Archief van
Maand: augustus 2013

Spoor

Spoor

Op mijn tafel ligt een dichtbundel. Deze week aangekomen. Spoorzoeken heet hij. Getekend Leen Raats. Met als opdracht de uitdrukkelijke vraag om hem niet te lezen. Dat heb ik toch gedaan. Ik vermoed dat ze daar wel op rekende.

Ik heb vorig jaar twee gedichten van haar voorgelezen op de Poëzieavond van Curieus. Ik “ontdekte” haar ooit als VDAB-dichter, een toch wel intrigerende functie binnen mijn vakgebied, de werkgelegenheid. En zoals ik vorig jaar in het Volkshuis vertelde, ging er toen ook een lichtje bij mij branden. Ik kende een Leen Raats. Ze was bij KSJ geweest. Bij de Deugnieten, waarvan ik toen leiding was. Ik herinner me haar als een stil, vrolijk, klein meisje. Dat niet lang bleef. Ook niet in Essen. Haar pad leidde blijkbaar naar Hasselt en naar engagementen in onder meer de dierenrechtenbeweging. En naar de poëzie. Met nu dus een eerste dichtbundel. Die gaat soms iets te veel voor het gemakkelijke effect, het voorspelbare woordspel. Maar vaker vindt ze de juiste beelden om de wereld en de mensjes die er soms tot hun eigen verbazing rondlopen te vatten.

In de bundel staat “Essen”, dat ook op het internet te vinden is. Misschien wel het eerst uitgegeven gedicht dat die titel draagt. Het vat het dorp dat je in “Essen in Beeld” kan vinden eerder dan de gemeente van vandaag. Maar het blijft mooi. Zoals die foto’s. Het gedicht dat me het meest aanspreekt verwijst niet naar Essen, maar -horresco referens- naar Kalmthout. Naar het Stappersven. En naar het jaar 1994. Ik ga het niet overtikken, het is niet van mij. Je kan de bundel ook kopen, en meenemen naar de rand van het ven. Het voorlezen voor je kinderen, bij zonsondergang. Of in je zetel blijven zitten en in je gedachten hetzelfde doen. Denkend aan het licht van de maan die stille dromers beschijnt “al zullen kwade tongen beweren – dat ze de zon slechts weerspiegelt – ze zal er zijn”.

Misschien doet goede poëzie ook niet meer dan dat. Spiegelen. Maar wat er altijd is geweest valt soms pas op als je het in de spiegel ziet.

Ronde getallen

Ronde getallen

Het was op donderdag in de laatste week van augustus. Zoals vandaag. In Horendonk, dat staat vast. 1988. Wat de juiste aanleiding was, weet ik niet. Waarschijnlijk had ik één van de zigzagpalen “bemand”, want met de kleine ploeg van toen had de Ronde van Essen daarvoor geen medewerkers op overschot. Dirk Smout vroeg of ik niet mee ging naar de Ronde-redactie. Dirk tegenspreken heb ik nooit vaak gedaan. Ik heb toen meegeschreven aan een alfabet, terwijl rondom de typmachines de handmatig berekende uitslagen verwerkten. En ik denk niet dat ik sindsdien nog één Ronderedactie heb gemist.

In die 25 jaar is er heel wat veranderd. En tegelijk ook zo goed als niets. Het verwisselen van het zaklopen en de hindernissen van deze week is wellicht nog de meest spectaculaire verandering. Na de invoering van het computerklassement en de nevenactiviteiten. In 1989 was dat. En het invoeren van een variabele reeksvolgorde. Dat was in 1993, denk ik. Toch ook weer al even geleden…

Ook de verslaggeving van de Ronde onderging dit jaar wat wijzigingen. Zo wordt er voor het eerst niet meer geknipt en geplakt. Behalve op het computerscherm dan. De winst zit voorlopig vooral in de drukkwaliteit, niet echt in de bestede tijd – maar opdat mijn fotorubriek nogal van die kwaliteit afhankelijk is, hoor je mij niet klagen ! En de YouTubefilmpjes van Jasper zijn een mooie aanwinst. De Facebookpagina gaat al wat langer mee. Twitteren doet de Ronde sinds vorig jaar. Of ook Google+ en FourSquare grote aanwinsten zijn, valt te betwijfelen. De Ronde gaat alleszins met zijn tijd mee.

