Ode aan Helsinki

Ode aan Helsinki

Brussel-Lissabon-Brussel-Helsinki-Limassol-Brussel in tien dagen.  Een “uitdaging” heet dat dan.  Al was ik niet alleen, want een Portugese collega deed op dezelfde tijd de variant “Lissabon-Brussel-Lissabon-Helsinki-Limassol-Brussel”.  En de Portugese en Cypriotische zomerdagen die ik erbij kreeg maken natuurlijk ook iets goed.

Toch wil ik het hier even over het Finse deel van de uitstap hebben.  Ik was niet voor de eerste keer in Helsinki.  Ooit was het zelfs een soort toevallige traditie om de dagen na verkiezingen naar de Finse hoofdstad te trekken.  Die electorale link was er deze keer niet, maar Finland heeft wel het zesmaandelijkse voorzitterschap van de EU overgenomen van de Roemenen.  Een overgangsvoorzitterschap, in de nadagen van de Europese Commissie van Jean-Claude Juncker, en voor de opstart van de ploeg van zijn opvolgster Ursula Von Der Leyen.  Een ploeg trouwens met vier voormalige ministers uit de raad van werk en sociale zaken, waaronder Von Der Leyen zelf.  Toch wel opmerkelijk.

Naast het vergaderprogramma stond ook een bezoek aan een nieuwe architecturale parel aan de Finse kroon op het programma : Oodi – Fins voor “ode”.  In de vergadering noemde ik het ’s anderendaags een investering in het sociale weefsel, verpakt als bibliotheek.  Je kan er namelijk boeken ontlenen.  Of lezen.  Maar je kan er ook op een pc gaan werken.  Of gaan gamen.  Met een 3D-printer werken.  Of posters afdrukken – bijvoorbeeld om daarmee aan het net tegenover Oodi gelegen parlement te gaan protesteren.  Er staan naaimachines.  Je kan er een vergaderzaaltje reserveren (gratis).  Je kan er gaan studeren, voorlezen, een koffie gaan drinken.  Of gewoon gaan zitten.  Rondhangen zonder reden wordt er officieel aangemoedigd.Het gebouw werd gezet ter gelegenheid van de 100e verjaardag van de Finse onafhankelijkheid (van Rusland).  De ramen suggereren een soort eeuwige sneeuw in Helsinki, al maakt ook het grootste buitenterras van Helsinki er deel van uit.

We zagen veel jonge mensen, tieners en twintigers, vooral in de plekken zonder boeken – en zo zijn er veel in de bib.  Maar eigenlijk zagen we mensen van alle leeftijden.  Iedereen is er welkom, ook pakweg bedelaars die even de warmte willen opzoeken of een dutje willen komen doen.  Velen lopen er op kousenvoeten rond, want de bib is ook een beetje thuis.  Tolerantie is het kernwoord. Alleen storend gedrag wordt niet getolereerd, maar het ligt ook niet meteen in de Finse volksaard.  De architecten wilden er één van de meest vrije plaatsen in Noord-Europa van maken, en zo voelt het ook.

Met heel wat anderen vroegen we ons af of het ook in “onze” landen zou kunnen.  In ons geval vreesden we dat zoveel vrijheid tot misbruik zou leiden.  Dat er kritiek zou komen omdat de bib de mens en niet het boek centraal stelt, ook.  Dat de sociale cohesie gewoon niet groot genoeg is.  En dat net daarom zo’n bib fantastisch zou zijn.

Reageren is niet mogelijk.