Knikkeren

Knikkeren

“What is IMEC ?” vraag ik aan de vertegenwoordigster van Portugal, die ik al langer ken. Het is donderdagmorgen tegen 9u, en de EU-coördinatievergadering loopt naar zijn einde. Blijkbaar gaan de meesten straks om 10u naar de IMEC-coördinatie. Dat blijkt de groep van geïndustrialiseerde landen binnen de ILO te zijn. Ik veronderstel dat wij daar ook bij horen, en ga er dus ook maar naartoe. Maar eerst heb ik een koffie nodig : vergaderen om 8u is me toch nogal vroeg.

Ik heb er op dat ogenblik al een halve dag van de International Labour Conference opzitten, met name van het comité dat zich met een rapport over “skills” bezighoudt (ik vind niet meteen een goede Nederlandse vertaling, maar houd het maar op “competencies”). Ik ben hier in Genève met een onduidelijke opdracht en weinig informatie. Ik zie ook niet goed het nut ervan in (wel van de conferentie en de organiserende ILO in het algemeen ¬al is het niet mijn “ding”¬, maar niet van dit soort thematisch werk; aangezien ik nog nooit met de resultaten ervan werd geconfronteerd, neem ik aan dat het niet veel zin heeft). Maar zoals altijd heb je aan de ene kant de knikkers, en aan de andere kant het spel. Als de knikkers me niet zo interesseren, dan kan misschien het spel nog boeien. Indien niet, dan verstop ik me hier gewoon in de massa; kan niet moeilijk zijn en niemand gaat het me echt kwalijk nemen.

Ik heb bovendien een aantal vergaderingen gemist. Omwille van de minder geslaagde informatievoorziening, maar ook omdat ik hier pas op woensdag kon zijn. De eerste plenaire zitting op die dag die ik bijwoonde was niet meteen superboeiend. Er waren algemene verklaringen van de werkgevers, de werknemers en van een aantal regeringen. Waaronder een verklaring namens de EU en één namens IMEC , uitgesproken door de V.S.. Daarnaast kwamen een aantal landen individueel tussen. Jamaica, Irak en China, om er enkele te noemen. Ik zette een tijdje de vertaling af en nam de klankkleur van het Arabisch en het Chinees in me op. De Egyptenaar naast mij maakte ondertussen een sms. Het Arabisch blijkt zich zowaar ook te lenen tot het vrij vlot opmaken van zo’n tekstbericht. Ik las mee, maar dat heeft zijn privacy niet echt geschonden…

Zo beland ik donderdag in de vroegte op de EU-vergadering, na eerst de weg te hebben gezocht in het aftandse en onmogelijk ingewikkeld gestructureerde Palais des Nations, waar de UNO normaal huist maar dat nu voor enkele weken door de ILO wordt bezet. Er wordt aan een tekst voor een tussenkomst gewerkt. Ik kijk het even aan, en doe dan een suggestie om ergens een zin wat vlotter te laten “lopen”. Mijn aanwezigheid wordt opgemerkt, de zin wordt aangepast. Even later probeer ik met een inhoudelijke aanpassing. Lukt ook. Nice. Het spelletje blijkt redelijk leuk. Maar de EU-ambitie is beperkt : er wordt nog maar aan één tussenkomst gewerkt, voor vrijdagnamiddag.

Dan ligt de lat bij IMEC blijkbaar hoger, want daar wordt gewerkt aan een tekst die al meteen in de volgende zitting moet dienen. En het is ook de bedoeling om de twee zittingen die vandaag nog volgen met een tussenkomst te verrijken. Dus wordt er aan een hoog tempo gewerkt aan consensusteksten. Ik speel het spel mee, en dien af en toe als spreekbuis voor de wensen van enkele wat minder Engelskundige Europese collega’s. De Amerikaanse die de teksten tikt verricht fantastisch werk om er een geheel van te maken, en ze brengt de tussenkomst ook op de zitting, namens een stuk of 15 landen die netjes worden opgesomd. De dag vordert, en tussen de vergaderingen door blijven we tussenkomsten produceren; het aantal landen dat ze onderschrijft, stijgt ondertussen. Het aantal alinea’s waaraan ik mee geprutst heb, ook. De vergadering eindigt tegen 21u. 8u tot 21u met aftrek van ongeveer 3 uur pauze, maar met inbegrip van enkele ellenlange tussenkomsten in het Arabisch (met vertaling, maar toch) en doelloze uiteenzettingen over het beleid in landen waar ik nauwelijks van heb gehoord. Mocht ooit iemand in Essen denken mij uit te schakelen door een vergadering wat te rekken : bespaar je de moeite.

De vrijdag volgt een soortgelijk scenario, dat alweer van start gaat om 8u. Ik denk aan onze gemeentesecretaris, die zijn poging om vice-voorzitter te worden van de internationale vereniging van gemeentefunctionarissen (IIMC) de mist in zag gaan. Ik begrijp volkomen wat hem in dat soort organisatie moet boeien : het internationale forum is verrijkend en boeiend. Ik begrijp ook waarom het raadslid in mij een beetje een kritische kijk heeft (ook op het Witzenbergproject, bijvoorbeeld) : wat levert het op ? Maar de vertegenwoordiger van de regering van de Bolivariaanse republiek Venezuela beluisteren, die erin slaagt om een tussenkomst over opleiding en vorming om te buigen tot een antikapitalistische tirade : het heeft wel iets.

De V.S., de Britse en de Australische afgevaardigden hebben de IMEC-tussenkomsten gebracht tot nu toe. We werken aan de laatste, en dat verloopt nogal chaotisch : de ontwerptekst was niet zo overtuigend en ook onvolledig. We worden moe, en de inspiratie raakt op. Het wordt een half wonder als er toch nog iets zinvols uit zal komen. Onze Amerikaanse tekstschrijver wordt er een beetje wanhopig van : we hebben nog een minuut of tien en eigenlijk staat er nog niet veel op papier. En wie gaat die vooralsnog halfafgewerkte tekst in de vergadering brengen ? Terwijl de plenaire vergadering al gaat beginnen wijs ik haar nog snel op enkele stukken tekst die er absoluut uit moeten. Uiteindelijk rolt er toch nog iets min of meer coherent uit de printer.

Vrijdag, rond een uur of vier. De (voorlopige) slotsessie vult de zaal toch nog behoorlijk : ik vermoed met zo’n 150 aanwezigen. Al blijft de Egyptische bank naast mij leeg. De Portugese afgevaardigde zit wel op haar plaats. Ik vraag me af of ze zich de vraag van gisteren herinnert, wanneer haar buurman voor een minuut of drie het woord neemt : “Thank you chair. I am speaking on behalf of 22 IMEC countries. Do you want me to list them ?”

Reageren is niet mogelijk.