Maar het is een meegaan om stil te staan. De Ronde van 2013 lijkt op niets zo sterk dan op die van 2012. En zo kan je teruggaan tot in 1973. De beelden van toen lijken ongelooflijk op de Ronde van vandaag. Een succesformule, heet dat dan. Hopelijk blijft dat nog lang zo.

Vragen staat vrij

Vragen staat vrij

Op de gemeenteraad gisteren kreeg Robin Jacobs een mooi compliment van onze burgemeester : hij stelt te moeilijke vragen. Die lagen nochtans voor de hand. De voetbalploegen blijken ontevreden over het maaien van hun velden, zodat het mij normaal lijkt dat de vraag komt of daarop toezicht wordt uitgeoefend. De provincie wil de feestbussen met eindejaar afschaffen. Dan wil ik ook wel weten of het gemeentebestuur al aan een alternatief heeft gedacht. En vooral : als de inspectie Volksgezondheid schrijft dat we misschien beter het gemeentelijk zwembad sluiten (of fors moeten investeren) dan ben ik zeer benieuwd naar de visie van het schepencollege. We kunnen al die vragen ook perfect agenderen, maar het lijken me drie dossiers waar een schepen die haar of zijn taak ter harte neemt ook meteen op kan antwoorden.

Als er een antwoord is natuurlijk. Met name voor wat het zwembad betreft, maak ik me daar met Robin wel zorgen over. Het investeringsplan dat het gemeentebestuur heeft ingestuurd gaat niet op de grootste problemen in. Ik heb de stellige indruk dat het college “De Vennen” heeft opgegeven. Niet zo verwonderlijk, want het is al jaren duidelijk dat het bad geen decennia meer zal meegaan, en dat investeringen dreigen “kosten op het sterfhuis” te worden. Maar de meerderheidspartijen hebben wel alle waarschuwingen in de wind geslagen. Toen we herhaaldelijk vroegen om het denkproces over het zwembad tegelijk aan te pakken met de visievorming op de nieuwe sporthal, werd ons gezegd dat we veel te vroeg waren. Nochtans zou een combinatie sporthal-zwembad niet alleen bij de bouw voor synergie hebben gezorgd, het zou vooral de uitbating interessanter hebben gemaakt. In 2009 schreven we in een folder dit : “Dat is
toch veel wijzer dan nu een sporthal bouwen en binnen vijf jaar vaststellen dat er ook een nieuw zwembad nodig is? Dan kost het allemaal véél meer geld. Laat de ondernemers, die zich kandidaat gesteld hebben om de nieuwe sporthal te bouwen, eens nakijken of het voor hen én voor Essen niet beter is om nu meteen ook aan de zwemmers te denken.” We hebben natuurlijk ongelijk gekregen. We zijn maar vier jaar verder, géén vijf ! Maar toen was er nog tijd genoeg voor “reflectie”, zo stond het in het sportbeleidsplan.

De hal is een dik jaar open, en de uitbating blijkt ondertussen zeer problematisch. En het zwembad dreigt dicht te moeten… En toen wij bij de verkiezingen suggereerden om samen met Kalmthout een nieuw bad te bouwen, bijvoorbeeld in Nieuwmoer, kregen we ook lik op stuk. Brigitte Quick beloofde een bad in Essen, niet in Nieuwmoer. Niet verstandig volgens mij, want een zwembad voor één gemeente, niet gecombineerd met andere sportinfrastructuur, is financieel wellicht niet haalbaar. Maar belofte maakt schuld.

Moeilijke vragen ? Misschien. Al vrees ik dat er in dit dossier nog gaan volgen !

Hoekpunten

Hoekpunten

Zo stilaan trekt het nieuwe politieke seizoen zich op gang. Volgende week vergadert de gemeenteraad, eergisteren stond de commissie openbare infrastructuur en verkeer al op de agenda. Ik ben geen lid van die commissie, maar vond de agenda interessant genoeg om toch een kijkje te gaan nemen – ook al omdat ik me dankzij het gemeentedecreet niet tot de rol van toeschouwer hoef te beperken… Dat ene agendapunt was de heraanleg van de dorpskom van Essen-Hoek. Na wat bijsturingen ligt daar een plan voor waar ik me redelijk in kan terugvinden. Twee prioriteiten staan daarbij wat mij betreft voorop. De Moerkantsebaan mag absoluut geen “racebaan” worden, en moet dus zo worden ingericht dat het verkeer er automatisch afremt. En Hoek moet er als een landelijk dorp blijven uitzien. Op dat tweede punt ben ik redelijk gerustgesteld, al zal het verdwijnen van de kasseien hoe dan ook het uitzicht sterk veranderen. Eén van de keuzes die nog niet zijn gemaakt is of er met asfalt, klinkers of “printasfalt” zal worden gewerkt. Dat laatste is een vrij nieuwe techniek, maar zou het mogelijk maken om het asfalt er als klinkers te laten uitzien. Of zelfs… als kasseien. Dat zou volgens mij nog de beste keuze zijn. Het is wel duurder, 2 “Eneco’s” ongeveer. Dat zou ik er wel voor over hebben.

