Archief van
Categorie: Essen algemeen

Net van Murphy

Net van Murphy

Essen in Beeld heeft een erg moeilijke week achter de rug. In die zin kan je gerust de eerste drie woorden door mijn naam vervangen, want als webmaster stond ik min of meer in de vuurlinie. Of de drukte op onze site er iets mee te maken had, is vooralsnog niet echt duidelijk. Feit is dat de provider waar onze website wordt gehost (op een aan het net aangesloten computer wordt bijgehouden) net nu besloot om naar een nieuwe server over te gaan. Die mededeling op zich vond ik redelijk onrustwekkend : ik wist dat er allerlei speciale instellingen voor onze site waren doorgevoerd, en de vraag was of die meteen zouden worden overgenomen op de nieuwe site. Niet dus. En bovendien wist ik dat de communicatie met de provider correct maar traag verloopt. Ook al omdat het bedrijf de neiging heeft om ’s avonds en ’s nachts te antwoorden op vragen die overdag worden gesteld. Zodat er gemakkelijk 24 uur voorbijgaat tussen vraag, antwoord en wedervraag.

Daar komt natuurlijk bij dat ik een dagtaak heb, die bovendien (zoals Murphy het zou willen) deze week redelijk druk was. Als ik de hele week achter de pc zou hebben gezeten, vermoed ik dat de gebruiker van “Essen in Beeld” niet eens zoveel van de problemen zou hebben gemerkt : de communicatie met de provider zou gemakkelijker zijn geweest, en ik had tijdelijke omwegen kunnen creëren.

Maar zo is het dus niet gegaan. Net in de dagen na de historische stoet was dat uiteraard erg jammer, al hebben toch nog veel mensen de stoetfoto’s op onze site bekeken. Het is ook redelijk frustrerend om je verantwoordelijk te voelen voor een probleem dat je niet hebt veroorzaakt en waar je ook niet zoveel aan kan doen. Want al wie denkt dat er eenvoudige oplossingen/alternatieven waren/zijn mag het me altijd komen vertellen. Hopelijk zijn de problemen stilaan voorbij. Het zou leuk zijn de komende week niet te moeten ontbijten achter de computer, bijvoorbeeld…

Dit bericht had ik gisteren willen plaatsen, maar toen bleek ook déze site niet te werken. Dat heeft geen enkel verband met wat ik hierboven beschrijf (andere provider), behalve… Murphy. Maar goed, als er vandaag niets misloopt op Essen in Beeld, verklaar ik de patiënt voor genezen. Het schijnt dat nog niet helemaal is uitgemaakt wie er patroonheilige is voor het internet, maar ik ga toch alvast een kaars laten branden !

Eén jaar in beeld

Eén jaar in beeld

Essen in Beeld verjaart ! Dat klinkt wellicht vreemd : de site is pas op 1 januari echt actief geworden. Toch kreeg ik op 8 augustus vorig jaar de eerste mail binnen die meldde dat er een nieuwe foto werd opgeladen. Weinig verrassend stond er ook bij dat ik dat zelf had gedaan. Ongetwijfeld is er toen nog vanalles misgelopen met die foto, maar het was natuurlijk een begin. De URL “esseninbeeld.be” is trouwens pas op 4 augustus geregistreerd – bij het vastleggen van de webruimte moest ik plots een naam kiezen, iets waar we voordien nog helemaal niet over hadden nagedacht… Die eerste foto is trouwens al lang terug weg, want ze was uiteraard niet in 2009 gemaakt !

Ondertussen staan er in mijn mailbox meer dan 10.000 mails naar “Essen in Beeld”. Naast de foto’s komen ook de registratie-aanvragen en de informatie over foto’s waarop iets wordt herkend als mail bij mij aan. Dat heeft de praktische consequentie dat ik bij het opzetten van mijn computer vaak een half uurtje moet wachten tot mijn inkomende post allemaal netjes verwerkt is. Maar dat heb ik er wel voor over : de site blijft goed lopen, en er duiken minder technische problemen op dan ik had verwacht/gevreesd.

