Archief van
Categorie: Religie

Anders

Anders

“Waarom is deze avond zo anders dan alle andere avonden ?” – het is een vraag die bij het joodse paasfeest hoort.  Maar het voorbije weekend hoorde ze wellicht nog beter thuis bij het orthodoxe paasfeest, met name bij de paasnacht in Griekenland.  Dat vraagt enige context.  Normaal vieren de Grieken Pasen met familie en vrienden, en vooral : niet in de stad.  In Groot-Athene wonen 3,7 miljoen mensen (op een totale Griekse bevolking die ongeveer gelijk is aan de Belgische), maar met Pasen loopt het leeg : iedereen trekt naar “het dorp” waar hun familie vandaag is, en/of naar een buitenverblijf, aan de kust of elders.  Daar wordt gewacht tot middernacht op Paaszaterdag, wanneer iedereen zich vóór de kerk verzamelt totdat de priester de verrijzenis van Christus aankondigt, wat begroet wordt met vuurwerk.  Iedereen neemt dan het licht van de Paaskaars mee naar huis, waar vervolgens gegeten en gedronken wordt (met name de traditionele paassoep, waarvan het recept beter achterwege blijft).  ’s Anderendaags verzamelen families en vriendengroepen zich rond een lam of geit aan het spit, begeleid met muziek, dans en (veel) wijn.  Athene ? Daar valt die dagen helemaal niets te beleven.

Maar deze keer was alles dus anders.  De Griekse overheid was er zich heel goed van bewust dat het een moeilijk weekend kon worden.  Het werd nog explicieter dan in de weken voorheen verboden om naar “den buiten” te trekken, met controles op alle uitvalswegen op de steden.  De massale politie-aanwezigheid leidde uiteindelijk tot 51 boetes.  Alle kerken (en wie er ooit geweest is weet hoeveel er dat zijn) gingen op slot.  De politie is een keer of 5 moeten tussenkomen, maar verder vond elke kerkdienst (en zoals bij ons in de goede week zijn er dan nogal wat, bovendien met een minder groot priestertekort wegens een minder streng celibaat) achter gesloten deuren plaats.  En om middernacht vierde zowaar Athene Pasen, met kaarslicht en vuurwerk vanop de balkons.  Wat voor een uniek gevoel van samenhorigheid zorgde in een stad die daar in het algemeen niet voor bekendstaat, wat niet zo vreemd is voor een snel gegroeide en zeer dicht bevolkte stad, met een ruimtelijke ordening die wellicht nog slechter is opgevat dan we in Vlaanderen gewoon zijn (en dat wil wat zeggen).

Dat het “wonder van Pasen” uiteindelijk zo gemakkelijk tot stand kwam, past wel in het verhaal van Griekenland tijdens de coronacrisis.  Een land dat na jaren van zware economische crisis snel en doortastend besloot om de economie grotendeels stil te leggen en om de grenzen te sluiten (in een land dat voor 30% van zijn BBP afhankelijk is van toerisme).  Zonder dat er meteen een binnenlands “draagvlak” voorhanden was, want er waren nauwelijks gevallen van corona bekend.  Wat wel hielp was dat de toestand in Italië dat draagvlak creëerde, aangezien dat land zowat het “referentiebuitenland” is.  Zoiets als Nederland voor Vlaanderen, of Frankrijk voor Wallonië.  Vervolgens werd er net zoals bij ons voor gekozen om in de eerste plaats wetenschappers vooruit te schuiven in de communicatie, en met Sotiros Tsiodras heeft Griekenland daarbij ook nog eens het geluk dat het over iemand beschikt die nog sterker en (geloof)waardiger dan de (ook al onvolprezen) Marc Van Ranst en Steven Van Gucht uit de hoe komt.  Waarbij de inspanningen ook resultaten opleveren : Griekenland telt ongeveer 50 keer minder coronaslachtoffers dan België.  Op de dagelijkse persconferenties worden ze in eenheden geteld, niet in tien- of honderdtallen.  Dat is uiteraard  zeer belangrijk voor een gezondheidssysteem dat structureel langs alle kanten rammelt én zware klappen kreeg tijdens de economische crisis – al kan het wel bogen op erg goede dokters; wie bij ons in een willekeurig ziekenhuis de namenlijst van specialisten overloopt, komt daarbij onvermijdelijk Griekse namen tegen.

Een situatie waar het land ook moet uit put, die het gemakkelijker maakt om de maatregelen vol te houden.  En zo herontdekt een vaak zwaar verdeeld land de kern van sociale cohesie die nooit weg was, maar al te vaak versmacht leek in een cliëntelistisch politiek systeem, met een bureaucratie die jaren achterloopt en waarbij radicaal populistisch opbod niet wordt geschuwd.  En ja, het vervult de Grieken met lichte trots dat ze nu plots het gidsland zijn.  Al blijft dat uiteraard gedempte trots, want het gaat over een pandemie.