Daarnaast is er de vraag naar de toekomst van het “jongensschooltje” en het kerkhof. In de twee gevallen dringen keuzes zich op : het kerkhof moet worden uitgebreid, en het ziet ernaar uit dat de piste van een volledig nieuw kerkhof verlaten wordt nu het RUP definitief in het water lijk te zijn gevallen (wie het dossier kent weet dat dit vrij letterlijk te nemen is). Maar welke optie er voor het oude kerkhof ook genomen wordt, het lijkt me best om nu te beslissen, zodat de herinrichting van de straat er rekening mee kan houden. Hetzelfde geldt voor het jongensschooltje (Gemeenschapcentrum Hoek) : een bezoek aan het gebouw dit voorjaar leerde me dat het versleten is. Als goed huisvader kan het gemeentebestuur dat niet zomaar negeren. Maar ook daar wordt best snel nagedacht, zodat de weginrichting er nog aan aangepast kan worden.

Blijft het snelheidsaspect. Ik ben nog niet helemaal gerustgesteld, moet ik toegeven. Al lijkt het licht dat op rood zal springen als er iemand te snel aankomt natuurlijk een probaat middel om hardleerse snelheidsduivels de rem te doen vinden. Maar ik geloof uiteindelijk meer in een straat die zo is ingericht dat er alleen maar traag doorheen kan worden gereden. Op dat vlak lijken de asverschuivingen en verkeerstafels in het plan me net iets te weinig ingrijpend. Al ben ik geen verkeersdeskundige. Maar ik hoop dat er mensen die dat wél zijn grondig naar hebben gekeken. Het zou al te gek zijn dat we binnenkort veilig van Essen tot aan de Moerkant kunnen fietsen, om dat vóór we aan de kerk zijn alsnog uit de sokken te worden gereden !

Een speelplein om trots op te zijn

Een speelplein om trots op te zijn

Steff Nouws had het goede idee om de leden van de vzw Jeugdwerking uit te nodigen om vandaag een bezoekje te brengen aan de Speelpleinwerking. Het was heel lang geleden dat ik nog op het speelplein was geweest. Ik bewaar goede herinneringen aan de opstart, waarvoor ik stevig mee aan de kar heb getrokken als voorzitter van de eerste stuurgroep. De bezoekjes aan verschillende speelpleinen in de zomer van 1994, de vergaderingen waarbij we écht iets van nul konden starten en dan het eerste werkjaar in 1995 in de potlodenschool aan de Maststraat vond ik heel verrijkend. ook al leerden we óók dat een oproep voor gratis knutselmateriaal in het gemeentelijk infoblad té veel positieve reacties oplevert…

Ik ben de werking daarna altijd blijven volgen, via de vzw Jeugdwerking, de mensen die ik er kende. Of zoals dat vandaag gaat, via Facebook. Met soms een glimlachende verbazing over wat ze in die 18 jaar niet veranderden aan de soms toch licht willekeurige beslissingen die we toen namen. Maar ook met bewondering, zeker de laatste jaren, voor wat ons speelplein realiseert : de inclusieve werking voor jongeren met een handicap en de link met de zomerklas voor anderstaligen zijn niet zo vanzelfsprekend. Maar de monitorenploeg doet het wel. En vandaag heb ik gezien dat het ook goed was. Steff vertelde me bovendien dat het aanbod aan monitoren groter is dan de vraag, en dat zegt ook wel iets. “Goed bezig”, zeggen ze dan.

Wat ik helemaal leuk vond is de keuze om vanaf dit jaar in de namiddag met “vrij spel” te werken en de indeling in leeftijdsgroepen dan los te laten. Omdat ze daarmee eigenlijk een stukje droom realiseren dat wij in 1994 hadden toen we de werking van Speelplein Horst in Schoten bezochten. Wat toen (alleen) leidde tot een themanamiddag op donderdag. Nu kan het blijkbaar wel. “Héél goed bezig”, dus.