Want het was natuurlijk een beetje een gok : op 8 augustus vorig jaar was ik nog niet zeker dat ik het concept op zich wel zou kunnen realiseren. Een paar keer ben ik dan ook tegen de grenzen van “niet door kennis gehinderde overmoed” gebotst. Maar echt opgeven heb ik niet overwogen, en uiteindelijk is alles min of meer op zijn pootjes terechtgekomen. En gelukkig kan ik het dagdagelijkse niet-technische onderhoud met een gerust geweten aan Rudi Smout (of één van zijn pseudoniemen op de site…) overlaten, zodat het nog een beetje overzichtelijk blijft. Dus blijft de boodschap : er kunnen nog veel meer foto’s bij, zowel nieuwe als oude. En al zullen we de site nog wel even open houden na 31 december, zijn tweede verjaardag in de huidige vorm gaat hij niet halen. Er is geen tijd de verliezen !

Essen viert

Essen viert

Essen vierde dit weekend elf juli. Op vrijdag trad Yevgueni op. Hoewel het weer wat tegenviel en er opnieuw voor werd gekozen om het optreden achter de Oude Pastorij te organiseren -en niet op het Heuvelplein- was er behoorlijk wat volk. Het organiserend comité had mij alvast een plezier gedaan door net Yevgueni te programmeren : ik hou erg van hun muziek. Hun “Sara” is één van de mooiste Nederlandstalige liedjes die ik ken. Ik heb er dus van genoten, en wellicht zouden dat nog meer mensen hebben gedaan als het optreden gewoon gratis was geweest, zoals wij in de gemeenteraad hadden voorgesteld. Yevguenizanger Klaas Delrue zou dat zelf waarschijnlijk ook wel zinvol hebben gevonden. In een interview in Metro zegt hij : “Ik voo mezelf ook wel in de eerste plaats Vlaming en dan pas Belg, dus ik heb 11 juli altijd iets meer een feestdag gevonden dan andere mensen. Het is fijn dat het de laatste jaren zo’n culturele wending heeft gekregen. (…) In die zin vind ik dat het geen kwaad kan om ook de Vlaamse identiteit één keer per jaar in de verf te zetten.” Op 7 juni stond Delrue op de Groen!-lijst, dus misschien krijgen we volgend jaar Groen! (en sp.a ?) wel mee in ons “gratis”-voorstel.

Op zaterdag stond een academische zitting op het programma. Brusselaar Paul De Ridder bracht zijn verhaal over het verleden en heden van onze hoofdstad. Een verhaal waarin ik me wel kan herkennen. Net zoals hij wil ik dat Vlaanderen Brussel niet loslaat, ook als daarvoor een prijs moet worden betaald.

Ik volg hem ook in het moedige pleidooi om in Vlaanderen wat meer ontspannen om te gaan met het Engels : een basisdienstverlening voor bezoekers en toeristen moet zeker kunnen. Zo zou het inderdaad logisch zijn om de informatie in stations en treinen ook in het Engels te verzorgen. Ik was vorige week in Italië, en wie daar een bus moet nemen zonder Italiaans te kennen (ik dus) is behoorlijk hulpeloos. Ik kan me voorstellen dat het openbaar vervoer in “metropool” Antwerpen niet veel gemakkelijker is. Ten onrechte.

Op zaterdagavond stond “Essen zingt” op het programma. Dat zou helemaal baat hebben bij een verhuis naar het Heuvelplein in plaats van weggestopt achter de Oude Pastorij te zitten. En de Happy Swingers die openden zijn wellicht goed in hun genre (dat is niet het mijne) maar trekken toch een wat ander publiek dan dat waar “Essen zingt” op mikt. Met bovenmenselijke inspanningen slaagde de Nederlandstalige covergroep Averechts er toch nog in om veel sfeer te brengen in het park. Heel knap werk.

De zondagnamiddag ging door in het Karrenmuseum, en bracht ondanks enkele regenvlagen veel volk op de been. De Sint-Sebastiaansgilde en Hoger Streven deden hun ding, net zoals de folkmuzikanten van Wendel, maar het publiek kwam vooral voor Marc Dex en die deed wat van hem werd verwacht. Allemaal niet meteen mijn smaak, maar het hoort er natuurlijk onlosmakelijk bij.

