Archief van
Maand: juni 2018

Bijna RIP voor een RUP ?

Bijna RIP voor een RUP ?

Vorig jaar in oktober keurden we in de gemeenteraad het RUP Meergezinswoningen voorlopig goed. Met dat RUP wordt een rem gezet op de appartementsbouw in Essen-Centrum. Gisteren stond de definitieve goedkeuring op de agenda. Zoals ik vorig jaar schreef, hebben we tien jaar lang op dit RUP moeten wachten. In die tien jaar zijn er ongelooflijk veel appartementen in Essen gebouwd (of nog gepland). Er moeten redenen zijn waarom dat zo lang heeft geduurd.

Ik ben er altijd vanuit gegaan dat één van de redenen gezocht moest worden binnen CD&V. Dat er daar mensen zijn die de bouwwoede in Essen eerder willen aanmoedigen dan afremmen, en die het niet erg vinden dat Essen doorgroeit naar 20.000 en vervolgens 25.000 inwoners, daarbij niets meer overlatend van de landelijke gemeente die het ooit was. Maar ik kon dat niet hard maken, want het werd zo nooit uitgesproken. En de oorzaak van treuzelen, onnodige omwegen maken, … valt moeilijk te achterhalen.

Verbaasde het me dan dat die stem in de laatste rechte lijn dan tóch nog aan de oppervlakte kwam ? Neen, dus. Of toch wel. In de commissie pleitte Brigitte Van Aert er plots voor om het RUP alsnog aan te passen en toch nog méér appartementsbouw toe te staan. Ik vond het wat vreemd dat net zij die mening verwoordde. En dat er zolang mee was gewacht, want het RUP stond nu toch echt wel op het punt definitief te worden goedgekeurd – en de bouwwoede was in die tien jaar toch ook al grotendeels gestild. Maar dat het uit CD&V kwam, verbaasde me veel minder.

Kaderde haar tussenkomst in de open discussie die in een commissie nu eenmaal gelukkig wel kan ? Was het, zoals Arno Aerden (sp.a) suggereerde, een ongelukkige formulering van een wel verdedigbare mening ? Ik zou het graag willen geloven. Als we hier maar geen tien jaar op hadden moeten wachten, zonder goede verklaring.

Uiteindelijk werd het RUP unaniem goedgekeurd. Oef. Maar Essen niet volbouwen blijft één van de grote uitdagingen voor het volgende bestuur. Eén die niet bij alle partijen in even goede handen is. Dat weet ik dan weer wel zeker.

Onder den boom rozemarijn…

Onder den boom rozemarijn…

In het herdenkingspad in de Paterstuin lieten we een boom planten om te herinneren aan zwembad De Vennen. Vlakbij de prachtige moestuin die er terug verrees. Gisterenavond huldigden we de boom in. Ik mocht daarbij het woord voeren. En zei dit :

Welkom bij deze herdenkingsboom voor zwembad De Vennen. Ik zie iedereen al denken, moest die boom niet in de Kerkstraat staan ? Misschien wel, maar daar is nu eenmaal geen herdenkingspad. En toch past het ook wel dat deze herdenkingsboom hier staat, want het eerste zwembad in Essen stond hier, aan het College. In 1958 werd hier een zwembad gebouwd, op de plaats waar nu de sporthal staat.

Maar hét zwembad, dat kwam er pas in 1972. Eerst moest het in het Sportpark komen, maar uiteindelijk werd het plan voor dat park maar half uitgevoerd. Daarna rijpte even het idee om in zaal Rex te gaan zwemmen. Uiteindelijk verrees in 1972 zwembad De Vennen, gebouwd onder leiding van Armand Quick. Al in 1973 werd de 100.000e bezoeker geteld.

Daar waren er ongetwijfeld heel wat bij die meer dan één keer waren gekomen. Dat neemt niet weg dat generaties jonge Essenaren in het bad hebben leren zwemmen. Hendrik Conscience leerde zijn volk lezen, Cyriel Loos en collega’s leerden hun volk zwemmen. De scholen vonden allemaal de weg naar het zwembad in eigen gemeente. Toegegeven, buiten de schooluren was het bad soms wat minder druk bezet. Maar het was gebouwd als instructiebad, en die functie heeft het meer dan veertig jaar lang perfect vervuld.

Tien jaar geleden hebben we er in de gemeenteraad al op gewezen dat het bad zijn beste dagen had gehad. Moest er geen plan worden gemaakt voor een renovatie, of een nieuw bad ? Was de bouw van een nieuwe sporthal geen gelegenheid om misschien óók een nieuw zwembad te bouwen ? Al dan niet in het sportpark – aan de Rex hebben we nooit gedacht. Maar gepland werd er niet. Beloofd wel, want bij de vorige verkiezingen stelde Brigitte Quick formeel dat de Essenaren in eigen gemeente zouden kunnen blijven zwemmen, toen wij opperden dat een nieuw bad in Nieuwmoer eventueel ook zou kunnen worden overwogen.

