Archief van
Maand: december 2014

De wereld is klein

De wereld is klein

Vorige vrijdagavond ben ik met mijn broer naar het laatste deel van de “Hobbit”-trilogie gaan kijken. Vakmanschap, die film, maar als zesde in de “Middle Earth”-reeks, en als laatste deel en “prequel” van de drie eerste, toch net iets te voorspelbaar. Met bovendien een aantal losse eindjes, wat niet zo gelukkig is voor deel 3 van 6, natuurlijk. Of is Peter Jackson nog van plan om een 7e deel te maken ? Nu, voor wie de boeken van Tolkien heeft gelezen zal het allemaal wellicht wél duidelijk zijn. Maar tot die groep behoor ik dus niet.

Dat niet het hele verhaal afgewerkt was, gaf ons nadien wel mooi de kans om daarover te discussiëren. Van Middle Earth belandden we bij “Earth” tout court. Met als kernvraag : “Wat is de meest overdreven titel : De Slimste Mens ter Wereld of Wereldkampioen Veldrijden”. Ik weet het nog zo niet. Beide concepten hebben een echte waarde – ook al wordt die vooral door de televisie gemaakt. Ook al gebeuren de opnames voor een levend publiek.

Eigenlijk was ik nog nooit eerder bij dat “levend publiek” op de Essense veldrit. In 2009 had ik een perskaart (Essen in Beeld, weet u wel), de jaren nadien mochten de Molenheidevrienden op mijn vrijwillige inzet rekenen. Al moet ik zeggen dat ik telkens minstens drie kwart van de profwedstrijd heb gezien. Door omstandigheden kon ik deze keer niet helpen. Waardoor ik plots toch toeschouwer werd.

Dankzij Robin mocht ik zelf als VIP naar Hemelrijk afzakken. Een heel andere manier om de dag te beleven dan pakweg in de kou aan de inkom – waardoor mijn respect voor wie dáár stond natuurlijk nog groter is geworden. De wedstrijden, zowel bij de dames als de heren, lagen iets te snel in de finale plooi om spannend te zijn, al zette Wout Van Aert natuurlijk een zeer indrukwekkende prestatie neer. Sven Nys, beste veldrijder aller tijden en eigenlijk ook mijn favoriet (naast de Essenaren uiteraard – ik wil mijn kiespubliek niet voor het hoofd stoten) slaagde niet in het verhoopte wederoptreden. Zoals aan krant dat deze week opmerkte doet dat 0,0% af van zijn verdiensten voor de sport : als de titels er toch meer waard zijn dan die van “De Slimste” dan is dat dankzij hem. Toch zou het helpen als er meer dan één buitenlander in de top tien zou rijden – in Essen moest Walsleben de eer van nogal wat naties, en daarmee ook een beetje die van het veldrijden op zich, redden.

En de toekomst van de Essense veldrit ? Ik mis eerlijk gezegd de bijzondere charme van de Grote Prijs Rouwmoer. Ik hoop dat het anders uitdraait, maar ik weet niet of de verhuis naar de douaneloodsomgeving op termijn echt perspectief biedt. Als mede-eigenaar (of ik het nu graag hoor of niet, ik ben bestuurder van het Autonoom Gemeentebedrijf) is de veldrit wat mij betreft zeer welkom op ons domein, daar niet van. Maar of het terrein en het veldrijden elkaar echt genoeg te bieden hebben om in een (krimpend ?) circuit voor jaren overeind te blijven, weet ik niet. Al past het om in de eerste plaats de organisatie te feliciteren met een mooie editie 2014, natuurlijk. Ik heb er alvast van genoten…

Zwarte doos of zwart gat ?

Zwarte doos of zwart gat ?

Ik houd een goed gevoel over aan de gemeenteraad van gisteren. De discussies die ik mee mocht voeren waren redelijk scherp, maar ik had niet de indruk dat het allemaal in dovemansoren viel.

Al kan ik niet anders dan toch ook heel verontwaardigd zijn. Ik heb de burgemeester gisteren uitdrukkelijk laten bevestigen dat de discussie die we vorig jaar over het meerjarenplan hebben gevoerd wellicht het belangrijkste debat in de hele legislatuur was. Bij die gelegenheid gaf de unanieme raad vijf uitdrukkelijke opdrachten mee aan het schepencollege. Vijf keer vroeg de raad om het meerjarenplan aan te passen, vooral door het substantieel beter te onderbouwen of uit te werken. Met die vijf door de hele raad goedgekeurde beslissingen gebeurde gewoon niets. De burgemeester leek zich gisteren zelfs pas voor het eerst dit jaar te herinneren dat ze genomen waren. Pijnlijk. Maar vooral onaanvaardbaar. Hij stelt nogal eens dat de gemeenteraad “op hoofdlijnen” moet besturen en de rest aan het college over moet laten, maar zelfs als de raad dat uitdrukkelijk doet, dan gaan de beslissingen in de schuif. Eigenlijk vind ik dat dit de gemeente formeel “onbestuurbaar” zou moeten maken, en niet wat dissidenties bij geheime stemmingen, zoals dat nu blijkbaar in Borgloon de aanleiding is om te stellen dat het college het vertrouwen verloren heeft. Maar goed, dat zal wel naïef zijn van mij.

