Archief van
Jaar: 2012

Cordon solitaire

Cordon solitaire

De sp.a van Aalst heeft beslist dat ze toch het bestuursakkoord met N-VA en CD&V gaat nakomen. Daartegen was binnen de partij -vooral buiten Aalst- verzet ontstaan omdat N-VA Karim van Overmeire als schepen wil aanduiden. Een keuze van een schepen kan voor een partij-afdeling inderdaad een reden zijn om zich over een akkoord te beraden, al wordt er in de meeste gevallen vanuit gegaan dat partijen hun eigen mensen mogen aanduiden. Wat dit geval uitzonderlijk maakt is dat dit lokale verhaal binnen de sp.a, vooral op een hoger niveau, als een principiële kwestie werd vooropgesteld : geen oud-VB’ers in het schepencollege. Als een soort laatste stuiptrekking van het cordon sanitaire, nu dat eigenlijk zijn doel grotendeels heeft bereikt.

Ik heb dat cordon altijd verdedigd : als uit de wortels, het programma en het gedrag van een partij blijkt dat ze op gespannen voet staat met de basisprincipes van een democratie, dan is het zeer legitiem om af te spreken om met die partij geen coalities te sluiten of andere afspraken te maken. Ik heb het wel altijd dwaas gevonden om dat tot in het absurde door te trekken : ook VB’ers zijn mensen waar je vriendelijk en beleefd mee omgaat, en als zij goede voorstellen doen dan verdienen die steun. Ingrepen vóór verkeersveiligheid blijven goed, ook als het VB ze voorstelt… Maar het cordon tegen het VB was en is verdedigbaar : de partij wortelt in een niet-democratische traditie, respecteert bewust niet het principe dat alle mensen gelijk zijn voor de wet en zet aan tot haat.

Mensen kunnen die partij verlaten, gelukkig maar. Ze kunnen vervolgens bij een andere partij aankloppen. Die zal het aanvaarden als ze oordeelt dat ze een meerwaarde zijn en het programma van de partij onderschrijven. Al jaren geleden hebben de partijen geoordeeld dat het toetreden van oud-VB-leden hun nieuwe partij niet onaanvaardbaar maakt. Terecht natuurlijk. Zo bleven CD&V en Open VLD “aanvaardbare” partijen, ook met ex-VB’ers in hun rangen. Alleen blijkt het principe voor een aantal sp.a-leden niet meer op te gaan nu het over N-VA gaat. Dat kan alleen het resultaat zijn van denkfouten.

Laat er geen misverstand over bestaan : ik vind dat N-VA Van Overmeire beter niet had opgenomen (elk individueel geval is anders, en dít gaat er voor mij over). Maar dat is de verantwoordelijkheid van de partij zelf. Nu hij wel lid is, en het vertrouwen van de Aalsterse kiezer blijkt te genieten, kunnen andere partijen best oordelen dat ze hem niet als schepen willen. Dat is niet het punt – zoals sp.a Essen zes jaar geleden Frans Schrauwen niet meer als burgemeester wilde. Maar dat kan niet op basis van het principe dat oud-VB’ers, of hun nieuwe partij, ten gronde onaanvaardbaar zijn. Dat zou immers zélf in tegenspraak zijn met het democratische principe van vrije meningsuiting, dat ook veronderstelt dat mensen vrij van mening mogen veranderen. De sp.a spuit hier bewust mist, en dat is niet gezond voor de democratie. Die heeft er immers net baat bij dat mensen niet opgesloten blijven in partijen die terecht achter een cordon werden geplaatst.