Het resultaat ? In 2015 ging De Vennen tegen de vlakte, na een kort tweede leven als cultuurcentrum Badstop. Toegegeven, het was versleten. Een grondige renovatie, zoals de Kalmthoutse buur, was het minste geweest. Of een nieuw bad. Mits een goede planning was het perfect mogelijk geweest. Maar in plaats daarvan kreeg de Essenaar een subsidie om elders te gaan zwemmen. En de scholen ? Die krimpten de zwemlessen drastisch in. Cyriel Loos leerde zijn volk zwemmen, Gaston Van Tichelt leerde het hen af.

De Vennen werden grondig weggewerkt. Waar ooit de schoolslag welig tierde, staat vandaag enkel nog gras. Zelfs voor het pleintje dat er overbleef werd nog geen nuttige bestemming gevonden. Vandaar dat we een herinnering wilden voorzien. Een rode beuk, in een vergeefse poging om nog een ander monument, de boom die het kerkhof van Hoek sierde, ook een beetje te compenseren.

Een boom als herinnering aan ons zwembad, een boom als aanklacht ook tegen kortzichtigheid. Hopelijk moet hij nooit in planken gezaagd worden om de Essense kinderen drijvend te houden die niet meer leren zwemmen, maar geeft hij schaduw waaronder de bestuurders van onze gemeente inspiratie kunnen opdoen, nu en na de gemeenteraadsverkiezingen, om terug een zwembad voor de Essenaren te bouwen.

We wensen de boom een lang leven. We gaan hem daarom water geven. Zwembadwater natuurlijk. Echt water van De Vennen. En daarna nodigen we iedereen uit in ’t Gildenhuys, waar we straks de Moeial gaan uitreiken, om een glas te komen drinken op De Vennen. Een glas water natuurlijk. Of iets anders, voor wie water toch vooral geschikt vindt voor bomen. En voor zwembaden !

Bericht van de reizigers

Bericht van de reizigers

Beste NMBS,

Het is lang geleden dat ik nog eens een brief heb geschreven. Niet omdat ik geen klachten meer had, wel omdat brieven toch niets uithalen en uw antwoorden nooit oplossingen bevatten, enkel excuses.

Ik schrijf dit dus tegen beter weten in. Point n’est besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer, zullen we maar denken. Gisteren, zaterdag 9/6, wilde ik met de trein van Brussel naar Essen. Uw website had me gewaarschuwd, het zou geen gemakkelijke reis worden. Maar u hebt alsnog mijn verwachtingen overtroffen. De trein naar Antwerpen-Centraal was nochtans op tijd. En sloot mooi aan op een trein naar Antwerpen-Noorderdokken. Daar aangekomen moesten we naar de vervangbus. Uw personeelslid begeleidde ons naar de bus. Want die stopte niet aan het station, om ook voor uw personeelslid onduidelijke redenen. Wel een kwartier stappen verder. Gelukkig had ik mijn koffer in Brussel gelaten, andere passagiers hadden niet zo veel geluk. En wie wat slechter te been is stelt zich bij „openbaar vervoer” ongetwijfeld ook geen kwartier wandelen voor.

Vervolgens wachtte de bus tergend lang om te vertrekken. Alsof er nog iemand uit onze trein zou komen. We reden naar Kapellen en de chauffeur legde ons min of meer de weg naar het station uit. Want stoppen áán het station, dat zou natuurlijk te eenvoudig zijn. Daar wachtten we dan weer onnodig lang op een trein. Die ons tot in Essen bracht. Brussel-Essen op 2 uur en 45 minuten. 78 treinkilometers, dus net geen 30km/u.

Uiteraard deden ook enkele verwarde buitenlandse reizigers met bestemming Nederland het hele traject – logisch als schaarse informatie door krakende microfoons je pad moeten leiden. Die mochten dan in Essen op een nieuwe vervangbus stappen.

Vandaag moest ik terug naar Brussel. De trein naar Kapellen was op tijd. Daar aangekomen stuurde iemand de reizigers min of meer in de richting van een bushalte. Daar zou een bus met het NMBS-logo komen (zoals gisteren). Van enige informatie of verwijzing naar de verwachte bus was er aan de halte alvast geen sprake. Er passeerden verschillende bussen, maar dat waren blijkbaar niet de juiste.

