Blikveld

Blikveld

Terwijl ik dit schrijf is het 26 °C in Kuala Lumpur, Maleisië, en plaatselijk bewolkt. Hoofdpunt in het nieuws aldaar is dat twee politieke rivalen toevallig in dezelfde moskee waren voor een gebedsdienst. In het sportnieuws staan badminton en snooker voorop. Verder baart de Mexicaanse griep zorgen : kleine kinderen mogen niet meer in hospitalen op bezoek komen.

Voortouw en de Heemkundige Kring organiseerden vorige donderdag in het kader van 850 jaar Essen een lezing met als titel “Essen, een grensgeval in de wereld” over de internationale omgeving waarin onze gemeente zich van 1950 tot nu heeft bewogen. De lezing was de derde in een reeks van drie, de beide vorige heb ik gemist. Eerlijk gezegd was ik ook niet met heel veel verwachtingen naar de Oude Pastorij getrokken. Wel met een fototoestel, zodat ik me alleszins in functie van “Essen in Beeld” nuttig zou voelen.

Dat de avond me wel geboeid heeft, en niet alleen vanuit fotografisch oogpunt, is dus een meevaller. De film vooraf, “De Beemden van het Beekdal”, had ik tot mijn schaamte nog nooit gezien. Het bezoek aan de boerderijen langs de Steenbergse Vliet / Molenbeek / Kleine Aa vond plaats op een kruispuntmoment tussen de moderne tijden en de periode daarvoor. De tractor en de bedrijvigheid in de Roosendaalse haven, maar ook de melkmachine, stonden in contrast met de andere aspecten van het landbouwleven, die eruit zagen alsof ze recht uit de Middeleeuwen kwamen. Overigens heb ik in de film bijzonder weinig vrouwen zonder hoofddoek gezien !

Met als sprekers Ingrid Loos, Marcel Mous, Rudi Smout, Robert Tas en Pierre Verpalen onder leiding van Guy Van den Broek werd de rest van de avond vooral gevuld met verhalen over de Belgisch-Nederlandse grens die Essen van Nispen scheidde en nog steeds scheidt, en hoe die aan beide kanten werk en welvaart opleverde. En voor een boeiend spanningsveld zorgde tussen “eigen” en “anders”, wat maakte dat veel jonge en dynamische mensen allerlei grensoverschreidende contacten uitbouwden. De Essenaar van de twintigste eeuw beschikte over een “venster op de wereld”, lang voor die term gemeengoed was. Dat venster op de mede-Brabanders, zo dichtbij en zo gelijkend, maar toch net verschillend genoeg om te boeien, leidde er wellicht ook toe dat Essen gemakkelijk de blik wat verder verruimde.

De band met Essen-Oldenburg (met tussen haakjes een boeiend “dorpslied”, stelde ik gisteren vast) is in die zin bijna een verlengstuk van die contacten net over de grens : zoals de Nispenaren mede-Brabanders zijn, zijn de Oldenburgers mede-Nederduitsers. Het is vanzelfsprekend de historische verdienste van Herman Suykerbuyk om relatief kort na de Tweede Wereldoorlog daarin vooral “Neder” en minder “Duitser” te lezen en zo de band tot stand te brengen. Dat Essenaren al vóór 1989 (en zeker kort daarna) ook de mede-Europeanen achter het IJzeren Gordijn ontdekten, is al evenmin toeval.

Uit de avond sprak een beetje weemoed naar de tijd van toen. Dat hoort natuurlijk zo. En de contacten van Essen, van ons verenigingsleven, met Nederland maar ook met al wat verder ligt lijken wel minder intensief te zijn geworden dan vroeger. Wellicht omdat het verenigingsleven zelf, hoewel behoorlijk sterk, niet meer het draagvlak van gewapend beton heeft waar het in de jaren ’50 tot ’70 onbetwistbaar op kon rekenen. Maar vooral omdat we tegenwoordig andere vensters op de wereld hebben, die veel en veel verder kijken dan Nispen of Essen-Oldenburg.

Eerst de televisie, en vandaag het internet, zijn ongelooflijk krachtige instrumenten. Natuurlijk bieden ze ook veel pulp aan, maar laat ons eerlijk zijn : niet élk bezoek aan Nispen of Essen-Oldenburg was alleen op cultuur met grote K gericht (ondanks de waarschuwende woorden over alcohol in het “Essener Nationallied) ! Toch slokten velen een open en genuanceerd wereldbeeld mee binnen, en dat is vandaag gelukkig niet anders.

Essen had een venster(tje), nu heeft iedereen een raam waaruit de hele dag ver weg kan worden getuurd. Wij zijn niets verloren, maar we hebben samen zoveel anderen veel gewonnen. Dat we in die grote wereld van vandaag -ook als gemeentebestuur- bewust blijven ver-kijken is het mooiste eerbetoon dat we aan de pioniers van de voorbije decennia kunnen geven. Ook al dwaalt onze blik ver voorbij het Volkerak of de Große Hase. Al mogen we naast de spreekwoordelijke verre vriend natuurlijk ook de goede buur niet veronachtzamen !

Reageren is niet mogelijk.