Plichtsbesef

Plichtsbesef

En zo zijn we er dus aan begonnen.  Gisteren hebben we met 25 raadsleden de eed afgelegd.  24 daarvan rechtstreeks verkozen door de Essenaar, 1 omdat Ludwig Caluwé (CD&V) voor de tweede keer op rij besloot om zijn mandaat niet op te nemen.  Nu goed, hij wekte ook vóór 14/10 nooit de indruk dat hij dat wel zou doen.  Met 25 vormen we samen de gemeenteraad, het hoogste beslissingsorgaan van het gemeentebestuur.  Ik ben blij dat ik daar opnieuw bij mag horen.  Het is een eer om de Essenaren te vertegenwoordigen.

Met N-VA/PLE vormen we de grootste fractie in de raad, met 10 leden.  CD&V telt er 9, sp.a 4 en het Vlaams Belang 2.  Die verhouding vertaalde zich op de installatievergadering bijvoorbeeld al bij de afvaardiging vanuit Essen in de politieraad van de zone Grens.  Wij sturen daar 3 vertegenwoordigers naartoe, CD&V 2 en sp.a 1.  Maar die afvaardiging is proportioneel, heel wat andere beslissingen worden bij meerderheid genomen.  De samenstelling van het schepencollege en de aanduiding van de voorzitter van de raad zijn daarvan de belangrijkste.  Ook die beslissingen werden gisteren genomen.  CD&V en sp.a verdeelden die mandaten onderling, telkens op basis van aktes die door 13 van de 25 raadsleden werden ondertekend.  Krap, maar zij vormen dus “de meerderheid”.  In een democratie is er daarvan ook een tegenhanger (in een dictatuur niet) : er is ook een “minderheid”, die meestal met de term “oppositie” wordt aangeduid.  Niemand -op wellicht hier of daar een PVDA’er of VB’er na- doet aan verkiezingen mee met het expliciete doel om in de oppositie te zetelen.  Als partij de meerderheid vormen, of een coalitie sluiten die een meerderheid haalt, is het opzet.  Maar tenzij de kiezer je alle kaarten in de hand geeft, kan het gebeuren dat je in de oppositie belandt.  Dat is vaak een ondankbare taak.  Maar ze is van levensbelang voor ons democratisch systeem, en ze kan bijdragen tot een beter bestuur.  Iemand moet ze dus opnemen.

Wat doet de oppositie ? De bekendste definitie, die aan Lord Randolph Spencer Churchill wordt toegeschreven, is “The duty of an opposition is to oppose”.  Dat klopt maar ten dele, wat mij betreft.  Het is inderdaad belangrijk om aan te tonen dat er vaak ook een ander beleid mogelijk is, om de mensen te vertegenwoordigen die het niet eens zijn met de beslissingen die er worden genomen.  Maar dat is niet vrijblijvend : het algemeen belang moet blijven vooropstaan, en ook alternatieve beleidsvoorstellen moeten onderbouwd en verantwoord zijn.  Bovendien is er meer te doen dan “to oppose”.  Controleren, bijvoorbeeld.  Of beslissingen wel volgens de regels tot stand komen.  Of het bestuur correct en integer handelt.  Of beslissingen die genomen worden ook zo worden uitgevoerd als ze bedoeld waren.  En uitdagen.  Proberen de bestuurders ertoe aan te zetten om hoger te mikken, beter te doen, een groter draagvlak te zoeken, kwalitatieve beslissingen te nemen.

Het is geen eenvoudige opdracht, dat oppositievoeren.  Vaak leidt ze ook vooral tot onbegrip.  Bij de bevolking, omdat het overkomt alsof je enerzijds niets kan bereiken en anderzijds vooral probeert “stokken in de wielen” te steken.  Bij de bestuurders, die vaak vinden dat ze het probleem al langs alle kanten bekeken hebben vooraleer ze ermee naar de gemeenteraad komen, en dan niet begrijpen waarom ze dat proces nog eens over moeten doen, nog eens moeten verantwoorden.  Of die het er moeilijk mee hebben dat je hen niet “vertrouwt”.  Bij ambtenaren, die je extra werk bezorgt en die het er lastig mee hebben dat zij vaak niet zelf kunnen uitleggen waarom een maatregel wel goed is, maar dat aan de bevoegde schepen moeten overlaten.  Aan hen allen alvast onze excuses – we doen gewoon onze plicht.  Niet meer, maar ook niet minder.

De N-VA/PLE-fractie heeft besloten om mij aan te stellen als voorzitter.  Daarmee ben ik de facto de “leader of the opposition”, al kent ons systeem die functie niet echt – in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Britse Parlement, waar het een formeel erkende rol is.  Ik ga proberen dat zo goed mogelijk te doen.  Gelukkig sta ik er niet alleen voor – ik daag élke andere gemeente uit om 10 even sterke oppositieraadsleden voor te stellen als het N-VA/PLE-team.  We gaan heel hard werken, in “de oppositie”.  Ik kijk er al naar uit.  Maar vergis u niet : we blijven op elk moment bereid om het beleid in Essen over te nemen.

Reageren is niet mogelijk.