Na een minuutje of twintig kwam er dan één met opschrift „Pendelbus” (geen NMBS-logo) en blijkbaar was dat degene die we moesten hebben. De bus dropte ons af ergens in Luchtbal, op de plek waar ik gisteren was opgestapt. Daar stond niemand te wachten, en de chauffeur vond het ook niet nodig om spontaan enige uitleg te geven. Eén passagier vroeg waar de tram kwam. Die kreeg antwoord, en driekwart van de reizigers trok vervolgens naar de tram. Hopelijk moesten ze geen ticket betalen. Ik wandelde terug naar het station (ik wist de weg nog, zeker met enige hulp van Google Maps). Daar geen trein noch info, maar na weeral een onzinnig lange wachttijd kwam er toch één. Vanuit Antwerpen-Centraal verliep de reis vervolgens opnieuw vlot.

Ik kan begrijpen dat er al eens aan het spoor moet worden gewerkt. Dat dat in het weekend gebeurt, is logisch (kan het niet ‘s nachts ?). Maar dat er geen enkele poging gebeurt om de hinder voor de reizigers te beperken, dat is onbegrijpelijk.

Bij wijze van compensatie stel ik voor dat u mij uitlegt hoe u het in het vervolg veel beter zal doen. En dat u alle inkomsten die u dit weekend op lijn 12 ontvangen hebt doorstort naar een goed doel, want dat mensen u hiervoor betaald hebben is natuurlijk al te gek.

Vriendelijke groeten,
Tom Bevers

In de schaduw van de Mont Blanc

In de schaduw van de Mont Blanc

Het verhaal staat nog elders op deze site : exact 10 jaar geleden stuurde mijn werkgever me voor het eerst naar de Internationale Arbeidsconferentie, waar jaarlijkse duizenden (dit jaar 5.238 heb ik begrepen) mensen samenkomen om over „werk” te discussiëren, internationale normen uit te werken en de toepassing ervan te controleren, en de strategische lijnen uit te zetten voor de acties van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Ik nam in 2008 deel aan één van de commissies, en was er terecht trots op dat ik in de plenaire vergadering van die commissie na twee dagen en een half het woord had mogen voeren namens een dertigtal landen. Ik vond het toen een zeer leerzame ervaring, al maakte ik één foutje, in de marge van een vergadering, waarvan ik toen nooit kon vermoeden dat het mij wellicht -en terecht- voor de rest van mijn leven zal achtervolgen.

Ik had toen verwacht dat het niet zo lang zou duren vooraleer ik opnieuw naar het VN-gebouw in Genève zou komen voor voor een „ILC”. Maar de conferentie valt altijd in een periode die ook voor wie met het Europees werkgelegenheidsbeleid bezig is erg druk is. En dus raakte ik nooit meer in de stad aan het Lac Leman. Maar een klein jaar geleden liet ik het voorzitterschap van het Europees Werkgelegenheidscomité achter me, en nam ik de verantwoordelijkheid voor alle internationale relaties in de FOD over. En dus zag het ernaar uit dat ik toch minstens even een kijkje zou gaan nemen op de Conferentie.

Dat kijkje werd uiteindelijk een stevige kijk. We werden gevraagd of we geen commissievoorzitter konden leveren. Dat kon. Zodat ik in een soortgelijke commissievergadering waar ik elf jaar geleden blij was dat ik überhaupt iets had gezegd nu de voorzittershamer mocht hanteren. Voor de „recurrente discussie over sociale dialoog en tripartisme”. Met alles erop en eraan : plenaire vergaderingen met de sociale partners en vertegenwoordigers van 98 landen (daar zijn foto’s van) en een tripartite redactiecomité met twee zittingen tot na middernacht (daar zijn geen foto’s van, en dat is wellicht maar beter ook)… Gelukkig zaten er aan alle kanten van de tafel enkele landgenoten, wat het gemakkelijker maakte om de informele lijnen open te houden. Als we als werktaal de meest vertegenwoordigde moedertaal hadden gekozen, dan zouden we niet het Engels maar het Nederlands hebben gebruikt. Tot schrik van de anderen, ongetwijfeld.

Gisteren mocht ik dan het rapport en de conclusies voorstellen, om vervolgens te zien hoe ze door de unanieme Conferentie goedgekeurd werden. In de grote zaal van het VN-gebouw, op het spreekgestoelte waar eerder die dag de presidenten van Ierland en de Centraal-Afrikaanse Republiek hadden gestaan. Al bij al een boeiende en zeer efficiënte manier om opnieuw kennis te maken met de Conferentie !

