Achter het gordijn

Achter het gordijn

Een conferentie in Slovenië die een spreker zocht over “Green Jobs” en de EPSCO-ministerraad die voor de zesmaandelijkse informele bijeenkomst naar Litouwen trok, maakten dat ik twee weekends heb doorgebracht in twee landen die er een paar gelijkenissen op nahouden. Beide landen waren de eerste om uit het staatsverband te stappen waar ze na de Tweede Wereldoorlog onder het communisme in beland waren, respectievelijk de Sovjetunie en Joegoslavië. Beide vochten daarvoor in 1991 een korte onafhankelijkheidsoorlog uit. In twee gevallen een beperkt conflict, met 9 Litouwse en 19 Sloveense dodelijke slachtoffers, maar waarvan de impact op de geschiedenis veel groter zou zijn. Een korte oorlog die vooral in Slovenië grotere wonden sloeg dan ik me bewust was, met name omwille van de nooit echt verteerde Tweede Wereldoorlog. En ook, natuurlijk, omdat in Kroatië, Bosnië en Kosovo later bleek dat het vele erger had kunnen zijn.

In Slovenië had ik dankzij mijn EMCO-collega’s het voorrecht om enkele dagen in een bergdorp bij het meer van Bohinj te verblijven, in een omgeving met prachtige natuur, waar het meer en de bergen bovendien voor wat afkoeling zorgden. Er reden veel wagens met Nederlandse en Belgische nummerplaten rond – voor één keer meer rood-witte dan zwart-gele. Blijkbaar hebben veel mensen al ontdekt dat er ook nog Alpen liggen voorbij waar vroeger het IJzeren Gordijn liep. Terecht, want Slovenië moet helemaal niet onderdoen voor de buren. De onvermijdelijke volksmuziek in Oberbayernstijl die overal weerklinkt (en die zich alleen in de taal onderscheidt van het Duitse equivalent) moet je er dan maar bijnemen.

Overigens is Slovenië zeer actief met het behoud van die eigen prachtige natuur bezig – zo is alle gemotoriseerd verkeer op het meer verboden. Het land ziet daarin ook een belangrijk economisch potentieel. Dat Essen een belangrijk stuk van zijn natuurpracht aan een Sloveense (Jelena Kovačič-De Belder) heeft te danken, is wellicht geen toeval…

Met een bezoek aan Vilnius rondde ik het trio Tallinn-Riga-Vilnius af. Ik vrees een beetje dat ik Vilnius het minst mooie van de drie vond, al kan dat ook gewoon met het weer te maken hebben. En met de ligging in het binnenland, wat me sowieso wat minder aanspreekt. Maar het blijft een prachtige stad, die voor mij heel Pools aandoet. Niet alleen omwille van de talrijke kerken. Zoals in Estland en Letland bezocht ik ook in Litouwen het museum dat aan de Sovjetbezetting herinnert, met name aan de activiteiten van de KGB. In dit geval ook gehuisvest in het voormalige gebouw van de Geheime Sovjetdienst. Compleet met een goed bewaard cellenblok.

In 1938 verdeelden Nazi-Duitsland en de Sovjets Polen en het Balticum onder elkaar. Dat leverde de regio afwisselende bezettingen vanuit het Westen en het Oosten op. Een moeilijk hanteerbaar verleden, maar vooral economisch maakten ze vanaf 1990 een heldere breuk. Vandaag zijn de Baltische landen degene die in de economische crisis de sterkste veerkracht vertoonden (en Polen wist de crisis zelfs zo goed als helemaal te ontwijken).

Daar ligt dan een verschil met Slovenië : dat pakte de overgang minder intelligent aan, en liet zich iets te veel door de corporatistische buren in het Westen inspireren. Dat bezorgt het land nu iets minder goede papieren. Maar ik twijfel er niet aan dat beide “kleintjes” in het verenigde Europa van vandaag en morgen hun mannetje wel zullen staan.

Reageren is niet mogelijk.