Of toch niet helemaal, want de burgemeester en ik vonden elkaar wel in de vaststelling dat het hele verhaal van de “Beleids- en Beheerscyclus” (BBC), die de nadruk legt op meerjarenplannen en daarnaast een beperkte rapportage, tot nu toe niet had geleid tot een transparanter bestuur. Ik vermoed, eerlijk gezegd, dat zelfs de doorsnee-schepen daar last van moet ondervinden. Het hele BBC-verhaal kán wel zinvol worden ingevuld, en er zullen ongetwijfeld gemeenten zijn die dat doen. Maar dat vraagt om een behoorlijke dosis politieke wil, en de regels nodigen toch vooral de administratie en het college (in die volgorde, vrees ik) uit om van het financieel beheer -al dan niet vrijwillig- een grote zwarte doos te maken.

Al moeten we het kind ook niet met het badwater weggooien. Zo vind ik het erg verfrissend dat de absurde tweedeling tussen positief vermogen (reserves) en negatief vermogen (schulden) nu werd weggewerkt, en ze gewoon worden samengeteld. En voor een deel kampen we met een overgangsprobleem, ook al omdat de invoering van de BBC in Essen ongeveer samen lijkt te zijn gevallen met een reëel financieel omslagpunt. Ik zag nogal wat mensen knikken toen ik stelde dat de rekening over het jaar 2014 erg leerzaam wordt voor ons allemaal.

Wat ik gisteren alvast leerde is dat het groeiende inwonersaantal, als exponent van de evolutie die ik hier al verschillende keren heb aangeklaagd, ook een financiële component heeft. De achterliggende groeivoet van de belastingen is -althans op papier- nodig om de rekening te doen kloppen. Dan wordt het wel erg verontrustend voor het open en landelijke karakter van onze gemeente.

Over dat karakter ging het tenslotte ook in de discussie over de “activeringsheffing”, de belasting op onbebouwde percelen. Een discussie die vooral aantoonde dat een reglement van elders kopiëren eigenlijk nooit een goed idee is, en minstens een grondige screening, artikel per artikel vergt – eerst door de opstellers van het reglement, en vervolgens best in een raadscommissie. Het verbaast me vaak dat “gemeentelijke autonomie” tot zoveel knip- en plakwerk leidt (in het Autonoom Gemeentebedrijf zagen we daar vorige week nog een staaltje van – op een tabel bleek in plaats van “Essen” nog “Scherpenheuvel-Zichem” te staan…).

Mijn vragen over de toepassing in de weekendzones en het Woonbos deden het reglement alvast tijdelijk de das om. Hopelijk krijgen we alsnog de kans om het grondiger te bekijken, want er zitten nog meer adders onder het gras. En uiteindelijk blijft ook de principiële discussie boeiend. Daar moeten voor- en tegenstanders hun posities trouwens nog uitklaren. We zijn het er allemaal over eens dat er in het reglement terecht veel uitzonderingen zijn. Maar als dat zo is, heeft de belasting dan wel het krachtige sturend vermogen richting goedkopere prijzen (zoals de voorstanders beweren) of het versneld volbouwen van Essen, met vervolgens hogere prijzen als gevolg (wat de tegenstanders stellen) ? Als het sop de kool niet waard is, dan kunnen we zonder deze belasting en is ze hoogstens een doekje voor het bloeden dat de sp.a over de verloren Grondbank heen moet helpen. Maar als het om een belasting zonder veel effect gaat, dan kan ze anderzijds ook niet veel kwaad, natuurlijk. Wordt vervolgd…

In Memoriam Fons Tobback

In Memoriam Fons Tobback

Met zijn drieën hebben we vaak gemeenteraden voorbereid : Fons, Dirk en ik. Bestuursvergaderingen hebben we gehouden, soms met nog één of twee extra aanwezigen. Soms ook niet. De tijden zijn veranderd. Toen Fons schepen was, zat ik de lokale VU voor. Op het nationale secretariaat van die partij sprak men mij ooit eens aan met “de kabinetschef van Fons Tobback”.

Neen, 1994, toen we in de meerderheid stapten met de toenmalige CVP en Fons dus schepen werd, was geen gemakkelijk moment. 2006, toen Fons overstapte naar -diezelfde- CD&V omwille van de misgelopen kartelbesprekingen met die partij was ook niet evident. Als beide anders lopen, zien wellicht vooral mijn politieke verhaal, dat van Dirk en dat van Fons er heel anders uit. Maar tussen 1994 en 2006 hebben we fantastisch samengewerkt, heel veel plezier beleefd en ook gewoon veel bereikt. Ik weet zeker dat we dat nadien alle drie gemist hebben. En ik weet al even zeker dat we ervan uitgingen dat we er ooit een pint op zouden gaan drinken, ná de politiek.

Maar die tijd ná de politiek komt niet meer. Deze nacht is Fons Tobback overleden. Goede, warme mensen sterven altijd te vroeg – maar voor Fons geldt dat vandaag wel heel in het bijzonder.