Programma

Verenigt u

Het “verenigingenbeleid” omhelst voor ons het beleid tegenover álle verenigingen in onze gemeente. Allemaal werken ze immers aan een stukje gemeenschapsopbouw en allemaal doen ze aan vorming. Iedereen die deelneemt steekt er iets van op en neemt er iets van mee. Natuurlijk spelen sommige verenigingen nog een bijkomende rol : de milieubewegingen in het natuurbeleid van onze gemeente, het Rode Kruis in het gezondheidsbeleid en Welzijnsschakels in het sociaal beleid, om maar enkele voorbeelden te noemen. Die verenigingen komen ook aan bod in andere teksten van ons programma. Maar hier spreken we ze óók aan, als “vereniging”.

Zoals reeds aangehaald, is het bestaan van die talrijke verenigingen helemaal niet vanzelfsprekend. Tijden veranderen, en de samenleving ziet er anders uit dan enkele decennia geleden. De diversiteit aan mogelijkheden om de vrije tijd door te brengen, is enorm toegenomen. Daardoor worden de verwachtingen ook hoger gespannen. De grens tussen het beroepsleven, het gezinsleven en de vrije tijd vervaagt soms. We zouden zoveel willen doen, maar hebben zo weinig tijd. Mensen worden daardoor selectiever : ze engageren zich voor een bepaalde tijd en voor een bepaalde taak, in plaats van een breed en open engagement aan te gaan. Sommige verenigingen kunnen die verandering niet aan, en verdwijnen of worden in hun voortbestaan bedreigd. Dat is altijd een verlies voor het Essense “patrimonium”.

Het gemeentebestuur heeft hierin een belangrijke rol. In de eerste plaats een ondersteunende. Zo moet er in elk van de vier sectoren (jeugd, sport, cultuur, senioren) een duidelijk subsidiëringssysteem zijn op maat van de sector, dat uitgewerkt is mét de sector in het beleidsplan. De sector moet daarbij zelf uitgenodigd en uitgedaagd worden om objectieve en redelijke criteria te bedenken. Om een dergelijk systeem te doen werken, is een behoorlijke financiering noodzakelijk. Daar moeten dus genoeg middelen voor worden voorzien. Ook materiële ondersteuning van de verenigingen is essentieel. Dat gebeurt best via de uitleendienst voor feestmaterialen en die voor audio-visueel materiaal, en door het mee mogelijk maken van allerlei organisaties. Daarbij mag de objectiviteit niet uit het oog verloren worden. Wat voor de ene vereniging kan, moet voor de andere ook kunnen. En in geval van twijfel zou het antwoord op een vraag eigenlijk altijd ja moeten zijn, in de verenigingsvriendelijke gemeente die Essen wil zijn.

Financiële en materiële ondersteuning : het mag zeker niet het één of het ander zijn, zoals vooral uit CD&V-hoek al eens wordt gehoord. Het is niet meer van deze tijd dat verenigingen met een belangrijke maatschappelijke functie zelf moeten instaan voor al hun middelen. Als een jeugdbeweging, die wekelijks voor tientallen kinderen een zinvolle ontspanning biedt, meer tijd moet steken in het organiseren van geldacties dan in activiteiten voor de eigen leden, is er iets grondig mis. Natuurlijk mogen die acties er zijn, maar ze mogen niet overheersen. En dat het gemeentebestuur dan een handje toesteekt, is niet meer dan normaal.

Naast deze ondersteuning moet het gemeentebestuur meedenken en meewerken aan een sterker verenigingsleven. Daarom wil N-VA/PLE in de eerste plaats een goed uitgewerkt stelsel van vormingssubsidies (zoals die voor het jeugdwerk bestaan), waarbij verantwoordelijken van verenigingen, zoals de leiding van jeugdbewegingen, trainers en coaches in de sport, verantwoordelijken in het vormingswerk of in cultuurverenigingen… worden aangezet om zich verder te bekwamen. Daarbij gaan we uit van het principe dat de gemaakte (deelname)kosten volledig door het gemeentebestuur worden terugbetaald. Daarnaast zullen de betrokken diensten (jeugddienst, cultuurdienst, sportdienst, welzijnsdienst voor de senioren) zelf een aanvullend vormingsaanbod opzetten. En dan mag er best eens over de grenzen van het eigen hokje worden gekeken. Sommige vormingen kunnen ongetwijfeld zowel sportcoaches als jeugdleiders aanspreken.

