Uitgelezen

Uitgelezen

Op 14 april schreef ik hier over het stapeltje boeken dat op mij lag te wachten. Heb ik dat lijstje ondertussen afgewerkt ? Bijna. Alleen het eerste boek, dat over ruimtelijke ordening, is nog niet helemaal uit. Wat meteen aantoont dat ik de volgorde niet heb gerespecteerd…

Wat heb ik dan wel gelezen ? Het boek over De Wever heb ik in één keer uitgelezen. Dat ik daardoor op de betrokken avond te laat in mijn bed lag, moet voor wie mij kent meteen duidelijk maken dat ik het bijzonder boeiend vond. Het deed me denken aan de epische beschrijvingen die Hugo De Ridder destijds van de politieke crisissen in dit land maakte. Een blik achter de schermen, met zeer veel relevantie voor wat zich vóór de schermen afspeelt. Een blik ook op de meest relevante Vlaamse politicus van dit moment, ook al blijkt burgemeester van Antwerpen “zijn” een ander vak dan het “worden”. Een boek dat al wie naar de “moeder van alle verkiezingen” in 2014 uitkijkt gelezen moet hebben – en dat overigens ook leert dat een briljant strateeg wat geluk nodig heeft, zoals de ook nogal doorgewinterde tegenstander van De Wever, premier Di Rupo, de voorbije weken tot zijn vreugde mocht vaststellen.

Ik las ook Meneer de Burgemeester en herkende een ambt en een dorpspolitiek uit een afgesloten verleden, dat jammer genoeg soms nog doorleeft in de mentaliteit – en ook al eens in het kiesgedrag. Een verleden van individueel dienstbetoon en burgemeesters die -afhankelijk van het perspectief- met gezond boerenverstand of dictatoriaal gebrek aan inzicht af en toe hun gemeente opstuwden in de vaart der volkeren, daarbij het dagelijks bestuur overlatend aan wie dat toevallig op zich nam (de secretaris, een schepen, desnoods de pastoor). Ik raad het boek aan onze burgemeester aan, als hij het al niet gelezen heeft. Ik weet zeker dat hij blij zal zijn dat hij de sjerp in de 21e eeuw mocht omgorden, ook al was het ambt vroeger wellicht eenvoudiger en vooral veel dankbaarder.

Ook het boek van Herman Suykerbuyk heb ik doorworsteld. De hermetische schrijfstijl en soms gespannen verhouding van de teksten met de regels van de Nederlandse grammatica maakten dat niet eenvoudig. Maar het blijft interessante lectuur, die me er nogmaals van overtuigde dat een democratie goede volksvertegenwoordigers nodig heeft, op alle niveaus. Als tegengewicht voor de uitvoerende macht. En dat Herman Suykerbuyk er zo één was. Un bon député de campagne. Meer moet dat niet zijn.

Overigens belandde een boek dat niet in mijn stukje stond in april alsnog bovenaan de stapel. The Ancestor’s Tale van Richard Dawkins wurmde zich bij het lezen van een Wikipedia-artikel in het “must read”-lijstje (het boek bestaat ook in het Nederlands, als “Het verhaal van onze voorouders”). Terecht, want het is een zéér sterk boek. Het volgt de evolutie in omgekeerde richting, waarbij het telkens op zoek gaat naar de laatste gemeenschappelijke voorouder van achtereenvolgens de mensen, de mensen en chimpansees, de mensen, chimpansees en gorilla’s… om zo na veertig stappen (wonderbaarlijk weinig) bij de oorsprong van het leven te belanden. De militant atheïstische Dawkins stopte er enkele (terechte) sneren naar het creationisme in, maar dat zijn niet meer dan voetnoten in een werk dat vooral het wonder van de evolutie uitlegt en illustreert. Dat hij het formaat van het boek aan de Canterbury Tales ophangt, geeft aan dat het boek ook enige literaire ambities heeft, en dit wat mij betreft ook vervult. Non-fictie van de bovenste plank.

Dat ik Strange Rebels ging lezen stond wel in het aprillijstje. Het jaar 1979 wordt daarin bekeken vanuit het perspectief van het aantreden van Deng Xiaoping in China, Margaret Thatcher in het Verenigd Koninkrijk en Ayatollah Khomeiny in Ira. En het jaar van het eerste bezoek van paus Johannes-Paulus II aan Polen. Verschillende, maar boeiende verhalen, al gaat het leggen van verbanden al eens ten koste van de diepgang.

Wat China betreft, heb ik dat dan later goedgemaakt door China’s War with Japan 1937-1945 te lezen. Een vergeten stuk van de Tweede Wereldoorlog, met een warrig verloop waarbij de overwinnaar (Chiang Kai-shek) zo goed als geen veldslagen won en vier jaar na de oorlog enkel nog over Taiwan regeerde. Maar wel een stuk van die oorlog dat wellicht voor de afloop van de strijd tegen Japan minstens zo belangrijk is geweest dan de eilandenstrijd die op Pearl Harbour volgde. En een strijd die een zeer grote invloed had op het land dat het wereldtoneel ondertussen mee domineert. Waar trouwens de visie van Kai-shek uiteindelijk vermocht wat zijn troepen niet konden : China domineren.

De Spycker heb ik ook nog niet helemaal uit. De stapel is dus nog niet helemaal verwerkt. Maar ik ben toch al een heel eind gevorderd. Een productieve vlaag van leeswoede, geholpen door lange treinreizen (en vliegreizen soms ook). Die me er ook aan herinnert waarom ik onze bibliotheek een belangrijke instelling vind, zonder er zelf te komen…

Reageren is niet mogelijk.