Dat brengt me bij een tweede vraag : moet er geen cordon komen rond de PVDA ? Dat is minstens een discussie waard, en het is jammer dat die nog niet gevoerd is. Het zou iedereen geholpen hebben als daar vóór 14 oktober duidelijkheid over zou zijn geschapen. Zelf ben ik er niet helemaal uit. De PVDA heeft onmiskenbaar wortels die buiten de democratie liggen. De partij komt uit een traditie die niet zou geaarzeld hebben om via een revolutie het eigen samenlevingsmodel op te leggen, zonder via de stembus te passeren. De PVDA neemt daar geen afstand van, zoals het VB geen afstand neemt van de collaboratie. Bovendien onderhoudt de PVDA contacten met communistische partijen van twijfelachtig democratisch allooi. Maar in de huidige praktijk lijkt de PVDA zich meer te gedragen overeenkomstig de democratische waarden. De alliantie met het militant-Arabische Resist was onverstandig, maar misschien ook niet meer dan dat. En zich louter verzetten tegen de Israëlische bezetting van Palestina, zelfs eventueel tegen het bestaan van Israël op zich, is geen ondemocratisch standpunt. Antisemitisme zou dat natuurlijk wel zijn, maar elk verzet tegen het Israëlische beleid daaraan gelijkstellen is een onaanvaardbare verenging van het debat. Al wordt het soms dansen op een slappe koord, en lijkt de PVDA soms toch gevaarlijk over te hellen.

Ik vind de vraag naar een cordon rond de PVDA al bij al wel een discussie waard. Mijn voorlopig besluit zou een aarzelend “neen” zijn : de partij is voldoende democratisch aanvaardbaar – ook met de Duitse Linkspartei in gedachten, waarvan het verleden in de praktijk natuurlijk nog sterker “bezoedeld” is, maar die zich relatief verantwoordelijk gedraagt (met absurde ideeën, weliswaar, maar dat mág natuurlijk). Ik zou desondanks toch de voorzichtigheid inbouwen om even in de praktijk te kijken hoe de PVDA zich gedraagt nu ze echt een aantal stevige mandaten mag invullen. En de inbedding in het internationale communisme moet toch wat verder uitgespit worden : tussen Gysi of Roemer en Castro of Kim Jong-Un zit nog heel wat marge. Misschien zou met die coalitie in Borgerhout toch beter zes jaar gewacht zijn.

En het zou in elk geval gezond zijn om “links en rechts” de principes eens terug helder te stellen, los van de onvermijdelijk niet altijd even zuivere coalitievorming in de gemeenten.

In Memorandum

In Memorandum

Vóór de verkiezingen kregen we als partijen en kandidaten allerlei nota’s en memoranda van de meest diverse groepen, lokaal en nationaal. Nu, ná de verkiezingen, volgden er nog twee, maar dan wel twee bijzondere : het memorandum van het managementteam van het gemeentebestuur, en dat van hun collega’s van het OCMW.

Ik ben blij met die memoranda. Ik vind het heel belangrijk dat ambtenaren zich durven uitspreken over het beleid. Ik vind het wel jammer dat ze hun bijdrage pas na 14 oktober hebben bezorgd. Op die dag heeft de kiezer, door voor ons te stemmen, ons namelijk gebonden aan de programma’s die we hadden vooropgesteld. Daar kunnen we niet zomaar meer tegenin gaan. Bovendien geeft de timing een beetje het gevoel dat de kiezer wikt, maar de ambtenaar beschikt – ook al weet ik dat dat niet de bedoeling is.

Dat er twee memoranda zijn, is een beetje verbazend. Ik weet dat er op een bepaald ogenblik aan één tekst werd gewerkt. Maar als ik ze lees, dan stel ik vast dat het een onmogelijke opgave dreigde te worden. Een coalitie tussen CD&V en sp.a blijkt in een klein uurtje te kunnen worden beklonken, één tussen het gemeente- en OCMW-management zou bij voorbaat tot mislukken gedoemd zijn. Over de samenwerking tussen de twee gaat met name het OCMW véél verder dan de collega’s aan het Heuvelplein. Ik deel in deze overigens de OCMW-visie : de Nieuwstraat is niet zo lang dat de synergie tussen beide niet maximaal moet worden uitgebouwd. Vreemd dat in Essen de koudwatervrees kennelijk bij het grootste bestuur zit, terwijl in de rest van Vlaanderen de OCMW’s vaak vrezen om opgegeten te worden door hun grote broer. Hoe zou dat te verklaren zijn ?