Heel wat mensen werkten mee aan deze elf juli, ik wil toch even een bijzonder pluimpje op de hoed steken van sp.a-cultuurschepen Jokke Hennekam en van cultuurambtenaar Wekke Buyens. En ook N-VA-afdelingsvoorzitter Bart verdient een compliment voor zijn niet-aflatende inzet voor een optimale elf juliviering in Essen. Ik kijk al vol verwachting uit naar 11/7/2010 !

Gekelderd

Gekelderd

Ik hou wel van stand-up comedy. Ik ben sowieso nogal een liefhebber van mensen die verbaal sterk zijn, en stand-uppers moeten bij uitstek veel realiseren met weinig middelen. Mensen aan het lachen maken met alleen wat je zegt is bovendien niet gemakkelijk. Het lijkt mij in elk geval “een uitdaging” om het met een vreselijk cliché te zeggen, om zo alleen op het podium grappig te staan wezen.

De mannen van het Keldertrapken gingen die uitdaging aan. Hun “Keldertrapken Komedy Kup” bracht henzelf op de planken met korte stand-up-acts, aan elkaar gepraat en afgesloten door een meer ervaren comedian. Ik weet niet zeker of ik er naartoe zou zijn gegaan als Keldertrapken die avond ook niet de Culturele Prijs van de gemeente zou hebben gekregen. Dat zou jammer zijn geweest, en dat had ik kunnen weten : als Keldertrapken iets doet, dan is het altijd goed gedaan. Ik vind het heel knap wat zij realiseren : vanuit een oud-leidingsgroep (zonder anderen uit te sluiten) een structuur opbouwen die erin slaagt om zéér knappe dingen te realiseren.

Ze hadden niet zoveel inschrijvingen voor hun “comedycursus”, dus trokken ze zelf de stoute schoenen aan, zoals ik al vermeldde. En dat deden ze met verve. Natuurlijk niet met het “métier” van een professional, maar de Uilenaars kwamen soms aardig uit de hoek. Naast Yvan “De Verschrikkelijke” Andriessen kijken -met gepaste sterretjes op het gelaat- is natuurlijk niet mogelijk, maar mij viel vooral Tim Pockelé op. Zou die zich nog herinneren ooit samen met mij als zes- à zevenjarige op een podium te hebben gestaan, in zijn (korte) loopbaan bij KSA/KSJ ? Als hij ooit een BV wordt, kom ik met dat verhaal misschien nog wel in de “boekskes”…

Afsluiter Jeroen Leenders kende ik niet, maar was een openbaring. Met een absurde act die vooral over walvisgeluiden ging, voor zover ik mij herinner, een volle zaal doen vergeten dat het veel te warm is en dat de kleine helft van de aanwezigen moet rechtstaan : het is niet iedereen gegeven.

De uitreiking van de Culturele Prijs ging tenslotte een klein beetje de mist in, maar dat maakt hem vanzelfsprekend niet minder verdiend. Keldertrapken legt de lat hoog voor wie die prijs in onze gemeente in de toekomst in de wacht wil slepen !

We hebben het geweten

We hebben het geweten

Ik quiz regelmatig, meestal in het team van ESAK. Vooral in Essen, maar we zoeken het ook al eens wat verder. In de buurgemeenten, soms zelfs een heel eind hier vandaan. Dat vind ik leuk, omdat je dan met verschillende stijlen van vraagstelling en presentatie te maken krijgt. En ook wel met verschillende moeilijkheidsniveaus. Zodat we af en toe al eens achteraan het peloton eindigen, terwijl we in Essen meestal op een podiumplaats terechtkomen. Alles is relatief, en gelukkig maar. En het plezier dat je aan een quiz beleeft, heeft zelden verband met de plaats in de rangschikking.

