Vlag en lading

Vlag en lading

Ieder mens heeft het recht op vrijheid om zich te ontplooien. Dit recht geeft hem ook de plicht tot verantwoordelijkheid voor zichzelf en de gemeenschap. Wij willen een open, diverse en interculturele samenleving, waar inzet wordt gewaardeerd, welvaart gedeeld, welzijn bevorderd en de natuur duurzaam beheerd.

Deze links-liberale visie veronderstelt een democratische overheid die rechtvaardigheid waarborgt door het bewust creëren van gelijke kansen op persoonlijke ontwikkeling en participatie voor iedereen.

Voor ons moet de Vlaamse Gemeenschap als pluralistische solidariteitskring de zelfstandigheid hebben om die rol volwaardig op te nemen in samenwerking en solidariteit met andere gemeenschappen in een confederaal België, binnen Europa en de wereld.

Ik heb een kader, een visie nodig om aan politiek te kunnen doen. Vandaar dat ik een verkiezingsprogramma zo belangrijk vind. Het programma van N-VA/PLE is dan ook de leidraad waardoor ik me in mijn politiek handelen in Essen voortdurend laat richten. Want politiek gaat voor mij over het proberen te sturen van de samenleving vanuit een visie. Al wat daarbij komt (strategie, communicatie, goed bestuur…) is belangrijk, maar als afgeleide, ondersteunende functie.

Om breder dan alleen op het Essense niveau te kunnen doen (al is dat dan beperkt), heb ik ook een kader nodig. En daarbij zitten de (ongeveer) honderd woorden van hierboven me als gegoten.

De tekst is de beginselverklaring van de VlaamsProgressieven. Zo heet spirit nu, de partij waarbinnen ik op bovenlokaal niveau actief ben. Partijnamen zijn maar een instrument, en de naam die de partij had was na 6,5 jaar onbruikbaar geworden. Eigenlijk was het een naam die van bij het begin een beetje een gebrek aan ernst uitstraalde. Gecombineerd met een (toen) onduidelijk ideologisch profiel, met figuren die kwamen en (vooral) gingen en de wispelturigheid van het enige echte boegbeeld ging de naam symbool staan voor een “clubje” dat vooral geen serieuze politieke partij was. De zes letters stonden wel voor het hele programma (erg handig, heb ik ooit in een debat gemerkt) maar niemand kon ze echt onthouden. En enkele letters verborgen ook moeilijke begrippen, waar nog eens meer dan honderd woorden uitleg bij moesten.

Spirit twijfelde zelfs lang om ervoor te durven uitkomen dat het een partij van links-liberalen was. Een etiket waarbij ik mij erg goed voel. Ik had als nieuwe naam dus stiekem graag iets met “Links-Liberalen” gezien. Maar het klopt dat dat voor veel mensen als een contradictio in terminis klinkt (terwijl het gewoon een eigen filosofie is, zoals de christen-democratie en de sociaal-democratie, niet toevallig ook allebei met een koppelteken dat een soort tegenstelling overbrugt). Dus voel ik mij, bij nader inzien, goed bij de keuze voor “VlaamsProgressieven”. Omdat het gewoon degelijk en ernstig klinkt. Omdat we met “Vlaams” in de naam niet elke keer opnieuw moeten herhalen dat we een Vlaamse partij zijn. En omdat “Progressieven” de kernwaarden vrijheid en rechtvaardigheid allebei mooi omvat. Wat ons meteen positioneert tegenover conservatieven, weze het linkse of rechtse. Na wat overdenken blijkt VlaamsProgressieven gewoon de naam die de partij in 2001 had moeten kiezen. Beter laat dan nooit, dus. Oh ja, de keuze voor lichtblauw als partijkleur is wél gedurfd, en schitterend.

De VlaamsProgressieven staan voor een aartsmoeilijke, zeg maar onmogelijke opdracht : 5% van de kiezers overtuigen (in kartel of niet, dat maakt me eigenlijk niet zoveel uit). Aan de inhoud zal het niet liggen, en die is dus ook niet veranderd. Dus moet het verhaal vooral goed overgebracht worden. Bettina Geysen kan dat, geloof ik.

Reageren is niet mogelijk.