Nihil novum sub sole

Nihil novum sub sole

Vandaag hielden we voor de tweede keer een N-VA/PLE-brunch. Met een aantal van onze oud-mandatarissen als eregast – naast N-VA-kamerlid Jan Jambon, toch wel één van de “coming men” in de Vlaamse politiek en iemand met een verademend realistische kijk daarop. Naast N-VA-collega Bart Van Esbroeck heb ook ik even het woord genomen. Aangezien ik mijn tekst vooraf had uitgetikt kan ik die hier eenvoudig plakken, dus waarom niet…

Het voordeel van een kartel is dat je niet alles hoeft te herhalen wat je collega-voorzitter al heeft gezegd, en dat zal ik dan ook niet doen. Ik wil hem alleen maar feliciteren met zijn herverkiezing als Essens N-VA-voorzitter deze week en me aansluiten bij zijn vaststelling dat N-VA/PLE wérkt – van binnen en naar buiten.

Dat komt omdat we op een stevige ploeg kunnen rekenen. Dat komt ook omdat we een huis met sterke fundamenten zijn. De eerste stenen daarvoor zijn gelegd in 1970, toen de Essense kiezer op het stembiljet de lijst Gemeentebelangen vond. In de folder was sprake van een nieuwe sporthal, van kinderopvang en van wijkbijeenkomsten. En niet te vergeten : van een goedkope woonst, in eigen gemeente. Thema’s waar we vandaag nog altijd mee bezig zijn. Gemeentebelangen bracht toen Marcel Van der Mast in de gemeenteraad. Marcel kon hier vandaag niet zijn, maar hij schreef ons een mooie brief om te bedanken voor de uitnodiging en om te herinneren aan de moeilijke tijd van toen. Pas in 1982 kreeg de Essenaar opnieuw de kans om voor ons te stemmen. Onder de vlag van de Volksunie en met Wim Stuer als lijsttrekker kwamen 23 kandidaten op voor meer openbaarheid van bestuur, voor het landelijk karakter van onze gemeente, voor een ander financieel beleid en meer, betere en veilige fietspaden. 3 van de onzen raakten verkozen in een voor Essen en de familie Pockelé historische stembusslag.

Daarmee werd de VU een vaste waarde in de Essense politiek, die stabiliseerde op twee zetels en daarmee de stormen overleefde die het Brusselse Barrikadenplein meer dan eens teisterden. In 1988 trok Louis Fret een illustere lijst, geduwd door Paul De Corte en Sooi Pockelé, met Guy Van den Langenbergh op de vierde plaats en een zekere Dirk Smout op nummer vijf. Ondermeer een effectief en rechtvaardig grondbeleid, een betere Heuvelhal en de afschaffing van de verhaalbelasting las ik in het programma. In 1994 werd de lijst getrokken door onze latere Verloren Zoon Fons Tobback. Opnieuw twee zetels, en een programma rond betaalbaar wonen, lagere belastingen maar ook bijvoorbeeld een geboortebos leidde ons in de meerderheid. Geen gemakkelijke zes jaren, want al waren we niet echt nodig voor de meerderheid, we lieten ook niet zomaar over ons heen lopen. En waar vriend en vijand dacht dat we in het kieshokje in 1994 een zware prijs zouden betalen voor de bestuursverantwoordelijkheid, bovendien onder de vlag van VU&ID dat nationaal zowat in een permanente crisis zat (het doet denken aan de regeringsvorming vandaag), verbaasden we toen al door geen twee zetels maar exact twee stemmen te verliezen. Van Louis en Marianne, want die zaten op de verkiezingsdag in het buitenland, als ik het me goed herinner.

We belandden in de oppositie, waar we ons al snel helemaal terug thuisvoelden. En toen viel de Volksunie uiteen. Je kan dat toejuichen of betreuren, maar wij besloten in de eerste plaats om ons er niet te veel van aan te trekken en samen te blijven opkomen voor de zaken waar jullie -Sooi, Louis, Paul en Guy- al zo lang voor stonden. Vanuit twee sterke pijlers waarop we altijd hadden gebouwd : het democratische Vlaams-nationalisme en een heldere visie op ons Essen. Dat zat al in de dubbele geboorte als Gemeentebelangen en Volksunie, en dat zit vandaag in het kartel –een beetje een kartel met onszelf– dat nu N-VA/PLE heet. En dat vorig jaar opnieuw vriend en vijand heeft verbaasd, zoals Bart al heeft aangehaald. Met nieuwe mensen en nieuwe ideeën, al liggen die verrassend sterk in dezelfde lijn van wat jullie 20 jaar geleden al vertelden. Zodat we maar al te goed beseffen dat we van jullie een brandende fakkel hebben gekregen die we niet gaan laten uitdoven. Om jullie daarvoor te bedanken hebben we een presentje voorzien.

Zoals jullie zien hebben we nog eens een folder geplagieerd. Dat was ook alweer een jaartje geleden. Afsluitend rest mij nog maar één taak, en dat is zeggen dat er nog spijs en drank is voor de hongerigen. Koffie met een al dan niet grote lepel suiker, maar tot mijn spijt geen vette vis!

Reageren is niet mogelijk.