De XXXIe Olympiade

De XXXIe Olympiade

De Olympische Spelen. Het is alweer vier jaar geleden dat ik zelf in de stadions zat, bewonderend en ontroerd kijkend naar sporten waarvan ik soms zelfs de basisregels ter plaatse moest ontdekken. Een schitterende ervaring.

Deze keer heb ik de Spelen van veel meer afstand beleefd. Letterlijk, want Rio is niet bij de deur. En ook figuurlijk, wegens voor het grootste deel van de Spelen met vakantie. Maar natuurlijk zijn de prestaties van Michael Phelps, Simone Biles, Katie Ledecky en Usain Bolt me niet ontgaan.

Hoewel dat de helden van de “grote” Olympische sporten zijn, blijft het overigens verfrissend hoe het goud de grote gelijkmaker is : al wie de beste is in haar of zijn sporttak, krijgt dezelfde medaille. Ik gun het van harte aan de winnaars in de dressuur, het Grieks-Romeins worstelen, het pistoolschieten of het schermen. Als het landgenoten waren, we zouden ze terecht vieren. En wie denkt dat het in sommige sporten “gemakkelijker” is om goud te halen dan sneller te willen lopen dan Bolt of harder te zwemmen dan Phelps : ongetwijfeld is dat zo. Niets houdt u tegen om te beginnen trainen.

Over landgenoten gesproken : het bleken zowaar onverwacht goede Spelen. BelgiĆ« haalde 6 medailles tot nu toe (Nederland 16, Denemarken 13 – niet vergeten). In het taekwondo ging het mis, en het eremetaal in de triatlon lijkt op weg naar het Loenhout van Marten Van Riel, maar nu nog niet. Voor Evi Van Acker zat het allemaal wat tegen. Maar Van Avermaet won knap de wegrit, Timmers bewees dat hij niet alleen een grote mond heeft, Van Tichelt rekte het gouden judoverleden nog een beetje langer. De hockeyploeg won zilver (maar verloor nog veel meer het goud) en D’Hoore toonde aan wat dit wielerland zou kunnen als het in plaats van Putte-Kapellen of de Azencross op te hemelen gewoon zoals de rest van de wereld ook op een baan zou rondfietsen.

En Nafi Thiam versloeg Jessica Ennis. Die noemde ik vier jaar geleden bij de grootste figuren van de Londense Spelen. Een grote atlete. Geklopt. Door een Luikse van 22. In de atletiek, niets geen zogenaamd “kleine” sport. Een zeer grote prestatie.

Reageren is niet mogelijk.