Mijnheer de president

Mijnheer de president

Ik ben in de kleinste EU-Lidstaat beland, het eilandenstaatje Malta. Ik zou liever in Essen zijn geweest de voorbije dagen, voor het afscheid van Gino. Maar een kalender doet niet altijd wat je zou willen. Ik ben hier voor een seminarie georganiseerd door de Raad van Europa (niet te verwarren met de instellingen van de EU : de Raad van Europa verenigt 47 landen uit een erg breed gedefinieerd “Europa”, van IJsland tot Rusland). Het seminarie is er niet in geslaagd om me van de eigen relevantie te overtuigen, en de RvE in het algemeen (ook niet te verwarren met de Ronde van Essen…) is er al evenmin in gelukt om zijn meerwaarde op het domein van werkgelegenheid en sociale zaken aan te tonen, binnen een door de EU, de OESO en de ILO sterk bezet internationaal speelveld. Maar één van de twee basisteksten en enkele elementen uit de discussie erover hebben me toegelaten een aantal verbanden te leggen tussen verschillende recente (en nog in opmaak zijnde) publicaties. Er zou een stevige tekst van moeten komen, al moet ik daarvoor nog heel wat puzzelstukjes in elkaar passen…

Ondertussen heb ik ook een blik kunnen werpen op Malta. De nogal beperkte rechtstreekse vliegverbindingen met Brussel maakten dat ik mij een ochtendje flaneren kon permitteren. Langs de zee, die op dit eiland uiteraard nooit ver weg is. Ik hou van de zee, dus dat is een meevaller. Ideaal om onder een zomers (!) zonnetje even uit te waaien. Aan de andere kant van het water maakt het Britaliaanse Malta een wat bizarre indruk op mij. Er wordt links gereden en de eerste taal (de facto) is het Engels. De opeengepakte huizen geven een indruk van overbevolking, en het geheel doet me denken aan Torremolinos en Beiroet. Wat op zich ook vreemd is, want ik ben in geen van beide plaatsen ooit geweest…

De vervreemding werd wat mij betreft overigens nog in de hand gewerkt door het bezoek, in het kader van het seminarie, aan Zijne Excellentie Dr. George Abela, president van de republiek Malta. Meteen het eerste staatshoofd dat ik de hand heb geschud, ook al regeren pakweg Patrick Janssens en a fortiori Cathy Berx over een groter gebied met meer mensen. Maar “president” klinkt uiteraard net iets indrukwekkender dan hun titel. De man slaagde er wonderwel in om zijn attractiegehalte achter enige oprechte belangstelling en een vleugje zelfrelativerende harmonie te verbergen. Al had het geheel voor hem ongetwijfeld een zeer hoog “bloempotgehalte”, om het met Dehaene te zeggen. Groot pluspunt was dat we een bezoekje aan het presidentieel paleis konden brengen buiten de normale openingsuren, met ondermeer een prachtige zaal met (Franse, geen Vlaamse) wandtapijten.

Op het terras van mijn hotelkamer -zeg maar suite-, met zicht op de Middellandse Zee (en op kosten van de RvE, overigens) heb ik ook de laatste hoofdstukken gelezen van “The Black Swan – The Impact of the Highly Improbable”, een boek van de Libanees Nassim Nicholas Taleb. Het laatste van een reeksje Engelstalige boeken die ik onlangs kocht bij Waterstone’s in Brussel – zowat een dag nadat ik het bestaan van die winkel vernam; ik kende wel die in Amsterdam, maar daar kom ik natuurlijk niet elke dag. Het (in essentie filosofische) boek is een bijzonder goed geschreven maar keiharde aanval op de economische wetenschap (vooral op de modelbouw en de econometrie) en op (het gebruik van) de statistiek. Ook de historici worden niet gespaard. De kernthese is dat die beroepsgroepen –en overigens mensen in het algemeen- onvoldoende (d.i. omzeggens geen) rekening houden met de mogelijkheid van onverwachte maar zeer ingrijpende gebeurtenissen, de “zwarte zwanen” (vooraleer Australië werd ontdekt hield niemand er rekening mee dat er zwarte zwanen zouden kunnen bestaan, en iets dat niet bestond werd spreekwoordelijk een zwarte zwaan genoemd). Het boek is geschreven vóór de economische crisis, en toch wordt die er min of meer in aangekondigd. Een “must-read” voor een economist/statisticus, vooral om al wat enigszins naar een (middel)lange termijnvoorspelling neigt zeer sterk te leren relativeren. Al haalt het niet alles onderuit dat het pretendeert onderuit te halen : het blijft zinvol om verklaringen en correlaties in het heden en verleden te zoeken. Als je ze maar weet te interpreteren.

Reageren is niet mogelijk.