Wenen of wenen ?
Na de gemeenteraad op de trein richting Brussel om morgen een vroege vlucht naar Wenen te nemen, een presentatie te geven en morgenavond terug in Essen te staan. Veel „Sachertorte” zit er op die manier niet in. Het soort plan dat er op papier goed uitziet, maar waar de uitvoering een „uitdaging” kan worden.
Dat heeft het dan gemeen met het woonbeleidsplan dat we vanavond bespraken en dat ik met overtuiging niet heb goedgekeurd. Hoewel het niet zo’n slecht plan is. Maar de uitvoering schoot al eerder tekort. Het beste bewijs is het bestemmingsplan (RUP) dat wordt aangekondigd om de appartementsbouw in Essen te beperken. Dat wordt immers als zo’n jaar of zeven vooropgesteld, maar het komt er niet van. Dat is geen geval meer van „gewone” administratieve traagheid, hoe ergerlijk ik die op zich al vind. Het is gewoon onwil. Om één of andere reden mocht het RUP wel aangekondigd worden, maar niet opgemaakt. Zodat er ondertussen tientallen appartementen bij konden komen of worden gepland. Waar geen RUP meer iets aan zal veranderen.
Dat vind ik op zich erg voor het landelijk karakter van onze gemeente. Nog erger vind ik dat het ervoor zorgt dat we veel extra inwoners blijven aantrekken. Geen Essenaar vraagt immers echt om een appartement – behalve misschien een aantal jonge gezinnen of alleenstaanden, maar dan als ingroeiwoning. Vaak niet wat er de voorbije jaren werd gebouwd. Dus trekken we nieuwelingen aan. Die zijn elk op zich van harte welkom. Maar Essen is niet berekend op ongebreidelde bevolkingsgroei. Zoals Brigitte Quick terecht opmerkte zijn onze hoofdstraten nu al te smal voor al het verkeer. En de „oase van rust” gaat er ook stap voor stap aan.
Ook over het sociaal woonbeleid zijn er vragen te stellen, met name (maar niet alleen) over de timing en fasering. Waarvoor de ministers en de sociale woonmaatschappijen met de vinger werden gewezen door het schepencollege. Als ik een slecht karakter had zou ik het raar vinden : eerst Essen vol affiches plakken met de kop van de voorzitter van de belangrijkste sociale woonmaatschappij die in Essen actief is, en hem dan twee dagen na de verkiezingen verwijten sturen.
Ach, zolang de NMBS me vanavond maar netjes ter plaatse brengt. Anders moet ik die andere affichekop, die van de stationsJef, misschien eens aanspreken (leuke, opvallende en gedurfde campagne, trouwens – het weze gezegd). Tot nu toe verloopt alles evenwel volgens plan…
Deze verkiezingsuitslag doet me een beetje aan de Essense gemeenteraadsverkiezingen van 2012 denken. De N-VA, in casu weliswaar niet geholpen door PLE, eet een groot stuk van de oppositie op, maar slaagt er niet echt in om ook gaten in de meerderheid te slaan. Die twee combineren was geen gemakkelijke opgave, maar volgens mij had het wel kunnen werken, zonder de „angstcampagne” die vooral sp.a (inhoudelijk begrijpelijk) en CD&V (alleen geïnspireerd door machtsbehoud) de voorbije weken voerden. Dat betekent dat er dus nog meer inzat voor De Wever. Wat geen afbreuk doet aan de gigantische overwinning. In 2009
En toen overleed toch nog erg onverwacht Jean-Luc Dehaene. De gelukkige “oude dag” die vriend en tegenstander hem ongetwijfeld hadden gegund heeft niet mogen zijn. Jean-Luc, want zo mocht dit land hem noemen, was een gewone wat norse man, maar waarvan iedereen wist dat hij een goed hart had. Dat verklaart wellicht waarom iedereen er nu even stil van wordt. Volgens zowat alle commentaren was Dehaene daarenboven een “groot staatsman, van een vorig tijdperk”. Ik ben het daarmee eens. Maar het blijkt moeilijk uit te leggen waarom, en wat dan wel het verschil zou zijn tussen zijn tijdperk en het huidige.
Er komen verkiezingen aan. Van een politicus wordt dan een mening verwacht. Dat geldt wellicht ook voor een lokaal politicus. Zeker als die zelf ook twee keer kandidaat is geweest voor een plaatsje in het Vlaams Parlement, al ging het twee keer om een volstrekt onverkiesbare plek op een lijst. In 2009 was ik kandidaat op de lijst van de toenmalige
Het heeft een tijdje geduurd, maar op weg naar Griekenland heb ik “Ongebonden best” uitgelezen, de biografie van Nelly Maes. Mijn lectuur werd onderbroken doordat ik het boek van een ander Oost-Vlaams politicus op mijn tafel vond : “Een zuil van zelfbediening” van Peter Dedecker vroeg erom om in één keer te worden uitgelezen. Ik kende ondertussen het verhaal, al biedt een boek natuurlijk de kans om wat systematischer te verwerken. Het besluit blijft hetzelfde. Ondanks het (stevige) generatieverschil herken ik gelijkenissen tussen Peter en Nelly, in stijl en ook in inhoud. Volgens mij zouden ze het over heel wat zaken eens kunnen worden.
Het is hier een beetje stil geweest, de voorbije weken. Dat komt omdat ik na enkele maanden grotendeels in het binnenland te hebben doorgebracht in mei plots een reeks buitenlandse opdrachten bij elkaar kreeg. Die brachten me naar Londen, daar had ik het al over. Maar ook twee keer naar Athene.