Natuurlijk is er ook wat toeval mee gemoeid.  Grieken gaan niet op skivakantie in Italië of Oostenrijk (ze kunnen in eigen land skiën indien gewenst), carnaval valt wegens de orthodoxe kalender een week later dan hier en kon nog worden gestopt, … Maar toeval speelde ook bij de economische crisis een rol, dus het daar nu helemaal op steken zou erg onfair zijn.

En zo werd Pasen 2020 in Griekenland een dag als geen andere.  Waarbij de barbecue op het balkon in de stad werd uitgestald, of een spit werd geïmproviseerd, desnoods in de open haard.  Ik vermoed dat de vleesgeur in Athene voor één keer die van uitlaatgassen zal overstemd hebben.  En waarbij de “verrijzenis” ook een beetje een andere betekenis kreeg.  Tijdens de coronapersconferentie werd gezegd dat Pasen 2020 wellicht in de eerste decennia niet meer zal worden vergeten, en mogelijk nog langer.  Dat denk ik eigenlijk ook.  En ik hoop dat het gevoel van samenhorigheid ook nog lang zal meegaan.

Ik heb hier de laatste weken blijkbaar meer over Griekenland dan over andere onderwerpen geschreven.  Dat is ook toeval, maar het is vandaag ook gewoon gezond, denk ik, om even weg te dromen.  Het weze me vergeven.   

Hoog bezoek

Hoog bezoek

In de traditionele hiërarchie van de christelijke patriarchen staat die van Rome (beter bekend als de paus) op één.  De patriarch van Constantinopel staat op twee, en dan volgen die van Alexandrië, Antiochië en Jeruzalem.  De paus heb ik nog nooit in levende lijve ontmoet, maar de nummer twee bracht de voorbije week een bezoek aan de Benelux, en dus zijn we zaterdag nog eens naar de (orthodoxe) Kathedraal van de Heilige Aartsengelen getrokken in Brussel.  Voor een vesperviering, waar net als in het voorjaar ook kardinaal De Kesel aanwezig was.

Het bezoek van “Zijne Alheiligheid de Aartsbisschop van Constantinopel, Nieuw Rome en Oecumenisch Patriarch” vond plaats ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het orthodoxe aartsbisdom.  Want tussen de nummer één en twee op de lijst gaapt uiteraard het schisma van 1054.  Sindsdien zijn er twee kerken die zich de „ene heilige katholieke en orthodoxe kerk” noemen – desondanks kent iedereen de ene als de katholieke en de andere als de orthodoxe kerk.  En hoewel beiden de formele hiërarchie erkennen, met de patriarch van Rome als „primus inter pares”, verschilt sindsdien hun mening over wat dat juist inhoudt.

Omdat de band met Rome dus verbroken is, is sindsdien de patriarch van Constantinopel de eerste onder de orthodoxe patriarchen.  Daar ontleent hij niet zo veel formeel gezag aan – het zou nogal vreemd zijn als de grootste tegenstanders van het pausschap een paus zouden aanstellen, uiteraard.  Maar moreel gezag heeft patriarch Bartholomeus wel, ook al omdat hij de functie ondertussen al 28 jaar uitoefent.  En (veel) verder kijkt dan de kleine gemeenschap gelovigen die hij in Istanboel overhoudt nadat de Grieken (en bij uitbreiding alle christenen) daar in enkele opstoten de voorbije 100 jaar werden verdreven.

Zo staat Bartholomeus bekend als de „groene patriarch”, een feit dat ook metropoliet Athenagoras van de Benelux in herinnering bracht zaterdag.  Dat deed hij in een drietalige toespraak, en ik vermoed andermaal dat ik één van de weinigen was die zowel het Nederlands, het Frans als het (dominante) Grieks kon volgen.  Ook al sprak hij in een op straat nooit gebezigde formele en verouderde variant van het Grieks – het klonk alsof iemand in het Frans voortdurend de passé simple en de subjonctif passé zou gebruiken, of inderdaad alsof de taal die je bij ons in oude kerkteksten terugvindt plots in een toespraak zou belanden.  De patriarch antwoordde in een veel natuurlijker klinkend Grieks, en een zeer aanvaardbaar Frans.  Dat hij zich onthield van enig fonetisch pausaardig Nederlands kan hem verder alleen ten goede worden geduid.

