Archief van
Jaar: 2025

Habemus

Habemus

Na een kort conclaaf werd vorige week kardinaal Robert Prevost, nu Leo XIV, tot paus gekozen. Veel meer dan de verkiezing van een staatshoofd heeft het conclaaf natuurlijk iets van de verkiezing van een partijvoorzitter, of een fractievoorzitter zo u wil. De stemgerechtigden delen hun fundamentele overtuiging, meningsverschillen blijven beperkt tot tendensen en strategie. Ze kijken naar wie de “partij” het best naar buiten kan vertegenwoordigen en kan versterken. Wellicht zal ook het bewaren van de eenheid een bekommernis zijn – de Katholieke Kerk heeft geen zin om te eindigen als de Volksunie of Open Vld. Dat iemand het haalde die zowel voor de vooruitstrevende vleugel als voor meer conservatieve kardinalen aanvaardbaar was, is dan ook niet zo verbazingwekkend.

Dat het conclaaf niet echt lang duurde, wordt door de media in hetzelfde perspectief geduid : de wil om de eenheid te benadrukken. Dat vind ik op zich een wat vreemd argument : de Kerk zou echt niet uiteengevallen zijn als het conclaaf nog een paar dagen langer had geduurd. De hele procedure en logistiek was daar perfect op ingesteld. Wel werd het vaak herhaald : de discussies vinden voor een belangrijk deel in de dagen die aan het conclaaf voorafgaan plaats. Dat zal wel zo zijn, maar ik zou nog een element willen toevoegen. Ik heb de film “Conclave” bekeken, en me de bedenking gemaakt dat het echte conclaaf, eens er gestemd wordt, doodsaai moet zijn. De stemmingen worden enkel afgewisseld met eten en gebed, en er zijn geen smartphones. Zelfs geen krant. De stemprocedure is ook gewoon langdradig. Volgens mij wordt er in de Sixtijnse Kapel veel naar het plafond gestaard – zij het, toegegeven, mogelijk ook omdat dat plafond nu eenmaal een topstuk uit de wereldkunst is. Dus verbaast het mij niet dat de consensus, eens ze binnen bereik is, ook snel wordt geformaliseerd. Wat ik wel opmerkelijk vind is dat met Prevost een paus werd gekozen die nog geen twee jaar kardinaal is. Maakt dat misschien dat er ook minder elementen tégen hem waren ?

De pauskeuze kreeg veel aandacht; hoewel de geschiedenis van het christendom er vaak één is geweest van het zich afzetten tegen de paus blijkt de bisschop van Rome onvermijdelijk nog steeds een ankerpunt, ook voor niet-katholieke christenen en voor wie het geloof een al dan niet gewenst cultuurelement is – of iets waartegen men zich wenst af te zetten. De traditie en esthetiek van de Kerk draagt daar ongetwijfeld ook aan bij : de rode kardinaalskleren bleken goed voor zeer veel foto’s, en missen in de Sint-Pietersbasiliek zien er nu eenmaal vrij indrukwekkend uit. De nieuwe paus lijkt zich daarvan ook bewust – net als zijn voorganger overigens, die af en toe net speelde met het weglaten van elementen van de “pracht en praal”. Zo is het gebruik van het Latijn sinds vorige week duidelijk aan een opmars bezig. Hoe meer ik erover nadenk (en dat denken is zeer sterk door de orthodoxe praktijk beïnvloed, moet ik meegeven), hoe meer ik het vereenvoudigen van de liturgie en het vervangen van alle Latijn door de volkstaal een vergissing vind van het Tweede Vaticaanse Concilie : godsdienst is in essentie ritueel en traditie – om echt letterlijk alles te geloven wat de Kerk aanbiedt moet je je verstand heel ver buigen, voor mij alleszins te ver, maar om de rituelen mooi en (ook daarom) waardevol te vinden is veel minder inspanning nodig. In ruil had de leer zélf dan misschien wel nog wat minder conservatief gekund – de Anglicaanse Kerk bewijst dat een bisschop er even waardig uitziet als onder de mijter een vrouw zit.

Ik hoop dat dat een beetje de strategie van paus Leo wordt, waarbij de boodschap van begrip van Franciscus behouden en versterkt blijft, maar dan met een gouden strik errond. Maar zoals ik dit stuk ben begonnen moet ik het ook eindigen : ik kan wel iets hopen, uiteindelijk hebben de kardinalen gekozen voor hun “partijvoorzitter”, met alle mogelijkheden en beperkingen van die rol. Met het verschil dat partijvoorzitters natuurlijk niet onfeilbaar zijn (de uitzondering daar gelaten – niet toevallig misschien dat ook Bart De Wever al eens het Latijn bezigde) – en dat in de Heilige Geest geacht wordt de pausverkiezing mee te sturen. Wat zelfs bij cd&v al lang niet meer het geval is.

