Archief van
Jaar: 2017

Van dienst

Van dienst

Vijf jaar geleden opende het Lokaal Dienstencentrum (LDC) “’t Gasthuis” de deuren. Het werd voorlopig in de oude gebouwen van De Bijster gevestigd. Het LDC werd een vaste waarde in Essen, en een nieuwbouw drong zich dan ook op. De afspraken met de groep rond De Bijster namen wat tijd in beslag : de geplande “Woonzorgzone” vereiste onder meer aanpassingen van de bestemmingsplannen. Eens dat achter de rug, ging het snel. In januari van dit jaar verwierf het OCMW zekerheid over de Vlaamse subsidies. De bouw kon van start gaan.

Gisteren werd die nieuwbouw geopend. Hier en daar is nog wat afwerking nodig, maar het geheel ziet er goed uit – al heb ik zelf wat twijfels over de toog en het geïntegreerde kunstwerk. Dat geheel lijkt mee op de “bodega’s” die we vroeger opbouwden in de scoutslokalen, om tijdens het KSJ-weekend cocktails te serveren aan wie van bier niet snel genoeg dronken werd. Wel met meer licht dan toen, want het LDC is een echt “glazen huis” geworden.

Zoals werd opgemerkt realiseert daarmee het OCMW net voor zijn “inkanteling” in de gemeente de enige nieuwbouw die het Essense bestuur tijdens deze legislatuur zal neerzetten. Dat zou erop kunnen wijzen dat het meer doordachte “patrimoniumbeleid” dat werd aangekondigd ook in de praktijk is gebracht, maar dat zou veel te veel eer zijn voor het huidige college. Met alle goede voornemens daarrond is vooralsnog zo goed als niets gebeurd. Vooral overbodig patrimonium afstaan blijkt een ernstig probleem.

Nu goed, dat is niet de schuld van het OCMW, en al zeker niet van het Lokaal Dienstencentrum. Ik wens de verantwoordelijken, de medewerkers, de vrijwilligers en de bezoekers van ’t Gasthuis veel geluk met hun nieuwe onderdak !

In Europa

In Europa

Tot voor enkele jaren wist ik eenvoudig niet dat Heide, het zuidelijke deel van onze buurgemeente Kalmthout, een joods verleden had. Ondertussen las ik erover in de krant. De synagoge had ik nog nooit gezien. Ik wist ondertussen wel dat ze bestond, en zal worden gerestaureerd. Gisteren organiseerde N-VA/PLE een door Jan Ingelbrecht gegidste wandeling door de voormalige joodse wijk in Heide, ook langs de synagoge. Zo leerde ik dat in het begin van de 20e eeuw Heide voor 2/3 joods was. Er was niet alleen een synagoge, maar ook een talmoedschool (jeshiva – de eerste die in België werd opgericht), waar studenten uit heel Europa naartoe kwamen. We kregen de villa’s en huizen te zien, en hoorden de verhalen van de bewoners en van hun buren. Ook het antisemitisme van de jaren 1930 en de vervolging in de Tweede Wereldoorlog kwamen aan bod.

De synagoge staat er wat onwezenlijk, in een rustige wijk in de Antwerpse Kempen. Het is de enige synagoge in het Vlaamse “platteland”, in de mate dat Heide aan die beschrijving voldoet. Een stille getuige van de geschiedenis. Ik hoop dat de restauratie snel volgt, en dat het gebouw (ook) een museumfunctie kan krijgen. En een herdenkingsplaats kan worden –zoals eigenlijk elke herinnering aan het joodse verleden in Europa ook een “in memoriam” is, een verwijzing naar de meest onwezenlijke episode uit de geschiedenis van ons werelddeel, de holocaust.