We zaten een dikke drie meter van de patriarch verwijderd – nog iets dat met de nummer één op de patriarchenlijst geen evidentie zou zijn, en zagen een mooie en naar orthodoxe doen korte viering.  De langere versie was voor zondag, maar die dag hebben we aan het vieren van onze eerste huwelijksverjaardag besteed.  Met mijn ouders en onze getuigen, en zonder patriarch.  Het was dan ook de verjaardag van ons burgerlijk huwelijk – onze „tweede” huwelijksverjaardag volgt zondag.  Kwestie van de teller wat sneller te laten lopen…

En patriarch Bartolomeus ? Die ging een tiental dagen lang netwerkend van parochie tot parochie en van koningshuis tot koningshuis.  Gelukkig vond hij ook tijd voor een wandeling in de bossen van de Ardennen.

Gekluisterd

Gekluisterd

Ik heb de voorbije jaren regelmatig een Grieks-orthodox klooster bezocht.  Dat zal wellicht niemand verbazen.  Vele zijn een bezoek ook meer dan waard.  Maar tot dit weekend was ik er nog nooit met de fiets naartoe gereden.  Ik werd er ook nog nooit in het Nederlands verwelkomd.  Om er vervolgens alsnog in het Grieks te worden rondgeleid…

Je hoeft er Brabant niet eens voor te verlaten.  Het enige Grieks-orthodoxe klooster van de Lage Landen bevindt zich in De Peel, bij Asten (er zijn er nog enkele Russisch-orthodoxe).  Als je van knooppunt 45 naar 89 fietst, duikt het in de maïs op.  We ontdekten het bestaan ervan toen we op zoek waren naar de tekst van de orthodoxe huwelijksviering in het Nederlands.  We besloten een bezoek te brengen, maar daar was nog enige planning voor nodig.  Uiteindelijk kozen we voor een weekendje in Deurne – er zijn hier in de omgeving twee Deurnes, waarvan één dus een charmant dorp in Nederland is.  Mocht het ooit van pas komen : De Zoete Zonde is een uitstekende bed and breakfast.  Met gehuurde fietsen reden we door de velden en de bossen richting Asten, uiteraard gebruik makend van de onvolprezen knooppuntenroutes.  En zo belandden we bij het klooster van de Geboorte van de Moeder Gods – al wie weet wanneer Essen-Kermis valt, weet meteen ook wanneer het klooster zijn jaarlijkse feestdag viert.  We werden door een Nederlandse zuster naar de kapel geleid, waar we haar Griekse medezuster ontmoette die ons het verhaal van het klooster, de kapel in het voormalige kippenhok en de mooie kloostertuin deed.  Ze zijn nog met vier, de zusters : naast de twee al genoemde nog één met een Amerikaanse en één met een Zweedse afkomst.  De Griekse zuster bleek afkomstig uit Athene, maar serveerde de koffie op zijn Nederlands en met bijhorend plakje cake.  Of hoe Griekse en Brabantse gastvrijheid elkaar vinden…

Wie de “richtingenstrijd” tussen de christenen in Nederland een beetje kent, weet dat één van de belangrijke vragen “des onderscheids” die is naar welke Bijbelvertaling wordt gebruikt : de “conservatieve” Statenvertaling of een wat vernieuwde variant ervan, de “katholieke” Willibrordvertaling… De zuster vertelde ons dat ze ooit de vraag kreeg welke vertaling zij gebruikte.  Haar antwoord dat ze de originele (Griekse !) tekst verkiest bleek maar moeilijk tot de Nederlandse bezoekers door te dringen…

Dankbaar voor de gastvrije ontvangst reden we van het bescheiden klooster terug naar het al even bescheiden Deurne, en vonden daar een uitstekend… Grieks restaurant.  Waar we bediend werden door Grieken die aangaven dat ze er maar erg weinig landgenoten op bezoek kregen en dus besloten om ons (ik werd meteen geadopteerd) op iets te veel glaasjes ouzo te trakteren.  We aten er erg lekker (alweer, wie ooit in de buurt zou komen…), en dankzij de wijn en dus de ouzo konden we nadien het optreden van een Brabantse would-be Freddie Mercury op het dorpsplein ook nog net waarderen (of toch minstens uithouden).  Op zondag fietsten we naar de Deurnsche Peel en wuifden Deurne met een welgemeend “houdoe” terug uit.

Beeld in het bos

Beeld in het bos

Het beeld van de Heilige Lutgardis van Tongeren, dat tot voor kort in de kapel van het Redemptoristenklooter aan Rouwmoer stond, kan sinds gisteren bewonderd worden in de kloostertuin aldaar.  De overplaatsing gebeurde op initiatief van het Davidsfonds, met name van de onlangs overleden Stan Van Den Bergh.  Het houten beeld, van de hand van een Essen-Oldenburgse kunstenaar, werd door het gemeentebestuur van onze Duitse zustergemeente destijds immers aan het Essense Davidsfonds geschonken.