Volgend jaar is er voor de 20e keer speelplein in Essen. Ik zou het leuk vinden om zoveel mogelijk oud-monitoren samen te brengen. Want er is echt wel iets te vieren.

Energieboost…

Energieboost…

Essen was gisteren de startplaats van de 4e etappe van de Enecotour. Een opgeklopt non-event, als we heel eerlijk zouden zijn. De Enecotour is er omdat er nu eenmaal in de wielerlanden Nederland en België een rittenkoers moet zijn, en omdat de UCI niet anders kan dan die een beetje een fatsoenlijke plaats op de kalender te geven. Maar de enige rittenkoers die er echt toe doet in de Lage Landen wordt niet hier gereden, maar in Frankrijk. En aan de stárt van een wielerwedstrijd is niet echt veel te zien, als we ook daarover eerlijk zijn. De prijzen worden aan de meet uitgedeeld. Dus zijn de 15.000 EUR die de gemeente hieraan heeft uitgegeven weggegooid geld.

En toch. Ik had hier gemakkelijk mijn stukje kunnen eindigen. Maar ik heb me gisteren wel geamuseerd, eigenlijk. Want laat het dan opgeklopt zijn, het was wel goed opgeklopt. De voorstelling van de renners was herkenbaar voor wie dat al eens bij de Grote Prijs Rouwmoer zag, maar dan met meer renners en toch nog iets grotere namen dan bij het veldrijden. Een olympisch kampioen voor wie ik veel bewondering heb, bijvoorbeeld. En met UCI-voorzitter Pat McQuaid, die in ongegeneerd Hollengelands werd geïnterviewd en met een heerlijk Iers accent antwoordde.

Bovendien heeft Štybar zijn thuisgemeente een mooi cadeau gedaan door daags voordien de rit te winnen, zodat we een echte lokale held konden toejuichen (goed importeren is ook een kunst !). En ook ons gemeentebestuur had aan het opkloppen meegewerkt, zodat er gewoon ook véél volk was. En het Heuvelplein was gezellig ingericht, al wilde de zon niet helemaal mee.

Essen lust dit blijkbaar wel. Een aankomst zou natuurlijk mooier zijn geweest. De tussensprint die we nu kregen was een maat voor niets – een mens vraagt zich af hoe je op 18 km 5 minuten kan uitlopen. Gelukkig ken ik nét genoeg van wielrijden om de tactiek van de spurtersploegen te vatten. Maar veel hadden we er niet aan. Ik ga ook alleszins kritisch blijven over de bestede middelen, en wil sowieso goed weten waar ze naartoe zijn gegaan en wat er eventueel is terugverdiend. Maar ik zeg niet bij voorbaat neen tegen een wat groter wielerevenement in Essen. Dat mag zelfs opnieuw de Enecotour zijn. Een aankomst dan. Al weet ik niet eens wie er vandaag gewonnen heeft (Chavanel, blijkt na opzoeking – mooie naam op het lijstje).

Overigens heb ik twee weken geleden Vlaanderen Muziekland aan mij voorbij laten gaan, wegens echt niet de muziek waarvoor ik warm loop. Maar uit de echo’s die ik opvang leid ik min of meer hetzelfde verhaal af. Met misschien daarom ook wel dezelfde conclusie (en met dezelfde nuance over de nood aan financiële transparantie). Al blijft duurzaam investeren in het sociaal weefsel natuurlijk belangrijker dan eenmalige massa-evenementen. Maar in mijn vakgebied wordt al eens over de “policy mix” gesproken. Misschien is daarin meer plaats voor dit soort activiteiten dan ik voor de zomer zou hebben gevonden. Al was het maar omdat Eneco deze fantastische foto (Machteld Verrycken) opleverde…

Archief

Archief

Het Utrechts Archief. Niet meteen het meest “catchy” opschrift om de toerist mee te lokken. Toch liep er donderdag wel wat volk rond. Maar het hadden er meer mogen zijn. Het archief doet namelijk fantastische dingen met het Utrechtse erfgoed.