Deze zomer was ik in Rhodos. We bezochten daar ook de synagoge – een stuk groter dan die in Kalmthout, veel ouder ook (12e eeuw, herbouwd in de 15e eeuw). En af en toe nog in gebruik. Er woonden nogal wat joden in Griekenland. In Rhodos zelfs al in de 2e eeuw voor Christus, dus vóór de vernietiging van de tempel door de Romeinen en het begin van de grote diaspora. Ze overleefden er eeuwenlang, met name omdat het Ottomaanse Rijk hen altijd had verwelkomd. Maar vanzelfsprekend leidde de Duitse bezetting ook daar tot een massale deportatie, al vond die pas laat tijdens de oorlog plaats (juli 1944), wat een aantal slachtoffers het leven heeft gered. De torahrollen bleven bewaard. De rabbijn gaf ze aan de plaatselijke imam, correct redenerend dat de Duitsers de rollen overal zouden gaan zoeken, behalve in de moskee !

’s Anderendaags gingen we terug naar de synagoge, en spraken met een man die als 13-jarige naar Auschwitz was afgevoerd, en dat als één van de weinigen kan navertellen. Dat deed hij dan ook. Hij sprak zijn vierde taal (al eindigde zijn schoolloopbaan bij zijn deportatie), ik luisterde in mijn vijfde – en stelde enkele vragen in het Frans. Ik kende het verhaal wel – een tiental jaren geleden bezocht ik Auschwitz-Birkenau. Toch blijft het een voorrecht om het uit eerste hand te horen. Aan ons daarmee om het verhaal levend te houden, ook wanneer er niemand meer zal zijn om het zelf te vertellen.

Het blijft onwezenlijk als je door Europa reist om te zien hoe gigantisch veel joodse cultuur tijdens de oorlog (en soms ook al voordien) gewoon vernietigt, uitgewist is. Het is goed dat er actief aan wordt gewerkt om wat er nog is te bewaren. Maar soms voelt het als een druppel op een hete plaat. En alleen de stenen redden blijft zeer onvolmaakt. Zoveel mensen, zoveel verhalen, zoveel leven dat werd afgenomen.

Zodat niemand weet hoe mooi ze toen was
Κανείς δεν ήξερε πως είναι τόσο ωραία

Yes, we can

Yes, we can

Het gebeurt niet zo vaak dat ik het gemeentehuis verlaat en echt tevreden ben met de beslissing die ik mee heb genomen. Dat is nu eenmaal vaak het lot van een oppositieraadslid. Dat lag gisteren anders. Nochtans ging het om een vergadering van de vzw Kobie, en het is bekend dat ik van die structuur niet meteen een grote fan ben. Maar het project dat nu binnen de vzw op stapel wordt gezet ziet er gewoon erg goed uit. OK, het had ook zonder de vzw gekund, en de bestuurlijk-financiële bezwaren tegen de constructie blijven bestaan. Maar daar gaat het even niet om.

In september volgend jaar organiseert Essen een groot musicalspektakel rond het einde van de Eerste Wereldoorlog, honderd jaar nadat de wapens in 1918 eindelijk zwegen. Het wordt een duur project, geraamd op 170.000 EUR uitgaven (en hopelijk per saldo ongeveer even veel inkomsten !). Er zullen meer dan 400 vrijwilligers nodig zijn. Het project is gelukkig erg grondig tegen het licht gehouden, zodat het plaatje netjes in elkaar past. Namens de werkgroep die er achter zit stelde Steff Nouws een heldere planning en een realistische begroting voor. Het blijft een stevig project, met heel wat uitdagingen. Dat het eerst voorzichtig en kritisch werd onthaald, is dan ook meer dan terecht. Dat heeft er ook voor gezorgd dat het plaatje nog beter in elkaar ging passen.

Er zitten nog wel wat risico’s aan vast, met name meteorologische : in het budget zou misschien nog geld kunnen worden voorzien om vanaf nu tot in september volgend jaar elke dag een gros eieren naar de Arme Klaren te brengen (heb me altijd al afgevraagd wat die dames daarmee doen, en maak me ook zorgen over hun cholesterol, doch dit geheel terzijde).

Het risico dat gisteren het meeste aandacht kreeg – wat als er te weinig vrijwilligers worden gevonden – schat ik zelf redelijk klein in. Ik vermoed dat het er te veel zullen zijn. En de tegenkanting vanuit ACW-kringen, omdat de vrijwillige inzet voor dit project ten kosten zou kunnen gaan van de bestaande verenigingen, vond ik zelfs bizar.