De Heilige Lutgardis (1182-1246) zou u kunnen kennen als patrones van de Vlaamse Beweging.  Die eer verwierf de mystica ze omdat ze tot Onze-Lieve-Vrouw bad om nooit Waals te moeten spreken, hoewel ze in abdijen ten zuiden van de (toen erg diffuse) taalgrens verbleef – onduidelijk is of haar gebed ook werd verhoord – over een eventueel beroep bij de Raad van State is er al helemaal niets bekend.  Ze wordt ook aangeroepen om de vruchtbaarheid te bevorderen, waarvoor het onder meer helpt om in haar stoel plaats te nemen, die dan weer bekend staat als het oudste meubelstuk van België.  En die zich ook ten zuiden van de taalgrens bevindt.

Dat weet ik allemaal uit Wikipedia, maar het werd gisteren ook toegelicht door Jos Van Loon, de architect die de mooie nieuwe behuizing van het beeld ontwierp.  En blijkbaar komt al die kennis uit een betrouwbare bron, wat voor heiligenlevens op zijn zachtst gezegd niet altijd het geval is.  Ze raakte overigens ook voorbij onze contreien bekend, wat blijkt uit het feit dat ze door Goya werd afgebeeld.  Maar dat werd er gisteren dan weer niet bijverteld, kwestie van het mooie Duitse houtsnijwerk niet in de schaduw te stellen, wellicht.

Gisteren, dat was op de 11 juliviering die het Essense Davidsfonds organiseerde.  Een geslaagde poging om opnieuw aan te knopen bij de traditie om Vlaanderens feest in Essen ook wat “inhoud” te geven, die door het gemeentebestuur een aantal jaren geleden werd losgelaten.  We kregen eerst een toelichting over de vervlaamsing van het College van het Eucharistisch Hart, waar we te gast waren, door de specialist ter zake die in het dagelijks leven ook burgemeester van Essen is.  En vervolgens mocht de net gepensioneerde Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans zijn verhaal brengen – en zo het boek waarin zijn zoon dat optekende promoten.  Peumans bleek een uitstekend verteller.  Een politicus ook met veel respect voor wie zijn mening of partijkaart niet deelt (die twee zaken overlappen bij hem bovendien niet noodzakelijk).  Een oud-KSA’er, wat ook hijzelf een essentieel kenmerk vond.  En iemand die zichzelf weet te relativeren, ook erg belangrijk.  Dat hij af en toe enkele data door elkaar haalde weze hem vergeven, al kan hij zich dat als doctor in de geschiedenis in spe toch misschien wat minder permitteren.  Peumans illustreerde zijn verhaal met foto’s, maar sloeg het beeld over waarop hij in carnavalsplunje te zien was.  Misschien had hij toch wat opzoekingswerk moeten doen alvorens van het verre Riemst naar het nog verdere Essen af te zakken, want de carnavalstraditie is in dit land wellicht wijder verspreid dan hij besefte.  Een mens kan niet alles weten.

Het werd een geslaagde avond, muzikaal omkaderd door het onvolprezen Essense ensemble Cantores, want bij nationale feesten hoort ook gezang.  Al gaat Vlaanderen het dit weekend qua stemmige samenzang toch moeten afleggen tegen Estland, waar de vijfjaarlijkse Laulupidu plaatsvindt.

Drievuldigheid

Drievuldigheid

De kardinaal, de koning én Anuna De Wever.  Geen van de drie had ik ooit in levenden lijve ontmoet.  Niet dat ik er meteen naar op zoek was, want alvast de beide eersten vertegenwoordigen instituten waartegenover enig wantrouwen over het algemeen gepast is.  Desalniettemin heb ik het dus in één weekend goedgemaakt.  Nu, van koningen en kardinalen zijn er meerdere exemplaren, dus moet ik eigenlijk “een kardinaal” en “een koning” zeggen.  En de persoon die die laatste functie hier ten lande invult, die had ik wél al eerder gezien.  Maar dat telt dus niet, want toen was hij nog geen koning.  En “de kardinaal” klinkt deze week ook wat vreemd, want van zo lang ik mij herinner was er ook maar één persoon die zich alhier “dé kardinaal” mocht noemen.  Die man, Godfried Danneels, overleed deze week.  De man die wellicht dichter bij het pausschap geraakte dan enig ander Vlaming sinds Adrianus VI, en die de historische overgang van het almachtige kerk-instituut naar een meer menselijke maar ook veel meer feilbare variant mee-maakte.  God hebbe zijn ziel.