Open doek

Open doek

Het doek in het nieuwe vrijetijdscentrum in de Kerkstraat is nog niet open. Het hangt er zelfs nog niet. Maar gisteren stond een belangrijke gemeenteraadscommissie op de agenda, waarop alleszins meer dan een tip van de sluier wed gelicht. De bouwplannen zien er, het mag worden gezegd, uitstekend uit, en ze werden zeer deskundig gepresenteerd. De gemaakte keuzes werden ook erg degelijk verantwoord door de diensten en door cultuurschepen Helmut Jaspers (Vooruit), die ook op moeilijke vragen wisten te antwoorden. Het gebouw gaat absoluut zeer veel mogelijkheden bieden voor het Essense socio-culturele leven, en ook de vooropgestelde buitenaanleg ziet er erg mooi uit.

De presentatie heeft me evenwel niet kunnen overtuigen op het vlak van mobiliteit. De voorziene stalling voor 90 fietsen is gewoon te weinig, en de extra autoparking in de Kerkhofweg is wat mij betreft overbodig : de parking aan de kerk, die aan het station en die aan Robotland liggen op hoogstens 12 minuten stappen.

Ik ben ook wat op mijn honger gebleven wat de programmatie en exploitatie van het centrum betreft. Uiteraard ben ik het eens met de keuze om de ruimte zo polyvalent mogelijk te maken, en ik ben er vrij goed van overtuigd geraakt dat met het oog daarop de juiste keuzes worden gemaakt. Ik sta ook achter de beslissing om het centrum niet in concessie te geven; dat lijkt me met name naar de verenigingen toe essentieel. Maar ik blijf het voor een project van deze omvang vreemd vinden dat er nog geen uitgeschreven visie over de vooropgestelde invulling is. Daarbij moeten wat mij betreft de Essense verenigingen en de Essenaren vooropstaan, en pas in tweede instantie de cultuurconsument uit de verdere omgeving. Dat moet uit de modelprogrammatie en uit de prijszetting blijken.

Ik heb er begrip voor dat die invulling op dit ogenblik minder verder uitgewerkt is dan wenselijk zou zijn geweest; het heeft zeker op het vlak van personeelsverloop niet echt meegezeten. Ik waardeer het ook dat er nu niet zomaar voor haastwerk wordt gekozen, maar voor een degelijk traject. Maar om de bouw van het centrum in gang te kunnen zetten wil ik wel een visie op hoofdlijnen over het gebruik ervan op papier zien staan. Dat hoeft niet met alle financiële details, maar ik wil wel weten welke richting het uitgaat. Dat moet wat mij betreft kunnen zonder het dossier te vertragen.

Het vrijetijdscentrum vergt een behoorlijke investering, maar die is absoluut verantwoord. We mogen ons gelukkig prijzen dat er heel wat mensen al jaren aan de kar trekken om te zorgen dat de bouw binnenkort zal starten – en ik wil er graag aan mee duwen. Maar het is wel onze verantwoordelijkheid als raadsleden om te zorgen dat de Essenaar ook zoveel mogelijk waar voor haar of zijn geld krijgt. Zodat het wanneer het doek open gaat echt een feest voor heel Essen kan zijn.

Ontboden

Ontboden

Jokke Hennekam bezorgde me de laatste uitgave van “Jij maakt Essen”, het maandblad van de collega’s van Vooruit. Die titel kreeg het tijdschrift 7 jaar geleden, toen De Voorbode van naam veranderde. Die Voorbode was toen al niet meer helemaal het blad van weleer, het wekelijkse en later veertiendaagse tijdschrift van de Essense socialisten. Maar ook als maandblad bleef het een waardevolle bijdrage leveren aan de Essense politiek en aan de Essense gemeenschap.

Ik begrijp waarom Vooruit met het blad stopt. Er moet in de loop der jaren ongelooflijk veel tijd en energie gekropen zijn in het schrijven, opmaken, drukken, bedelen. De socialistische harmonie heette De Werker, maar die mannen hebben zo goed als zeker nooit zo hard gewerkt als de ploeg achter De Voorbode / Jij maakt Essen moet hebben gedaan. Ik weet uit eigen ervaring dat het allemaal niet zo evident is. Een weekblad of maandblad uitgeven, vanuit een (gemeente)politieke invalshoek, dat de lezer genoeg interesseert om er ook nog voor te betalen – il faut le faire. In deze digitale tijden, waar het doorwrochte artikel plaats moest maken voor een nietszeggende maar mooie foto met een korte en vaak té scherpe quote op Facebook, Instagram of erger, is het blad wellicht al dat werk niet meer waard. Toch is het jammer.

