Buiten !

Buiten !

Het Brexit-handelsakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU is op de valreep rond geraakt. Het moet nu op één week door allerlei organen geloodst worden, aan beide kanten. Wellicht komt er langs EU-kant een voorlopige goedkeuring, in afwachting van een definitieve vertaling en een procedure in elk van de Lidstaten. Zelfs die voorlopige goedkeuring is op het nippertje : de raad van ambassadeurs, Coreper, moest gisteren samenkomen, op Kerstdag. Ik heb die vergadering (weliswaar in zijn “andere” samenstelling, met de adjunct-ambassadeurs) wel eens bijgewoond, en weet dat er een grote machine achter zit. En niet alleen in het Europagebouw, in alle EU-landen zijn tientallen mensen dezer dagen op dat akkoord aan het werken. Omdat Boris Johnson niet eerder de knopen durfde doorhakken.

De “landingszone” was immers al lang bekend : het VK zou op de laatste cruciale domeinen moeten toegeven. Zo gaat dat immers als het grootste handelsblok ter wereld over de toegang tot zijn markt onderhandelt met een relatief kleine buur. Want daar ging het hier over. Ter herinnering : de Britten besloten in juni 2016 bij referendum dat ze uit de Europese Unie wilden stappen. Daarna werd de procedure van art. 50 in gang gezet, die leidde tot een terugtrekkingsakkoord, waarin de “boedelscheiding” werd geregeld en een beperkt aantal, minimale afspraken over de toekomst werden gemaakt. De echte afspraken over de toekomstige samenwerking moesten dus nog worden vastgelegd. Ondertussen, en tot 31 december van dit jaar, loopt een overgangsperiode waarin het VK geen lid meer is van de EU maar wel aan alle regels onderworpen blijft. Zodat er in de praktijk niet zo veel veranderde. Daaraan komt volgende week dus een einde : de nieuwe regels betekenen voor veel mensen en ondernemingen een grote verandering. Vooral aan Britse kant, uiteraard, maar ook in de EU. Uiteindelijk koos het VK namelijk voor een “harde Brexit” : een beperkte relatie met de EU, maar dus veel beperkingen op de samenwerking.

Uiteraard was het de bedoeling van Johnson en C°om méér van de voordelen van EU-Lidmaatschap te behouden, en toch de zogenaamde “soevereiniteit” te versterken. Maar als de onderhandelingen één ding hebben duidelijk gemaakt, dan is het dat gedeelde soevereiniteit net méér soevereiniteit is. De afspraken over de grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek zouden nooit zo gunstig voor die laatste zijn uitgevallen als het land(je) alleen had moeten onderhandelen. De Franse, Vlaamse, Nederlandse… vissers zouden er nooit zo goed vanaf zijn gekomen in een bilateraal akkoord met de Britten. Maar nu kregen hun belangen ook het gewicht mee van de Italiaanse, de Poolse, de Slovaakse en de Cypriotische bevolking, waar nochtans geen mens wakker ligt van een Noordzeevis meer of minder. Dat effect hebben de Brexiteers schromelijk onderschat : ze wisten dat er binnen de Unie landen tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld en allianties kunnen worden gesmeed – het VK was daar zelf vaak goed in. Maar waar de Britten zich herinnerden dat ze binnen de EU vaak met de fluwelen handschoen werden benaderd, kregen ze tot hun verbazing nu met de ijzeren vuist te maken : ze waren vergeten dat er naar buitenuit véél gemakkelijker één lijn wordt getrokken. Bij elke poging, ook in de voorbije weken, om rechtstreeks met Parijs, Berlijn, Warschau of Rome te spreken kregen de Britten het deksel op de neus : Michel Barnier en Ursula Von Der Leyen waren de enige gesprekspartners. Een inschattingsfout die ook Trump in de voorbije jaren wel eens maakte, toen hij tot zijn verbazing merkte dat Juncker en Vestager echt wel voor de hele EU konden spreken. En die EU is nu eenmaal niet meer of minder dan een economische wereldmacht, maar zelfs de VS en dus zeker het VK rekening mee moet houden.

Met dit akkoord is Brexit voor de EU een afgesloten dossier, dat wellicht alleen in technische werkgroepen allerhande af en toe nog interesse zal wekken. Maar de droom van David Cameron, die hoopte met het referendum de discussie over de Britse relatie met de EU te beslechten en de hoop van vele Britten om het dossier nu ook te sluiten gaat niet uitkomen. De relatie met de Europese Unie gaat nog jaren centraal blijven staan in de Britse politiek. Zoals die ook een centrale kwestie is in alle buurlanden van de Unie; in Noorwegen, Albanië, Servië, Zwitserland, IJsland, Oekraïne is de relatie met ons een essentiële kwestie. In de EU is de relatie met die landen een grotendeels technocratisch vraagstuk. Zo zal het ook de Britten vergaan. Tot de dag dat ze opnieuw zullen beseffen dat EU-Lidmaatschap een hefboom is die een land versterkt en net méér macht geeft. Dat er ondanks de Brexit-saga ook bij ons nog steeds politici rondlopen die verkondigen dat Vlaanderen of België beter af zouden zijn buiten de Unie vind ik dan ook onbegrijpelijk : Vlaanderen heeft zwaarder op dit Brexitakkoord gewogen dan Schotland, hoewel dat laatste veel sterker getroffen wordt. Maar misschien zal het wel dagen als het akkoord volgende week ook echt ingaat…

Reageren is niet mogelijk.