Vandaag is “de kardinaal” Jozef De Kesel.  En die was deze zondag, samen met de koning dus, één van de eregasten op de viering van de Zondag van de Orthodoxie, in de Kathedraal van de Heilige Aartsengelen in Brussel.  Als u die niet weet te situeren, dan kan u dat vergeven worden, want aan de buitenkant verraadt niet zo heel veel het karakter van kathedraal.  Maar in dat gebouw aan de Stalingradlaan in Brussel zetelt de metropoliet van het aartsbisdom België en exarch van Nederland en Luxemburg, het hoofd dus van de Orthodoxe Kerk in de Benelux.  Dat aartsbisdom bestaat dit jaar 50 jaar.  Vandaar de uitzonderlijke feestviering.  De orthodoxe kerk in ons land is vooral een Griekse kerk – ook al omdat de meeste andere orthodoxe kerken er Griekse wortels op nahouden (en de Russisch-Orthodoxe Kerk zich wat meer afzijdig houdt van de orthodoxe eenheid).  Die Griekse band is, dat had u al begrepen, ook wat ons naar de kathedraal leidde.  Om daar een zeer plechtige, want orthodoxe, viering bij te wonen, in een hele reeks talen – voor zover ik ze kon identificeren minstens Nederlands, Frans, Grieks, Russisch, Roemeens en vermoedelijk Arabisch en/of Aramees.  Die laatste zijn de twee talen die door de Syrisch-Orthodoxe Kerk worden gebruikt, maar ik ben niet meteen in staat om het onderscheid tussen beide te horen.  Een kerk trouwens die bewogen jaren achter de rug heeft, en waarvan een aantal leden in ons land hun toevlucht zochten – met alle politieke gevolgen van dien.  Ik hoop vooral dat ze hier een thuis vinden waar ze ook hun geloof vrij kunnen beleven.

Of het ter ere van De Kesel was, weet ik niet, maar zowel de geloofsbelijdenis als het onzevader werden in het Nederlands gebeden.  Het verbaasde mijn vrouw dat ik niet alleen die laatste, maar ook de eerste tekst (de klassieke “twaalf artikelen van het geloof”) zo ongeveer woord voor woord kon mee opzeggen.  Niet helemaal letterlijk, want zoals ik hier al eens heb uitgelegd zijn er precies drie woorden verschil (“en de Zoon”).  Ik vond het zelf dus minder verbazend – maar de verschillen tussen beide kerken worden begrijpelijkerwijs dan ook sterker door de Orthodoxe dan door de Katholieke Kerk benadrukt.  Wie door de wat hermetische rituelen en de oud-Griekse taal heen kijkt, ziet trouwens structureel ook weinig verschillen tussen de eucharistie zoals ik ze zondag mee beleefde (eigenlijk de eerste keer dat ik een volledige orthodoxe eucharistieviering bijwoonde) en die volgens de Romeinse ritus zoals die bij ons gebruikelijk is.  De gebruikte Byzantijnse ritus, indien gecelebreerd door een katholieke priester, is overigens op zich een geldige katholieke ritus.  Maar misschien volgt u mijn theologische uitweidingen ondertussen niet meer.  Laat ik het er dan maar op houden dat ik het wel bijzonder vond om getuige te zijn van deze bijzondere viering.

De metropoliet (een Vlaming, overigens) vermeldde in zijn homilie op het einde van de viering dat hij ooit nog les had gekregen van De Kesel.  Waardoor ik me afvroeg of de kardinaal daar dan met enige trots op terugkeek, of toch vooral betreurde dat zijn toenmalige leerling (wiens vader orthodox priester was, het weze gezegd) het “rechte pad” niet had gevolgd.  In elk geval vond ik de aanwezigheid van de kardinaal een mooi gebaar naar de “zusterkerk” toe, meer nog dan van het koningshuis dat er nu eenmaal, als het zin wil hebben, voor iedereen moet zijn.