De vereiste sponsors zoeken zal mogelijk wat moeilijker worden. In de filosofie van Kobie moet het immers om sponsors gaan die anders niet op Essens niveau actief zouden zijn, zodat het lokale sponsorpotentieel voorbehouden blijft voor de Essense verenigingen. Hopelijk worden de mensen die het geheel praktisch gaan uitwerken niet met die zoektocht naar ondersteuning belast.

Nu, misschien kan de NMBS wel sponsoren. Als Wiedergutmachung, nadat ze het project bijna torpedeerde. Dat deed ze op de haar eigen virtuoze manier : de beoogde regisseur/organisatiebureau wilde met de trein naar Essen komen voor een eerste gesprek, maar bereikte onze gemeente nooit. Trein afgeschaft, vertraagd… Gefrustreerd wilde de man helemaal afhaken. Begrijpelijk. Gelukkig kon er een mouw aan worden gepast. 20.000 EUR sponsorgeld, en zand erover, beste NMBS. We regelen vervoer van het station naar het college, en jullie verkopen combitickets. Jullie komen op alle affiches. Zelfs een trein in het scenario verwerken moet bespreekbaar zijn (ja toch, Steff ?). En we beloven met zoveel mogelijk Essenaren dat we drie maanden lang niet over jullie dienstverlening zullen klagen. Al is dat misschien wat meer waard. Laten we zeggen 25.000 EUR en het terrein tussen de Moerkantsebaan en de goederenloods aan Hemelrijk. Een koopje zeg ik u, beste spoorwegvrienden !

Kortom, ik zag gisteren een project dat alle kansen verdient om de slogan “kom bijeen in Essen” inhoud te geven. Ik werd er helemaal goedgezind van. Wanneer kan ik inkomkaarten bestellen ?

Si…

Si…

Niet alleen de Spaanse staat, ook de Europese Unie heeft het moeilijk met het aangekondigde referendum over de onafhankelijkheid van Catalonië. Dat is begrijpelijk : de EU is een unie van Lidstaten, en volgens de Lidstaat Spanje is het referendum onwettelijk. En ik al ben ik geen kenner van de Spaanse wet, het lijkt erop dat dat inderdaad het geval is : de Spaanse rechtsorde voorziet niet dat een deelstaat eruit kan trekken.

Toch stoort de EU-houding. Om twee redenen : het democratisch aanvoelen van de meeste Europeanen vereist dat een deelgebied dat een staatsverband wil verlaten, dat ook moet kunnen. En pragmatische realpolitiek maakt dan weer dat wanneer de afscheidingspoging effectief slaagt, de EU er ook goed aan doet om de nieuwe staat met zo weinig mogelijk frictie op te nemen.

De recente geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk onderlijnt uiteraard deze vaststellingen. Schotland kreeg zijn referendum (David Cameron zij geprezen), en het zou voor iedereen beter zijn geweest als de EU gewoon had kunnen bevestigen dat het onafhankelijke Schotland, onder voorwaarden, meteen EU-lid had kunnen worden. Daarna kreeg het VK zelf zijn Brexitreferendum (David Cameron zij vervloekt), waarna de EU aantoonde dat het inderdaad een vrijwillige en democratische Unie is (want art. 50 bestaat) en dat je eens je lid bent toch maar beter aan boord kunt blijven (want wie eruit stapt doet vooral zichzelf maar ook de anderen toch echt wel schade aan).

Uit die ervaring met de twee Britse referenda zou de Unie lessen kunnen trekken, en in een nieuw Verdrag kunnen voorzien hoe een deelstaat zich van een Lidstaat kan afscheiden en toch lid kan blijven van de Unie. Dat zou noch het internationale noch het nationale recht zomaar veranderen – al zou het wel een belangrijke invloed hebben en bijvoorbeeld de Unie zelf ook kunnen toelaten om over afscheidingen elders te oordelen.

