Archief van
Maand: november 2013

Onbegrip

Onbegrip

Ik begrijp er niets van. Dat heb ik gisteren op de gemeenteraad geleerd. Het schepencollege, dat altijd met één stem spreekt volgens onze burgemeester, vindt dat ik niets van de vzw Kobie begrijp. Ik wilde nog uitleggen hoe ik dacht dat het in elkaar zat, maar ik werd de mond gesnoerd : ik zou het toch nooit begrijpen. Het college vindt mij wellicht te dom. Met dank voor het respect, collega’s van CD&V en sp.a.

Al geef ik toe dat de vzw Kobie ook niet zo eenvoudig te begrijpen is. Zeker voor wie ook aandachtig luistert naar die ene stem van ons college. Van bij het begin heeft die namelijk twee dingen gezegd. Enerzijds is de vzw een verlengstuk van de gemeente. Een “extern verzelfstandigd agentschap”. Eigenlijk een gemeentelijke dienst die de vzw-structuur heeft aangenomen omdat die af en toe wat eenvoudiger werkt. Maar ten gronde verschilt die vzw niet van pakweg de bibliotheek, die ook activiteiten opzet en daarvoor vrijwilligers inschakelt. Of van het Autonoom Gemeentebedrijf. In dat geval is het logisch dat mijn voorstel over een gelijke behandeling met “andere” verenigingen bij het uitlenen van feestmateriaal werd afgewimpeld. Kobie is dan helemaal geen vereniging, maar een gemeentedienst. Dat die de eigen nadarhekken zonder veel poespas kan gebruiken, dat is nogal evident. Maar mijn andere voorstel, dat ze geen sponsoring van Infrax mag gebruiken omdat die voor de verenigingen bestemd is, dat had dan wél moeten worden aanvaard.

Anderzijds is het toch een vereniging. Die zichzelf bestuurt, een eigen herkenbaar imago uitbouwt, eigen initiatieven neemt. Een vereniging “die alles en iedereen in Essen moet samenbrengen”, zoals het college het gisteren óók verwoordde. Een supervereniging op kosten van de gemeente. Dan is het logisch dat die vereniging zichzelf bestuurt, en niet zomaar plots zonder het zelf te willen namens de gemeente Vlaanderen Muziekland moet organiseren, zonder dat zelf te hebben beslist. Maar dan is het ook logisch dat die vereniging wél netjes nadarhekken moet aanvragen, en als die al toegezegd zijn te laat komt. En het is logisch dat ze eventueel subsidies bij Infrax kan bekomen. Maar ook dat ze eventuele tekorten niet zomaar bij het gemeentebestuur kan laten aanvullen, met een briefje van de voorzitter (Gaston Van Tichelt) aan de burgemeester (Gaston Van Tichelt). De vzw Kobie krijgt dan pakweg het statuut van de VVV.

Ik begrijp niets van de vzw Kobie, dat heeft het schepencollege beslist. Ik denk dat ik niet alleen ben, en dat er nogal wat Essenaren en verenigingen zijn die het niet zo goed begrijpen. En de vzw zelf misschien ook wel niet, want het is nu eenmaal niet eenvoudig om gemeentedienst en vereniging, autonoom en ondergeschikt, sturend en volgend, Dr. Jekyll en Mr. Hyde te zijn.

Zwarte dagen

Zwarte dagen

Het decreet van 9 juni 1993 “houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid” was een belangrijke stap voor het jeugdbeleid in Vlaanderen : de gemeenten kregen autonomie, en kregen samen met het lokale jeugdwerk de verantwoordelijkheid om een jeugdwerkbeleidsplan op te stellen. In ruil voorzag Vlaanderen subsidies.

In Essen zetten we vanuit de Jeugdraad een stuurgroep op om dat eerste JWBP te schrijven. Met jeugdschepen Frans Schrauwen als één van de drijvende krachten. We zorgden voor een ruim inspraakproces, met het hele jeugdwerk. Verschillende keren brachten we een grote groep jongeren, uit de jeugdbewegingen en daarbuiten, samen om na te denken over een zinvol beleid en de juiste subsidie-instrumenten. En we probeerden zelfs de kinderen te betrekken via de “nieuwjaarswensen aan de burgemeester”.

De mensen veranderden, maar het proces bleef al die jaren bestaan. Elk plan dat ik mee heb opgesteld bleek een nuttige en aangename ervaring met participatie in het beleid. Niet gemakkelijk, maar het zorgde altijd voor nieuwe ideeën en een kritische kijk op wat al bestond. Heel wat jongeren zetten in dit kader hun eerste stappen in “beleid maken”. En bij het jeugdwerk werd veel begrip gekweekt voor het moeilijke proces van “keuzes maken”.

Natuurlijk was het geen eenvoudig werk. Er kroop heel wat tijd in. Zoveel, dat het bestaan van het plan zelf aan de basis lag van de komst van een jeugdambtenaar in Essen. Gelukkig bleek die tot veel meer dan plannen in staat en werd het ook allemaal uitgevoerd. Heel wat ideeën van toen, van subsidiesreglementen tot de Speelpleinwerking, blijken nu niet meer weg te denken.

