Archief van
Categorie: Buitenland politiek

De verkeerde kant van de geschiedenis

De verkeerde kant van de geschiedenis

De Wet van Godwin stelt dat in een discussie op het internet die lang genoeg duurt altijd wel iemand de vergelijking met Hitler zal maken.  Dat is zo goed als altijd onterecht, omdat een misdaad met de omvang en de systematiek van de Holocaust nu eenmaal niet meer is voorgekomen sinds de Holocaust zelf.  De vergelijking tussen het Covid Safe en Ticket en het dragen van een jodenster, bijvoorbeeld, is dan ook zo grotesk dat ze ontoelaatbaar en onaanvaardbaar wordt.  Maar het Hitlerregime had nog een ander aspect, dat het overigens gemeen had met de geestesgenoten in fascistisch Italië en Japan : een onbedwingbare neiging om buurlanden binnen te vallen onder het voorwendsel dat er allerlei belangen geschonden werden of dat het betrokken land(je) een bedreiging vormde.  En die vergelijking is wel relevant.  De inval van Poetin in Oekraïne is perfect vergelijkbaar met die van Nazi-Duitsland in Polen in 1939 (en die van de Sovjetunie langs de andere kant), of met pakweg de Italiaanse aanval op Griekenland.  Neem daarbij dat het Poetinregime alle kenmerken heeft van een rechtse dictatuur onder een paranoïde dictator, en wellicht voor het eerst sinds 1945 gaat de vergelijking tussen een Europees regime en het Hitlerregime wel degelijk op, zei het dan dat deze zich “beperkt” tot de aard van het regime en imperialistische kijk op andere landen.

De Europese reactie is dan ook terecht zéér hard.  De status van kernmacht maakt dat een directe confrontatie met Rusland onverstandig zou zijn, maar de EU heeft de voorbije dagen zowat alles ingezet wat het kon zonder die confrontatie aan te gaan.  Daarbij zijn een reeks taboes gesneuveld.  Enkele die ik had verwacht, zoals de toenadering van Finland en Zweden tot de NAVO, of zelfs het opgeven van het NordStream 2 project, de gasleiding doorheen Duitsland en het uitsluiten van Rusland uit Swift.  Maar dat de EU zou beslissen om wapens te leveren, dat Duitsland zou beslissen om het defensiebudget fors op te trekken, dat we ons luchtruim volledig zouden sluiten, Zwitserland de facto zouden dwingen om ook te volgen, daar had ik niet helemaal op gerekend.  Dat de EU sneller en krachtiger reageerde dan het “soevereine” Groot-Brittanië is ook een vaststelling die onder “ironie van de geschiedenis” kan worden gerangschikt.

Dat er ruimte was voor die reactie, is dan weer helemaal aan het Oekraïense volk, zijn regering en zijn leger te danken.  In Poetins plan zou Kyiv op dag één of twee gevallen zijn, de regering zoals die van Afghanistan gevlucht en een marionettenregime geïnstalleerd dat een akkoord met Rusland zou hebben gesloten.  Daarbij zouden wat gebieden aan de “onafhankelijke republieken” in Oost-Oekraïne zijn toegevoegd en een corrupt en Moskougezind bewind in de rest van het land gegarandeerd zijn.  De misrekening bleek dat het Oekraïense volk de leugens van Poetin -in tegenstelling tot de man zelf en een groot deel van het Russische volk- niet blijkt te geloven, en dat president Volodimir Zelensky zijn functiebeschrijving wel heeft gelezen en bovendien zijn rol verstandig en met gusto invult.  Dat is een tegenvaller voor het Kremlin, dat volledig buiten alle verwachting zeer hard getroffen wordt door de opgelegde sancties en zich bovendien vastrijdt in een bloedige oorlog tegen mensen van wie het altijd gezegd heeft dat ze op de Russische bevrijders zaten te wachten.

Dat het niet volgens (Russisch) plan verloopt houdt uiteraard ook gevaren in.  Het is zeer duidelijk dat deze Poetin niet de rationele KGB-agent meer is voor wie we hem ooit hebben aangezien, maar een paranoïde dictator die zelfs zijn “naaste” medewerkers op vele meters afstand houdt.  Er is ook niet meteen een helder “exit plan” dat zijn tegenstanders hem kunnen aanbieden : een volledige terugtrekking uit de Oekraïne is het absolute minimum, maar in ruil voor wat dan wel ? Het einde van de meeste sancties kan nog worden overwogen, maar dan eindigt de oorlog minder gunstig voor Rusland dan ze begonnen was.  De neiging om dat te voorkomen door nog meer militaire middelen in te zetten moet groot zijn.  En levensgevaarlijk.  In de eerste plaats voor de Oekraïners, die mogelijk nog maar aan het begin staan van hun beproeving.  Maar een kat in het nauw maakt gekke sprongen.

Eigenlijk is de beste hoop dat het Russische leger het gevaar inziet, en Poetin afzet.  Dat zou het nieuwe regime, zelfs als dat niet meteen van een verschillende allooi zou zijn, enige speelruimte geven om tot een akkoord te komen dat het ook in Rusland verkocht zou krijgen.  Maar evident is die piste uiteraard ook niet.

Ondertussen is de hele situatie een behoorlijke tegenvaller voor de politici in West-Europa die zich vele jaren lang aan Poetin gespiegeld hebben, in de gedachte dat de dictator waarmee ze zo graag zoete broodjes bakten nooit écht op grote schaal geweld zou gebruiken tegen andere Europeanen.  Dat sommigen nu proberen, al dan niet halfslachtig, afstand te nemen is niet verrassend, maar behoorlijk hypocriet : ze wisten met wie ze in zee gingen.  En dat geldt even goed voor wie nu de drogreden van Poetin napraat dat de NAVO Rusland zou hebben bedreigd en dat Oekraïne daar op één of andere manier ook mee schuld aan zou hebben.  Uiteraard hebben de VS, gevolgd door de NAVO, in de loop der decennia veel fout gedaan, en daar mag gerust enige discussie over zijn.  Maar géén van die fouten is ook maar van ver een reden om de invasie in Oekraïne of de dictatoriale aard van het Poetinregime in het algemeen te vergoelijken.  Le Pen, Zemmour, Baudet, Salvini en een reeks anderen die zich altijd als de redders van het Avondland opwierpen blijken aan de andere kant te staan.  De resolutie in het Europees Parlement die vandaag werd goedgekeurd met 637 stemmen op 676 werd niet gesteund door het Vlaams Belang en de PVDA, twee partijen die de voorbije dagen (om verschillende redenen – ik ga niet de fout maken om ze zomaar in één zak te steken) er niet in slaagden om zich consequent tegen de Russische agressor en voor Oekraïne uit te spreken.  Hopelijk trekken de andere partijen, N-VA, Open Vld, CD&V, Vooruit en Groen, daar ook hun les uit.

