Cross-over
De “Stannah Cyclocross Essen”, zoals het evenement officieel heet, verving gisteren de “Grote Prijs Rouwmoer”. Ik speelde voor parkeerwachter op de VIP-parking, die verdacht veel op de parking van het zwembad en het Parochiecentrum leek. Het zal aan mijn VIP-kennis liggen, maar buiten Michel Wuyts heb ik niet echt veel bekenden gezien. Dat komt natuurlijk als oud-renners en soap-acteurs je minder bekend voorkomen dan de Westraatbewoners. Van die laatste categorie heb ik wel kamerlid Jef Van Den Bergh herkend – en vriendelijk erop gewezen dat de parking volzet was. Ik hoop dat hij op tijd op het parkoers is geraakt om zijn dorpsgenoot te zien winnen.
De wedstrijd zelf heb ik maar vanop één plaats gezien. Leuk, maar misschien had ik even moeten rondwandelen. Alles zag er wel netjes en goed georganiseerd uit – ook achter de schermen, waar ik als medewerker een klein beetje kon kijken. Felicitaties voor de Molenheidevrienden dus, want zo’n verhuis is toch geen klein bier.
Of dit een duurzame oplossing is, durf ik niet meteen voorspellen. Wat als de loods een functie krijgt, wat als het terrein (ook) voor andere zaken wordt gebruikt. Tenzij er natuurlijk voor gekozen zou worden om het hele terrein als permanent veldritcentrum in te richten. Een soort “nationaal stadion” – het Thialf van het veldrijden. Wie dat al te dwaas vindt klinken mag alternatieve suggesties doorgeven aan de vzw Kempens Landschap !
Ondertussen beleefde Essen alvast een mooie dag. Al had de gemiddelde dorpsgenoot wellicht toch liever Meeusen of Stybar op het podium gezien. En vond ik het jammer dat de beste -Sven Nys- niet won. Maar overeind blijven is natuurlijk een eerste vereiste in het veldritvak !
Ik heb de voorkeur gegeven aan de “officiële” verwerking in onze
Na dag één van het meerjarenplandebat liggen de kaarten op tafel. Gaston deed een moedige poging om een wervend verhaal te vinden in wat in essentie neerkomt op een verkrampte poging om de Essense belastingbetaler te laten opdraaien voor een bestuursapparaat dat niet in staat is zichzelf in vraag te stellen. Maar in de beperkte beleidsmarge die daartussen ontstaat zit wellicht net genoeg lekkers, feestelijk verpakt in vage vrome voornemens, om de eigen achterban tevreden te stellen.
Een bestuursmeerderheid heeft twee manieren om het de oppositie moeilijk te maken. Het kan door een goed doordacht, onderbouwd, transparant en breed gedragen beleid te voeren. Waar je, ook als je het er niet mee eens bent, niet veel spelden kan tussen krijgen. De tweede manier is door te proberen zo ondoorzichtig mogelijk te werken, zo weinig mogelijk mensen te raadplegen of zelfs maar informatie te geven, en als het echt moet zo lang mogelijk te wachten. En het dan zo te verpakken dat door de bomen het bos niet meer duidelijk is.
Er is een heel jaar hard aan gewerkt, maar nu ligt ze er : de strategische meerjarenplanning 2014-2019. Maanden lang zijn de ambtenaren en schepencollege met niets anders bezig geweest. Op elke vraag naar een beleid, een visie… kwam als antwoord dat we op dit plan moesten wachten. Broodnodige wegenwerken werden ervoor uitgesteld en er werd zo hard gewrocht op de invoering van de nieuwe aanpak (“BBC”) bij de gemeente dat er geen tijd meer over was om ook voor het Autonoom Gemeentebedrijf een plan -of zelfs maar een begroting voor 2014- uit te werken. Neen, het heeft bovenmenselijke inspanningen gevergd.
“For to be free is not merely to cast off one’s chains, but to live in a way that respects and enhances the freedom of others. ” Nelson Mandela, 1918-2013.