De voorwaarden zouden strikt maar haalbaar kunnen zijn, zodat de gemeenteraad van Echternach of Clervaux niet op een blauwe maandag uit Luxemburg kan treden. Een democratisch verkozen deelstaatparlement dat na verkiezingen waarbij de mogelijkheid duidelijk op tafel lag de wens uitdrukt om onafhankelijk te worden, zou bijvoorbeeld moeten kunnen verklaren dat het alle verplichtingen van de “moederstaat” proportioneel wil overnemen (schulden e.d.) en dat het de Europese wetgeving zal respecteren. Daarna zou een referendum kunnen volgen, met een opkomstdrempel en een meerderheidsdrempel.

Vervolgens zou een periode van onderhandelingen kunnen ingaan (bijvoorbeeld twee jaar, zoals in art. 50), en in die tijd zou de Unie ook mee betrokken kunnen worden bij het opzetten van bepaalde cruciale instellingen, zoals een centrale bank. De EU zou ook bij de onderhandelingen tussen de moederstaat en de would-be onafhankelijke staat kunnen worden betrokken, om over de goede trouw van beide partijen te waken (en eventueel zou de Unie, pakweg via het Hof van Justitie, de rol van scheidsrechter kunnen opnemen als de besprekingen niet vlotten). Het eindresultaat van de onderhandelingen zou dan opnieuw bij referendum kunnen worden geratificeerd. Ook een regeling voor subgebieden die bij gelegenheid van de nieuwe staatsvorming willen afscheiden om bij de moederstaat te blijven (zodat Hupperdange niet bij Clervaux hoeft te blijven als dat uit Luxemburg stapt) zou bij het pakket kunnen horen.

Als al die voorwaarden gerespecteerd worden, dan zou de EU de nieuwe Lidstaat automatisch erkennen en als lid aanvaarden. De “moerderstaten” zouden in dat model het proces niet eenzijdig kunnen tegenhouden, zodat wat Spanje nu doet niet zou kunnen (Europees recht gaat boven nationaal recht). Maar ook de Catalaanse regering zou veel meer open kaart moeten spelen dan ze vandaag heeft gedaan.

De democratie en de EU zouden er wel bij varen.

De rode lijn

De rode lijn

Een gemeenteraad zonder verhaal. Of misschien dat er bij openbare werken altijd wel iets misloopt. Wie ooit een huis heeft gebouwd of verbouwd, kan het zich wellicht voorstellen. Toch blijft het me verbazen, ook voor wat die huizen betreft. Maar veel verhaal zat er dus niet in die raadszitting.

En over de vorige heb ik niets geschreven. Nochtans hebben we toen een beslissing genomen met een wisselmeerderheid. De eerste van deze legislatuur. We hebben de beslissing over een wegentracé namelijk uitgesteld, en daarmee het college belet om een verkavelingsvergunning af te leveren. Voor mij was dat belangrijk. Ik ben er al heel lang van overtuigd dat onze gemeente aan een veel te snel tempo wordt volgebouwd. Nu bijna 18 jaar geleden zetten we de veel te lange slogan “Essen mag geen voorstad van Antwerpen of Roosendaal worden” op onze verkiezingsaffiches. Voor een groot deel van onze gemeente is het wellicht te laat. Wie door Essen-Centrum rijdt kan er niet omheen dat de verkeersdrukte, het type bebouwing, … steeds meer aan voorsteden als Kapellen of Ekeren doen denken. We hebben al lang relatief het minste open ruimte in de noordrand van de provincie Antwerpen.

Ik ga het hele verhaal niet herhalen, maar ik wel Essen niet verder verkavelen. En zeker niet “zomaar”. Dat het ruimtelijk structuurplan niet werd herzien, is voor mij de zwaarste beleidsfout die dit college deze legislatuur heeft gemaakt. Een afdwingbare visie op waar we in Essen nog wel, en waar we niet meer willen bouwen is absoluut noodzakelijk om te vermijden dat de leefbaarheid van onze gemeente wordt verstikt onder verkeersdrukte, gebrek aan groene ruimte en een zo hoog inwonersaantal dat álle aanwezige voorzieningen hun grenzen bereiken, en ze allemaal uitbreiden de enige optie wordt. Alleen in het kader van zo’n visie heeft het zin om over één bepaalde verkaveling te discussiëren. Zonder visie wil ik ze niet. Hoe doordacht de plannen ook en voor welke doelgroep dan ook. Natuurlijk zijn er gradaties, maar een “beter” plan is niet noodzakelijk een “goed” plan. Een plan wordt pas goed als het in een goede totaalvisie past.