Ondertussen kunnen we alleen maar hopen dat iedereen er alles aan doet opdat de nachtmerrie langs de E40 zo snel mogelijk ophoudt.  Leve Europa. Слава Україні!

Riskant

Riskant

Oekraïne binnenvallen.  In het gezelschapsspel Risk (toch in sommige versies) is het een zet die regelmatig voorkomt; hoewel er in het spel wat een loopje met de geografie wordt genomen is Oekraïne er de moeilijkst te verdedigen toegangspoort tot Europa, vanuit het altijd roerige want met geen mogelijkheid echt bezet te houden Azië.  Het ziet er naar uit dat Vladimir Poetin een Riskliefhebber is en de komende dagen gaat proberen om de dobbelstenen in zijn richting te doen rollen.  Hoe de invasie eruit zal zien valt moeilijk te zeggen : alle scenario’s van een beperkte actie aan de grenzen van de gebieden die Rusland nu al bezet tot een volledige invasie om het regime in Kiev omver te werpen liggen nog op tafel.  Dat dit laatste niet uitgesloten is, zegt al veel : dat zou zonder meer de omvangrijkste militaire actie in Europa zijn sinds 1945.  Het feit dat daar voldoende troepen voor klaar staan, en iedereen dat weet, betekent ook dat de invasie politiek gezien eigenlijk al half gebeurd is.  Zoals wanneer op het Riskbord ergens 40 legers staan aan een grens van een continent met aan de overzijde een leger of 5 : dat continent is in het hoofd van de spelers al weggestreept.

Dat Poetin zijn binnenlandse wanbeleid graag verbergt onder een nationalistisch-imperialistische saus -recht uit het receptenboek van de Tsaren en Tsalin- is niet nieuw.  De oorlogen in Tsjetsjenië (maar dat is internationeel tenminste erkend als Russisch grondgebied) in Georgië en ook eerder al in Oekraïne (met de annexatie van de Krim) maken dat de sporen ervan van de wereldkaart kunnen worden afgelezen, maar eigenlijk zijn de pogingen om de democratie in Europa en Amerika te ondermijnen nog duidelijker en verontrustender.  De Russische steun aan Trump, Brexit, Orban en extreem-rechtse partijen in de EU maken heel duidelijk waar het om gaat : democratie en zeker de samenwerking tussen democratische landen discrediteren, om zo te vermijden dat de Russen ook via de stembus de controle over hun eigen land zouden terug willen.  Oekraïne is daarbij -Riskgewijs- een sluitstuk : het land is deel van de geschiedenis van Rusland, een Slavisch land dat als spiegelbeeld dient.  Wanneer net dat land het recht opeist om zichzelf te besturen en zich daarbij op Europa te richten, is dat inherent gevaarlijk.  Dat valt moeilijk uit te leggen, en dus moeten er drogredenen worden verzonnen.  Dat de NAVO of de EU Rusland zouden bedreigen, bijvoorbeeld.  In het totalitaire Rusland verspreiden officiële nieuwszenders berichten dat er tienduizenden Britse troepen zouden klaarstaan in de Baltische landen – met meer soldaten dan het totale Britse leger.  Binnenkort gaan ze in Moskou nog zeggen dat er een Belgisch vliegdekschip voor anker ligt in Riga.

Laat het duidelijk zijn : Poetin is de enige verantwoordelijke voor de huidige situatie.  Toch had het zo ver niet hoeven te komen, als Europa en de VS in de voorbije pakweg twintig jaar wat duidelijker waren geweest.  Maar de Russische dictatuur is te vaak met fluwelen handschoenen aangepakt, omwille van commerciële en particuliere geostrategische belangen.  Vaak behoorlijk kortzichtig : terwijl Griekenland en Cyprus te vaak op Rusland hebben gerekend om die andere dictator -de Turkse president Erdogan- die graag nationale problemen wegmoffelt achter oorlogsretoriek brachten andere landen begrip op voor Turkije.  En andersom, al is er een zekere omslag in de Griekse houding merkbaar.  Een duidelijk en gezamenlijk neen tegen beide zou veel consequenter en efficiënter zijn geweest.  En ja, dat zou wat marktaandeel hebben gekost.  Tja.

Ook de VS heeft boter op het hoofd.  De onverantwoorde terugtrekking uit Afghanistan is duidelijk als een teken van zwakte geïnterpreteerd in Moskou.  Maar voorlopig blijft het VS-leiderschap in deze crisis wel overeind – en mogen we ons gelukkig prijzen dat niet Trump maar Joe Biden het land leidt.  Toch onderlijnt de nakende invasie ook de noodzaak voor een sterkere Europese gezamenlijke defensie.  Ik heb me altijd geërgerd aan het blinde verzet tegen het uittrekken van middelen voor een operationeel leger; dat lijkt me te veel op het niet willen betalen van de brandverzekering omdat je huis de laatste tien jaar niet is afgebrand.  Maar natuurlijk betekent de defensie-inspanning van het gros van de Europese landen weinig als die niet ingepast wordt in een breder kader.  Het loutere bestaan van een volwaardig EU-leger zou wellicht de huidige crisis hebben kunnen voorkomen, zonder met meteen ook te moeten inzetten in Oekraïne zelf.

Kiev en Lviv zijn Europese steden.  Het land is zeker geen perfecte democratie, maar het heeft een democratische roeping.  En  het volste recht om op termijn bij de EU en de NAVO te willen aansluiten.  Wat mij betreft zijn ze bovendien ook welkom.  Hopelijk klinkt er de komende dagen een voldoende duidelijk “tot hier en niet verder” dat in Moskou begrepen wordt.  Van Brussel naar Lviv is het overigens 15 uur rijden.  Gewoon de E40 volgen.