Er zijn in Essen sinds lang veel quizzen, al valt er af en toe wel eens eentje af. Maar er komen er ook bij, en de kwis voor Kom Op Tegen Kanker is zondermeer het paradepaardje van de recente nieuwkomers – ook al bestaat hij ondertussen al langer dan de telling van de organisatoren zou laten vermoeden. Eerst droeg de quiz een andere naam. Maar de formule bleef min of meer hetzelfde : een inhoudelijk goed uitgewerkte en gezellige verenigingsquiz, op maat van Essen. Maar dan met nét dat ietsje meer : een professionele presentator (Jan Bosman van 4FM) en enkele BV’s die in het geheel worden ingepast zonder storend te werken. Gisteren verzamelden 60 ploegen in de sporthal van het College, en de organisatie had er nog 23 meer kunnen hebben. Toch werd er al gesproken van “de grootste kwis in Vlaanderen”, en dat zou best kunnen met een kleine 600 aanwezigen. Geen eenvoudige organisatie dus, maar zo goed alles liep op wieltjes – hier en daar moet het werkvolume nog wat beter ingeschat worden, maar dat is niet meer dan normaal. Heel knap werk, dat aantoont dat je mensen ook in 2009 nog kan engageren om een avondje te komen tappen, ronddragen, tombolaprijzen verdelen of jureren. Of om te kwissen natuurlijk. Voor het goede doel, maar ook om er gewoon bij te horen, bij Essen. Het soort avond dat je er trots op maakt een Essenaar te zijn.

Het minst belangrijke is dan uiteraard de uitslag. De overwinning ging naar de Waaslandse ploeg “Vicaris”. Sympathieke mensen, die we ook wel eens elders te lande tegenkomen. Ze wonnen ook de “gouden bak” als de grootste consumenten… Wij werden derde, en zoals dat hoort hebben we achteraf nog even gediscussieerd over de vragen die we eigenlijk goed hadden moeten hebben. Uiteraard leidt die Chinese rekenkunde dan tot een virtuele overwinning. Quiz en en politiek liggen niet zo ver van elkaar…

Kiek

Kiek

Vrijdagavond hebben we met “Was het nu ’70, ’80 of ’90 ?” de fotocollectie van de Stichting Heidebloempje onder de aandacht gebracht. Daarmee verzamelden in de Oude Pastorij leid(st)ers van verschillende generaties, die elkaar niet eens kennen (je zou wellicht een viergeslacht kunnen creëren onder de aanwezigen : de ene was leider van de tweede, die leider was van de derde, die zelf leider geweest is over de vierde…). Naast verschillen (die bij foto’s met auto’s erop nog het meest opvielen) kon je niet om de gelijkenissen heen kijken. Ik heb er mij erg goed mee geamuseerd, en hoop van alle aanwezigen hetzelfde. En ondertussen kan ik natuurlijk alleen maar verwijzen naar onze virtuele fotocollectie die binnenkort de 25.000 stuks zal overschrijden op www.heidebloempje.be – zelden is een nochtans erg indrukwekkend krantenartikel (met dank aan onze plaatselijke GvA-correspondent) zo snel alweer achterhaald geweest !

Met de fotoavond vierden we ook “15 jaar Stichting (100 jaar) Heidebloempje”. Niemand van ons (en ik nog het minst van al) wist in 1993 waaraan we begonnen waren, maar het glaasje cava dat we voor ons drievoudig lustrum serveerden smaakte mij alvast naar meer.

Quiztig

Quiztig

Ik heb gisteren mijn debuut gemaakt als quizpresentator. Samen met Carl Kerstens had ik de ESAK-quiz uitgewerkt, die we een hoog multimediagehalte hadden gegeven. Zo ongeveer op het laatste moment leek het ons het meest efficiënt dat ik niet alleen achter de computer zou zitten om de Powerpoint te bedienen, maar ook de microfoon zou hanteren. Ik heb al aan meer dan genoeg quizzen meegedaan om te weten wat er van mij werd verwacht, en dankzij de schermondersteuning heb ik ook maar één vraag moeten herhalen. Desondanks, en hoewel ook het roken in quizzalen gelukkig tot het verleden behoort, was op het einde van de avond mijn stem stilaan op. Maar het was leuk om te doen.