We kwamen voor de tentoonstelling rond “300 jaar Vrede van Utrecht”, en vooral het congres dat aan dat vredesverdrag voorafging. Daar blijkt heel wat over te vertellen, maar het vergt nogal wat creativiteit om het verhaal aantrekkelijk in beeld te brengen. Waarbij grote lijnen (de rivaliteit tussen de Fransen en hun oorlogsvijanden) en details (de feesten die de Portugezen aanrichtten) in elkaar overvloeien. Hoogtepunt voor mij was het ritje in de koets : je stapt in, de koets beweegt zodat het lijkt alsof je over de kasseien hobbelt, de (virtuele) koetsier vertelt het verhaal en door het raam zie je geprojecteerde oude prenten. Niet zo moeilijk, maar wel een uitstekende manier om het gegeven “koets” tot leven te brengen. En net daarom uiteraard interessant.

En verder ? Een stukje rechtbank waar je je eigen oordeel kan vellen, een kort bezoek aan de gevangenis, aan de geest in de wijnkelder… En de mogelijkheid om met allerlei archiefstukken en met behulp van de beeldenbank (die gek genoeg niet gewoon “Utrecht in Beeld” heet) een eigen krant te maken.

Natuurlijk heeft Utrecht meer geschiedenis dan Essen. Maar het verschil is niet eens zo gigantisch. Het gaat er alleen om hoe je het aanbrengt, wat je ermee doet. En vooral, hoe je het verleden tot leven wekt. Zodat, zoals ik vorige week schreef, een bezoek aan een museum wel 10 EUR waard wordt.

Overigens was de toegang tot het archief gratis. Dankzij een sponsor. Waarvan ik me nu de naam nog herinner. Goed gezien van de sponsor. En van het archief…

Kloosterleven

Kloosterleven

De vzw Kempens Landschap is een domein rijker. Het bos en park rond het domein van de paters Redemptoristen aan Rouwmoer werd dit voorjaar aangekocht, en gisteren officieel geopend. Met een picknick, rondleidingen en heel wat animatie. Een gezellige dag in een mooi domein, dat ik (tot mijn schande) nauwelijks kende. Er is nog heel wat werk in het domein, om te zorgen dat het helemaal in orde is : de lanen mooi aanleggen, de pittoreske gebouwtjes repareren,… Maar Kempens Landschap weet hoe dat moet, en zal er ongetwijfeld in slagen om eruit te halen wat erin zit. Als “men” er maar niet te dikwijls het oog op laat vallen om er iets te organiseren dat er niet past, natuurlijk.

Voor de kloostergebouwen is nog geen nieuwe bestemming gevonden. Dat is ook niet vanzelfsprekend : de eigenheid ervan moet gerespecteerd blijven, en er moet een maatschappelijke meerwaarde gecreëerd worden zonder grote financiële last. Een functie in de zorgsfeer zou wellicht nog het meest passend zijn, maar eenvoudig wordt het wellicht niet. Nu, wat voor dit (bijna voormalige) klooster geldt, gaat natuurlijk op voor zeer veel gebouwen in de religieuze sfeer. Al zijn er verschillen : sommige kerken, ook in Essen, zouden eventueel afgebroken kunnen worden, maar dit klooster komt daarvoor uiteraard niet in aanmerking. Er zal nog heel wat creativiteit nodig zijn om al dat religieus erfgoed te herbestemmen – ik wil natuurlijk altijd eens meedenken…

Vijf jaar beeld

Vijf jaar beeld

Neem even de proef op de som. Surf naar dns.be en tik “esseninbeeld.be” in. Kijk wanneer die site werd geregistreerd. Het antwoord : op 3 augustus 2008. En dit is dus precies vijf jaar geleden. Happy birthday to onszelf.

Ondertussen zijn we bijna 42.000 foto’s verder. Dat is een redelijk gigantisch aantal. Bijna 25.000 stuks van na 1 januari 2009, toen de site officieel werd “geopend”. En meer dan 17.000 oude Essense foto’s. Ik heb mijn vakantiedagen gebruikt om nog een hele reeks oude foto’s (uit de ingescande dia’s) oplaadklaar te maken, dus de collectie wordt in elk geval nog groter. En ook de reacties blijven komen, zodat we nog (letterlijk) elke dag de informatie over de foto’s kunnen aanvullen.

Zo vind ik het ook wel goed : natuurlijk was 2009 hét jaar van Essen in Beeld, maar het zou jammer geweest zijn om daarna helemaal stil te vallen. Al is dat nog steeds geen evidentie – in de praktijk draait alles immers op de inzet van één persoon, Rudi Smout. Waarbij de “technieker” (ikzelf) vooral in beeld komt als er even iets vastloopt.

