Te Wapen ?

Te Wapen ?

Gisteren stond de voorlaatste gemeenteraad in de huidige samenstelling op het programma.  Die verliep in een goede sfeer.  Mogelijk hadden de felicitaties voor ons huwelijk aan het begin van de raad daarmee te maken – waarvoor veel dank aan mijn collega’s.  Het belangrijkste formele agendapunt was ongetwijfeld de meerkost voor de werken aan Over d’Aa.  Ik heb het zelf altijd lastig met dat soort meerkosten die achteraf opduiken, en vraag me dan vaak af waarom ze niet konden voorzien op het ogenblik dat aan de gemeenteraad gevraagd wordt om een budget uit te trekken.  Voor een aantal kosten is daar dan vaak toch een goede uitleg voor.  Zo is het fietspad op Over d’Aa op vraag van de raad anders uitgevoerd dan eerst was voorzien.  Maar soms loopt het de spuigaten uit, en dat was voor ons hier duidelijk het geval : Over d’Aa bleek een lijdensweg, en dat die nu ook nog méér kost dan voorzien is er wat ons betreft ver over.  Hopelijk wordt de meerkost zo veel mogelijk teruggevorderd van het studiebureau dat aan de basis ligt van een groot deel ervan.

Niet op de agenda, maar toch interessant was de discussie over de herbestemming van het voormalige Wapen van Essen (op zich al de reïncarnatie van een café dat zich elders in Essen bevond).  Het was mij uiteraard ook al opgevallen dat daar verbouwingswerken aan de gang zijn, en de voorbije weken verscheen in de pers het vermoeden dat er een moskee zou worden ingericht.  Voldoende stof om een vraag over te stellen.  Zoals hij ook al  in de pers had gedaan, antwoordde de burgemeester dat een vzw van islamitische Essenaren (de vzw Esselem) er een ontmoetingshuis wil creëren.  Geen moskee – al laat de website van de organisatie daar toch wel wat twijfel over bestaan.

Eerlijk is eerlijk : zoals hij eerder in dit soort discussies al deed vond Gaston ook nu de juiste toon, al gaf hij ook de indruk dat zijn gesprek met de betrokkenen hem met meer vragen dan antwoorden had achtergelaten.  Maar de krijtlijnen moeten duidelijk zijn : een horecazaak verbouwen tot een andere horecazaak mag zonder vergunning en er is ook in Essen vrijheid van godsdienst en van vereniging.  Hij betreurde bovendien terecht dat de zaak op sociale media door sommigen werd aangegrepen om gratuit uit te halen naar islamitische medemensen.  Anderzijds vond hij het jammer dat de betrokkenen blijkbaar te weinig de weg vinden naar het bestaande Essense socio-culturele aanbod.

Thomas Dekkers versterkte terecht dat laatste punt : het zou bijzonder te betreuren zijn als er een tweede “lokaal dienstencentrum” zou ontstaan, maar dan enkel voor één geloofsgemeenschap.  Thomas’ afgewogen tussenkomst onderlijnde overigens ook nog eens hoe jammer het is dat hij op 14 oktober niet meer op de verkiezingslijsten stond.  Guy brak een lans voor een gestructureerder integratiebeleid, ook een nuttige aanvulling.  Ik heb zelf nog gevraagd of we weten hoe de vereniging gefinancierd wordt, maar dat bleek niet het geval.

Een moskee maken van de ruimte is een functiewijziging, en daar is een vergunning voor nodig, dat bleek één van de besluiten.  Dan zou het dossier dus in principe in handen van het schepencollege komen.  Dat lijkt me stedenbouwkundig heel strikt geredeneerd, maar daarom niet noodzakelijk verkeerd.  Alleen ben ik er nadien inhoudelijk over gaan nadenken.  Ik deel heel sterk de zorg dat er geen parallel socio-economisch circuit voor één bevolkingsgroep mag ontstaan, zeker niet op etnische basis (want laten we een kat een kat noemen, de islamitische Essenaren hebben nu eenmaal vaak een andere afkomst dan de niet-gelovige of katholieke Essenaren).  Een theehuis, ontmoetingscentrum, … zou dus te betreuren zijn.  Maar wat de islamitische Essenaar onvermijdelijk van de anderen onderscheidt is natuurlijk de godsdienstbeleving zelf.  Je kan een islamiet nu eenmaal moeilijk verwijten dat hij zich niet naar een kerk of synagoge begeeft om te bidden.  De vraag naar een gebedsruimte is dan misschien op zich nog de meest onschuldige.  In de hoop dat ze na dat gebed dan een koffietje of een muntthee gaan drinken in Onder Den Toren of in het Volkshuis.  Anderzijds weten we natuurlijk ook dat niet elke vorm van islam (of de politieke vertaling die eraan gegeven wordt) zich zo maar gemakkelijk verhoudt met de waarden die we in onze samenleving vooropstellen, en zijn we daar terecht beducht voor.  En blijkt elders dat de hoop die ik net uitsprak niet zo eenvoudig gerealiseerd wordt.  Niet gemakkelijk.

Ik heb op de raad gisteren begrepen dat we het (uiteraard op extreem-rechts na) in grote lijnen eens zijn over de doelstelling die we nastreven.  We moeten wel nog eens goed nadenken hoe we die willen bereiken.  En onszelf en elkaar ook de ruimte geven om ons wat ongemakkelijk te voelen in deze discussie, die hoe dan ook nieuw is voor Essen.

Reageren is niet mogelijk.