Kandidaat

Kandidaat

Ik heb me opnieuw kandidaat gesteld voor een plaats op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Voor N-VA/PLE. Dat zal wel niet onverwacht zijn. Ons samenwerkingsverband heeft de voorbije jaren goed gewerkt, en ik zou dan ook graag samen met de collega’s mijn werk in de gemeenteraad kunnen verderzetten. Hopelijk vanuit de meerderheid, maar als het moet ook terug in de oppositie.

De samenwerking tussen PLE en de lokale N-VA verloopt perfect. Maar ik zie met lede ogen aan hoe het Vlaamse politieke landschap -of de beeldvorming daarover- steeds verder gepolariseerd is GE raakt. Zodat ik het nodig vind om aan te geven, te herhalen eigenlijk, op welke voor mij essentiële punten ik met de nationale N-VA van mening verschil.

Dat gaat in de eerste plaats over Europa. Ik geloof in de Europese samenwerking, in de EU. Je kan het met het beleid van de Commissie, de Raad en of het Parlement oneens zijn, maar de samenwerking afremmen om af te remmen, ze in vraag stellen om ze in vraag te stellen, dat vind ik zeer contraproductief. Al wie het Brexitdebacle een beetje nuchter bekijkt, al wie ziet hoe enkel de EU een gezamenlijk tegengewicht tussen Trump en Putin kan bieden, moet volgens mij ook tot die conclusie komen.

Ik zou bij Europese verkiezingen daarom ook nooit op een partij kunnen stemmen die lid is van een Europese fractie waar belangrijke partijen in zitten die zich anti-EU opstellen, of die kernwaarden als de liberale democratie, de onafhankelijke rechtspraak, de persvrijheid of de vrijheid van meningsuiting in het algemeen in vraag stellen. Natuurlijk, alle nationale omstandigheden zijn anders, maar op dit moment sluit dat voor mij sowieso de Europese fracties van de ECR (met N-VA, maar ook met de Poolse regeringspartij en de Britse Conservatieven) en de EPP (met CD&V, maar ook met de partij van Orban) uit, en uiteraard ook de nog meer uitgesproken anti-Europese groepen rond Farage en rond Le Pen. En vanzelfsprekend moeten die kernwaarden ook in Vlaanderen gerespecteerd worden. Tenslotte, wie voortdurend probeert om de EU af te remmen en minder mogelijkheden te geven, en dan wel roept dat de EU niets doet voor… (bijvoorbeeld voor de Catalanen), die is hypocriet. Dat schreef ik hier al.

Daarnaast heb ik een andere mening dan N-VA over migratie en integratie. Overigens niet echt over het beleid dat staatssecretaris Francken voert : zoals ook sp.a-émince grise Louis Tobback onlangs aangaf zijn er voor dat beleid maar weinig alternatieven. Wel voor de retoriek waarmee Francken en ook Bart De Wever dat beleid soms verdedigen. En als principieel sociaal-liberaal blijft ook in het integratieproces voor mij vrijheid een waarde die gerespecteerd moet worden. Dat maakt dat ik tegen de hoofddoek ben (ik hoop dat zo weinig mogelijk vrouwen die dragen) en ook tegen een hoofddoekverbod. Ik kies ook voor neutraliteit van de dienstverlening, maar dat hoeft niet het ontkennen van de identiteit van de dienstverlener te betekenen. Ik wil aan het loket gerust geholpen worden door een Vlaamse man, met een kruisje om de hals, waarvan ik weet dat hij CD&V stemt en voor Club Brugge supportert. En dus ook door het omgekeerde ervan. En overigens : discriminatie bestaat en moet bestreden worden, maar niet alle achterstand wordt per definitie door discriminatie verklaard, en de politiek-militante islam is een gevaar voor de samenleving, en moet bestreden worden. Dat lijken mij evidenties.

Ik hoop dat ons politieke landschap nooit naar de soort tribale links-rechtstegenstelling evolueert die we in de VS zien, waarbij iedereen zich tot één van beide groepen moet bekennen en vervolgens alles goed moet vinden wat die eigen groep doet. In dat soort verhaal zal ik nooit passen. Daarvoor houd ik te veel van de nuance.

Als Vlaams-progressief sociaal-liberaal voel ik me thuis in PLE, en mijn partij past perfect in het Essense verhaal van N-VA/PLE. Daar ga ik graag mee voor op 14 oktober. We hoeven het lokaal ook niet eens te zijn over het beleid dat nationaal gevoerd wordt. Ik geloof net in een lokale politiek die zich niet laat leiden door partijstrategieën op een hoger niveau. Maar ik hoop wel dat de N-VA  zowel qua stijl als inhoud afstand blijft houden van de Orbans, de Kaczynskis, de Salvinis, de Straches, de Rees-Moggs, de Erdogans, de Putins, de Trumps van deze wereld.