Zeven jaar geleden beschreef ik hier hoe ik politiek opgroeide met het blad. Wat ik toen niet aanhaalde, was hoe mooi de naam “De Voorbode” wel was. Eigenlijk denk ik dat die bij de start in 1960 al een beetje ouderwets moet hebben geklonken. Of misschien eerder tegendraads. Volgens het internet betekent voorbode letterlijk “bode die vooruitgestuurd is om de komst van iets of iemand aan te kondigen, voorloper, aankondiger”, en figuurlijk “iets dat het naderen van een feit in de toekomst bekend maakt”. De naam doet met denken aan de oudtestamentische profeten, die vaak met onheilstijdingen kwamen, en die de titel zo iets dreigends geven. Maar eigenlijk past hij beter bij Johannes de Doper, die ook Johannes de Voorloper (Ιωάννης ο Πρόδρομος) of dus Voorbode wordt genoemd. Of hoe de parochiekerk van Wildert zowaar iets socialistisch heeft – en het Sint-Jansplein ook het Voorbodeplein zou mogen heten. Overigens blijkt “De voorbode” ook de titel van een tekening van Pieter Chanterie die in het Groeningemuseum van Brugge wordt bewaard, en die wonderwel bij het blad past !

De nieuwlichterij van “Jij maakt Essen” hoefde duidelijk niet voor mij, al kan ik niet ontkennen dat het tijdschrift in de loop der jaren Essen mee heeft gemaakt tot wat het is en dus die titel terecht mocht dragen. Er zijn veel redenen die uitleggen waarom de socialistische beweging en de bijhorende partij in onze gemeente een stuk sterkere inbedding heeft dan in de rest van de Noorderkempen en nog wel een eind daarbuiten, maar de grote aandacht voor communicatie en het talent dat er ook op dat vlak in de partij eigenlijk altijd heeft geschuild heeft daar zeker ook mee te maken. Dat zal ongetwijfeld zo blijven, ook zonder eigen tijdschrift.

Foto : Essen in Beeld – Willy Merks bij de stencilmachine van De Voorbode in 1986
Opbod

Opbod

Op de gemeenteraad gisteren besloten we dat we enkele gronden in Wildert wilden aankopen. Bij de bespreking in de openbare zitting mochten we het van voorzitter Dirk niet over de prijs hebben. Vreemd natuurlijk, maar hij had daar een goede reden voor. Later, achter gesloten deuren, mocht het trouwens wel, maar dat maakt het eigenlijk nog vreemder : de eerste die mag weten wat er met belastinggeld gebeurt, is toch de belastingbetaler ? Wel, niet in dit geval. De belastingbetaler moest hier een beetje tegen zichzelf beschermd worden. De gronden werden namelijk te koop aangeboden op Biddit, met een veilingsysteem. En het zou niet zo verstandig zijn om ons maximale bod zomaar bekend te maken. Dus legden we de prijs “in het geheim” vast. En betaalden we vandaag ook minder dan ons maximum. Goed voor… de belastingbetaler. En voor wie graag van groen geniet, want met de nieuwe stukken grond zal WilderTnis worden uitgebreid.

Toch blijft het vaak een moeilijk evenwicht, tussen transparantie garanderen, formele procedures volgen en uiteindelijk de beste koop realiseren. Bij wegenwerken kom je als openbaar bestuur al eens uit bij een aannemer die goedkoper is, maar waar je eerder minder goede ervaringen mee had. De kunst is om dat vooraf bij het vastleggen van de voorwaarden op te vangen, en toch iedereen gelijk te behandelen. Dat geldt ook breder : een maximumprijs, die je in alle transparantie openbaar vastlegt, wordt al gauw een richtprijs en concurrenten gunnen elkaar al eens beurtelings de overheidsopdracht – aan een hogere prijs dan de strikte marktprijs. Onderhandelen, afbieden, … voor een openbaar bestuur zijn de mogelijkheden altijd beperkter. En doorzichtiger, want uiteraard heeft de burger het recht om te weten wat we doen. Maar de potentiële aanbieders zijn ook burgers, en die luisteren zo ook mee…

Oplossingen die alles verzoenen zijn er jammer genoeg niet. Zomaar de deuren dicht doen en wachten tot de bestuurders het eens zijn, is in onze raadzaal goed voor één keer. In Rome behoort het tot een eeuwenoude traditie, uiteraard, in het decor van de Sixtijnse Kapel en met zwarte en witte rook als enige communicatie naar het publiek. De Heilige Geest heeft, in tegenstelling tot de wetgever, nooit zo op transparantie ingezet. Of dat ook betere keuzes oplevert, weet Hij vervolgens natuurlijk alleen zelf…