Catastrofe

Catastrofe

Vorig jaar vierde Griekenland de tweehonderdste verjaardag van het begin van de onafhankelijkheidsstrijd tegen het Ottomaanse Rijk, dit jaar wordt een zwarte bladzijde in de geschiedenis herdacht : de Klein-Aziatische Catastrofe (Μικρασιατική Καταστροφή) van 1922.  De naam toont uiteraard al aan dat het niet meteen iets is waar licht overheen wordt gegaan.  De afwikkeling ervan heeft bovendien een belangrijke precedentwaarde gehad in de Europese geschiedenis van de voorbije eeuw.

1922 staat niet los van 1821.  Griekenland startte als klein staatje met de Peloponnesos, Attica en de rest van Roumeli en Evia, maar met de ambitie om alle Griekssprekende gebieden te verenigen.  De geschiedenis had het Grieks echter wijd verspreid rond de hele Middellandse en Zwarte Zee (en Alexander De Grote ging nog een heel eind verder, met Grieks-Indische koninkrijken als gevolg).  En ook al werd in Marseille en Syracuse al lang geen Grieks meer gesproken, in de 19e eeuw ging het nog steeds om een zeer uitgestrekt gebied – maar wel vaak om taalgemengde gebieden of Griekstalige enclaves te midden van territoria met anderstalige meerderheden.  Geleidelijk breidde Griekenland zich uit, vooral in noordelijke richting en met de vele eilanden die het land nu rijk is, maar waar de grens moest liggen was niet zo evident.  De voorstanders van het “Grote Idee” (Μεγάλη Ιδέα) zagen het in elk geval groots, en wilden minstens ook Oost-Thracië (huidig Europees Turkije) en Ioania, het gebied rond Izmir (Smyra in het Grieks – aan de Westkust van Klein-Azië) aan het land toevoegen.  En als het even kon nog wat Zwarte Zeekust en een deel van -of liever nog heel- Constantinopel/Istanboel.

Ze zagen hun kans schoon toen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog het Ottomaanse Rijk instortte, en Griekenland de kans kreeg om een aantal van de gewenste gebieden te bezetten.  Er was ook wel reden om militair aanwezig te willen zijn in Anatolië, want tijdens de Balkanoorlogen die aan WO I voorafgingen hadden de Ottomanen een beleid van etnische zuivering en genocide gevoerd tegenover de Grieken.  Het Griekse leger landde in Smyrna, en vocht zich een weg in de richting van Ankara, in een poging om een verdedigbaar gebied te creëren.  Dat bleek hubris, want de Turkse Republiek die uit de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk ontstond vocht terug en verdreef uiteindelijk het Griekse leger uit Klein-Azië.

De oorlogen hadden uiteraard aanleiding gegeven tot vluchtelingenstromen waarbij etnische Grieken (en ook een aantal Armeniërs) de weg vonden naar de Griekse staat, overigens niet alleen uit Klein-Azië maar ook uit andere Balkanlanden.  Maar de afwikkeling zou voor een echte volksverhuizing zorgen : in het Verdrag van Lausanne (1923) werd vastgelegd dat 1,2 miljoen Grieks-orthodoxen moesten vertrekken uit wat Turks grondgebied was geworden, en 400.000 moslims moesten Griekenland verlaten.  Samen met de eerdere vluchtelingenbeweging deed de uitwisseling de Griekse bevolking in enkele jaren tijd toenemen van 4 tot 6 miljoen.  Helemaal voorbij was het daarmee nog niet : de Grieken in Istanboel mochten blijven, maar werden in de jaren 1950 op hun beurt grotendeels verdreven.  Daarbij ging het echter om veel kleinere aantallen.

De massale toevloed van vluchtelingen had uiteraard een gigantische impact op Griekenland.  Wie zich afvraagt hoe de verhuis van pakweg 3 miljoen Nederlanders naar Vlaanderen zou uitpakken kan zich een idee vormen : uiteraard ging het om mensen die dezelfde godsdienst beleden en dezelfde taal spraken, maar daar hield de affiniteit vaak op.  En omdat niet de taal maar de godsdienst het criterium was ging het laatste zelfs niet helemaal op, want ook Turkstalige christenen belandden in een hen vreemd Balkanland.  Uiteraard zorgde de situatie voor grote spanningen, maar ze gaf ook een gigantische nieuwe impuls aan de Griekse samenleving.  De Klein-Aziatische Grieken, zeker die uit Istanboel en Smyrna, waren vaak veel kosmopolitischer gericht dan men in de Balkan gewoon was.  Ze zorgden voor een culturele impuls (met de rebetiko als muzikale uitdrukking, maar ook met een grote invloed op de literatuur).  Ze veranderden ook de Griekse keuken van een eenvoudige Balkankeuken naar één met veel meer vis en zeevruchten en sterke oosterse invloeden : de film “A Touch of Spice” (Πολίτικη Κουζίνα) vertelt dat verhaal -en het bredere verhaal van de vlucht uit Istanboel in de jaren 1950- virtuoos.  Ze veranderden de Griekse steden (waarbij niet meteen de meest esthetische urbanistische keuzes werden gemaakt), de economie en de politiek.  Zodat de Catastrofe vandaag heel ambivalent wordt bekeken : als een gebeurtenis die even veel als 1821 het huidige Griekenland vormde, als een militaire nederlaag tegen Turkije, maar ook als het verlies van een veel grotere (zei het gedeeltelijk mythische) Griekse “samenleving”, waarbij steden als Constantinopel, Smyrna, Trabzon of Alexandrië (in Egypte) even goed deel uitmaakten van de Griekse wereld als Athene of Thessaloniki.

Tenslotte werd met het Verdrag van Lausanne ook ook het principe van etnische homogeniteit ingebed in het Europese denken.  De overeenkomst die Kemal Ataturk en Elefteros Venizelos afsloten doet daarmee tot op vandaag zijn invloed gelden : wie de situatie in Bosnië-Herzegovina, de Servischsprekende gemeenten in Kosovo en zelfs de spanningen in Oekraïne wil begrijpen kan er alvast niet omheen.

