Kamp

Kamp

“Hijs de vlag voor de nieuwe dag !” Het was bijna 25 jaar geleden dat ik die woorden nog eens luidop had uitgesproken, om daarop het eensluidende antwoord “Kamp !” te krijgen.  Maar het voorbije weekend trokken we met bijna 60 oud-leid(st)ers van KSA (KSJ) Essen naar Boortmeerbeek.  Het schitterende initiatief om ter gelegenheid van de 125e verjaardag van het Heidebloempje nog eens met velen één dagje op kamp te gaan bracht ons samen voor een namiddag met pleinspelen en een avondlijk -en nachtelijk- kampvuur (in Boortmeerbeek blijken de regels daaromtrent redelijk ruimdenkend).  En voor een openings- en slotformatie, waarvoor aan mij gevraagd was om die te leiden.

Ik heb ervan genoten, en velen met mij.  Het mooiste vond ik dat we ondanks een groot generatieverschil toch een grote verbondenheid voelden.  Van mensen die dertig jaar geleden het rode sjaaltje aan de haak hingen tot enkelen die deze zomer nog gewoon mee op kamp waren geweest : we voelden allemaal dat de fakkel die we allemaal ooit hadden doorgegeven is blijven branden.  En natuurlijk veranderden de tijden, de zeden en de mensen zelf : vijftigers staan anders in het leven dan twintigers.  Maar we begrepen elkaar, herkenden patronen die dezelfde waren gebleven.  Toen in de dagen voor het kampdagje iemand naar de zangboekjes vroeg, reageerden mensen die elkaar niet kenden in de (onvermijdelijke) WhatsAppgroep met hetzelfde grapje over de knutselkast, dat buiten KSA/KSJ Essen niet kan worden begrepen.  Dat de oud-directeur van Sint-Michael, Fons Claessens, zelf ook oud-KSA’er, ons ooit een kast cadeau deed die naast een zeer handig opbergmeubel ook een onuitputtelijke bron van (flauwe) humor zou worden, hij zal het nooit vermoed hebben.  Maar het gezamenlijk referentiekader gaat natuurlijk verder dan gewoontes die zijn doorgegeven.  Ik zag ook een groep mensen bij wie achter het uniform en de vlag bepaald geen kuddegeest schuilgaat en die als het moet heel veel in vraag durven stellen.  Ook dat hebben we aan elkaar doorgegeven.

Een extraatje voor mij was ook dat we de hele groep Jonghernieuwers van het kamp van 1998 in Wezemaal terugvonden : de vijf leden en Luc en ik als leiders.  Wat we in die tussenjaren zouden doen was toen op die laatste kampdag, vooraleer Luc en ik het vuur aanstaken, niet te voorzien.  Maar dat onze KSJ-tijd de toekomst zou tekenen was dat wel.  En dat we er ooit terug zouden staan, stond wellicht ook in de sterren geschreven.  Sterren die we bezongen in het avondlied.  Niet omdat dat moet, maar omdat we ervoor kozen.

Reageren is niet mogelijk.