Zwarte Piet

Zwarte Piet

Huil, lijk uw broeder uit de bergen,
Met al de stormen en de orkanen
Het eindloos lied der grootheid mee,
O wildschone meeuwe, o arend der zee.

Een stukje uit het gedicht “De Meeuw” van Cyriel Verschaeve. Niet onverdienstelijk dichter. Voorman van de Vlaamse Beweging tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Onderpastoor van Alveringem. Nazi.

Dezer dagen is Verschaeve in het nieuws omdat er in Vlaanderen nog enkele straten naar hem genoemd zijn. Dat lokt discussie uit, net zoals de standbeelden voor Leopold II. Tweede koning der Belgen, bouwheer van onder meer grote delen van Brussel en Oostende, massamoordenaar. En in de VS de standbeelden voor de militaire en politieke leiders van de Confederatie die zich tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog van het Noorden afscheurde. Om verschillende redenen, maar ook en vooral om de slavernij overeind te houden.

Ik heb de discussie met veel interesse gevolgd. Eenvoudig vind ik het niet. Het verleden alleen door de ogen van het heden bekijken, kan niet de juiste keuze zijn. Dat leidt tot een beeldenstorm, waarbij godsdiensten die niet meer worden beleden, leiders van landen die niet meer bestaan… worden weggevaagd. Dat Griekse goden en Romeinse keizers op hun voetstuk moeten blijven, lijkt me evident – ook voor wie Zeus niet aanbidt of niet vindt dat we beter opnieuw vanuit Rome kunnen worden geregeerd. Dus moeten we in elk geval ook kijken naar de beweegredenen in de tijd dat het beeld werd geplaatst, of de straatnaam werd gekozen. Ik kan me met de beste wil van de wereld niet inbeelden dat we vandaag in Essen een nieuwe straat naar Guido Gezelle zouden noemen (een groter dichter dan Verschaeve, dat wel, maar hij schreef -uitdrukkelijk niet in het Algemeen Nederlands- als priester liefdesgedichten voor minderjarige jongens; en hij had geen enkele band met onze gemeente). Maar ik zie ook geen enkele reden om de straatnaam te veranderen, die er vermoedelijk gekomen is om (met de Hendrik Consciencelaan) de Vlaamse letterkunde in het algemeen in de verf te zetten. De standbeelden van Jefferson Davis of Robert Lee in de VS zijn meestal lang na de Civil War geplaatst, vooral om de politiek van rassenscheiding te ondersteunen. Die horen daarom beter in een museum thuis, lijkt me. Maar dat de universiteit die door Lee werd geleid na zijn militaire carrière (wat naar verluidt op uitstekende en inclusieve wijze gebeurde) pakweg een aula naar de man vernoemt lijkt me dan weer aanvaardbaar.

Een tweede relevant criterium vind ik het totaalbeeld dat een persoon of beweging in de geschiedenis heeft achtergelaten. Karel De Grote was zeker in de ogen van vandaag een gewelddadig man. Maar zijn positie als “vader van Europa” en verdediger van het onderwijs wegen uiteraard sterker door. Ook George Washington hield slaven (zoals iedereen in de VS in dat tijdperk), maar zijn verdiensten voor de Amerikaanse onafhankelijkheid overschaduwen die vaststelling. Maarten Luther was een antisemiet, maar wordt terecht vooral als rechtlijnig kerkhervormer herinnerd. En Verschaeve ? Ik vermoed dat toen de straatnamen gekozen werden hij vooral als Vlaams-nationalist, misschien ook als dichter, werd gehuldigd. Maar elke historicus vandaag zal hem toch vooral als de nazipropagandist zien die er mee voor verantwoordelijk was dat vele Vlaamse jongens in dienst van Hitler naar het Oostfront trokken. Dus vind ik dat de straatnaam beter veranderd wordt. En neen, dat betekent dus niet dat elke associatie met nazi-Duitsland (of Stalin’s Sovjetunie) altijd de doorslag moet geven. Paus Benedictus XVI was zoals bekend in zijn jeugd lid van de Hitlerjugend, maar hoort uiteraard beoordeeld te worden op wat hij voor de Katholieke Kerk betekende.