Foto : Essen in Beeld (uiteraard) – Fotograaf Machteld Verrycken
Nieuw beeld

Nieuw beeld

Wie vandaag naar www.esseninbeeld.be gaat, krijgt plots een heel ander beeld te zien dan voorheen. Essen in Beeld kreeg een nieuwe gedaante. Eigenlijk voor de vierde keer : de site die ik in 2009 bouwde kreeg in 2011 een nieuw kleedje, en in 2016 een echte nieuwe look met de integratie met de site van de Heemkundige Kring. Maar nu is de verbouwing veel grondiger, en ben ik ook zelf niet de bouwheer. De Heemkundige Kring besliste om in een volledig nieuw en professioneel opgezet platform te investeren, waar onze fotocollectie van ondertussen ruim meer dan 120.000 beelden vanaf nu veilig is. Daarvoor werd beroep gedaan op een Essens bedrijf 2BuildIT, en dat is natuurlijk ook mooi.

Zaterdag mocht ik samen het Thomas Dekkers de nieuwe site voorstellen. In 2009 startten Steven De Laet, Rudi Smout en ik het project om online foto’s te verzamelen van het feestjaar 2009 (waarin Essen 850 jaar bestond) en om ook een oproep te doen om oude foto’s op te laden. In december 2010 wilden we er de stekker uittrekken. Meer nog, we deden dat ook. Maar Wekke Buyens merkte na enkele weken op dat de site node werd gemist, en we beslisten een doorstart te maken. “We”, maar eigenlijk vooral Rudi, want de site leeft dankzij zijn monnikenwerk : foto’s maken, verzamelen, klasseren, scannen… en opladen. Ik moest niet veel meer doen dan tussenkomen bij technische moeilijkheden, en gelukkig hebben die zich niet al te vaak voorgedaan. En verder was en ben ik een “gewone” bezoeker van de site, die af en toe langsgaat om foto’s te bekijken en op te zoeken.

Sinds een aantal jaren zitten we ook op Facebook, en dat blijkt een uiterst geschikt medium om de fotocollectie levend te houden. Het is soms verbazend hoeveel “likes” een eenvoudige foto van vroeger kan opleveren, maar ook hoeveel informatie er over sommige foto’s vanuit het collectief geheugen kan worden gerecupereerd. Ook daar ben ik één van de vele “vrienden”, met als enige voorrecht dat ik altijd toegang heb gehad tot de originele, niet verkleinde foto’s. Ook dat voorrecht speel ik vandaag kwijt : de site is helemaal heropgebouwd op basis van die originele foto’s, die nu voor iedereen toegankelijk zijn geworden. Dat zou opnieuw vooral Rudi wat zoekwerk moeten besparen, want vaak kregen we verzoeken om foto nummer zoveel door te sturen (een makkie, graag gedaan) of om die mooie foto van nonkel Jos te bezorgen (een speld in een hooiberg).

Ik weet dat er nog stapels foto’s klaarliggen om verwerkt te worden. En ondertussen blijft Essen natuurlijk ook gewoon elke dag de geschiedenis aanvullen : wat in 2009 nog actualiteit was, lijkt vandaag soms al ver verleden. Essen in Beeld heeft dus nog een gigantisch potentieel, en Thomas loopt bovendien rond met plannen om er nog andere projecten aan te koppelen.

Ik ga Essen in Beeld natuurlijk niet helemaal loslaten, zeker de eerste tijd niet. Wie weet ga ik zelf wel meer foto’s opladen, nu dat ook voor mij gewoon gemakkelijker is geworden. Maar toch is het vandaag een beetje een afscheid van een geesteskind, dat op 16-jarige leeftijd plots volwassen is geworden. Vaert wel ende levet scone !

Foto : Essen in Beeld (de allereerste foto die op de site werd opgeladen, op 1 januari 2009)
Diamant

Diamant

Een zestigjarig huwelijkjubilieum. Het komt meer voor dan vroeger. En ook meer dan later ! Mijn ouders, want over hen gaat het, behoren dan ook tot de generatie die vroeg genoeg en in de regel maar één keer trouwde, en lang genoeg leeft om de diamanten bruiloft te halen. Ze gaven elkaar het ja-woord op 24 april 1965, zes decennia geleden dus. Dat moet uiteraard gevierd worden, ook al verblijft mijn vader ondertussen al enkele maanden in De Bijster. Lekker ontbijten lukt gelukkig nog wel, en daarvoor trokken we naar Annelies in Hoek, met de dichte familie en enkele vrienden.

Ook de burgemeester en de schepen van seniorenbeleid waren erbij. Dat werd niet alleen door mij gewaardeerd. Geert en Robin namen de honneurs uitstekend waar, al moet ik erbij zeggen dat Brigitte Quick dat tien jaar geleden ook perfect deed. Dat zo een stukje betrokkenheid van de gemeenschap bij het wel en wee van de Essenaren wordt uitgedrukt, is ook gewoon belangrijk. Dat diezelfde gemeenschap ook nog een koers organiseerde in Hoek kwam ons qua parking wat minder goed uit, maar toont natuurlijk vooral aan dat Essen -en ook de kleinste maar mooiste wijk ervan- volop leeft.