Na de viering was er nog iets kleins te eten – met een aangepast “menu” wegens de Vasten, die een stuk strenger is dan de katholieke : ook op zondag geen vlees, vis, eieren of olie (voor wie zich zorgen maakt : als u ooit in Griekenland zou “moeten” mee vasten, kan u zich nog steeds te goed doen aan een rijke keuze van zeevruchten…).  Voor enkele dansoptredens zijn we niet gebleven, want we hadden later op de dag nog een portie Griekse cultuur op het menu staan, met een zeer gesmaakt optreden van Lavrentis Machairitsas en Nikos Portokaloglou in de Madeleinezaal in Brussel.  Een heel stuk profaner, met ook een nog sterkere Griekse aanwezigheid dan ’s morgens in de kerk.  Het gemak waarmee twee “rockers” van hun eigen repertoire overschakelen naar de volksmuziek van hun land (en weer terug) verbaasde me al niet meer, maar het maakt me wel jaloers op een rijke muziektraditie die we hier toch minder hebben.  Achter onze zaten enkele mensen die ik Grieks hoorden spreken met een vreemd, maar toch herkenbaar accent.  Later spraken ze Limburgs tegen elkaar.  Vandaar, dus.

En tenslotte… van “star struck” zijn heb ik weinig last.  Ook niet toen ik vrijdag dus Anuna voor een foto zag poseren in een Brussels metrostation.  Haar rol in onze samenleving van vandaag lijkt me minstens zo uitdagend als die van koning en kardinaal (of die van landelijke muziekheld…), en wellicht ook minstens zo moeilijk – maar daar kiest ze zelf voor.  Moge de wijsheid waarvoor zondag gebeden werd ook haar ten deel vallen.  Ze leek er alvast haar “cool” niet bij te verliezen, dat is al een goed begin.

Tegenvoeters

Tegenvoeters

Christchurch.  What’s in a name ? Net daar verloren bijna 50 mensen het leven omdat ze hun godsdienst wilden beleven.  Bij een vreselijke aanslag op twee moskeeën.  Waarschijnlijk mee mogelijk gemaakt omdat niemand hem voor mogelijk hield.  Natuurlijk is alleen de dader verantwoordelijk.  Dat hoeft zelfs geen betoog.  Maar ik vind sommige waarschuwingen over een klimaat dat soms rond de islam als godsdienst of moslims als medeburgers wordt gecreëerd wel terecht.  En ja, die waarschuwingen worden dan ook soms op hun beurt misbruikt om de islam tegen terechte kritiek af te schermen, of moslim-medeburger vrij te pleiten van alle fouten.  Net zoals de waarschuwingen tegen antisemitisme soms worden aangewend om kritiek op het beleid van Israël te delegitimeren.  Dat hoort niet, maar het verantwoordt ook niet alles.  Wie een sfeer schept waarin de kritiek op sommige aspecten van de islam, of sommige interpretaties ervan, of op het gedrag van een aantal mensen dat die godsdienst aanhangt, wordt veralgemeend tot een karikatuur, waarvan elke uiting moet worden uitvergroot en vervolgens bestreden, wie alleen nog in termen van “strijd” of “verzet” over de islam kan spreken, die moet zich ervan bewust zijn dat die woorden door sommigen al te letterlijk kunnen worden genomen.

Wie een “wij”/”zij”-verhaal brengt, loopt trouwens altijd het risico dat “wij” uiteindelijk gaan denken dat “zij” niet dezelfde basisrechten hebben als wij.  Of die “zij” nu “de moslims” zijn, “de rijken”, “de elite”, “de vreemdelingen”, of al wie toevallig niet denkt zoals “wij”… doet daarbij ten gronde niet ter zake.  Mensen tot één aspect van hun zijn reduceren, dat dan uitvergroten en hen vervolgens daarop afrekenen is moreel niet aanvaardbaar.  Een liberale democratische samenleving kan daarom niet anders dan te proberen dat “wij”/”zij” denken tegen te gaan – en de strijd tussen meningen te organiseren, niet die tussen mensen.  Maar soms lijkt het de verkeerde richting uit te gaan.

De Islamitische Staat mag dan wel (vooralsnog) verslagen zijn, het blijkt gemakkelijker haar soldaten te bestrijden dan haar wereldbeeld.  En dat lijken we haar nog te gunnen ook.

Vrijheid van godsdienst

Vrijheid van godsdienst

De filosoof Maarten Boudry, vaak één van de meer heldere denkers in het Vlaanderen van vandaag, bepleitte onlangs niet voor het eerst het einde van de godsdienstvrijheid. Ik vermoed dat ik niet de enige ben wiens oog op de tekst is gevallen, want het pastafarisme maakte na het verschijnen ervan enige opgang in Vlaanderen. Maar daar ging zijn tekst niet over, en ook niet over het hoofddoekenverbod.

Ik ben het vaak wel, maar vaak ook niet eens met Boudry. Ik ben bijvoorbeeld tegen een hoofddoekenverbod (en tegen elke hoofddoekverplichting, door wie ze ook wordt opgelegd). En dit pleidooi, om godsdienstvrijheid gewoon onder de algemene regels voor de vrijheid van meningsuiting te laten vallen, vind ik een moeilijke. Maar wel een boeiende, en de moeite waard om (ongehinderd door veel kennis ter zake) toch iets over te schrijven.

