Rome sweet Rome

Rome sweet Rome

Nadat ik van het Italiaans Voorzitterschap gebruik had gemaakt om Milaan te bezoeken, en van de zomervakantie om naar Napels te trekken, kon ik natuurlijk de kans niet voorbij laten gaan om een weekend in Rome door te brengen. Het was al meer dan tien jaar geleden dat ik nog eens wat „quality time” in die stad had doorgebracht. Een warm herfstzonnetje bleek mijn beloning om dat nu wel te doen.

Rome houdt in een aantal opzichten mooi het midden tussen Milaan en Napels, wat niet mag verrassen natuurlijk. Al is het ook en vooral een drievoudige hoofdstad : van dat Italië van Milaan en Napels, maar ook van het katholicisme. En van een wereldrijk dat ondanks de „val” van vijftien eeuwen geleden nog steeds imponeert en een diepe stempel drukt op het Middellandse Zeegebied.

Ik heb mijn natuurlijke neiging onderdrukt om me op die laatste hoofdstad te concentreren. Dat had ik bij mijn vorige bezoeken namelijk al gedaan. Ik heb wel een belangrijke lacune goedgemaakt, door de catacomben te bezoeken. En daarmee natuurlijk ook de brug gemaakt naar de „hoofdstad” die ik vooral bezocht heb, het Rome van de kerken en de pausen. Zo ben ik voor het eerst sinds de Retoricareis terug naar de Sixtijnse kapel geweest. En heb ik een twintigtal kerken bezocht, waaronder vijf van de zeven die klassiek volstaan voor een volle aflaat – mijn wiskundige ingesteldheid doet me dan vermoeden dat ik voor vijf van de zeven hoofdzonden nu weer helemaal „clean” ben. Ik moet nog kiezen – alle suggesties zijn welkom.

Toevallig was ik ook net op tijd bij het presidentieel paleis voor de wissel van de wacht, die meteen een concert van de militaire harmonie bleek te zijn. Een meevaller dus.

Minpuntje ? Tja, je voelt je in Italië als toerist toch niet altijd welkom. Boze blikken als je geen Italiaans begrijpt horen er blijkbaar ook bij. In de metro een oplossing zoeken voor een automaat die wel zégt biljetten van 20 EUR te aanvaarden maar dat niet doet blijkt niet mogelijk – de suggestie kwam er eigenlijk op neer om dan maar te voet te gaan. En de taxi-chauffeur die dan uiteindelijk het biljet wisselde deed dat met zichtbare en verbale tegenzin. In de bus vragen of die aan je hotel stopt -wat in het Italiaans werd bevestigd- bleek ook niet genoeg om te zorgen dat de bus daar dan ook gewoon stopt. Voor sommigen is dat misschien de charme – het „tegen wil en dank” populaire land, maar ik verkies toch de Griekse aanpak.

Nu, ik mag natuurlijk niet veralgemenen – mijn pogingen om gelato te kopen bleken wel altijd succesvol. En Rome blijft een prachtige, levende en gezellige stad. Dus grijp ik ongetwijfeld de volgende gelegenheid om er enkele dagen door te brengen ook weer aan. Ik moet een aantal musea nog eens uitgebreid van binnenuit bekijken. En die Romeinse ruïnes, die blijven natuurlijk aantrekken…

Reageren is niet mogelijk.