Het waren andere tijden in 1965. Ik ben mijn korte welkomstwoordje begonnen met de vaststelling dat het de tijd was dat de kinderen nog niet uitgenodigd waren op de trouwfeesten. De normen van vandaag zijn niet meer die van gisteren – op veel vlakken gelukkig maar. Op de foto’s staan ook heel wat mensen die er niet meer zijn. Mijn grootouders, bijvoorbeeld, of de broers en zussen van mijn vader – die toen nog volop in de fleur van hun leven waren. Maar de foto’s lijken toch ook gewoon op de trouwfoto’s van vandaag, die van mijn eigen huwelijk of van andere koppels die elkaar vandaag het jawoord geven. Zelfs als dat al eens twee mannen of twee vrouwen zijn: de sfeer, de gezichtsuitdrukkingen en ongetwijfeld ook het buffet zien er toch altijd een beetje hetzelfde uit. Het leven gaat door. Dat is een mooie vaststelling, en ik hoop dat die bij mijn zestigste huwelijksverjaardag (de kans is klein dat ik daarbij ben, maar wellicht wordt het desondanks ooit 10 november 2078) nog even goed zal gelden.

 

Verrezen

Verrezen

“Christus is uit de doden opgestaan” oftewel “Χριστὸς ἀνέστη ἐκ νεκρῶν” – de woorden van het troparion waarmee al pakweg 1.500 jaar het Paasfeest wordt aangekondigd weerklonken vandaag vanop het Sint-Pietersplein in Rome, bij de begrafenis van paus Franciscus. Waarna hij werd bijgezet in de Sante Maria Maggiorebasiliek, dicht bij zijn geliefde “Salus Populi Romani”-icoon – gemaakt in Kreta en ongeveer van dezelfde periode als het troparion. Paus Franciscus was een bescheiden mens die zijn taak als hoofd van de Kerk uitstekend heeft vervuld. Hij heeft de naam die hij als eerste paus koos helemaal waargemaakt, en laat heel grote schoenen achter om in te stappen. Was het allemaal volmaakt ? Neen, maar hij zeer mild voor anderen en verdient dus dat we aanvaarden dat ook in Rome tussen droom en daad af en toe tradities en bezwaren in de weg staan. Franciscus werkte alleszins hard om de katholieke en orthodoxe kerken dichter bij elkaar te brengen, en hopelijk worden die inspanningen door zijn opvolger verder gezet.

Een week eerder, op zaterdagavond, stipt om middernacht, zong ik hetzelfde troparion mee – gelukkig met velen zodat mijn zangtalent niet opviel. Dat gebeurde aan de Sint-Nicolaaskerk in Salamina, vlak bij de zee – van de patroonheilige van de zeevarenden kan moeilijk anders worden verwacht. Zoals gebruikelijk werd het evangelie op de trappen van de kerk voorgelezen, waarna stipt om twaalf uur de verrijzenis werd aangekondigd en dus het eeuwenoude troparion werd ingezet. Waarna we ons niet bij de kleine minderheid aansloten die vervolgens binnen in de kerk de rest van de Paasliturgie volgt, maar zoals de meerderheid met het licht van de Paaskaars huiswaarts trokken, om rode eieren te klutsen en iets te eten en te drinken, nu de vastentijd erop zat.

“We”, dat waren deze keer ook mijn broer en nog zes vrienden van hier. Ik speelde, met de deskundige bijstand van mijn echtgenote die vooral telefonisch nogal wat geregeld krijgt in haar thuisland, een kleine week voor reisleider op een trip die ons in Athene, Hydra, Nafplio, Mycene, Epidaurus en dus Salamina bracht. Met de voorbereidingen voor Pasen als rode draad doorheen de eerste dagen. Het weer zat mee, en het was erg leuk om te doen. De trip heeft me ook voor het eerst naar Mycene gebracht, het belangrijkste centrum van de oudste Griekstalige beschaving, waar rond 1.350 voor Christus 35.000 mensen zouden hebben gewoond – die overigens moesten oppassen voor de leeuwen die er toen nog in het wild voorkwamen, en waarvan de beeltenis het oudste Europese reliëf siert, dat in de stad te vinden is.

Daarmee heb ik natuurlijk wel de Essense Paasmarkt gemist, die weliswaar enkele eeuwen minder oud is, maar toch ook een traditie mag worden genoemd, net als de bijhorende voorstelling van De Spycker. Gelukkig kan ik die wel lezen, want mijlpalen in de geschiedenis zijn er nu eenmaal in verschillende soorten !