Geloof ik ? Ik ben ervan overtuigd ik dat een “positieve” kracht (die ik verder niet kan duiden) bijdroeg aan het ontstaan van het universum, en dat wij die kracht ervaren. Dat hebben mensen dan vertaald in godsdiensten. Ik zie die niet als “waarheid” (hoe zouden ze dat ook allemaal tegelijk kunnen zijn), maar ik voel me er wel cultureel mee verbonden, met name met de Abrahamistische monotheïstische godsdienst en in het bijzonder de katholieke (en de orthodoxe) variant daarvan. En ook wel met de atheïstische variant, zoals die historisch voortgekomen is uit het protestantisme, een traditie waartoe wellicht ook Boudry kan worden gerekend.

Mij als “gelovig” omschrijven, is dus wellicht een brug te ver. Godsdienst is in mijn visie dus een cultuuruiting, en de levenslessen of opinies die eruit voortkomen, zijn dus inderdaad een “mening”. Máár een mening. Maar er is wel een probleem : dat is alleen maar mijn visie. Voor wie écht gelooft, is godsdienst geen mening, maar een Hogere Waarheid. Is naar de mis gaan geen uiting van een mening, zelfs geen echte keuze, maar het vervullen van een religieuze plicht.

In die zin is godsdienstvrijheid overigens veel meer een opdracht voor de gelovige dan een “vrijheid”. Het is namelijk de plicht om te aanvaarden dat ook anderen een godsdienst hebben, en een andere Hogere Waarheid aanvaarden. En bij ons (jammer genoeg in de VS veel minder) houdt het ook de plicht in om te aanvaarden dat sommige mensen niet geloven. Die vrijheid om andermans geloof te aanvaarden is hoe dan ook een vorm van anomalie voor wie echt gelooft. En het is net die plicht die de godsdienstvrijheid oplegt, die ik de moeite van het behouden waard vind.

Ik ben het ermee eens dat uit die plicht soms rechten worden afgeleid, die niet rationeel te verdedigen zijn. Onverdoofd slachten is een goed voorbeeld : ik vind dat de overheid rekening moet houden met de religieuze gevoelens van zo veel mogelijk burgers, en die niet onnodig mag beperken. Een algemeen verbod op het branden van kaarsen zou in die zin wellicht weinig proportioneel zijn (er zijn veel grotere milieuproblemen om eerst aan te pakken). Maar een verbod op onverdoofd slachten is wel proportioneel, en hoort dus te worden aanvaard. En dan moet het voor iedereen gelden, gelovig of ongelovig. Dat er echter bij het bepalen van algemene regels extra naar godsdienst wordt gekeken, vind ik aanvaardbaar, net omdat tegenover de eigen godsdienstvrijheid altijd die van de ander staat.

Dat proportionaltiteitsbeginsel maakt ook dat het logisch is dat godsdiensten, in tegenstelling tot meningen, op hun relatieve belang worden beoordeeld. De hoofddoek, of we het nu willen of niet, is in de islam een vraagstuk – waar de meningen ook binnen die godsdienst over verschillen, maar dat wel onomstotelijk op tafel ligt. En de islam weegt kwantitatief en historisch zwaarder dan het pastafarisme. Het vergiet verdient dus niet dezelfde aandacht als de hoofddoek.

Στην Κρήτη

Στην Κρήτη

Ah, vakantie. Net zoals de vorige twee jaar trok ik naar de Mediterrane zon. Naar Kreta deze keer. Waar zowaar de meest zuidelijke stad van Europa terug te vinden is (Ierapetra). Ik moest even op de kaart kijken om het te geloven, maar het klopt. Dat ik er geen druppel regen heb gezien, zou dus niet moeten verbazen.

Wel veel zon, soms een beetje te veel zelfs. Caraïbische stranden. Zeer lekker en betaalbaar eten (wel opletten om niet van de ene toeristenval in de andere te duiken). Erg gastvrije mensen. Met Chania een zeer charmante stad aan de zee. En Knossos, een plek die als geen ander de titel “bakermat van de Europese beschaving” verdient, de zichtbare brug tussen het Egypte van de farao’s en de Grieks-Romeinse eeuwen. Wat ook maakt dat het archeologisch museum van Heraklion een unieke collectie heeft, die bovendien uitstekend wordt gepresenteerd. Wereldklasse.