In de quiz zaten (voor wie me een beetje kent niet toevallig) acht vragen die verband hielden met een volkslied. De leukste vond ik deze : van welke autonome regio is dit het volkslied ?

Hoog in top, zonwaarts op

Hoog in top, zonwaarts op

De Ronde van Essen zit er weer op. Een goede Ronde, met veel lopers en behoorlijk goed weer. Een Ronde met veel medewerkers ook. Waarbij nogal wat blauwhemden, en dat doet natuurlijk goed aan het KSJ-hart. In de vrachtwagen van de gemeente zat dan weer één van de twee Leeuwkesleiders die mij begeleid hebben tijdens het allereerste jaar dat ik bij KSA Essen was, het werkjaar 1978-1979 (in 1981 werd het KSJ Essen). Marc zorgde een hele week lang voor een uitstekende dienstverlening – met als het nodig was méér dan wat er officieel was aangevraagd.

In 1978 was ik zes jaar. In 1992 beslisten we om kinderen van vijf in KSJ Essen toe te laten, en de groep die we daarvoor oprichten noemden we de Piepers. Die eerste generaties Piepers staan nu in blauw hemd en rood sjaaltje als KSJ-leiding op het Rondeparkoers. Ik zag en hoorde een leidingsploeg waarvan ik nogal wat mensen eigenlijk niet ken, maar ik merkte een groot potentieel en een groep van het kaliber waar ik wel mee aan de slag had willen gaan. Ik wens hen een historisch goede ledenwerving toe en in 2011 een kamp met 120 KSJ-ers. Met de juiste aanpak en een beetje geluk kan het. Ik geloof erin, en hoop van hen hetzelfde !

Naschrift (11/9/2008) : Vorige week overleed Cecile De Visscher, vandaag werd ze begraven. Ze was de moeder van onze fractieleider Dirk en van mijn Stichting-collega Rudi, maar voor mij in de eerste plaats dé kookmoeder van KSA/KSJ. Ze stond achter het fornuis op de eerste kampen waarbij ik meeging. Zeker in de jongensbeweging die KSA toen was, verving zij daar af en toe ieders “moeder”.

Voor de honderste Jodela, het KSJ-tijdschrift, heb ik haar in 1990 nog mee geïnterviewd. Ze verklapte er het recept van “soldatenpap”, dat gekaramelisseerde vanillepudding bleek te zijn. Ik weet niet of je dat met gouden lepeltjes kunt eten, maar ik weet wel nog hoe heerlijk ze smaakt na een lange tocht – ook al eindigt dis altijd te vroeg.

Roefel revisited

Roefel revisited

Roefel, al voor de 15e keer. Dat Essen in 1994 ook een Roefel kreeg, reken ik bij één van mijn eerste politieke verwezenlijkingen. Nogal wat Essenaren keken in het begin van de jaren 1990 jaloers naar Kalmthout, waar de Roefeldag een groot succes was. Met het toenmalige Jeugdraadbestuur gebruikten we die afgunst (ik herinner me dat “Broer” er ooit een cartoon van maakte) als hefboom om niet alleen een Roefel te krijgen, maar meteen een volwaardige jeugddienst. Het schepencollege probeerde nog wel wat nepoplossingen uit, maar die leverden nooit een Roefel op – waarmee ons gelijk dus bewezen was. Frans Schrauwen, schepen van jeugd, voelde (toen nog ?) goed aan wanneer een bocht onvermijdelijk was, en wist daarvan meestal dan ook nog het beste te maken. Zodat uiteindelijk Josée Van Doren de gemeentelijke jeugdambtenaar werd. In principe maar deeltijds, want zoveel werk kon dat nu toch niet zijn. Maar wij wisten beter (en Josée ook), zodat we al snel een volwaardige jeugddienst hadden.