Danke schön

Danke schön

Sehr geehrte Frau Bundeskanzlerin,
Beste Angela Merkel,

Velen hebben de voorbije weken iets geschreven naar aanleiding van uw afscheid. Ik wil daarbij uiteraard niet achterblijven, maar wist al vooraf dat ik op uw Großer Zapfenstreich zou wachten. Een mooie traditie om op een waardige manier afscheid te nemen van toppolitici in uw Bondsrepubliek.

Ik heb u in de voorbije zestien jaar dat u Duitsland leidde -het éne Duitsland, wat voor u een enorme betekenis moet hebben gehad als oud-DDR-burger- één keer in het echt ontmoet. U bent toen, bovendien, zowaar náást mij komen zitten. Een chef protocol had die dag in Milaan wellicht niet helemaal goed zijn huiswerk gemaakt. Het bordje waar ik achter zat had ongetwijfeld een bank naar achter geschoven moeten worden voor dat deel van de vergadering waar de staatshoofden en regeringsleiders aanschoven. Maar het was blijven staan. En dus zat ik naast de toenmalige voorzitter van het Europees Parlement, uw landgenoot (en latere onsuccesvolle tegenkandidaat bij de verkiezingen) Martin Schulz. Die stond op een bepaald moment op om druk te gaan telefoneren. En u profiteerde daarvan om naast mij te komen zitten ! Toegegeven, dat was vooral om met de man aan de andere kant van Schulz’ zitje te overleggen : mijn landgenoot Herman Van Rompuy, toen voorzitter van de Europese Raad. En met José Manuel Barroso die nog een plaatsje verder zat en voorzitter was van de Europese Commissie. Desalniettemin. Ik geef toe dat ik nadien heb nagevraagd of er foto’s waren, maar dat bleek niet het geval. En het was niet de setting voor een selfie. Zo moeten we het dus met onze herinnering stellen. Althans : ik weet het nog. En koester het een beetje, want ik ben een fan van u.

Als u mij een beetje kende zou u nochtans weten dat ik het niet zo heb voor de christen-democratie. Ooit is dat wellicht een betekenisvolle ideologie geweest. Maar ze is al lang verworden tot een lege doos (een kwal, naar het gevleugelde woord van Louis Tobback) die althans in West-Europa nergens meer voor staat – de hardnekkige verdediging van de industriële landbouw uitgezonderd. Het enige wat de christen-democraten bindt is de overtuiging dat ze beter besturen dan de anderen. De macht dus. Dat neemt uiteraard niet weg dat vele christen-democraten ook inderdaad goede bestuurders zijn, maar de kans daarop is niet groter dan elders in het politieke landschap. Velen hebben ook een degelijk moreel kompas, maar ook dat is niet gegarandeerd. En niet weinigen nemen als het moet wel degelijk hun verantwoordelijkheid. Net zoals vele (neen, ook niet alle) liberalen of socialisten dat doen, maar die hebben dan bovendien ook nog een visie.

Maar die vaststellingen, samen met een historisch sterke positie in het Rijnland dat ons bindt, maken ook dat de christen-democratie een aantal grote staatsmannen heeft voortgebracht. Zoals Jean-Luc Dehaene bij ons, die de problemen áls ze zich stelden wel aanpakte. Uw grote voorgangers Konrad Adenauer en Helmut Kohl, uiteraard. In dat laatste rijtje mag uw naam wat mij betreft worden bijgeschreven. Nadat de titel is veranderd : staatsman/vrouw. Ook voor het doorbreken van dat „glazen plafond” hebt u zonder feministisch tafelspringer te zijn zéér veel betekend. Uw opvolger voerde campagne met de slogan dat hij ook een goede Bundeskanzlerin zou zijn. In het vrouwelijk, dus. Hij moet het nog maar eens bewijzen.

Uiteraard kan er kritiek op u worden gegeven. In die zestien jaar waren niet al uw beslissingen even verstandig. En voor velen „merkelde” u soms te veel : blijven weifelen tot het probleem onontkoombaar is. Ik kreeg er professioneel soms mee te maken; er is een voorstel van de Commissie uit 2008 waarvan gezegd wordt dat we zullen weten welke kant de besluitvorming uitgaat eens Duitsland heeft beslist. Dat zeggen we nu wel al dertien jaar…  En inderdaad, soms nam u uw tijd, maar dat onderscheidde u meteen ook van veel politici die meegaan met de waan van de dag.

Ik waardeer daarnaast het grote respect dat u altijd hebt gehad voor wie het niet met u eens was. U zal wel eens uw geduld verloren hebben, maar werd zeer zelden persoonlijk. Hoogstens kon er eens een wanhopige blik af. In tijden van al te grote polarisatie een groot goed.

Het lijkt erop dat de nieuwe Duitse regering een frisse wind wil doen waaien, en -toegegeven- op een aantal vlakken mag dat ook wel. Desondanks gaan ze in de Bondsrepubliek, en wij in Europa al helemaal, uw leiderschap, uw moreel gezag, uw wijsheid en uw minzaamheid missen.

Herzlichen Dank, Frau Merkel. Het ga u goed. En als we elkaar nog eens tegenkomen, opnieuw in Milaan of elders, moeten we misschien toch eens bijpraten.

Schot in de (rode) roos

Schot in de (rode) roos

Een Essense socialist als burgemeester.  Ik heb lang geloofd dat het de kortste weg was naar een bestuur zonder CD&V in onze gemeente, maar dat geloof ben ik in verschillende fasen helemaal kwijtgeraakt.  En in een bestuur met CD&V is voor de socialisten alleen de tweede viool weggelegd.  Maar wat in Essen niet kan, bleek zowaar elders wel mogelijk.  Neen, niet in een buurgemeente of wat verderop in Vlaanderen.  Geen sant in eigen land.  Zelfs niet over de Nederlandse grens.  Wel, zowaar, in de grootste stad van Schotland – en de op vier na grootste van het (vooralsnog Verenigde) Koninkrijk aan de andere kant van de Noordzee.  Philip Braat is de Lord Provost van Glasgow.  De burgemeester dus.  Maar hij groeide hier op, voetbalde zoals het een socialist betaamt bij Excelsior Essen, noemt zichzelf een trotse Essenaar en in zijn Nederlands klinken de lokale klanken alleszins nog door.  Hij mag dan wel stellen dat hij premier De Croo in het Nederlands heeft begroet, ik ga ervan uit dat hij eigenlijk in het Essens sprak.  Gelukkig voor De Croo is dat een minder zwaar accent dan het Schots voor de Engelsen – Schotland is de enige plaats ter wereld waar ik ooit in het Engels de weg heb gevraagd en het antwoord vervolgens niet heb begrepen, ook niet na het twee keer opnieuw te vragen.