En Leopold II dan ? Daar speelt een beetje het probleem dat hij hier ten lande anders wordt beoordeeld dan internationaal. Maar dat internationale oordeel is wel overweldigend duidelijk : “Under his régime millions of the Congolese people died; modern estimates range from 1 to 15 million, with a consensus growing around 10 million.” (Wikipedia). Het lijkt me dat de bouw van Antwerpen-Centraal daar niet tegenop kan. In Rhodos vond ik overigens een gedenkplaat voor de restauratie van het Kasteel van de Orde van Malta terug, met daarop de naam van de politieke verantwoordelijke voor de restauratie (tijdens de Italiaanse bezetting) : Mussolini. Omwille van de strikte context misschien nog net aanvaardbaar. Moeilijk, het blijft moeilijk.

Het Eiland

Het Eiland

Rhodos. Dat was dit jaar mijn vakantiebestemming. Ideaal eigenlijk om dat eiland enkele maanden na Malta te bezoeken : de Orde van Malta die het uitzicht van dat eiland bepaalde heet voluit de “Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta”. De Orde werd opgericht ten tijde van de kruisvaarten om de gezondheidszorg in Jeruzalem te verzorgen, en later ook om de zorgbehoevenden “te vuur en te zwaard” te beschermen. Nadat de kruisvaarders uit het Heilig Land verdreven werden en na een kort intermezzo in Cyprus namen ze in 1310 hun intrek in Rhodos (en enkele kleine naburige eilanden) waar ze hun vloot uitbouwden en enkele imposante kastelen neerzetten. Om in 1523 door de Ottomanen te worden verdreven om vervolgens naar Malta te trekken.

Aan de Orde hield Rhodos enkele imposante kastelen over, die er wel zeer West-Europees uitzien. De Ottomanen hielden die overeind (ze konden ook wel wat verdediging gebruiken) en de latere Italiaanse (fascistische) meesters zorgden voor een grondige restauratie. In combinatie met het Helleense en Ottomaanse erfgoed dat Rhodos deelt met veel andere Griekse eilanden een unieke combinatie, die het eiland het bezoeken meer dan waard maakte. Naast de gelijknamige stad Rhodos, met een zeer mooie oude stad met 13e eeuwse kerken, met moskeeën en een synagoge is met name het stadje Lindos een bezoek meer dan waard.

Daarnaast biedt Rhodos uiteraard ook een reeks mooie stranden. En een uitgebreid daaraan gekoppeld uitgaansleven, al heb ik dat vooral (en in beperkte mate) verwonderd geobserveerd. Rhodos loopt in de zomer vol van toeristen, maar lang niet allemaal pikken ze ook de culturele hoogtepunten mee (tenzij je Feestcafé Twee Gezusters zo zou omschrijven, natuurlijk). De economie van het eiland kan er maar wel bij varen.

En de Kolossos ? Die is al in 225 voor Christus gevallen, dus een bezoekje daaraan zat er niet meer in…

Ite missa est

Ite missa est

Het roterende EU-Voorzitterschap leidde me deze keer naar Estland. In de hoofdstad Tallinn vond de informele EPSCO-ministerraad plaats, en de deelname daaraan was de laatste opdracht die ik als voorzitter van EMCO te vervullen had. Op 1 augustus loopt mijn mandaat af, en meteen de professionele ervaring die me de grootste uitdaging en de meeste voldoening heeft geboden. Misschien moet ik daar hier toch ooit nog eens iets meer over vertellen. Vergaderingen met 200 deelnemers of met enkel ministers voorzitten, achter de vergadertafel naast Merkel, Van Rompuy en Barrosso terechtkomen… Been there, done that. Maar het was van bij het begin een bewuste keuze om daar op deze site niet te veel over te zeggen : mijn werk als ambtenaar staat nu eenmaal los van het lokale politieke engagement dat aan de basis lag van deze site. Al ben ik ook niet helemaal schizofreen.