Het OCMW-memorandum is verder ook in andere opzichten helderder en gedurfder. Bovendien werden er uitdrukkelijk alle personeelsleden bij betrokken. Bij de gemeente gebeurde dat klaarblijkelijk niet. Dat lijkt me zeer tekenend. De tekst is ook vaak een beschrijving van de situatie zoals die is, waarbij de bestaande toestand dan als normerend wordt beschouwd. Dat geldt onder meer voor het personeelsbeleid en de interne organisatie. De mening van de ambtenaren daarover is zeker welkom, maar ik hoop dat we de kans niet gaan laten liggen om daarover als raadsleden stevig te discussiëren. Uiteindelijk betaalt de burger de rekening, en is het onze taak om te zorgen dat die middelen zo efficiënt mogelijk worden aangewend.

Op één punt vind ik dat beide memoranda over de schreef gaan : de werking van de politieke organen zelf is wat mij betreft uitdrukkelijk géén domein waar de ambtenaren zich mee moeten bemoeien. Hoe wij onze commissies organiseren, is echt wel onze eigen verantwoordelijkheid. Of we in de OCMW-raad een Vast Bureau oprichten ook. De vraag naar een bijzonder comité voor de sociale dienst binnen de OCMW-raad kan ik wel begrijpen : het al dan niet inrichten daarvan heeft een belangrijke invloed op de werkorganisatie binnen de sociale dienst. Maar verder is het echt onze eigen zaak om de werking van onze raden te organiseren. Als de federale ambtenaren een officiële mening zouden geven over de werking van Kamer en Senaat, dan zou “het kot” te klein zijn. En terecht. Wat er wél in zou mogen staan, is hoe de administratie de politieke besluitvormers beter zou kunnen ondersteunen. En ook dat vind ik enkel bij het OCMW terug, waar men verwijst naar het al heel lang beloofde intranet voor de mandatarissen.

Slotsom : de twee memoranda zijn een zeer welkome inbreng in de discussie, maar we mogen ze niet als “mandement” beschouwen. En rekenen op de loyale uitvoering van beslissingen die er mee in tegenspraak zouden zijn. Zoals één van de twee memoranda overigens terecht uitdrukkelijk vooropstelt. U mag raden hetwelke…

Voor of achter de kar ?

Voor of achter de kar ?

Ik ben vrijwilliger in het Karrenmuseum. Dat u mij daar wellicht nog nooit in actie hebt gezien, is begrijpelijk. Ik heb alleen de website ontworpen, en doe er het groot onderhoud van. Toch heb ik dat beperkte engagement gebruikt om voor één keer naar het vrijwilligersfeestje te gaan. Vooral om een andere vrijwilliger te ondersteunen, in moeilijke tijden. Moeilijke tijden voor het museum in de eerste plaats. Wie het een beetje volgt zal wellicht weten dat samenwerkingsproblemen die niet werden aangepakt een sluimerend debat over de toekomstvisie op het museum terug naar boven hebben gebracht.

Eerst iets over de aanleiding. Vanuit mijn ervaring als voorzitter van KSJ Nationaal (ter herinnering : een vzw met een stuk of 20 personeelsleden en een paar duizend vrijwilligers) weet ik dat professioneel en vrijwillig engagement goed bij elkaar past, maar soms voor wrijvingen zorgt. Het helpt dan dat er duidelijke lijnen zijn. Waarbij vrijwilligers al zodanig worden erkend, en op geen enkele manier “ondergeschikt” worden gemaakt aan personeel. Waarbij ook het (vrijwillige) bestuur beseft dat het niet ontkomt aan het doorhakken van harde knopen. En waar het personeel een vertrouwenspersoon heeft die voor hen opkomt en hen toelaat om de grenzen te bewaken, zodat ze niet 24u per dag en 7 dagen op 7 aan het werk zijn. Daarbij past één kanttekening : een vrijwilliger die opstapt is meestal inzet die netto verloren gaat, zoals een vrijwilliger die erbij komt vaak werkkracht is die netto extra is.

