Vergadertijger

Vergadertijger

Het gemeentebestuur organiseerde een opleiding “vergadertechnieken” voor de geïnteresseerde gemeenteraadsleden. Dat waren er niet zoveel. Een beetje jammer, maar wel begrijpelijk : we hebben allemaal een drukke kalender, beschouwen ons vaak al als “expert-vergaderaars”, horen niet zo graag anderen vertellen hoe het moet… Bovendien zijn gemeenteraden en commissies een wat bijzondere vorm van vergaderen, die niet zomaar met de klassieke vergadertechnieken te vatten is. Ik was dus zelf ook niet zo enthousiast over het initiatief, maar ik vind vorming voor raadsleden sowieso belangrijk. Bij wijze van waardering daarvoor was ik er dus toch, gisteren en vorige week donderdag.

Daar heb ik geen spijt van. Ik heb niet zo veel geleerd, want ik ken inderdaad al wel iets van “vergaderen”. Wel is het nuttig om de principes nog eens op een rijtje te zien en wat te reflecteren over jezelf. Om ze soms ook bewust niet toe te passen… Maar ik vond het wel leuk om eens over het raadslid-zijn te praten met mensen uit de meerderheid (en dan niet uit de absolute “top” van die meerderheid. Ik kan begrijpen dat zij niet altijd in een gemakkelijke positie zitten. Soms bekruipt me de zin om hen wat tips te geven hier en daar, maar dat doe ik dan uiteindelijk natuurlijk niets (wie weet, misschien geldt het omgekeerde ook wel). Dit soort uitwisseling biedt daarvoor wel wat ruimte, op een andere manier dat het “toog-nagesprek” dat toch vaak nog een beetje een verderzetting is van de vergadering.

Vergaderingen komen in veel soorten en maten, en “decoderen” hoe je de besluitvorming kan beïnvloeden is niet altijd eenvoudig. Ik heb wel eens in structuren gezeten waar ik het eigenlijk nooit ontdekt hebt. Als het in een moeilijke setting wel lukt, vind ik dat dan ook wel leuk. Zoals vorige week, waar na mijn tussenkomst zowat alle anderen “like our Belgian colleague” toevoegden aan wat ze zeiden, en bovendien Duitsland (dat toch wat zwaarder weegt dan Luxemburg of Malta) op het eind nog eens speciaal tussenkwam om erop te wijzen dat met alle verschillende elementen van mijn interventie rekening moest worden gehouden. Geen slecht resultaat voor enkele (Engelse) zinnetjes die ik ter plekke op papier had gekribbeld.

Maar minstens even vaak gebeurt het dat ik na een vergadering toch denkt “had ik maar…” (soms met “gezwegen” als eerstvolgende woord). Misschien vermijdt de opfriscursus dat gevoel af en toe. Wijsheid begint bij het besef dat je nog veel moet leren.

Reageren is niet mogelijk.