Wat ik wilde zeggen… Ik was ooit al in Tallinn geweest, en genoot toen van de prachtige stad aan de Baltische Zee. Wie terugbladert, zal wel vinden wat ik toen geschreven heb. Tallinn is De Efteling, maar dan met echte mensen erin. De vergadering vond plaats in het Kultuurikatel. Een voormalige industriële locatie die virtuoos werd omgevormd in een cultureel centrum / congrescentrum. Mensen die met erfgoed bezig zijn, zoals de ploeg van Kempens Landschap die de goederenloods in Hemelrijk samen met het gemeentebestuur tracht te herbestemmen, moeten daar eigenlijk eens een kijkje gaan nemen. Voor het diner trokken we dan weer naar een soort kasteel dat ik bij mijn vorige bezoek, als toerist, ook had aangedaan. Wellicht was ik één van de weinigen die wist dat de pastelkleuren achter de verlichte platen van mat glas fresco’s van Lenin en zijn medestanders verborgen.

Trumpadviseur Newt Gingrich mag dan Estland wel eens een voorstad van Sint-Petersburg hebben genoemd, de Sovjetunie heeft wel degelijk plaats moeten ruimen voor de Europese Unie – en de NAVO. Twee organisaties die vrijheid en democratie vooropstellen, en waar je kan uitstappen (al is dat niet verstandig, zoals de Britten elke dag meer en meer beseffen) – en waar Estland wél vrijwillig voor gekozen heeft. Het is goed dat we daar het Kremlin regelmatig aan herinneren, ook met patrouilles van Belgische straaljagers.

Tenslotte kiest Estland er ook bewust voor om zoveel mogelijk e-stonia te zijn, het land waar alle transacties ook elektronisch kunnen (behalve trouwen, scheiden en je huis verkopen, maar dat laatste gaat nog wel volgen vermoed ik). Ook vanuit dat oogpunt is de reis naar het noorden van het Balticum dus de moeite waard. En de taal ? Wel, net als van het Fins is er niets van te verstaan. Tenzij jaa, apelsin, kast, köök, korv, tass, traat, torn en zo nog een hele reeks woorden !

Gratie

Gratie

The Mississippi Delta
Was shining like a National guitar
I am following the river
Down the highway
Through the cradle of the Civil War

I’m going to Graceland
Graceland
In Memphis,Tennessee
I’m going to Graceland
Poorboys and pilgrims with families
And we are going to Graceland
My traveling companion is nine years old
He is the child of my first marriage
But I’ve reason to believe
We both will be received
In Graceland

Paul Simons Graceland is één van de eerste platen die ik kocht – op cassette, zoals dat toen soms ging. Ik kan er bijna elke lijn van meezingen (maar wil dat niemand aandoen). Ik heb dus genoten van het “’t Park Zomert” concert waarop Sioen de hele plaat bracht, hier en daar aangevuld met andere nummers. Het was gezellig druk in het park achter de Oude Pastorij en we beleefde een mooi avond.

Toch hoor ik in het kader van elf juli liever Nederlandstalige muziek. Eén keer per jaar moet dat toch kunnen. Ik weet het, het is niet altijd eenvoudig om dat te realiseren : de goede, betaalbare, Nederlandstalige artiesten lopen onvoldoende dik gezaaid. Dat is dus geen kritiek op de organisatie. Alleen een vaststelling.

’t Is gelijk

’t Is gelijk

Gelijk hebben en gelijk krijgen, het zijn twee verschillende zaken in de politiek. Vaak moet je enkele jaren geduld hebben. Soms hoop je zelfs dat je geen gelijk zult halen, andere keren natuurlijk wel…

Er stond erg weinig op de agenda van de gemeenteraad deze week. De vorige raad, die in maart, ging om dezelfde reden zelfs niet door. Dat las ik in het schepencollegeverslag. Tiens, we hebben toch een voorzitter die de agenda vaststelt, dacht ik toen ? Dat hoort het college toch niet te doen. Of doet die voorzitter zijn werk eigenlijk niet ? Ik heb daar dan maar enkele vragen over gesteld. Waarop ik antwoorden kreeg van de secretaris en de burgemeester. Niet van de voorzitter zelf. Quod erat demonstrandum, zou de Antwerpse burgervader zeggen. En ik dacht aan Guy Luyten, onze voorzitter in de vorige legislatuur. Die zou zoiets niet overkomen zijn…