Braat, die sinds 2007 voor Scottish Labour in de gemeenteraad van Glasgow zetelt, nam de functie van Lord Provost vorig jaar over, nadat zijn voorgangster moest aftreden na een dispuut over haar onkostenvergoeding.  En zo kreeg de oud-leerling van de Erasmusschool én het College in Essen de kans om als burgemeester de groten der aarde in zijn stad te ontvangen tijdens de klimaattop COP26.  Dat hij zelf ook veel belang hecht aan klimaatbeleid heeft hij overigens met die andere Essense socialisten -die in ons wat meer bescheiden gemeentehuis aan het Heuvelplein- én met mij gemeen.  Het past natuurlijk ook wel voor de stad die de klimaattop ontvangt.  Of die top een succes of een mislukking moet worden genoemd, daarover is nog wat discussie mogelijk.  Mij lijkt het een stap vooruit (pun not intended) maar er zal nog meer nodig zijn om de opwarming van het klimaat af te toppen.  Dezelfde vaststelling geldt overigens ook voor de klimaatplannen die hier ten lande werden opgemaakt.  Maar voor Glasgow en zijn burgemeester is het alleszins een goede zaak geweest om gastheer te kunnen spelen.

We mogen er best wel trots op zijn, vind ik, op “onze” burgemeester bij de Schotten.  Hopelijk slagen we erin om hem snel eens naar hier te halen.

De informatie uit mijn stukje komt van het internet, onder meer van dit artikel, maar ook uit het artikel dat Guy Van den Broek in 2017 in De Spycker over Braat schreef.
Don’t leave me this way

Don’t leave me this way

Twintig jaar geleden vielen de Twin Towers.  Zelfmoordterroristen van Al Qaeda vlogen twee vliegtuigen in het World Trade Centre in New York.  Een ander raakte het Pentagon, een vierde bereikte het doel niet doordat de passagiers dat -ten koste van hun eigen leven- verhinderden.  Een aanslag die het feitelijke begin van de 21e eeuw inluidde, en die ons voor het eerst echt deed nadenken over het terrorisme van radicale moslims, waar de wereld nadien nog vaak mee zou kampen, zij het gelukkig niet vaak op dezelfde schaal als die nine-eleven.

Al Qaeda werd geholpen (vooral “verborgen”) door het toenmalige regime in Afghanistan, dat van de Taliban.  Dat de Verenigde Staten dat regime een ultimatum stelde om die Al Qaedaleiders uit te leveren, was een zeer logische reactie.  Dat ze vervolgens Afghanistan binnenvielen toen dat regime daar niet op wilde ingaan, vind ik ook vandaag nog steeds volledig verdedigbaar.  Maar al vrij snel bleek dat de invasie onvoldoende voorbereid en doordacht was.  Zo kan Afghanistan niet zomaar los worden gezien van buurland Pakistan, en dat werd niet genoeg ingecalculeerd.  Bovendien is een invasie niet “vrijblijvend”, het houdt een verplichting in tegenover het land en de bevolking wiens leven wordt overhoop gegooid.  In 1945 begreep de VS dat nog goed, toen sterk in de heropbouw van vooral Duitsland en Japan werd geïnvesteerd.  Met geld, maar ook met muurvaste principes over democratie en goed bestuur.  Daar liep het in Afghanistan al snel mis : er werd te veel beroep gedaan op het lokale netwerk van potentaten en krijgsheren, corruptie werd als noodzakelijk kwaad aanvaard, verkiezingsvervalsing werd in naam van de stabiliteit voor lief genomen.

Na twintig jaar aanmodderen, waarbij de Taliban zelfs militair nooit helemaal werden uitgeschakeld, nu zomaar vertrekken vind ik onaanvaardbaar.  Wie als democratisch land, als democratische wereldmacht ergens binnenvalt neemt de plicht op zich om een leefbare, democratische staat op poten te zetten.  Dat is niet eenvoudig, maar wel een morele plicht.  Wie Kaboel na het vertrek van de VS-troepen zag veranderen, wie de video bekijkt waarnaar ik hieronder in het stukje over Mikis Theodorakis heb verwezen, kan overigens alleen maar vaststellen dat het leven in Afghanistan beter was mét dan zonder het Amerikaanse leger.  Dat zou al moeten volstaan om niet zomaar weg te trekken.  De Amerikaanse presidenten Trump en Biden maken een fout, en jammer genoeg kon of wilde de Europese Unie die niet zomaar rechtzetten (het had gekund, maar het zou veel van onze militaire capaciteit hebben gevergd – en de fouten van de voorbije twintig jaar rechtzetten zou ook niet zomaar snel-snel gelukt zijn, natuurlijk).

En zo zijn de Taliban terug.  Die gaan niet zo snel meer hun handen verbranden aan Al Qaeda en consoorten, want zij hebben die twintig jaar wel gebruikt om bij te leren.  Dat volstaat misschien voor de VS, maar de gewone Afghaan heeft er geen boodschap aan.

Het moet overigens vreemd zijn voor al diegenen die “US go home” als een universele slogan zagen, altijd bruikbaar om zich tegen het imperialisme van de Amerikanen te keren, om nu vast te stellen dat ze eigenlijk óók vinden dat die VS niet ook niet zomaar naar huis mag gaan.  Het vergde de voorbije weken ingewikkeld politiek bochtenwerk om tegelijk de Amerikaanse bezetting te veroordelen en bijvoorbeeld de rechten van de Afghaanse vrouwen te bepleiten.  Zoals het ook bochtenwerk vergt om de Amerikanen te verdedigen, tegelijk de Taliban te verketteren en mordicus de deuren te willen sluiten voor degenen die ervan wegvluchten, bijvoorbeeld omdat ze jarenlang Westerse troepen hebben geholpen.

