Veiligheid was een belangrijk thema op de gemeenteraad gisteren. Terecht, want in de voorbije weken en maanden bleek dat met name als gevolg van een drugproblematiek die vooral in onze Nederlandse buurgemeenten de kop opsteekt ook in Essen zowel de veiligheid als het veiligheidsgevoel afnamen. Dat onderscheid toont al een eerste uitdaging voor de discussie en voor het beleid aan : het gaat zowel om een objectief als om een subjectief gegeven. Met het woord “veiligheid” kunnen we veel bedoelen, maar in dit kader en binnen de politiek lijkt het me het meest zinvol om het te definiëren als de kans op een gebeurtenis in het publieke domein die je leven ernstig verstoort : een verkeersongeval, een inbraak, fysiek of ernstig verbaal geweld… En het veiligheidsgevoel is dan de subjectieve inschatting van die kans. In dat soort inschatting zijn we als mensheid overigens niet zo goed : vliegangst is veel meer verspreid dan autoangst, ondanks de statistieken. En we maken ook allemaal een andere inschatting. Dat bekent evenwel niet dat het gevoel nergens op gebaseerd is – dat is een denkfout die ook wel eens wordt gemaakt. Vliegtuigmaatschappijen doen er gelukkig en terecht alles aan om alle mogelijke ongelukken te vermijden.
Het andere probleem is dat je als overheid nooit het hele probleem in de hand hebt. Voor een stuk omdat je de objectieve en subjectieve factoren nooit allemaal op één lijn kan krijgen : in een politiestaat met tot de tanden gewapende agenten op elke straathoek voel ik me ook niet veilig. Voor een deel omdat de inschattingen verschillen, en dus de mate waarin mensen vinden dat andere belangrijke zaken aan veiligheid mogen worden opgeofferd – denk aan de discussie over de investeringen in defensie die nu in heel Europa plaatsvindt : mogen die al dan niet ten koste gaan van pakweg hogere pensioenen ? Deels ook omdat er eenvoudige oplossing lijken te bestaan – waar onverantwoordelijke extremisten al eens op inspelen : sommigen verwachten dat alle criminaliteit zal verdwijnen in de al genoemde politiestaat, anderen dat alle oorzaken van criminaliteit weggewerkt kunnen worden in een zeer egalitaire verzorgingsstaat.
Als gemeentebestuur heb je bovendien het bijkomende nadeel dat je niet alles in de hand hebt. Je bent afhankelijk van de politie (daar heb je nog iets aan te zeggen), maar ook van het justitieapparaat, van het bredere beleid op het vlak van bijvoorbeeld drugs, van het (mentale) gezondheidsbeleid, van zoveel factoren. Je kan, en moet, daar als gemeentebestuur eerlijk over communiceren, maar de burger verwacht van het meest nabije bestuur wel oplossingen. Niet onlogisch.
Dat maakt het hele veiligheidsdebat in een gemeenteraad ook moeilijk, tenzij je alles op één hoop veegt en je beperkt tot “zie je wel” roepen. Dat gebeurde gelukkig niet. We deden wel even aan partijpolitiek : Robin haalde terecht aan dat de cd&v-bestuurders in de vorige legislaturen niet echt voldoende prioriteit hadden gegeven aan veiligheid. Brigitte antwoordde terecht dat de problematiek zich nu een stuk scherper aftekent dan voordien. Dat geldt met name voor de drugsproblematiek : de flakkahandel tussen Antwerpen en Roosendaal speelt zich voor een stuk in onze gemeente af, en brengt ook hier een verslavings- en overlastproblematiek mee die zich niet zo eenvoudig naar elders laat verplaatsen.
In de discussie werden heel wat verschillende factoren aangehaald, en Geert wil terecht tot een coherent plan komen. Ondertussen probeert vooral de politie een aantal “quick wins” te realiseren. Er gaat an beide kanten nog heel wat doorzettingsvermogen nodig zijn. Daarbij gaat er hard moeten worden ingezet op samenwerking, ook tussen overheden, diensten, instanties… die dat niet gewoon zijn. En er gaan politieke taboes moeten sneuvelen. Aan de ene kant van het politieke spectrum gaat het absoluut nodig zijn om meer repressieve maatregelen, controles, camera’s… te aanvaarden dan spontaan misschien het geval zou zijn. Aan de andere kant gaan er meer maatregelen om mensen kansen te geven, alternatieven te bieden, te proberen terug op het juiste spoort te krijgen… geaccepteerd moeten worden dan rechtvaardig zou kunnen lijken. Alleen met zo’n én/én gaan we verder geraken en zowel de onveiligheid als het gevoel kunnen terugdringen – in het besef dat we hoe dan ook niet alles kunnen doen. Hopelijk was deze gemeenteraad vooral een eerste stap op dat kronkelige pad in de juiste richting.