Door het slijk

Door het slijk

Elke zichzelf respecterende gemeente in onze streek heeft een internationale veldrit. Dat is uiteraard een wat ironische vaststelling die iets zegt over het veldrijden. Maar het geeft ook aan hoe populair de sport hier ten lande is. Het is dan ook een ideale publiekssport : geen ingewikkelde regels, topsporters die heel bereikbaar zijn, wedstrijden die op tv perfect uitkomen en live veel gezelligheid uitstralen. En Vlamingen die meekunnen met de wereldtop. Die de wereldtop zijn zelfs. En als het geen Vlamingen zijn, dan wonen ze hier. Ideaal…

De Grote Prijs Rouwmoer is dan ook een jaarlijks evenement dat zijn plaats op de Essense kalender meer dan verdient. Een vaste bezoeker kan je me nochtans niet noemen, al was ik er nu wel voor het derde jaar op rij. Telkens met een ander statuut : na de perskaart van vorig jaar heb ik nu een dagje aan de inkom gestaan. Best leuk en boeiend, eigenlijk. Het geeft je bovendien een kleine blik achter de schermen, en die leerde me dat het allemaal heel netjes georganiseerd is. Het leert vooral wie met wat voor toegangsbewijs binnen komt. En wie vindt dat hij zonder enig papier binnen moet kunnen geraken, en dat in sommige gevallen ook doet. Naast BV zijn helpt blijkbaar soms ook gewoon om “BE” te zijn. Oud-toprenners zorgen dan weer netjes dat hun papieren OK zijn en brengen er alle begrip voor op dat je die ook netjes controleert. Interessant…

De koers zelf was bovendien mooi en spannend. En stiekem supporter ik bovendien toch voor degene die uiteindelijk gewonnen heeft – naast de Essenaren nastuurlijk. Maar de no-nonsense aanpak van Sven Nys kan me wel bekoren. Al had hij deze keer geluk dat Albert platreed. Maar geluk moet je afdwingen, heet dat dan.

Reageren is niet mogelijk.