Dan iets over de oorzaak. Het Karrenmuseum worstelt al een hele tijd met zichzelf. Waar hoort het thuis in het Vlaamse museumlandschap ? Hoe kan het de aantrekkelijkheid van een wandelmuseum combineren met een eigentijds educatief aanbod ? Met wie kan en moet er samengewerkt worden ? Hoe worden de inkomsten gegenereerd om het museum op lange termijn financieel leefbaar te houden ? Een gebrek aan heldere keuzes, aan een duidelijk en ambitieus project, in een structuur waarin te weinig beslissingskracht is, is natuurlijk niet dé reden van alle kleine en grote conflicten. Maar het vormt wel de context. Als vrijwilliger is het niet meteen mijn zorg, maar als gemeenteraadslid uiteraard wél. Het Karrenmuseum wordt voor een belangrijk deel met Essense gemeenschapsmiddelen gefinancierd (in de brede zin van het woord : ook de grond waarop het staat is gemeentelijk eigendom). De vraag naar hoe die middelen beheerd worden en wat Essen er juist voor terugkrijgt, is dan uiteraard legitiem.

Het museum is historisch gegroeid vanuit een aantal actieve pioniers. Dat verklaart ook de huidige vzw-structuur. Ik denk dat we nu op een punt zijn aanbeland waar die structuur eerder remmend werkt. Het Karrenmuseum zou volgens mij best in het gemeentebestuur worden geïntegreerd, bijvoorbeeld als “intern verzelfstandigd agentschap”. Zodat er heldere beslissings- en controlestructuren komen, en de draagkracht van het museum verstevigd wordt. De stevige vrijwilligersploeg waar het museum gelukkig op kan rekenen, kan daar alleen maar baat bij hebben.

Sub sole

Sub sole

Eigenlijk wil de traditie dat ik in de dagen na verkiezingen naar Helsinki ga. Maar de kalender van de Europese Voorzitterschappen had deze keer een heel andere bestemming in gedachten : opnieuw het nog steeds zeer zonnige Cyprus. Voor een conferentie over jongerenwerkgelegenheid en voor de gebruikelijke “informele” EMCO-vergadering die elk voorzitterschap organiseert. Een heerlijk zomerzonnetje, de gastvrije Cyprioten en het EMCO-werk bleken uitermate geschikt om even afstand van Essen te nemen. Al heeft dat niets aan mijn analyse van de verkiezingen veranderd, noch aan het voornemen om er weer met heel veel energie tegenaan te gaan in de gemeenteraad. Zaterdag ben ik trouwens opnieuw naar het gemeentehuis getrokken om wat stukken in te kijken. Uit interesse, maar ook wel als statement…

De vergaderingen gingen opnieuw door in Nicosia, maar ook het “nevenprogramma” speelde zich nu in de stad af. Zodat ik wat meer zicht kreeg op het vreemde samenspel van de (“Griekse”) republiek Cyprus, de alleen door Turkije erkende noordelijke republiek en daartussen de VN-bufferzone. De indruk die het geheel op mij achterliet was die van een conflict dat stilaan vooral ritueel geworden is, en waarvoor een (confederale) oplossing haalbaar moet zijn. Een conflict ook dat een wonde slaat in de stad, met een verwaarloosde strook waar eigenlijk het hart van Nicosia zou moeten zijn. Ik wens de Cyprioten veel wijsheid toe. En moeilijke onderhandelingen moeten toch gemakkelijker verlopen op een terrasje aan zee, bij een temperatuur van 25° en een zacht briesje. Eind oktober…

