus werd er een congres vastgelegd in september, de kroniek van de aangekondigde uitstap.
Na de gemeenteraad van augustus had ik het hier over een ontluikende vorm van dualisme, waar de gemeenteraad méér is dan de notaris die uitvoert wat in het schepencollege beslist is. Ik schreef erbij dat één zwaluw de lente niet maakt, en erg lang heb ik niet moeten wachten om daarin bevestigd te worden. Als de gemeeenteraad vorige week dinsdag echt had mogen beslissen over de keuze van een partner voor de riolering, dan zou Essen nu al in zee zijn gegaan met Infrax. Het verhaal staat in onze