Home sweet home !

Home sweet home !

US go home ! Hoe vaak hebben we die strijdkreet niet gehoord in West-Europa. Vooral vanop links, als protest tegen de imperialistische en kapitalistische politiek van de Verenigde Staten, die ook bij ons een grote invloed uitoefende – en ons terloops beschermde tegen de Sovjets en andere dreigingen, maar waren die wel zo reëel ? Ook extreem-rechts had het niet altijd voor de Amerikanen, want te liberaal en te globalistisch. Nu de VS inderdaad blijkt zich in het eigen huis terug te willen trekken, staan die zekerheden plots op de helling. Zó hadden we die „go home” ook niet bedoeld, eigenlijk. En een deel van het oorlogsleed dat de VS in de loop der jaren aanrichtte was mogelijk toch ook in ons belang. Zouden we overigens die raketten in Kleine Brogel niet kunnen overkopen, als de Amerikanen ze zouden willen weghalen ?

Voor extreem-rechts valt het nog wel in te passen in het plaatje, als ze de sprong kunnen maken dat Russisch imperialisme fel bestreden moest worden zolang het met een links-dictaroriaal sausje werd opgediend, maar verwelkomd moet worden nu het rechts-dictatoriaal wordt aangestuurd. Dat blijkt voor sommigen wel, maar voor anderen niet gemakkelijk – ook Dewinter, Le Pen en Farage moesten zich de voorbije weken in bochten wringen, Weidel blijkt daar minder last mee te hebben.

Maar ik wil het hier vooral over democratisch links hebben. US go home. Welaan dan, nu tevreden ? En over democratisch rechts, dat de VS altijd heeft toegejuicht als onmisbare trans-Atlantische partner. Terecht, zo blijkt. Maar daar is natuurlijk ook een prijs voor betaald : al te vaak moest VS-optreden dat niet in het belang van Europa en de democratie was tegen wil en dank goedgepraat, verdedigd, gesteund worden. Het Midden-Oosten, een buurregio waar onze Europese beschaving historisch en geografisch mee verbonden is, is al te vaak door het State Department mismeesterd. We stonden erbij en keken ernaar – we betaalden de prijs voor de Amerikaanse bescherming. Een politieke prijs, waarmee we een financiële prijs grotendeels vermeden. Of toch niet helemaal, want de wapens die we wél kochten kwamen natuurlijk uit de VS.

We zouden het hele politieke gevecht nu nog eens kunnen overdoen. Wie had er gelijk ? De Atlanticisten of de „US go home”-betogers ? Maar het lijkt beter om elkaar lichtjes beschaamd aan te kijken en toe te geven dat de twee paradigma’s niet langer opgaan, en dat onze favoriete vriend/zondebok een strategische concurrent, mogelijk een tegenstander (met weliswaar een aantal gelijklopende belangen) en wie weet op een dag een vijand is geworden. Daar hadden beide kampen niet echt rekening mee gehouden, maar de idioot en would be dictator in het Witte Huis is tot alles ons staat, en er lijkt op heden erg weinig animo te zijn in zijn land om hem op welke manier dan ook te stoppen of af te remmen. Zodat het ook niet duidelijk is wat de Amerikannen nu zelf als dwaasheid beschouwen, en wat als een misschien wat al te geprononceerde manier om de waarheid te zeggen. Alleszins hebben we in Europa weinig andere keuze dan de democratische rangen te sluiten. Waarna we samen het leiderschap aan centrum-politici toevertrouwen – Macron, Starmer, Tusk, Merz… om snel een realistische en net daarom uiterst ambitieuze Europese koers uit te tekenen. Het alternatief is een imperialistisch Rusland dat zich deze keer niet even voorbij Berlijn door een ijzeren of ander gordijn gaat laten tegenhouden. Dus licht de grens iets ten Oosten van Tartu. Daar begint óns huis.

Zeker en vast

Zeker en vast

De kalender heeft er dit jaar voor gezorgd dat er drie religieuze vastenperiodes op drie dagen tijd beginnen. Na het begin van de islamitische ramadan begint vandaag de orthodox-christelijke vasten. Woensdag start ook de katholieke vasten. Historisch ontstond de ramadan wellicht uit de vasten, maar zelfs bij ons krijgt de islamitische variant ondertussen meer aandacht en zijn vele ook niet-islamieten wellicht meer vertrouwd met de gebruiken eromheen dan met de vasten. De reden is eenvoudig : de gemiddelde iftar trekt meer volk dan er mensen nu woensdag een askruisje gaan halen.