Bonen

Bonen

De datum van de ESAK-quiz stond min of meer even lang in de sterren geschreven als die van de verkiezingen, maar wie hier af en toe iets leest wist dat de combinatie van beide toch wat op mijn maag lag deze zomer. Maar de quizzer heeft daar klaarblijkelijk niets van moeten merken. De meeste reacties klonken tevreden. Al blijft het een uitdaging om aan de ene kant een deel van de Vlaamse subtop in het quizmilieu toch wat “beet” te geven, en aan de andere kant de Essense gelegenheidsquizzer niet het gevoel te geven dat hij er voor spek en bonen bijzit.

Het niveau van de deelnemers dit jaar lag hoger dan ooit (wat ons de eerste “categorie 4”-quiz in Essen ooit opleverde, en wie niet weet wat dat is hecht er wellicht geen enkel belang aan…). Dat was een beetje te voorzien, en bewust of onbewust waren sommige vragen(reeksen) daardoor net iets pittiger geworden. Ik vind dat dit één keer per jaar wel mag, “zelfs” in Essen. We sturen altijd bij, en de vragenmix kan altijd beter. Maar heel veel vind ik niet dat we mogen veranderen.

De Waaslanders van Giovanni Lombardi bleken ruim de sterksten, Wij aan de Grens viel net naast het podium maar haalde verdiend de eer om “eerste Essense ploeg” te zijn. En in dat team voelde Robin zich mogelijk aangesproken door mijn vraag over de gemeenteraadsverkiezingen in… Ganshoren. Wist u dat de partij ProGanshoren, waarvan de lijst getrokken werd door een vader van een erg bekend sporter, een zeer mooi resultaat behaalde maar bij de coalitievorming uit de boot viel, waarmee de partij zich in goed gezelschap bevindt ? Zo ja, dan kent u wellicht ook de naam van de lijsttrekker ! De vraag stond deze zomer al op papier, maar vrijdag om 19u30 heb ik ze toch nog een beetje geactualiseerd, zoals u wellicht al had begrepen…

Van iedereen…

Van iedereen…

Nu de emoties over Essen een beetje gezakt zijn, wil ik toch ook even een blik over onze gemeentegrenzen werpen. In de eerste plaats naar onze dichte buren Kalmthout en Wuustwezel. Daar verschilt het verhaal niet zoveel van het onze : CD&V houdt stand, N-VA eet de rest van de oppositie op. Het verschil met Essen is de rol die sp.a en PLE hier spelen, maar dat verandert het beeld niet echt. In Kalmthout had ik natuurlijk wel verwacht dat Lukas Jacobs overeind zou blijven. Dat in Wuustwezel CD&V de meerderheid behoudt is wel zeer verrassend. In mijn ogen heeft vooral PLUS het laten afweten. Als zij zes jaar lang op onze manier oppositie hadden gevoerd, dan had Wuustwezel nu het ander bestuur dat het volgens mij nodig heeft.

Wat verderop komen we in de N-VA-gordel terecht. Met goede lijsten en sterke figuren wordt daar het potentieel helemaal waargemaakt. Rik Frans in Stabroek en Jan Jambon in Brasschaat pakken de sjerp. Maar dé overwinning van zondag wordt natuurlijk geboekt in ’t Stad zelf. Bart De Wever wordt burgemeester van Antwerpen.

Laat ik het eerst even over de verliezer hebben : Patrick Janssens was zonder meer een goede burgemeester. Zes jaar geleden was ik heel blij met zijn overwinning tegen het Belang, en ik denk dat er weinigen zullen ontkennen dat hij Antwerpen tien jaar lang goed bestuurd heeft. Dat moet zijn nederlaag bitter doen smaken. Bovendien is hij vooral in de rug geschoten, door de linkse kiezer die eerder voor Groen of PVDA opteerde – de doorbraak van die laatste partij is overigens een niet te onderschatten factor voor de toekomst. Janssens moet ook geweten hebben dat Antwerpen, in tegenstelling tot Gent, al heel lang de facto een centrumrechtse meerderheid heeft. En uiteraard is het bestaan en het beleid van de regering Di Rupo geen cadeau voor wie het tegen De Wever, of all people, moet opnemen. Ik hoop dat Janssens in de politiek actief blijft, want hij blijft een zeldzaam talent.