Vorige week kwamen er voor het eerst ook bewegende beelden bij. De filmfragmenten die we in het voorjaar vertoonden staan eindelijk ook op de site. Waarbij ik dankbaar van de technologie achter YouTube gebruik heb gemaakt, zodat de stukjes via alle platformen beschikbaar zouden moeten zijn. Zo wordt een laatste ambitie uit 2008, die toen volstrekt onhaalbaar bleek, nu ook een beetje vervuld : video op Essen in Beeld.

Al blijven de foto’s uiteraard de hoofdzaak. Ik vind zelf niet altijd de tijd om ze te bekijken, maar er af en toe doorheen bladeren levert altijd onverwachte pareltjes op. En de vaste overtuiging dat we met de oude foto’s ooit nog eens “iets” moeten doen. Als er nog eens tijd is, want jammer genoeg kan je de klok alleen op een foto echt stilzetten…

Bonusvraagje : uit welke Essen in Beeldfoto plukte ik deze taart ?

In quarantaine

In quarantaine

De Quarantainestallen zijn dicht. Natuurlijk werden ze al lang niet meer gebruikt om dieren bij de grensovergang een tijdje in verzekerde bewaring te nemen. Maar eind juni stopte ook de huidige uitbating, als horecazaak annex rommelmarkt. Spijtig voor al wie er graag een bezoekje bracht, al was de meerwaarde voor Essen niet zo groot. En ook al werden de gebouwen gebruikt, dat kon enige aftakeling toch niet tegengaan. Maar nu staan ze leeg, en dat is natuurlijk nog erger.

De stallen zijn uniek, en vormen één van de meest sprekende monumentale plekken van onze gemeente. Ze zijn publiek erfgoed, en dus is het logisch dat de overheid -in de eerste plaats de gemeente- zich het lot van de hallen aantrekt. Anderzijds ben ik zeer sceptisch over het aankopen van gebouwen om daar vervolgens een bestemming voor te zoeken. Zo hebben we al een miskoop gedaan, aan de overkant van Hemelrijk.

Meer dan ooit geloof ik daarom in de noodzaak van een totaalproject voor de hele Hemelrijksite, met een visie op termijn. Een visie zoals wij die in 2010 ontwikkelden. Die is ondertussen voor een deel achterhaald door andere beslissingen, maar de noodzaak van een totaalproject voor de hele site blijft absoluut overeind. Waarbij keuzes gemaakt worden, ook als ze pas op lange termijn verwezenlijkt kunnen worden, en niet vaag worden gelaten om uiteindelijk de waan van de dag de knoop te laten doorhakken (of doorrotten). En waarbij de hele puzzel in elkaar moet passen, zowel economisch als ruimtelijk-ecologisch. Wellicht is het nu het moment om dat te doen : het dringt stilaan ook bij CD&V en sp.a door dat het “slow growth” model voor de douaneloods een doodlopend spoor is, de toekomst van het Karrenmuseum ziet er (vooral financieel) onzeker uit en de Quarantainestallen staan leeg.

Wat die stallen betreft, geloof ik in een verblijfsfunctie, zoals in 2010 – maar dan wat verder doorgedreven. Met behoud van de architectuur van de stallen, maar uiteraard volledig gemoderniseerd. Gericht op toeristen, maar ook op residentiële (bedrijfs)seminaries. In het duurdere marktsegment. Waarbij een privé-investeerder het voortouw zal moeten nemen. Dat kan, als we ook iets te bieden hebben : een groene omgeving, de douaneloods die voor grote congressen kan worden gebruikt (en in het weekend voor evenementen op Essense schaal), sportinfrastructuur in de buurt én een Karrenmuseum dat het waard is om ook zonder dat er iets te doen is pakweg 10 EUR voor een bezoek neer te tellen. In een volledig heraangelegde stationsomgeving – wat mij betreft zonder viaduct.

Ik geloof daarin. Of in soortgelijke oplossingen waarbij we meerwaarde creëren, en niet krampachtig proberen om “iets” te doen of wat te schuiven met bestemmingen. Maar het zal alleen werken als we echt alle stukken van de puzzel bij elkaar durven leggen, en stoppen met een afzonderlijk “pappen en nathouden”-beleid tegenover het Karrenmuseum, de VVV, de Heemkundige Kring, de loods, de stallen… De puzzel komt eigenlijk te laat (zwembad Hemelrijk wordt duidelijk gemist), maar het kan nog. Vijf jaar wachten kan daarentegen niet. Voor mij is dit de test of Essen alleen beheerd wordt (dan gaat er aangemodderd worden) of echt bestuurd. Ik ben benieuwd !