Maar ik ging het dus over “gelijk” hebben. In de raad werd beslist om de welzijnsdiensten van gemeente en OCMW samen te voegen. Ik wilde daar niets over zeggen, want ik heb dit altijd een evidentie gevonden. Maar toen CD&V-fractieleider Jan Suykerbuyk zich hierover plots verheugde werd het me even te veel. Ik heb namelijk heel lang voor die samenwerking gepleit. En botste altijd op een muur… van CD&V’ers. Ik weet wel, in de hemel is meer vreugde over één zondaar enzovoort, maar ik dacht toch vooral aan de uitspraak van Herman Van Rompuy die ooit de hypocrisie als christelijke deugd prees. De beslissing op de valreep, nu de OCMW’s op het punt staan helemaal in de gemeenten te worden geïntegreerd, vergt al lang geen moed en inzicht meer. CD&V was er dus rijp voor geworden. Toch proficiat !

In het AGB hadden we het nog eens over de sporthal in Hemelrijk. Alles gaat daar tegenwoordig redelijk goed. Oef ! Zelfs, het moet gezegd, voor het probleem van het gebrek aan toezicht blijkt er een redelijke oplossing in de maak. De hal werd ook officieel “opgeleverd” : na jaren is de bouwfase dus helemaal afgerond. Toch werden niet alle gebreken weggewerkt. Normaal wordt er dan nog niet opgeleverd, maar wegens de DBMO-constructie die voor Hemelrijk werd bedacht gebeurde dat nu dus wel. DBMO ? Design, Build, Maintain, Operate, en dat allemaal in één pakket.

Ik heb op de AGB-vergadering gezegd dat het achteraf wel een heel slechte beslissing is geweest om de bouw van de sporthal in dat soort DBMO-constructie te stekken. Alle problemen met de uitbating en alle problemen met de bouw zelf (dat waren er gelukkig veel minder) zijn daartoe terug te brengen. En er kan moeilijk worden beweerd dat ik daarvoor nooit gewaarschuwd heb – zelfs de meerderheid heeft ooit moeten toegeven dat zonder de gedeeltelijke ontmanteling van de DBMO-constructie na een door hen overigens fel bestreden klacht het gehele project wellicht zou zijn vastgelopen. We hadden een hal kunnen bouwen en vervolgens de cafetaria in concessie kunnen geven, volgens de aloude principes van de overheidsopdrachten. Het zou ons veel geld hebben uitgespaard. Maar neen, op aanraden van dure bureaus moest het een DBMO worden…

Daarover had ik natuurlijk liever geen gelijk gekregen. Toch bracht het OCMW ook beter nieuws. In de plannen voor de omgeving van de goederenloods staat een passerelle over het spoor ingetekend. Toen we dat samen met de groene collega’s in 2003 voorstelden werd het concept “interessant” genoemd. En vervolgens werd er vooral nog gesproken over een extra tunnel. Of niets meer. Tot de passerelle terugkwam. Op een andere plaats. Zonder de liften met perronstoegang… Ik heb allerlei versies gezien.

Er ligt dus een nieuw plan. Deze keer heb ik zowaar enige hoop dat het niet bij plannen gaat blijven. En hoe meer versies ik te zien krijg, hoe meer de passerelle begint te lijken op het concept dat we in 2003 in gedachten hadden. Ere wie ere toekomt, het idee kwam in de eerste plaats van Philip Peeters. Als de passerelle er komt, betaal ik hem een fles champagne. Die we dan halfweg de passerelle leeg gaan maken.

De burgemeester is bij deze ook uitgenodigd, want gelijk hebben doe je dan soms wel alleen, gelijk krijgen lang niet altijd. Wat sommige would-be politici wel eens schijnen te vergeten. Al houdt dat één van hen niet tegen om nu al 100 dagen president van de VS te zijn…