De Wever haalde terecht twee historische verdiensten aan : ervoor zorgen dat er geen socialist op ’t Schoon Verdiep zal zitten is één. Het is niet gezond dat partijen met een functie vergroeien, dus dat is belangrijk voor de democratie. Maar de tweede verdienste is groter : De Wever rekent andermaal af met extreem-rechts, deze keer in het hart van het Belang zelf, in Antwerpen. De Leeuwenvlag is definitief als democratisch symbool heroverd. Daarvoor verdient hij een standbeeld. Pal in Zurenborg.

Natuurlijk wacht hem geen eenvoudige bestuursperiode. De combinatie burgemeester-partijvoorzitter wordt niet evident, maar in het vooruitzicht van 2014 kan hij niet anders. Gelukkig haalde N-VA bestuurservaring van elders binnen, want ’t Stad alleen aan Liesbeth Homans overlaten vind ik niet meteen een goed idee. Vooral omdat N-VA, overal maar zeker in Antwerpen, voor de uitdaging staat om te bewijzen dat de partij niet alleen goed, maar ook béter kan besturen dan de anderen. Want het echte werk begint uiteraard pas nu.

The day after

The day after

De gemeenteraadsverkiezingen liggen achter ons. Gisteren was een mooie dag. Mag ik in de eerste plaats mijn 346 kiezers bedanken ? Ik ben opnieuw verkozen als gemeenteraadslid. Ik ben erg trots dat ik de Essenaren mag blijven vertegenwoordigen in de raad. Mijn persoonlijk resultaat is een duidelijk “doe zo verder”. Daar gaan we dus werk van maken.

Ik ben ook heel blij met het resultaat van onze ploeg. Onze fractie is helemaal herkozen. Ons werk werd dus geapprecieerd door de Essenaar. Bovendien krijgen we er vier nieuwelingen blij. Agnes en Guy zullen het me wel niet kwalijk nemen dat ik vandaag vooral trots ben op Anne en Robin. Twee sterke kandidaten die vanaf morgen twee even sterke raadsleden gaan worden. Daar ben ik alvast van overtuigd.

We hebben gewonnen. 30% van de kiezers is een schitterend resultaat. Maar de kiezer heeft gisteren naast N-VA/PLE nog één winnaar aangeduid : Gaston Van Tichelt. Die zet een indrukwekkend persoonlijk resultaat neer, en levert zelfs zijn partij een zetel winst op. We hadden hem allemaal wat onderschat. Ik ook, denk ik. Maar Gaston is erin geslaagd om een vertrouwenwekkend uithangbord voor het gemeentebestuur te worden. De Essenaar, generatiegenoot en de “politiek commentator” die in mij zitten kunnen daar alleen maar bewondering voor opbrengen. En ook als tegenstander past het uiteraard om hem te feliciteren.

Gaston krijgt hiermee een sterk persoonlijk mandaat, in de eerste plaats binnen zijn eigen partij. De stijlbreuk die hij naar buitenuit de voorbije zes jaren onmiskenbaar realiseerde, kan hij nu ook vertalen in interne vernieuwing. Als hij echt de Lukas Jacobs van Essen wil worden, dan is dat de uitdaging voor hem. Te beginnen bij de samenstelling van het college.