De hefboom had dus gewerkt, en dankzij een dynamische en enthousiaste stuurgroep kwam er vervolgens natuurlijk ook écht een Roefel. Die al snel uitgroeide tot een groot succes, en daaronder in meer recente tijden ook een beetje bezweek. De zware organisatie, de teruglopende medewerking van de middenstand (vaak begrijpelijk, soms ook niet) en ook wel een beetje het déjà vu-gevoel bij medewerkerd en deelnemers lagen daar wellicht mee van aan de grondslag. Denk ik, want ik heb Roefel altijd meer vanop een afstand gevolgd. Al ben ik nu toch al weer een aantal jaren de “officiële” fotograaf van het gebeuren.

Dit jaar was het nog eens een Roefel “zoals vroeger”, met heel wat activiteiten in winkels en bedrijven en met een trefpunt in elke wijk. Hier en daar zat er wel een schoonheidsfoutje in, en het hele apparaat geraakte ook niet helemaal op kruissnelheid wegens een kleiner aantal kinderen dan verwacht. Maar dat neemt niet weg dat het allemaal erg degelijk georganiseerd bleek (de jeugddienst met Kris en Robin toonde aan dat ook de opvolging van Josée nog altijd bergen kan verzetten, en de stuurgroep met oudgedienden en meer recente nieuwkomers had duidelijk ook het beste beentje voorgezet – jammer genoeg deden enkelen onder hen dat voor de laatste keer).

Bovendien geeft de “blik achter de schermen” van de grote mensenwereld echt wel een meerwaarde aan het geheel. Als fotograaf was ik goed geplaatst om dat te zien. Ik hoop dat er volgend jaar, eventueel in een wat gewijzigde vorm met minder trefpunten, toch nog eens op hetzelfde elan wordt verdergegaan. Al zal ik het niemand verwijten als dat niet zo zou zijn en er opnieuw voor een beperkte formule wordt gekozen, want net als in de vorige eeuw blijft Roefel een hele uitdaging.

Wie benieuwd is naar de foto’s vindt ze hier.

44

44

Oozen burgemjester zet zoewmar in de gemjentelijke berichte dattem gin Esses kan. Da’s straf, stelt uw is veur dat de kunnigin beveurbeld zou zegge dazze gin Vloms kan… Nou muttek jerlijk toewgeve dakkik wok ni jellemoal Esses proat gelak asda zou moette. Mijn ouwers zen van Wezel en Loenout, en ik zen nog nen tijd in Wogstroaete nor ’t school gewist (’t Seminorrie, jaja) : doar zegge ze dasiet ni goe vijne aszet ni goe vinne ! En op den tellevies worde veural Antweirps en dan lekket al rap of dache da dan mar moet overpakke; ’t Esses is wok van zen eige al ni zoew een duidelijk dialect : ’t is West-Broabaants mej toch wok Wost-Broabaantse invloede (gelak as “wer” op ’t ende vanne zin). En binnenet West-Broabaants zittet Esses op de greis tusse Markiezoats, Baroniejs en Antweirps. Veurbij de Nimoer en ’t Aachterbroek proate z’echt Antweirps (dus klappe ze’t,…) mar ier dus niej. Daddis dan wok nog is een bitje menneneigen theoriej, want achet opzukt vind ooveral nen aanderen uitleg. Kem gewort dazze veur achtonderdveftig joar Esse ’t jen en ’t aander gon opschrijve over ’t Esses, en da lekt me wel een goej initjatief. ’t Zou sunt zen da binne feftig joar nimant mjer wet oewachier echt mut proate.

Ondertusse vroagdew mesgint af worrom dakier in ’t Esses zen beginne schrijve, want makkelijk is da niej. Wel, van ’t wiekent was ’t karnaval. En karnaval, daddis in ’t Esses te doen. ’t Was al de vierenvjertigste kjer, en bij de karnaval is daddeen spesjioal getal, vier kjerren elf (oewattadammel begonnen is, da kund’ ier leze in wofdstuk tien). Zelf zennekniej zoewne karnavalvierder, al zennek wel nor de stoet gon zien (niej el de stoet, want webben wok in ’t cafej gezete). Mor karnaval is natuurlijk jel veurnoam veur Esse. Doar emme zoveul meesse zoveul leut mej, dat dad altij mut blijve bestoan !