Bij een 21e juli

Bij een 21e juli

Een aantal jaren geleden was ik in Auschwitz. Wie iets wil begrijpen van de 20e eeuw moet daar geweest zijn. Vooral in Birkenau overigens, het deel van het kamp dat er het meest verschrikkelijk uitziet en zo veel mogelijk is blijven liggen als in 1945. Op die plaatst hoopte ik dat ikzelf in staat zou zijn (geweest) om in soortgelijke omstandigheden de vlag op te nemen die het meest voor vrijheid zou (hebben ge)staan. Dáár, toen, in Polen mogelijk de rode vaan. Hier, toen, mogelijk de zwart-geel-rode tricolore of de witte vlag van de Witte Brigade.

Maar zeker kan je dat niet weten. In de jaren vóór de oorlog waren er meer dan voldoende redenen om niet de rode, niet de tricolore vlag op te nemen, maar de Leeuwenvlag. Voor het Vlaanderen dat na de Eerste Wereldoorlog van “hier ons bloed, wanneer ons recht ?” een ongelijke strijd voerde. Zou die strijd dan, ook voor mij, naar de potentiële eenpartijstaat van het VNV hebben geleid ? Met “the benefit of hindsight” natuurlijk een gemakkelijk te beantwoorden vraag. Maar voor wie toen leefde was het lang zo eenvoudig niet.

Ik heb veel over de Tweede Wereldoorlog gelezen. De Hitlerbiografie van Ian Kershaw is een must. In eigen land blijf ik “Leopold III – De Koning, het Land, de Oorlog” van Jan Velaers en Herman Van Goethem een standaardwerk vinden (zeker voor wie ook in de juridische kant van de koningskwestie geïnteresseerd is). En “Greep naar de macht” van Bruno De Wever vind ik ook onmisbaar.

Het is wel even geleden dat ik die boeken nog vast had, maar de conclusies eruit blijven. Genuanceerd, maar toch. Het staat voor mij vast dat velen in ruime kring rond het Nazisme van de Holocaust wisten, of minstens hadden moeten vermoeden dat Hitler voor de joden een zéér onbenijdenswaardig lot had voorbehouden. Het staat even goed vast dat het VNV een totalitaire partij was, die met behulp van Duitsland een staatsgreep wilde plegen. Die België zou vernietigen, maar ook Vlaanderen zou verknechten. Dat de Vlaams-nationalisten in het VNV vooral “misleid” waren, heb ik ooit geloofd, maar dat excuus vind ik nu iets té mooi uitkomen. Het staat voor mij bijvoorbeeld ook vast dat het Verzet het recht had om potentiële verklikkers neer te schieten, tijdens de oorlog. Het staat voor mij vast dat de collaboratie bestraft moest worden. Dat lidmaatschap van het VNV terecht een strafbaar feit bleek. Punt.

Ik heb dus heel veel respect voor wie toen heeft meegevochten tegen nazisme en fascisme, en voor hun symbolen, ook waar die in de politiek van vandaag de mijne niet zijn.

Anderzijds… Dat de rechtstaat België zich heeft laten misbruiken om onbehoorlijke straffen toe te dekken, om wraak mogelijk te maken, is een zware vergissing geweest – dezelfde potentiële verklikker die tijdens de oorlog legitiem werd vermoord was de dag ná de wapenstilstand natuurlijk volstrekt onschuldig tot zijn schuld bewezen zou zijn en mocht dus zelfs niet zomaar worden opgepakt.

Dat daarbij minstens de indruk is gewekt dat geprobeerd werd een politieke stroming, het Vlaams-nationalisme, óók in zover het niet aan de collaboratie had deelgenomen, onherstelbare schade toe te brengen, is niet aanvaardbaar voor een democratie.

Dat mensen die voor de maatschappij iets willen doen, ook ten goede, soms de keuze maken om lid te worden van de eenheidspartij die de macht heeft (of lijkt te krijgen), is begrijpelijk. Ik kan me voorstellen dat je in het China van vandaag lid wordt van de Communistische Partij. Dat is geen zwart/witbeslissing waar je vervolgens je hele leven op moet worden afgerekend, zoals gelukkig in het Centraal- en Oost-Europa van vandaag wordt aangetoond. Die nuance geldt dus ook voor het VNV. Dat in zijn rangen goede bestuurders telde die het beste voor hadden met de bevolking waarvoor ze verantwoordelijk waren.

Een beetje tot mijn verbazing steekt het amnestiedebat de voorbije weken opnieuw de kop op. Met een moedige interventie van Steve Stevaert. Waarbij terecht gesteld werd dat de misdaden van Nazi-Duitsland onvergelijkbaar zijn met de vergissingen die de Belgische Staat na de oorlog heeft gemaakt. Het historisch pardon dat Frans-Jos Verdoodt namens de Vlaamse Beweging hierover in 2000 op de IJzervlakte uitsprak was oprecht en zeer welkom, maar veegt niets uit van de Vlaamse mede-verantwoordelijkheid voor wat de mensheid tussen 1939 en 1945 door het Nazisme werd aangedaan.

Maar de lat lag hoger voor de democratische rechtstaat die België had moeten zijn. Ik heb me er ooit wellicht met minder nuance over uitgesproken, maar ten grond blijf ik vinden dat één of andere vorm van amnestie mogelijk moet zijn : de erkenning dat de Belgische Staat fouten heeft gemaakt in de nasleep van 1945, en daarom niet de straffen van toen, maar de gevolgen ervan vandaag uitwist. Daar hoort dan ook de erkenning bij dat sommigen die toen getracht hebben de kool en de geit te sparen, binnen het VNV maar ook binnen het Belgische establishment dat in navolging van koning Leopold III er lang van overtuigd was dat Duitsland de oorlog ging winnen (geen onredelijke aanname in 1940-1941), daar al bij al inderdaad ook in geslaagd zijn. En daarvoor eerherstel verdienen. Wat de straf niet uitwist, maar in perspectief plaatst.

Natuurlijk is dit, 65 jaar na dato, geen politieke prioriteit. Maar nu het debat dan toch is geopend, hoop ik dat het op een redelijke manier kan gevoerd worden. Net omdat die rede in Auschwitz en elders het Europa van 1939-1945 ontbrak.

Dit was een erg moeilijk stuk om te schrijven. Het heeft lang in mijn hoofd gespeeld, maar is zeker niet perfect. Er zouden nog meer nuances in moeten zitten, ik had de boeken die ik heb opgesomd moeten herlezen. En dan nog. Maar als spreken zilver is en zwijgen goud, dan ga ik soms voor de heldere glans van zilver.

Reageren is niet mogelijk.