Moge tenslotte al wie slachtoffer werd van de aanslagen van elf september, van alle terrorisme dat de wereld de voorbije twintig jaar trof en van de oorlogen in Afghanistan, Irak en Syrië die eruit voortvloeiden in onze herinnering blijven.

200 jaar later

200 jaar later

Εάν αποσυνθέσεις την Ελλάδα, στο τέλος θα δεις να σου απομένουν μια ελιά, ένα αμπέλι κι ένα καράβι. Που σημαίνει: με άλλα τόσα την ξαναφτιάχνεις.

Οδυσσέας Ελύτης

Vandaag viert Griekenland de 200e verjaardag van zijn onafhankelijkheid.  Of eigenlijk van het begin van de opstand tegen het Ottomaanse Rijk.  Een symbolisch begin dan nog, want de Grieken kenden en lange traditie van opstand tegen de Ottomanen, die rond de jaren 1920 verhevigden en uiteindelijk succesvol zouden worden.   De dag van Maria Boodschap in 1821 werd vooral gekozen om zo de religieuze betekenis (de aankondiging van de geboorte van Christus) te doen samenvallen met de nationale betekenis van de opstanden voor de Grieken.  Ze leidde dankzij steun van Frankrijk, Groot-Brittanië en Rusland eind jaren 1820 tot de vorming van een eigen Griekse staat – voor het eerst sinds de val van Constantinopel in 1453.  Een staat die in 1828 door de Ottomanen werd erkend, en in 1832 ook formeel door het Congres van Londen.  In de geest van de tijd werd een koning gezocht, en nadat ene Leopold van Saksen-Coburg had geweigerd (hij vond een andere baan in Brussel) bedankte ook Frederik der Nederlanden voor de eer.  Zodat er toch nog een Duitser met de kroon ging lopen, met name Otto van Beieren.  Puur dynastiek bekeken een goede zet van Leopold, want het Belgische koningshuis bleek alleszins stabieler dan het Griekse, waar de koningen kwamen en gingen op het ritme van een bewogen geschiedenis waarbij het land uitbreidde en (na de “Klein-Aziatische Catastrofe” van 1921-1922 ook weer inkrimpte – toen de pas verworven gebieden in Klein-Azië verloren gingen en anderhalf miljoen Grieks-Orthodoxen Turkije moesten verlaten (en een half miljoen Turkse moslims uit Griekenland moesten vertrekken).  Het huidige grondgebied kwam pas definitief vast te liggen in 1947, toen Italië de eilanden van de Dodekanesos (met Rhodos als grootste eiland) aan Griekenland afstond.  Voor wie graag meer leest over de opstand, en over Griekenland in het algemeen, kan ik over de “Parakalo”-blog aanraden.

Vandaag wordt dus de 200e verjaardag gevierd.  Met een militaire parade, zoals altijd op 25 maart, maar die vandaag natuurlijk wat extra aandacht kreeg, ook al hield Corona de toeschouwers weg en bleek het meest constante attribuut in de verschillende kleurrijke militaire uniformen het mondmasker.  Met een galadiner waarbij Prins Charles (die Griekse grootouders heeft) en vertegenwoordigers van Frankrijk en Rusland aanzaten.  En met de heropening van de Nationale Pinacotheek, een gebouw waar ik de voorbije jaren vaak voorbij ben gekomen – het ligt tussen de plek waar de bus stopt vanuit de luchthaven en het huis van mijn vrouw in Athene.  Ik heb het de voorbije jaren alleen verstopt achter panelen gezien – het museum was dan ook zeven jaar gesloten, nadat er een schilderij van Picasso uit ontvreemd werd.  Ik zal moeten opletten bij een volgend bezoek, want de panelen waren een herkenningspunt.  Maar ik kijk wel uit naar een bezoek aan het museum, ook al omdat de collectie enkele Vlaamse meesters bevat.

De 200e verjaardag komt er op een ogenblik dat de spanningen met Turkije opnieuw oplopen.  Het is ook de relatie met die buur (nochtans mede-NAVO-lid) die -in combinatie met de zeer maritieme ligging- verklaart waarom Griekenland er in verhouding een erg groot leger op nahoudt.  Naar mijn gevoel kijkt Europa te veel weg van de Turkse provocaties en verdienen Griekenland en Cyprus een wat krachtiger houding, waar vooralsnog eigenlijk alleen de Franse president Macron toe bereid blijkt.  De Griekse en Cypriotische grenzen zijn de EU-grenzen, onze grenzen dus, ook als ze tussen Kastellorizo en Kas liggen (een half uurtje varen met een klein bootje).  Al moet ik erbij zeggen dat hetzelfde wat mij betreft geldt voor Rusland, waar de Baltische staten en Polen terecht óók een wat strakkere lijn zouden willen trekken, en waar de historische banden de Grieken dan weer wat tegen houden om hen daarin te volgen.

Ook economisch komt de 200e verjaardag op een moeilijk moment, want net nadat de heropleving na de diepe financiële crisis (waarbij op een bepaald moment de Griekse uittrede uit de euro dreigde) werd ingezet sloeg Corona toe, waarbij uiteraard de belangrijke toeristische sector zwaar werd getroffen.  En een heel reeks structurele problemen dreigen ook de komende jaren de heropleving niet te vergemakkelijken.

Toch straalt de 200-jaarviering zelfverzekerdheid en vertrouwen in de toekomst uit.  Terecht, want Griekenland moet het echt niet alleen van een zeer rijk verleden hebben.  Maar wat zou ik anders durven zeggen over het land waar ik nu eenmaal mijn hart verloor, en waar ik heimwee naar krijg als ik er enkele maanden niet ben geweest (zoals nu dus) ? Vooralsnog vieren we dan maar van hieruit mee, met de traditionele kabeljauw met lookpuree op het menu.  Gelukkige verjaardag dus – Χρόνια Πολλά !

