Het vallen van de bladeren

Het vallen van de bladeren

Toen we een voorstel over hondenpoep aan het voorbereiden waren, stootte ik via het onvermijdelijke Google op de suggestie van (ondermeer) de SP in een aantal Nederlandse gemeenten om desnoods met een DNA-test na te gaan van welke hond achtergelaten uitwerpselen afkomstig zijn. Dat moet beter kunnen, heeft ons gemeentebestuur ongetwijfeld gedacht : wij gaan aan onze burgers vragen om de herkomst van de bladeren na te gaan die in de herfst van de bomen vallen. Hoezo ? Wel, dat is toch wat ik begrijp uit het opschrift van de bladkorven : alleen de bladeren die afkomstig zijn van bomen die op het openbaar domein staan (straten, pleinen, bossen… die eigendom zijn van de gemeente) mogen in de bladkorf worden gestopt. Dus als de bladeren van de boom van uw tuin op straat waaien, of die van de boom van de buren, dan mogen ze niet in de korf. Gek is dat, want de foto heb ik genomen op een plaats waar geen enkele boom in de buurt op het openbaar domein staat. Er is wel een privébos in de buurt. Maar de eigenaar daarvan wordt ongetwijfeld geacht zijn eigen bladeren te gaan opsporen en zelf in de GFT-container te dumpen. En de bladeren van de bomen van de buren die hij tegenkomt, kan hij meteen terugbezorgen. Misschien kunnen ze één keer per week een bladerenruil doen, zodat iedereen de eigen bladeren op gepaste wijze kan verwerken ?

Natuurlijk, ik lees het opschrift verkeerd. Er wordt ongetwijfeld bedoeld dat alleen bladeren die op het openbaar domein liggen in de korven mogen worden verzameld. De vermelding van “bomen” is weinig nuttig, want bladeren van struiken mogen volgens mij ook wel in de korf. En het meervoud van een blad papier is “bladen” zodat ook daarmee geen verwarring mogelijk is. Het “openbaar domein” is trouwens ook geen heel duidelijk begrip, heeft een kleine steekproef mijnerzijds (populatie : één Essenaar) uitgewezen. De hoofdletters ten spijt. Dus : “Enkel voor bladeren die op de straat, het voetpad of andere gemeentelijke eigendommen liggen” zou mijn voorstel zijn. Maar het kan waarschijnlijk nog beter.

Helder communiceren, het is niet altijd gemakkelijk. Ik produceer zelf ook wel eens sybillijnse zinnen (soms bewust, soms ook niet) en al probeer ik me wel aan te passen aan het publiek waartoe ik mij richt, ik ben niet zonder zonden. Dus werp ik geen steen naar degene die deze zin aan het papier heeft toevertrouwd. Ik geef zelfs toe dat ik een spijker op laag water heb gezocht. Maar communiceren is één van de absolute kerntaken van een openbaar bestuur van vandaag. En daar wordt, ook in ons gemeentehuis, soms net niet lang genoeg bij stilgestaan. Zodat de slechte verstaander aan één blad (en een fototoestel) genoeg kan hebben om er een stukje over te schrijven…

Reageren is niet mogelijk.