Naast allerlei religieuze gebruiken en tradities gaan de ramadan en de vasten ook gepaard met beperkingen op drank en voedsel. De vasten (eigenlijk „Veertigdagentijd”) dankt daar ook zijn naam aan. De ramadan blinkt op dat punt uit door zijn duidelijkheid : geen eten of drinken van zonsopgang tot zonsondergang. Omdat de periode gekoppeld is aan de maankalender leidt dat tot eenvoudiger en moeilijker ramadans in streken verder van de evenaar – tot en met fysiek onmogelijke situaties in poolbasissen, gelukkig niet de meest bevolkte plekken ter wereld. Maar verder is het vrij eenduidig : overdag mag er niets, ’s avonds eet je wat je wil. De christelijke vasten is dat wat minder, en doet meer aan de complexe joodse voedselwetten denken. In beginsel is geen vlees, zuivel of andere dierlijke producten zoals eieren toegelaten. Maar in de loop der eeuwen hebben lokale kerken zich soms genoodzaakt gezien om af te wijken, soms gewoon om uithongering te vermijden – wat eet een mens in arme koude streken tijdens de winter ? En er zijn ook dagen waarop er nog strikter gevast moet worden (het aantal maaltijden wordt beperkt), terwijl op zondag de regels dan weer losser zijn.

De orthodoxe kerk is een stuk strenger : ook vis en olie zijn verboden (er is wat discussie of dat alleen geldt voor olijfolie of voor alle olie), en de zondag is geen uitzondering – zodat er eigenlijk 48 dagen wordt gevast. Maar in een mediterraan land, met veel zeevruchten en verse groenten, hoeft dat geen ramp te zijn. Niet dat er nog veel mensen 48 dagen vasten, maar op sommige dagen houdt alleszins in Griekenland zich beduidend meer volk aan de regels dan in Vlaanderen.

Dat geldt bijvoorbeeld vandaag. De vasten begint met Kathara Deftera (Καθαρά Δευτέρα), „Propere Maandag”. Traditioneel staat taramosalata op het menu, naast allerlei bereidingen met octopus, en soep en schotels op basis van bonen. Daarbij wordt ongerezen brood geserveerd dat enkel vandaag verkrijgbaar is, lagana. Een hoogdag, uiteraard, voor de bakker die net dát brood het beste maakt, zoals onze Verloren Maandag voor die met het beste worstenbrood, of de sinterklaasperiode met die met de beste speculaas (beide titels behoren voor mij eeuwig toe aan voormalig bakker Arnold). Daarnaast worden vandaag vliegers opgelaten. Van askruisjes is er in de orthodoxe traditie dan weer geen sprake.

Dat de twee „grote” christelijke vastenperiodes (er zijn nog wat afwijkingen en andere tradities) samenvallen komt natuurlijk omdat dit jaar ook de paasdatums dezelfde zijn. Overigens wordt gewerkt aan één gezamenlijke paasdatum, die dan het meest concrete gevolg zou zijn dan de onmiskenbare toenadering tussen de katholieke en orthodoxe kerken van de voorbije decennia (waaraan Moskou niet helemaal meedoet, het weze gezegd). De kans dat dat historische compromis uitkomt bij iets eenvoudig en voorspelbaar als „de tweede zondag in april” lijkt me dan weer niet zo groot, eerder wordt het een nieuwe variant waarbij de volle maan en de lente-equinox een rol spelen. De heilige geest blijkt niet altijd een praktische geest. Het is ook die spanning tussen heilig en praktisch die in de loop der eeuwen de vasten heeft beïnvloed – zo werden in Ierland al eens brandganzen als zeevruchten geserveerd. En in Wales bevers als vis, dan kon ik ook niet onvermeld laten.

Maar of u nu vast of nit… Ramadan mubarak ! Καλή Σαρακοστή ! En een mooie Veertigdagentijd !

Je moe nie huil nie

Je moe nie huil nie

Essen heeft een reeks partnergemeenten. Essen-Oldenburg is de oudste, maar we werken ook samen met Žilina, Hradištko, Witzenberg en sinds kort ook met Bolekhiv.

Stel nu even dat één van onze partnergemeenten die band wil verbreken, op basis van volgende redenen :

  • De schietpartijen in Anderlecht
  • Controversiële uitspraken van Raoul Hedebouw
  • De invoering van de omstreden meerwaardebelasting

Wat zou onze reactie dan zijn ? Inderdaad, we zouden denken dat ze daar zot zijn geworden.

Gisteren bracht Vlaams Belang de volgende vraag in de gemeenteraad :

Witzenberg

Het Vlaams Belang is al langer bezorgd over het anti-blanke klimaat in Zuid-Afrika, en aangezien wij een samenwerkingsverband hebben met de Zuid-Afrikaanse gemeente Witzenberg zijn wij genoodzaakt om hierover enkele vragen te stellen. Het opvallendste element daarbij zijn de Plaasmoorde, brutale gewelddaden van veelal zwarte bendes tegen blanke boeren, hun eigendommen en personeel. En daar kwam dus de uitlatingen van Julius Malema, leider van het extreemlinkse Economic Freedom Front, bovenop, die onverholen oproepen tot het uitmoorden van blanken. Zijn uitspraken passen in het bredere klimaat van anti-blank racisme en geweld dat de extreemlinkse regering van het ANC.