Bij de sp.a redt Helmut de meubelen. De inventaris van die meubelen is heel helder : exact vier zetels. Dat maakt van sp.a een vaste waarde, maar een doorbraak blijkt onmogelijk te forceren. Toch kwamen de vier zetels gisteren met een bonus : een sleutel. Dé sleutel zelfs. De sp.a kon beslissen om Essen met een stabiele meerderheid zonder CD&v te besturen. Onder hun leiding, want Helmut zou in een coalitie met N-VA/PLE de man met de meeste stemmen zijn geweest. Ze hebben beslist om die historische kans niet te nemen, en daarmee Essen meer dan ooit als een voor altijd christen-democratische gemeente neer te zetten. Ze hebben ook beslist om niet voor hun eigen programma te gaan, want dat lag veel dichter bij het onze dan dat van CD&V, maar voor een bijrol in het stuk van Gaston. Dat mag, het is een democratisch recht. Ik hoop alleen dat de keuze bij volle bewustzijn en in alle vrijheid werd gemaakt.

Over Open Vld en Vlaams Belang ben ik snel uitgepraat. Zes jaar lang stilzitten blijkt gelukkig geen recept voor succes. Al had ik op het einde toch nog meer verwacht van Open Vld. En ook wel gehoopt, want zij zouden als breekijzer hebben kunnen fungeren. Niet dus. Misschien de komende zes jaar een andere strategie proberen ?

We wisten dat we gisteren de meerderheid van CD&V en sp.a moesten doorbreken om zeker te zijn van verandering in Essen. Dat is niet gelukt. Ik kan moeilijk schrijven dat het “ons” niet is gelukt, want 30% halen lijkt me wel voldoende als bijdrage. Maar de terugval van Open Vld, het wegvallen van Groen, de terugkeer van Helmut en de persoonlijke prestatie van Gaston hebben het verhinderd. Het zij zo. Ons programma, onze mensen, onze stijl, onze ideeën zijn versterkt uit de kiesstrijd gekomen. Dus krijgt Essen opnieuw zes jaar van positief-kritisch intensief oppositiewerk. Ik heb zojuist alvast naar de gemeentesecretaris gemaild om een aantal collegestukken op te vragen…

And now, the end is near…

And now, the end is near…

De campagne loopt stilaan ten einde. We hebben gedaan wat we konden doen : een stevig programma uitgewerkt, een sterk team van 25 kandidaten bijeengebracht, en via folders en affiches de Essenaren daarvan proberen te overtuigen. Volstaat dat ? Dat zullen we zondag zien. De inzet is duidelijk : wie ons de kans wil geven om onze zes werken te realiseren, wie denkt dat onze mensen de inzet en het inzicht hebben om onze gemeente mee te besturen, moet ervoor zorgen dat de {CD&V-sp.a}-meerderheid gebroken wordt. Alleen dan kan er een andere, vernieuwende, verfrissende combinatie in de plaats komen.

Ik geloof er wel in. Ik denk dat het kan, dat de kiezer wil dat wij onze slogan “werken voor Essen” vanuit de meerderheid in de praktijk gaan omzetten. Maar gelukkig leven we in een democratie, waar uiteindelijk iedereen in het stemhokje zelf een keuze mag maken. In alle vrijheid. Dus blijft het voor ons, de kandidaten, nog even spannend. Of ook weer niet, want veel kunnen we er toch niet meer aan veranderen.

Ik hoop ondertussen dat alle kandidaten, van alle partijen, een intensieve maar boeiende campagne achter de rug hebben. Ik hoop dat ze, hoe het ook afloopt, nadien als een leuke en zinvolle ervaring op kunnen terugkijken. Ik hoop dat ze zich allemaal ook blijven inzetten voor onze gemeente. En tenslotte hoop ik dat het resultaat een degelijk bestuur voor Essen oplevert. Omdat wij, Essenaren, dat verdienen !