Gedichtendag 2021

Gedichtendag 2021

The Hill we Climb – Amanda Gorman (2021)

Ghequetst ben ic van binnen – Anoniem (14e eeuw)

Ghequetst ben ic van binnen,
Duerwont mijn hert soe seer,
Van uwer ganscher minnen
Ghequetst soe lanc soe meer.
Waer ic my wend, waer ic my keer,
Ic en can gherusten dach noch nachte;
Waer ic my wend, waer ic my keer,
Ghy sijt alleen in mijn ghedachte.

Coup de théâtre

Coup de théâtre

“En dat 2021 een beter jaar mag worden dan 2020” wensten we elkaar toe.  Het antwoord was vaak “Dat kan moeilijk anders.” Dat leek inderdaad de logica zelve.  Tenminste tot Driekoningen, toen een zittende maar niet-herkozen president zijn aanhangers aanmoedigde om het parlement van zijn land te bestormen, dat de formele procedure voor de aanduiding van zijn opvolger moest afronden.  Daarbij vielen vijf doden.  Dat is nieuws dat we verwachten af en toe te horen over een Zuid-Amerikaans, Aziatisch of Afrikaans land, en dat dan terecht grote zorgen baart.  Maar deze poging tot staatsgreep gebeurde dus in de Verenigde Staten van Amerika.  We zijn nog niet klaar met 2021…

Het gaat  wat mij betreft overigens wel degelijk om een “poging tot staatsgreep”.  Een niet zo goed georganiseerde poging, uiteraard.  President Trump had zich niet verzekerd van steun van de ordediensten en het leger (al hield hij wel een adequaat optreden voor enige tijd tegen), er lagen geen duidelijke plannen of uit te zenden boodschappen klaar.  Maar dat doet niets af aan de kwalificatie : als de bezetters erin waren geslaagd om het Congres te dwingen Trump opnieuw tot president uit te roepen, dan had die laatste dat in dankbaarheid aanvaard.  Zover is het niet gekomen, maar het was ook niet geheel onmogelijk.

Al wie zich hierdoor verrast voelde, en zeker al wie Trump de voorbije jaren steunde maar zich nu verrast toonde, geeft toch wel blijk van enige naïviteit.  Uiteraard was Trump hiertoe in staat.  De manier waarop hij al sinds de verkiezingen van november zonder enig bewijs bleef beweren dat de verkiezingsuitslag vervalst was, liet al blijken dat hij bereid was om tot het uiterste te gaan met zijn poging om de macht te behouden – en terloops de Amerikaanse democratie te ondergraven.  Maar zelfs voordien had hij al aangegeven dat een verkiezingsnederlaag hem niet noodzakelijk zou tegenhouden.  Wie in die zotternij is meegegaan is daarmee ook voor de volledige 100% medeschuldig aan de Driekoningencoup.  Ik kan nog begrip opbrengen voor degenen die vonden dat ze de rechtszaken konden afwachten, maar eens bleek dat Trump van geen enkele rechter gelijk kreeg (ook niet van degenen die hij zelf had benoemd) was het onaanvaardbaar om te blijven volharden.  Met als argument dat “er veel vragen waren over de verkiezingsuitslag”.  Ja, als je zelf de vragen stelt…  Ook daarom vind ik de kwalificatie van senatoren als Cruz en Hawley als “fascisten” (samen met Trump), zoals toekomstig president Biden hen aanduidde, aanvaardbaar : wie bereid is om met de hulp van bewuste misleiding en geweld de democratie onderuit te halen, hanteert de methodes van Mussolini en soortgelijke 20e eeuwse figuren.  Als uiterst-rechtse politici zich daarvan bedienen, verdienen ze de kwalificatie “fascist” (in geval van uiterst-linkse politici zou ik “stalinist” of iets dergelijks verkiezen, een wat mij betreft moreel evenwaardige classificatie).

Zijn dat allemaal grote woorden voor wat toch óók een beetje carnaval leek, met een sjamaan en andere clownsfiguren ? Neen, het is niet omdat iets belachelijk is dat het niet gevaarlijk is.  Het zag er ook niet zo heel gewelddadig uit, maar er vielen wel doden, en het was toch vooral door de wel zeer lakse houding van de ordediensten dat er niet meer geweld aan te pas is gekomen.  Terecht werd de vergelijking gemaakt met andere protesten in de VS, bijvoorbeeld die van “Black Lives Matter”, waarbij de politie zich veel assertiever en schietgrager opstelde.  Dat hoorde natuurlijk ook niet, maar niet toelaten dat een parlement wordt bestormd en de zitting ervan wordt verhinderd lijkt me een minimale opdracht van ordediensten in een democratie.  Waarbij wat mij betreft wel degelijk het benodigde geweld mag worden ingezet.  Ook bij ons raakt een betoging niet in de “neutrale zone” in de Wetstraat, en dat moet vooral zo blijven.  Dat heeft niets met vrije meningsuiting en alles met democratie te maken.  Wat er juist heeft meegespeeld bij de bizarre beslissingen van de ordediensten in Washington is voor mij verre van duidelijk, maar een onderzoek daarnaar kan alleszins niet uitblijven.

Door het gebeurde stelt zich nu ook de vraag of Trump op één of andere manier alsnog moet worden afgezet.  Op de 20e wordt hij vervangen door Biden, dus duurt zijn termijn nog maar 11 dagen.  Ik vond eigenlijk eerst ook dat het misschien niet meer de moeite was, maar ben overtuigd door Bernie Sanders (die mij anders zeer zelden overtuigt) : zelfs als de afzetting pas ná 20 januari rond raakt, blijft het noodzakelijk om het principe hard te maken dat een president die meewerkt aan een poging tot staatsgreep moet worden afgezet.  Bovendien kan zo meteen ook een eventuele herverkiezing in 2024 ongedaan worden gemaakt.  Een democratie mag niet toegeven op principes, dat is de voorbije dagen wel gebleken, en dit is inderdaad een overduidelijke principekwestie.