Ondertussen heeft de huidige Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa een omstreden wet ondertekend die het mogelijk maakt om het land van deze boeren te onteigenen zonder compensatie.

Vragen:
– Met de bovengenoemde feiten is het voor onze gemeente nog wenselijk om het samenwerkingsverband met Witzenberg nog in stand te houden? Of tijdelijk On Hold te zetten
– Gaat de gemeente formeel hun bezorgdheid hierover overbrengen aan Witzenberg?

(Spelling en grammatica uiteraard voor rekening van het VB.)

Dirk wees er als raadsvoorzitter op dat het een vergadering betrof van de gemeenteraad van Essen, niet van het parlement van Zuid-Afrika, en Helmut antwoordde terecht ook vanuit lokaal perspectief :  we hebben met Witzenberg een partnerschap in wederzijds respect.

Maar het lijkt mij nuttig om wel even perspectief aan te brengen. Wie immers een vraag stelt op basis van verdraaide feiten in Zuid-Afrika, kan zich morgen even goed op onwaarheden over onze eigen gemeente baseren. Even fact checken, dus.

  • Eerst de “Plaasmoorde” zelf. Er worden blanke boeren vermoord in Zuid-Afrika. Veel te veel. Maar het gaat om 0,003% van het totaal aantal moorden in dat land, en er kan niet worden aangetoond dat er enige systematiek achter zit. Zuid-Afrika is een veel te gewelddadig land – en uiteraard valt geen enkele moord goed te praten. De „Plaasmoorde” is echter grotendeels een mythe, volgens Wikipedia onderdeel van een complottheorie.
  •  „De extreem-linkse regering van het ANC” dan. Sinds vorig jaar bestaat de Zuid-Afrikaanse regering niet meer enkel uit het ANC. Het is een zeer brede regering. Maak bijvoorbeeld kennis met Pieter Groenewald, de minister van gevangeniswezen. Zijn Vryheidsfront Plus lijkt me geen typevoorbeeld van extreemlinkse partij. Het is een eerder conservatief gezelschap dat opkomt voor de onafhankelijkheid van de Afrikaanstalige Kaap. Mocht het VB zich in hun standpunten herkennen, dan is dat geen toeval. Die partij zit in de regering. De minister van landbouw, bevoegd voor de boeren dus, is John Steenhuisen van de centrum-rechtse Demokratiese Alliansie. Die partij levert overigens ook de burgemeester van Witzenberg.
  • Niet in die regering : de Economic Freedom Fighters van Julius Malema. Dat is een extreem-linkse populist. Gevaarlijk ook. Hij heeft weliswaar niet echt “onverholen opgeroepen tot het moorden op blanken”, wat uiteraard ook in Zuid-Afrika gewoon verboden is, maar hij zoekt wel de rand op – al dateren zijn meest onverstandige uitspraken alweer van een aantal jaren geleden. Het is een onfris heerschap, die overigens uit het ANC werd gezet. Zijn partij haalt in Witzenberg iets minder dan 3% van de stemmen, nationaal 9,5%. Ik zeg het node, maar het VB is meer representatief voor Essen dan de EFF voor Witzenberg.
  • President Ramaphosa is overigens ook niet meteen een links icoon. Tussen 1996 en 2012 maakte hij carrière in het bedrijfsleven, onder meer als eigenaar van McDonald’s Zuid-Afrika. Maar hij tekende inderdaad de onteigeningswet, en die is omstreden. Nu heeft elk land een regeling voor onteigeningen. Als gemeente zetten we die wel eens in, als ze de enige mogelijkheid is om bijvoorbeeld een fietspad te realiseren. Dan geldt er natuurlijk een compensatie. De Zuid-Afrikaanse wet laat blijkbaar toe land dat volstrekt ongebruikt is zonder compensatie te onteigenen. Dat gaat wat mij betreft wat te ver, maar om het nu als reden te zien om het hele land en alle gemeenten erin te verketteren, dat lijkt me ook wat overdreven. De al genoemde (centrum-)rechtse partijen zijn overigens tegen de wet, maar ze blijven toch in de regering.

Het VB moet kiezen. Ofwel wil de partij gefundeerd mee nadenken over het Essense beleid. De tussenkomst over het bestuursakkoord gisteren leek me een eerlijke poging daartoe. Ofwel wil ze op basis van wat er op X aan halve waarheden of hele leugens verschijnt wat aan de kant staan roepen. De beide combineren gaat niet gemakkelijk zijn.