If I can make it there…

If I can make it there…

Als het in de New York Times staat, en het gaat niet over New York, dan overstijgt het onderwerp van het artikel wellicht het lokale belang. Dat lijkt me een zinvolle vuistregel. Toch hadden we het op de gemeenteraad eigenlijk vooral hierover.

We moesten beslissen of Essen voor de opsplitsing van één van de energie-intercommunales zou stemmen, en ermee konden instemmen dat één van de delen vervolgens in de andere intercommunale zou opgaan. En ook aan de kant van de overnemer moesten we met de operatie instemmen. Want de gemeente Essen is mede-eigenaar van beide intercommunales. Het ging over een complexe miljoenenoperatie, die het energielandschap in Vlaanderen moet vereenvoudigen – of daar toch moet aan bijdragen. Voor alle zekerheid kreeg ik in de namiddag nog een telefoontje vanuit Eandis, één van de twee koepels van energienetbeheerders (de koepels zijn ook in fusie, overigens).

Frans Schrauwen stelde dat niemand in de raad echt wist wat er zou worden goedgekeurd. Dat had ik zelf niet durven zeggen, want ik ging ervan uit dat hij het zelf als enige wel wist. Dus had hij gelijk. Ik ben op tijd in de Essense politiek gestapt om de evolutie nog te zien, maar Frans kent er elk detail van : van een eigen gemeentelijke elektriciteitsregie zijn we beland in een mondiaal verhaal. Als lokaal mandataris hebben we daar geen zinvolle rol in te spelen. De Vlaamse en federale overheid hadden ons een jaar of twintig geleden dan ook moeten verlossen van bevoegdheden -eigenlijk veel meer zakelijke belangen- die niet meer bij de gemeenten thuishoren. Waarom dat niet gebeurd is, legt de New York Times uit…

We zijn als gemeentelijke mandatarissen verslaafd geraakt aan de dividenden die we krijgen. De hoge elektriciteitsprijzen omvatten eigenlijk een verkapte gemeentebelasting, en we willen niet graag aan de burger uitleggen dat we de belastingen verhogen om de elektriciteitsprijs te laten dalen (ook al is dat véél sociaal rechtvaardiger). Ook aan de mandaten zijn we gehecht, want die compenseren voor de te lage vergoedingen voor burgemeesters en schepenen in kleinere gemeenten. In die mandaten wordt nu flink gesnoeid (hoera) zonder het probleem ten gronde aan te pakken (diepe zucht).

Zoals ik hier al meer heb aangehaald : één gemeente kan er niet uitstappen – zelfs de stad Antwerpen niet, dus zijn de verwijten aan het adres van Koen Kennis wat mij betreft misplaatst. Maar de parlementen en regeringen kunnen wel schoon schip maken. In één keer en doortastend. En de bevoegdheden leggen waar ze thuishoren. Het heimwee naar de Gemeentelijke Elektriciteitsdienst volstaat voor ons.

Maar neen dus, we moesten een beslissing nemen. De gemeenteraad keurde de operatie unaniem goed, maar in andere gemeenten gebeurde dat niet. Aangezien die keuze even irrationeel is als de onze, is het niet evident om hen te bekritiseren. De operatie kaderde in een (per definitie halfbakken) poging om het energielandschap te rationaliseren, dus zal het wel jammer zijn dat ze niet kan doorgaan. Maar veel tranen kan ik er niet om laten. Er is namelijk maar één zinvol uitgangspunt : “Van onze energiebelangen, verlos ons Heer !”

Reageren is niet mogelijk.