Wat leren we hieruit voor Europa en ons land ? Niets dat we nog niet wisten, natuurlijk : dat de democratie kwetsbaar is, en dat woorden hun belang hebben.  Oproepen om “het parlement te bestormen”, “tegenstanders in de pan te hakken” of uitspraken die de legitimiteit van correct verkozen bestuurders erkennen zijn onaanvaardbaar.  Maar ook het elkaar onterecht beschuldigen van dat soort uitspraken -wanneer het wél om legitieme kritiek ging- is even onaanvaardbaar.  De Chinese regering, die al te gemakkelijk de democratische eisen van de parlementsleden in Hong Kong op één lijn stelt met die van de Trumpiaanse senatoren in de VS, is even laakbaar als Trump.  En het is niet omdat een regering, gemeentebestuur… een wettelijk bestuur is, dat het ook een goed bestuur is.  Dat je (desnoods zeer harde) kritiek kan hebben op het beleid, zonder dat dit de legitimiteit ervan ondergraaft, is immers óók een essentieel kenmerk van een democratie.

Buiten !

Buiten !

Het Brexit-handelsakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU is op de valreep rond geraakt. Het moet nu op één week door allerlei organen geloodst worden, aan beide kanten. Wellicht komt er langs EU-kant een voorlopige goedkeuring, in afwachting van een definitieve vertaling en een procedure in elk van de Lidstaten. Zelfs die voorlopige goedkeuring is op het nippertje : de raad van ambassadeurs, Coreper, moest gisteren samenkomen, op Kerstdag. Ik heb die vergadering (weliswaar in zijn “andere” samenstelling, met de adjunct-ambassadeurs) wel eens bijgewoond, en weet dat er een grote machine achter zit. En niet alleen in het Europagebouw, in alle EU-landen zijn tientallen mensen dezer dagen op dat akkoord aan het werken. Omdat Boris Johnson niet eerder de knopen durfde doorhakken.

De “landingszone” was immers al lang bekend : het VK zou op de laatste cruciale domeinen moeten toegeven. Zo gaat dat immers als het grootste handelsblok ter wereld over de toegang tot zijn markt onderhandelt met een relatief kleine buur. Want daar ging het hier over. Ter herinnering : de Britten besloten in juni 2016 bij referendum dat ze uit de Europese Unie wilden stappen. Daarna werd de procedure van art. 50 in gang gezet, die leidde tot een terugtrekkingsakkoord, waarin de “boedelscheiding” werd geregeld en een beperkt aantal, minimale afspraken over de toekomst werden gemaakt. De echte afspraken over de toekomstige samenwerking moesten dus nog worden vastgelegd. Ondertussen, en tot 31 december van dit jaar, loopt een overgangsperiode waarin het VK geen lid meer is van de EU maar wel aan alle regels onderworpen blijft. Zodat er in de praktijk niet zo veel veranderde. Daaraan komt volgende week dus een einde : de nieuwe regels betekenen voor veel mensen en ondernemingen een grote verandering. Vooral aan Britse kant, uiteraard, maar ook in de EU. Uiteindelijk koos het VK namelijk voor een “harde Brexit” : een beperkte relatie met de EU, maar dus veel beperkingen op de samenwerking.

Uiteraard was het de bedoeling van Johnson en C°om méér van de voordelen van EU-Lidmaatschap te behouden, en toch de zogenaamde “soevereiniteit” te versterken. Maar als de onderhandelingen één ding hebben duidelijk gemaakt, dan is het dat gedeelde soevereiniteit net méér soevereiniteit is. De afspraken over de grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek zouden nooit zo gunstig voor die laatste zijn uitgevallen als het land(je) alleen had moeten onderhandelen. De Franse, Vlaamse, Nederlandse… vissers zouden er nooit zo goed vanaf zijn gekomen in een bilateraal akkoord met de Britten. Maar nu kregen hun belangen ook het gewicht mee van de Italiaanse, de Poolse, de Slovaakse en de Cypriotische bevolking, waar nochtans geen mens wakker ligt van een Noordzeevis meer of minder. Dat effect hebben de Brexiteers schromelijk onderschat : ze wisten dat er binnen de Unie landen tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld en allianties kunnen worden gesmeed – het VK was daar zelf vaak goed in. Maar waar de Britten zich herinnerden dat ze binnen de EU vaak met de fluwelen handschoen werden benaderd, kregen ze tot hun verbazing nu met de ijzeren vuist te maken : ze waren vergeten dat er naar buitenuit véél gemakkelijker één lijn wordt getrokken. Bij elke poging, ook in de voorbije weken, om rechtstreeks met Parijs, Berlijn, Warschau of Rome te spreken kregen de Britten het deksel op de neus : Michel Barnier en Ursula Von Der Leyen waren de enige gesprekspartners. Een inschattingsfout die ook Trump in de voorbije jaren wel eens maakte, toen hij tot zijn verbazing merkte dat Juncker en Vestager echt wel voor de hele EU konden spreken. En die EU is nu eenmaal niet meer of minder dan een economische wereldmacht, maar zelfs de VS en dus zeker het VK rekening mee moet houden.

Met dit akkoord is Brexit voor de EU een afgesloten dossier, dat wellicht alleen in technische werkgroepen allerhande af en toe nog interesse zal wekken. Maar de droom van David Cameron, die hoopte met het referendum de discussie over de Britse relatie met de EU te beslechten en de hoop van vele Britten om het dossier nu ook te sluiten gaat niet uitkomen. De relatie met de Europese Unie gaat nog jaren centraal blijven staan in de Britse politiek. Zoals die ook een centrale kwestie is in alle buurlanden van de Unie; in Noorwegen, Albanië, Servië, Zwitserland, IJsland, Oekraïne is de relatie met ons een essentiële kwestie. In de EU is de relatie met die landen een grotendeels technocratisch vraagstuk. Zo zal het ook de Britten vergaan. Tot de dag dat ze opnieuw zullen beseffen dat EU-Lidmaatschap een hefboom is die een land versterkt en net méér macht geeft. Dat er ondanks de Brexit-saga ook bij ons nog steeds politici rondlopen die verkondigen dat Vlaanderen of België beter af zouden zijn buiten de Unie vind ik dan ook onbegrijpelijk : Vlaanderen heeft zwaarder op dit Brexitakkoord gewogen dan Schotland, hoewel dat laatste veel sterker getroffen wordt. Maar misschien zal het wel dagen als het akkoord volgende week ook echt ingaat…