Er zijn nog meer manieren om het verenigingsleven een steuntje in de rug te geven. Zo kan het gemeentebestuur een actieve inzet als vrijwilliger sterker promoten. Dat kan door elke maand één of meer verenigingen in de kijker te plaatsen in het gemeentelijk informatieblad. En door jaarlijks een brede oproep te doen naar vrijwilligers, om die vervolgens te begeleiden naar het voor hen meest geschikte engagement.

In de verschillende plannen moet tenslotte ook aandacht worden besteed aan de leefbaarheid op langere termijn van het verenigingsleven. Er moet een structuur worden uitgedacht om problemen snel op te sporen, en om eventueel in te grijpen vooraleer het te laat is en de werking noodgedwongen wordt stilgelegd. Wanneer dat toch gebeurt, moet ervoor gezorgd worden dat het kapitaal aan ervaring en engagement van de vereniging, zo goed mogelijk bewaard blijft.

 

Een dak boven het hoofd

Het aanbieden van voldoende en goede infrastructuur is één van de belangrijkste manieren om het verenigingsleven te ondersteunen en om het socio-culturele beleid vorm te geven. De specifieke infrastructuurvragen behandelen we onder elk van de sectoren afzonderlijk, maar algemeen vindt N-VA/PLE de samenwerking met de scholen en met de kerkgemeenschap belangrijk. Zij beschikken immers over veel infrastructuur, die niet altijd optimaal wordt benut. Met de scholen wordt gestreefd naar de uitbouw van een “brede school”, waarbij verenigingen buiten de schooluren gebruik kunnen maken van de lokalen, en waarbij ook uitgebreider kan worden samengewerkt. Zo vinden de kinderen uit de school de weg naar de sportclub, de jeugdbeweging of de muziekvereniging.

Met de kerkgemeenschap willen we een globaal akkoord sluiten, zodat hun infrastructuur (gildenhuizen, kerkgebouwen, andere eigendommen) ook in tijden van ontkerkelijking optimaal kan worden ingezet voor de hele gemeenschap.

Uitleendienst materiaal

Essen heeft een goede uitleendienst voor feestmaterialen : nadarhekken, stoelen en tafels, podia en vlaggenmasten zijn beschikbaar. Het aanbod blijkt echter soms onvoldoende. Bovendien zit er weinig vernieuwing in, en ook onderhoud en herstellingen laten al eens te wensen over. Daarom moet het aanbod, samen met de verenigingen én de betrokken arbeiders, regelmatig worden geëvalueerd en vernieuwd. Dat kan door bij elke aanvraag de mogelijkheid te geven achteraf een evaluatieformulier in te vullen, met suggesties voor een nog betere werking van de uitleendienst.

Ondersteuning

Soms ondersteunt de ene vereniging de andere. Een jeugdbeweging heeft een oudercomité, een sportclub heeft een supportersvereniging, enkele verenigingen samen hebben een bepaalde koepelstructuur… Die verenigingen zijn dan zelf niet altijd aangesloten bij de adviesraden of andere structuren. Dat levert soms praktische problemen op, waarbij ze op bepaalde dienstverlening geen beroep kunnen doen, of er meer voor betalen. Daarom willen we het principe invoeren dat dergelijke verenigingen automatisch dezelfde rechten krijgen als de verenigingen die door hen ondersteund worden.

De juiste prijs

In onze gemeente worden verschillende prijzen uitgereikt. De gemeentelijke culturele prijs, de prijzen voor sportverdienste, en het “Gouden Ei” voor verdienstelijk jeugdwerk. Dat zijn symbolische, maar wel belangrijke steuntjes in de rug voor wie in onze gemeente actief is. Om ze op te waarderen, stellen we voor om in het gemeentehuis een bord te hangen met de prijswinnaars van de voorbije jaren.

Ook prijzen die niet door het gemeentebestuur worden uitgereikt (zoals de “Suykeren Buyk”) kunnen worden opgenomen als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.