Nobel

Nobel

Mag je over een prijs die je zelf wint schrijven dat het om een terechte overwinning gaat ? Ik ga het toch doen. De verzachtende omstandigheid is dat het om een gedeelde prijs gaat. De Europese Unie kreeg vandaag de Nobelprijs voor de vrede. En dat vind ik dus een heel goede beslissing van het comité dat die prijs toekent. Omdat de EU inderdaad de historische verdienste heeft om vrede te hebben gebracht in dit voorheen zo oorlogszuchtige continent. Omdat de Unie bewijst dat dialoog en samenwerking niet eenvoudig is, maar wel kan werken. Omdat de unie het “e pluribus unum” uit het motto van de Verenigde Staten van Amerika méér realiseert dan die VS zelf.

Vandaag is een dag voor alle Europeanen om trots te zijn. Misschien geldt dat nog sterker voor al wie van vergadering naar vergadering gaat, met een badge met twaalf sterren om de hals – van één van de instellingen van de Unie. Omdat het vaak ingewikkeld werk is, soms triviaal, en soms dan weer nauwelijks te bevatten. Waarbij iedereen wel eens het hogere doel vergeet – een hoger doel waaraan we vandaag worden herinnerd. Laat ik die badge vandaag maar net iets zorgvuldiger behandelen dan anders…

Neen, de EU is absoluut niet perfect. Het blijft vaak zoeken en tasten, doorheen de uitgebalanceerde procedures. Te vaak lijkt het daardoor een ivoren toren. En natuurlijk spelen er belangen, tegenstellingen, conflicten. Maar net omdat de EU daarvoor een forum biedt, zijn er geen andere uitlaatkleppen nodig. Je mag wat mij betreft uiteraard tegen de beslissingen van de Unie zijn, tegen het beleid van de instellingen. Maar wie tegen de Unie is, neemt een gigantische verantwoordelijkheid. Die voor, noch min noch meer, de Vrede. Vandaag met een grote V. Terecht, dus.

Een bord voor je kop

Een bord voor je kop

Gisteren was mijn eerste dag vakantie in een maand. Daarbij ook de eerste die ik had gereserveerd voor de campagne. Eigenlijk voor onze brievenactie, maar die was door de ploeg al volledig afgerond. Zodat we plan-B niet nodig hadden. Waarmee ons team ons dus -alweer- heeft verbaasd.

De voormiddag heb ik gebruikt om een aantal dossiers van het schepencollege in te kijken. Ik vind de controletaak één van de belangrijkste opdrachten van een gemeenteraadslid : nagaan wat het college doet, en indien nodig vragen stellen naar het hoe en waarom. Er zat een moeilijk “woonbos”-dossier bij. Ik blijf vinden dat de hele regularisatie van het “bos” onvoldoende goed werd voorbereid binnen het gemeentebestuur. Iedereen wist dat het provinciaal bestemmingsplan (RUP) niet op alle vragen zou antwoorden, niet alle knopen zou doorhakken. Ik heb daar herhaaldelijk voor gewaarschuwd, maar blijkbaar is het moeilijk om van “de problemen oplossen als ze zich stellen” af te wijken…

Ook de kwestie “begraafplaats Hoek” zat erbij. Nog een ruimtelijk ordening-dossier dat in de soep is gedraaid. Tijd voor een andere aanpak !

In de namiddag ben ik met Bart al onze borden langsgereden om ze bij te werken. Van loshangende hoekjes tot volledig weggeregende affiches : we hebben het allemaal weer netjes in orde gemaakt. Al ben ik niet zeker dat ze allemaal de nieuwe nachtelijke regenbuien hebben overleefd. Gelukkig zijn het de laatste dagen, want onze affichevoorraad slinkt. Zodat we hier en daar een kandidaat door een andere hebben moeten vervangen. Enkele Hoekse koeien leek het alvast niet te kunnen deren dat ik nu naast hun wei hang. Ik hoop nu maar dat alsnog enkele kiezers een zekere voorkeur voor mij in extremis “met de paplepel” gaan meekrijgen. Tenzij er natuurlijk per ongeluk vreemde kruiden door hun voer worden gemengd. In Hoek weet je dezer dagen maar nooit…