Ook in kleine dorpjes vind je er bovendien een archeologisch museum met wat overschotjes. Wat Minoïsche potten, wat invoer uit het oude Egypte of de Cycladen, wat Hellenistisch beeldhouwwerk, enkele Romeinse beelden, iets uit de tijd van de vroege Arabische veroveringen, een Byzantijnse muurschildering, wat Venetiaanse versierselen en nog wat Ottomaanse overblijfselen. Ik vrees dat de Werkgroep Archeologie van de Essense Heemkundige Kring er alleen maar van kan dromen…

Overigens zijn zowel de Venetiaanse als de Ottomaanse erfenis nog erg aanwezig in het straatbeeld. Dat leidt bijvoorbeeld tot het unieke fenomeen van een orthodoxe kerk met één (erg Italiaanse) klokkentoren en één minaret. Een bijzonder goede keuze om dat ook zo te houden.

Liberté – Egalité – Fraternité

Liberté – Egalité – Fraternité

Hoe vreselijk moet je de democratie, de beschaving, de samenleving, de democratie -en de God in wiens naam je meent te handelen- haten om een aanslag te plegen zoals die op Charlie Hebdo vandaag in Parijs ?

Neen, ik ga geen cartoon uit het blad hier plaatsen. Ik vind de meeste niet grappig, hooguit wrang, en ze geven zelden mijn mening weer. Maar uiteraard had het blad meer dan het volste recht om te doen wat het deed – en iedereen had het volste recht om daar bedenkingen bij te hebben. Zoals ik hier het recht heb om mijn mening te geven. Met woorden of tekeningen, of hoe dan ook. Dat is een grondwaarde van onze Europese samenleving, en daar kan, mag en zal niet aan geraakt worden. Nooit, never. Jamais.

Je suis Charlie.

Gaza

Gaza

Het is lang geleden dat ik hier nog iets over de Israëlisch-Palestijnse kwestie schreef. Ik vind dat nochtans een erg intrigerend conflict, dat in al zijn pijnlijkheid de aandacht vasthoudt. Maar het is zo verdomd moeilijk om er iets evenwichtig over te schrijven. Net dat maakt het moeilijk. Mijn twee uitgangspunten zijn duidelijk : Israël heeft het recht op een veilig bestaan, de Palestijnen hebben het recht op een leefbare eigen staat gevormd door Gaza en de Westelijke Jordaanoever.

Om te beginnen zijn dat al géén algemeen aanvaarde beginselen. Je kan een overtuigende case opbouwen om uit te leggen dat Israël er nooit had mogen komen, en je kan ook overtuigend uitleggen dat aan een eigen Palestijnse staat zoveel randvoorwaarden voor Israël verbonden zouden moeten zijn dat ze er eigenlijk niet kan komen. Het tweede probleem is dat je zelfs met mijn uitgangspunten (die ik zeer redelijk vind) posities moet innemen die je even objectief bondgenoot maken met respectievelijk de overtuigde antisemieten en de al even overtuigde moslimhaters. Niet het soort gezelschap waarin je wil vertoeven, maar beide kampen vereenzelvigen er hun tegenstanders ook mee. De gezamenlijke geschiedenis van het Joodse en het Arabische volk met Europa maakt het nog moeilijk : van pakweg de kruistochten tot de Shoah, erfzonden genoeg om te worden beschuldigd van het Kwaad – door de bewoners van een stuk wereld waar het verleden zwaarder weegt dan bij ons, maar dat kan hen ook al niet zo gemakkelijk verweten worden. Je zou soms willen dat je als Japanner of Chinees een onpartijdig oordeel zou kunnen vellen, of het toch proberen.

De beide partijen in het conflict maken het ook niet gemakkelijk. Hamas gebruikt volgens mij inderdaad bewust burgers als een soort menselijk schild, maar Israël doet vervolgens echt niet veel moeite om hen niet te treffen. Om maar iets te noemen. En de enige bemiddelaar met het gezag om op tafel te kloppen -de VS- is, ook alweer dankzij de geschiedenis, niet echt neutraal te noemen – ook al doet John Kerry absoluut zijn best.

Toch zijn mijn uitgangspunten in principe niet onverzoenbaar. Twee staten die in een strak internationaal gegarandeerd kader naast elkaar bestaan, dat zou moeten kunnen. Daar lijken vooralsnog velen het over eens. Maar misschien bestaat alleen de bestemming nog, en is de weg al lang niet meer begaanbaar. Zelfs dan moet de karavaan worden aangemoedigd om te vertrekken. En blijft het nuttig om, met alle beperkingen, te trachten om een afgewogen moreel oordeel te vellen. De Koran, de Torah, de Bijbel en het gezond verstand verbieden bijvoorbeeld minstens om onschuldigen te doden – of om dat te proberen met vliegtuigbommen, raketten, geweren of messen.