De voorbije planningsperiodes volgde ik wat meer op afstand. Als gemeenteraadslid mocht ik de jeugdplannen wel mee goedkeuren. En telkens vaststellen dat er hard en gedreven aan was gewerkt, dat er lessen werden getrokken uit wat wel en niet werkte, dat nieuwe inzichten een kans kregen. Het was werk waarop een hele gemeenteraad, meerderheid en oppositie, trots kon zijn. Er bleek zelden een speld tussen te krijgen, maar zelfs dat was als oppositieraadslid mooi om te zien.

In Vlaanderen bleek het jeugdbeleid een trendsetter. Er kwamen sportbeleidsplannen, seniorenbeleidsplannen, cultuurbeleidsplannen, lokale sociale beleidsplannen… Telkens veel werk, maar met veel ruimte voor inbreng vanuit de betrokken sector. Zelfs al liep het proces niet altijd perfect, het zorgde altijd voor nieuwe impulsen, voor een nieuw draagvlak.

Maar de planlasten moesten verminderen. In het kader van de “Beheers- en Beleidscyclus” hoeven al die plannen vanaf 2014 niet meer. Er komt één meerjarenplan. En natuurlijk worden de gemeenten opgeroepen om daar iedereen bij te betrekken. Natuurlijk worden ze gevraagd om inspraak te organiseren.

Maar hoe gebeurt dat dan in Essen ? Door één powerpoint met de vage plannen van het schepencollege voor te stellen op één vergadering van elke adviesraad. En dan maar te hopen dat ze daarmee voor zes jaar verder kunnen. De verschraling van het beleid, de degradatie van de democratie, de ontwaarding van de participatie die dit meebrengt in mijn eigen gemeente is voor mij héél moeilijk om aan te zien. Als democraat, als iemand die gelooft in dialoog doet het me zelfs fysiek pijn. En geloof me, ook dat heeft helemaal niets met oppositie of meerderheid te maken. Ik zou het zelfs nog erger vinden als ik meerderheidsraadslid zou zijn en dat in mijn naam de kans zou worden gemist om samen een beleid uit te werken.

Het is in de eerste plaats een verpletterende verantwoordelijkheid voor de Essense schepenen. Ik begrijp hen daarin echt niet. Al die plannen die ze zelf mee hebben opgesteld, hadden die dan voor hen geen enkele meerwaarde ?

Maar het is ook de verantwoordelijkheid van de decreetgevers : wie het in naam van de gemeentelijke autonomie mogelijk maakt dat alle participatie zomaar overboord wordt gegooid, heeft zich vergist.

Het proces vind ik veel erger dan de uitkomsten. Dat het zwembad dicht gaat doet me pijn. Maar dat dat besluit niet samen met de sportverenigingen, de jeugdverenigingen, de scholen, … wordt genomen vind ik 100 keer erger.

Terwijl ik dit stukje publiceer stel ik vast dat we dag op dag 22 jaar na de zogenaamde “Zwarte Zondag” zijn. Voor de lokale democratie vind ik deze dagen veel erger.

Belangeloos

Belangeloos

Nadat vorige maand bijna alle commissies werden afgelast, mocht deze maand de commissie “Omgeving” nog eens samenkomen. In principe alleen over de begraafplaatsen in Hoek en elders, maar het leek me verstandig ook de planning voor de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUPs) voor de komende jaren te agenderen. De discussie daarover werd een dovemansgesprek. De lijst van RUPs die door het schepencollege was besproken bleek niet de definitieve lijst, want het college had er nog heel wat aan aangepast. Maar op mijn herhaalde vraag naar hoe de uiteindelijke lijst er dan wel uitzag, kon onmogelijk worden geantwoord. Zodat het college na een vol jaar plannen dus niet kan zeggen welke bestemmingsplannen er de komende jaren gaan worden opgesteld…

Bij de bespreking van één ervan werd het nog wat surrealistischer. Ik stelde namelijk de vraag naar welk algemeen belang een bepaald vooropgesteld plan wel zou kunnen dienen. Waarom de projectontwikkelaar het plan wil kon ik wel zien, maar waarom de gemeenschap er goed aan zou doen een stuk open landschap vol te bouwen ontging me even. Toch was net dat plan wel deel van alle lijstjes. Ik kreeg geen antwoord. Als het algemeen belang niet gediend wordt, wiens belang dan wel ?

Not in my name – maar bij CD&V en sp.a denken ze daar wellicht anders over.

Sein

Sein

Ik heb het verkeer geregeld. Wie zondagnamiddag uit Heiblok kwam en Horendonk wilde indraaien had mijn toelating nodig, want ik deed dienst als seingever om zo mee de “10 mijl” van Esak in goede banen te leiden. Niet al te veel werk : Heiblok is niet meteen de drukste weg in onze gemeente. Bovendien een goede manier om Esak te ondersteunen. Zoals ik had verwacht bleek ook deze organisatie op wieltjes te lopen. Al heb ik begrepen dat er voor hen nog wat meer volk had mogen zijn. De afwezigen hadden uiteraard ongelijk, zoals dat veelal het geval is.

Het leverde me ook een onverwacht compliment op van een Letse hardlopende collega, die me vertelde dat ze heel goed beseft hoe essentieel seingevers wel zijn om haar favoriete sport te kunnen uitoefenen. Wat me tenslotte nog het meest opviel, is dat er meer mensen dan je denkt blijkbaar “zomaar” een ritje met de auto maken op zondag. Als niet-autobezitter een moeilijk in te beelden tijdverdrijf. Om dan nog niet vanuit het perspectief van de treinreiziger te spreken…